ZO 06/04/14 15.00 Concert il Gardellino Marcel Ponseele, hobo | Taka Kitazato, hobo | Benjamin Dieltjens, klarinet | Jean-Philippe Poncin, klarinet | Jean-Pierre Dassonville, hoorn | Bart Cypers, hoorn | Alain De Rijckere, fagot | Jean-François Carlier, fagot | Benoît Vanden Bemden, contrabas | Arthur Schoonderwoerd, piano & artistieke leiding Ludwig van Beethoven (1770-1827) Symfonie nr 7 in A opus 92 Allegretto Bagatellen opus 33 Andante grazioso, quasi allegretto Scherzo. Allegro Allegretto Andante Allegro, ma non troppo Allegretto, quasi andante Presto Octet in Es opus 103, WoO37 Allegro Andante Menuett - Allegro Finale - Presto Rondino in Es WoO25 Kwintet in Es opus 16 Grave – Allegro ma non troppo Andante cantabile Rondo. Allegro, ma non troppo “En het hele publiek was in de wolken ...” Wat doet iemand tussen zijn 16de en 26ste levensjaar? Verliefd worden, talenten ontwikkelen, gaan studeren en op kot gaan, zichzelf leren kennen, zelfstandig worden en nog zoveel meer. Dit was voor Ludwig van Beethoven (1770-1827) niet anders. In 1786, dus op zijn 16de, componeerde hij een Trio voor de adellijke familie von Westerholt in Bonn. Beethoven was kind aan huis bij de von Westerholts, en zou in 1790 zelfs meereizen naar hun paleis in Münster. Naar verluidt werd hij er stapelverliefd op de vier jaar jongere Anna, de dochter des huizes aan wie hij inmiddels pianoles gaf. De nogal aparte bezetting van het Trio (fluit, fagot en piano) was in die context een logische keuze. Vader von Westerholt speelde fagot, een van zijn zonen fluit en Anna zat aan de piano. De partituur draagt het onderschrift “Trio concertant a clavicembalo, flauto, fagotto, composto da Ludovici van Beethoven organista di S. S. Electeur de Cologne”. Enerzijds is het opvallend dat Beethoven hier specifiek een klavecimbel vermeldt en geen pianoforte. Daarnaast noemt hij zichzelf ‘organista’, organist, en niet componist. De jeugdigheid van Beethoven blijkt vooral in de nogal onstuimige vorm en de eerder onschuldige melodieën. De partijen mochten dan ook niet al te moeilijk zijn, aangezien het trio was bedoeld voor de huiskamer van de familie von Westerholt. Beethoven hield rekening met de mogelijkheden van de uitvoerders, in dit geval degelijke amateurmuzikanten. Een echt lief zou Beethoven aan zijn innige vriendschap met Anna von Westerholt niet overhouden; hij zou trouwens nooit echt veel geluk of standvastigheid kennen op amoureus vlak. Zijn talenten als componist ontwikkelde hij des te meer. In het Blaasoctet uit 1792 horen we duidelijk een componist die enorm is gegroeid, ondanks het feit dat hij ook toen nog maar 22 was. Zowel dit werk als het Rondino (ook voor acht blazers) componeerde Beethoven voor de Oostenrijkse keurvorst Maximiliaan Frans, die in Bonn resideerde. Maximiliaan Frans was een groot muziekliefhebber en hij verzamelde een professioneel koor en orkest aan zijn hof. De van Beethovens hadden trouwens een langdurige band met het hof. Beethovens grootvader Lodewijk (de Vlaamse variant van Ludwig) trok na opleidingen in Mechelen en Leuven naar Luik, waar hij als koordirigent werd opgemerkt door de keurvorst van Beieren. Lodewijk trok vervolgens naar Bonn waar hij Kapellmeister werd aan het hof van Maximiliaan Frans. Zijn zoon Johan, Ludwig van Beethovens vader, kon aan de slag als zanger in het koor. Zo kwam de jonge Ludwig niet alleen in een muzikale familie terecht, maar bovendien kon hij zich van kleins af aan in de hoogste adellijke kringen bewegen. Beethovens talent als componist was de keurvorst ook niet ontgaan. In juli 1792 bracht Joseph Hadyn een bezoek aan het hof in Bonn. Haydn was op doorreis van Engeland naar Wenen, en Beethoven kreeg de kans om enkele van zijn composities te tonen aan de grootmeester. In november 1792 geeft Maximiliaan Frans niet alleen de toestemming aan Beethoven om in Wenen te gaan studeren, hij betaalt zelfs de reis- en verblijfskosten. Hij kon toen niet vermoeden dat Beethoven nooit meer definitief zou terugkeren naar Bonn. De jonge Beethoven kwam Wenen binnen als een voorzichtige, ietwat schuchtere man. Hij ging op zoek naar een piano, een pruikenmaker, kocht kleren, en hield zich bezig met alle kleine dingen die een student nodig heeft om zich te settelen in een