Samenvatting http://www.jmir.org/2014/1/e19/ Chronisch zieke Zorgvragers willen meedoen via e-mail Chronisch zieken en moderne communicatie technologie Moderne technologie maakt het mogelijk dat patiënten via internet communiceren met hun hulpverlener. Patiënten kunnen persoonlijke gezondheidsinformatie sturen naar hun hulpverlener en feedback ontvangen, interactieve therapieën volgen, en meekijken in hun eigen dossier en helpen om de kwaliteit hiervan te verbeteren. Hoewel een deel van de patiënten dit wil, is het bij lang niet alle hulpverleners mogelijk. Specifiek asynchrone (e-mail) communicatie Meestal is communicatie synchroon (gelijktijdig via telefoon of beeldverbinding). Nieuw is dat het ook heel goed asynchroon kan (niet-gelijktijdig bijvoorbeeld met e-mail). Patiënt en hulpverlener hoeven dan niet gelijktijdig aanwezig te zijn. De patiënt kan zijn vraag stellen op het moment dat het hem bezighoudt en de hulpverlener kan antwoorden op het moment dat het hem schikt. Om deze technologie in de praktijk te kunnen gebruiken, willen we weten: werkt het, gebruiken patiënten en hulpverleners deze vorm van communicatie en wat vinden ze ervan? En ook: help het, heeft het effect op hun gezondheidsgedrag en hun gezondheidsuitkomsten? Uit de literatuur zijn we het volgende te weten gekomen. Asynchrone (e-mail) communicatie wordt gebruikt en gewaardeerd door patiënten Uit de literatuur zijn we het volgende te weten gekomen: Meer dan 75% van de patiënten gebruiken e-mail, als het beschikbaar is. Patiënten lijken geïnteresseerd te zijn om naar hun e-mail/informatie/dossier te gaan kijken, maar op welk moment patiënten de behoefte hebben om in te loggen, is nog niet duidelijk. De intensiteit van gebruik is divers. Soms neemt het gebruik van de verbinding af in de loop van de tijd, maar is het resultaat positief: de therapietrouw neemt toe. Misschien wordt er al effect bereikt door het hebben van de verbinding en niet persé door het gebruiken van de verbinding. Misschien ervaren patiënten de virtuele aanwezigheid van de hulpverlener via de verbinding als een ondersteunende factor in hun zelfmanagement. De hulpverlener is altijd aanwezig en kan worden benaderd, indien nodig. Patiënten weten dat ze in acute gevallen direct contact op moeten nemen met de hulpverlener. Ze weten ook wanneer ze e-mail kunnen gebruiken; bijvoorbeeld wanneer ze door willen geven hoe ze zich voelen. Voor deze boodschappen geven ze zelfs de voorkeur aan e-mail ten opzichte van telefoon. Het is ook interessant dat mensen bereid zijn te betalen voor deze dienst. Een groot deel van de e-mails (73%) worden buiten kantoortijden verzonden. De inhoud van de e-mails laat zien dat mensen meer informatie delen dan strikt noodzakelijk. Ze willen communiceren met hun hulpverleners over hoe ze zich voelen, maar ze hebben ook vragen omtrent hun gezondheid, zoals medicatie, test resultaten, etc. Het lijkt er op dat patiënten e-mail gebruiken om informatie te sturen waarvan ze niet weten of het relevant is, maar het geeft hen een prettig gevoel om dit te sturen. Op die manier hebben ze zelf actie genomen door informatie te sturen, het is nu aan de hulpverlener om aan te geven of vervolg actie nodig is. Dit is het begin van gezamenlijke besluitvorming (“shared decision-making”). Dit is een indicatie dat de patiënt bereid is tot verdere participatie. Leeftijd lijkt geen rol te spelen bij het gebruik van asynchrone communicatie. De patiënten in dit literatuur onderzoek hebben natuurlijk al een internet verbinding, maar het zou kunnen dat de 140213 Tekst van Rolien de Jong [email protected] Samenvatting http://www.jmir.org/2014/1/e19/ mogelijkheid om een virtuele verbinding te hebben met de hulpverlener motiverend is om het te gebruiken. Helpt asynchrone communicatie in relatie tot gezondheidsgedrag? In diverse onderzoeken wordt een verbetering in gezondheidsgedrag gevonden. Maar wat helpt er nou precies? Neemt het zelfvertrouwen al toe doordat men de virtuele verbinding met de hulpverlener onder handbereik heeft? Je kan contact maken als het nodig is. Voelt het inloggen al als een eerste assertieve stap naar zelfmanagement? Is het alleen de verbinding die belangrijk is of gaat het om een online coach of informatie op maat? In het laatste geval is het zelfs mogelijk om via asynchrone communicatie betere informatie op maat te krijgen dan in de spreekkamer, zowel voor de hulpverlener als de patiënt. Er lijkt een trend zichtbaar te worden naar minder bezoek aan de hulpverlener, daar waar asynchrone communicatie wordt gebruikt. Wellicht heeft dit met het verminderen van reistijd te maken. Helpt asynchrone communicatie in relatie tot gezondheidsuitkomsten? In 73% van de onderzoeken werden verbeterde gezondheidsuitkomsten aangetroffen bij de internet interventies met e-mail. Als interventies die complementair zijn aan gebruikelijke zorg kan men een verbetering in de gezondheidsuitkomst verwachten. Als het om substitutie van gebruikelijke zorg gaat, is een gelijkblijvende uitkomst al een positief resultaat. Dit werd in meerdere substitutie situaties aangetroffen. Conclusie Asynchrone communicatie is een belangrijk instrument om patiënten te helpen hun gezondheid te managen. Patiënten gebruiken asynchrone communicatie (e-mail) en vinden het prettig. De chronisch zieke gaat erop vooruit na mailcontact met zorgverlener. Digitale zorg op maat is mogelijk door mailcontact met zorgverlener voor persoonlijke vragen. 140213 Tekst van Rolien de Jong [email protected]
© Copyright 2024 ExpyDoc