nieuwe stad. Amper een maand later noteerde Beethoven in zijn dagboek dat de lessen bij Haydn begonnen waren. Het Octet opus 103 had Beethoven al gecomponeerd in Bonn, maar wellicht herwerkte hij het in Wenen met het oog op de mogelijke publicatie ervan. Met wat hij van Haydn had geleerd, kon hij deze originele compositie nog tot een hoger niveau tillen. Het Rondino dat hij rond die tijd componeerde, is niet alleen voor dezelfde instrumenten geschreven, het staat ook in dezelfde toonaard. Het is dan ook goed mogelijk dat deze beweging was bedoeld als alternatief voor een deel van het grotere Octet. Tegen 1796 was de voorzichtige Beethoven, de nieuwkomer in Wenen, getransformeerd tot een rijzende én reizende ster. Zijn Pianotrio’s opus 1 en de Sonaten opus 2 waren inmiddels uitgegeven en hadden hem op de kaart gezet. Hij stond in het muziekleven bekend als een groot pianist met een uitzonderlijk improvisatietalent. In februari trok hij naar Praag, waar Mozart hem zeven jaar eerder was voorgegaan, voor een concertreis. Beethoven was duidelijk ernstig bezig met zijn professionele carrière, en hij schreef aan zijn broer: “Het gaat goed met mij, heel goed. Mijn kunst levert me vrienden en respect op, en wat wil een mens nog meer? En deze keer zal ik er goed aan verdienen ook.” In datzelfde jaar schreef hij het Kwintet voor piano, hobo, klarinet, hoorn en fagot opus 16. Beethoven vond inspiratie voor deze compositie in Mozarts schitterende Kwintet K 452. Zowel de bezetting, de toonaard en de globale vormopbouw zijn in beide werken gelijk. Mozart was bijzonder tevreden over zijn compositie. In een brief aan zijn vader schreef hij dat hij het de beste compositie vond die hij ooit had geschreven. Bovendien was Mozart de eerste die een dergelijke ‘ernstige’ compositie maakte voor blaasinstrumenten. Tot dan werden blaasinstrumenten vooral gebruikt in lichtvoetige serenades en voor muziek in open lucht. Dat Beethoven er niet voor terugdeinsde om zich met zo’n voorbeeld te meten, zegt misschien al iets over zijn groeiend zelfvertrouwen. In Wenen maakte hij trouwens kennis met twee muzikanten die vroeger met Mozart hadden samengewerkt, de hoboïst Friedrich Ramm en de hoornist Giovanni Punto. Beethovens kwintet is geen kopie of afkooksel van Mozarts compositie, maar Beethoven stopte er toch nog een muzikale knipoog in naar zijn voorganger. Het langzame middendeel bevat een citaat uit Mozarts Don Giovanni, met name de aria Batti, batti, bel Masetto. Ferdinand Ries, Beethovens goeie vriend, noteerde volgende getuigenis naar aanleiding van een uitvoering van het kwintet: “Beethoven speelde zijn kwintet voor piano en blaasinstrumenten. Ook de beroemde hoboïst Ramm, uit München, begeleidde Beethoven in het kwintet. Meestal is er in het laatste allegro een stilte voordat het hoofdthema terugkomt; tijdens een van die stiltes begon Beethoven te improviseren; hij nam het rondo als thema en vermaakte zichzelf en het publiek voor een tijdje; maar voor de begeleidende muzikanten was het niet zo amusant. Zij waren nogal geïrriteerd, en vooral mijnheer Ramm was buiten zichzelf. Toch kwam dit grappig over, aangezien deze heren al die tijd zaten te wachten om te kunnen herbeginnen en voortdurend hun instrument naar hun lippen brachten om het daarna opnieuw te moeten laten zakken. Uiteindelijk was Beethoven klaar en keerde hij terug naar de structuur van het rondo. En het hele publiek was in de wolken …” Klaas Coulembier Arthur Schoonderwoerd Arthur Schoonderwoerd wordt beschouwd als een van de meest vernieuwende pianisten van zijn generatie. Zijn interesse gaat uit naar het repertoire voor piano van de 18de, 19de en begin 20ste eeuw, naar de uitvoeringspraktijk van dat repertoire en de grote rijkdom aan klavierinstrumenten die gedurende die periode in zwang waren. Na het behalen van zijn diploma voor moderne piano en muziekwetenschappen in Utrecht zette Arthur Schoonderwoerd zijn studie in 1993 voort aan het Conservatoire National Supérieur de Musique et de Danse (CNSMDP) in Parijs. Onder leiding van Jos van Immerseel specialiseerde hij zich daar in de studie van historische klavierinstrumenten. Parallel aan een solistencarrière die hem overal in Europa en daarbuiten brengt, wijdt hij een belangrijk deel van zijn tijd aan kamermuziek, liedbegeleiding en orkestdirectie. Met kamermuziekpartners als Barthold Kuijken, Eric Hoeprich, Jaap ter Linden, Miklos Spanyi, Wilbert Hazelzet e.a. ontgint hij het bekende en onbekende kamermuziekrepertoire. Met zangers van wereldfaam geeft hij concerten en maakt hij opnamen: Sandrine Piau, Mark Padmore, Hans Jörg Mammel, Johannette Zomer e.a.. Als dirigent leidt hij zijn Ensemble Cristofori in het repertoire voor piano en orkest op een zeer persoonlijke wijze. Sinds 2004 geeft Arthur Schoonderwoerd les in Barcelona en sinds 2006 is hij artistiek directeur van het Festival de Musiques Anciennes de Besançon/Montfaucon. Schoonderwoerd wordt verder veelvuldig uitgenodigd voor masterclasses in heel Europa. Marcel Ponseele Marcel Ponseele studeerde hobo en kamermuziek aan de conservatoria van Brugge, Gent en Brussel. Daarna legde hij zich met brio toe op de barokhobo en was in 1981 laureaat van het internationale concours Musica Antiqua in Brugge. Sindsdien speelde Marcel Ponseele in tal van gereputeerde barokorkesten mee, o.a. La Petite Bande, The Amsterdam Baroque Orchestra, La Chapelle Royale. Hij ligt bovendien samen met dirigent Philippe Herreweghe mee aan de basis van L’Orchestre des Champs-Elysées en leidt zelf de Harmonie des Champs-Elysées. Met Jan De Winne en Shalev Ad-El richtte hij in 1988 il Gardellino op, waarvan hij artistiek leider is. Marcel Ponseele geniet een stevige internationale reputatie als barokspecialist en wordt door talloze dirigenten als solist gevraagd voor concerten en cd-opnamen bij diverse labels. Hij heeft zowat alles uitgevoerd en opgenomen wat Bach, Vivaldi, Mozart en anderen ooit voor hobo hebben geschreven. Hij legt zich ook toe op kamermuziek en realiseerde in dat verband talloze opnamen. Samen met zijn broer Francis bouwt Ponseele ook zelf heel nauwgezet oude instrumenten na, die eveneens wereldwijd als referentie gelden. Marcel Ponseele was als docent hobo verbonden aan het CNSM de Paris, maar legt zich vandaag liever toe op zijn ensemble. Wel geeft hij overal ter wereld masterclasses. il Gardellino Il Gardellino werd opgericht in 1988 onder impuls van hoboïst Marcel Ponseele en fluitist Jan De Winne. De basisbezetting wordt de laatste jaren meer en meer uitgebreid om tegemoet te komen aan de vragen voor grotere werken. Hiervoor wordt samenwerking gezocht met topensembles als Cappella Amsterdam en Gesualdo Consort. Il Gardellino is al meer dan twintig jaar actief in het veld van de oude muziek en de laatste tien jaar meer bepaald als leidinggevend medespeler op het gebied van de HIP (Historically Informed Performance). Het ensemble staat internationaal hoog aangeschreven en is aanwezig op de belangrijke Europese muziekfestivals. Il Gardellino bestudeert de historische context van de muziek, interpreteert die om ze vervolgens in een eigentijds kader te herscheppen. Goed om te weten Foyer De foyer van AMUZ is open vanaf een uur voor aanvang van het concert en blijft ook na afloop van het concert nog geruime tijd open. Beeld- en geluidsopnamen Het is absoluut verboden beeld- en geluidsopnamen te maken tijdens de concerten en voorstellingen zonder Rondleidingen en zaalverhuur Wenst u met een groep een rondleiding in de gebouwen van AMUZ, om zo het fascinerende verhaal te horen van de gerenoveerde kerk en AMUZ als concertgebouw en -organisator, of wenst u meer informatie over de mogelijkheden om de zaal te huren voor concerten, voorstellingen en presentaties? Gelieve dan tijdens de kantooruren contact op te nemen met de administratie expliciete toelating van de directie van AMUZ. van AMUZ. Concertinleidingen, aanvangsuur en duur van de concerten De concerten in AMUZ vangen op zondag steeds aan om 15.00 uur. Op andere dagen starten de concerten om 21.00 uur. Voor de avondconcerten is er steeds een inleiding om 20.15 uur. De concerten in AMUZ hebben in principe geen pauze en duren tussen de 65 en 80 minuten, tenzij anders vermeld. Medewerkers AMUZ Bart Demuyt, directie & artistiek leiding | Veerle Braem, zakelijk directie | Robin Steins, assistentie programmering & educatie | Elise Simoens, assistentie programmering & dramaturgie | Klaartje Heiremans, pers & communicatie | Kathleen Engels, communicatie | Tine Clevers, eindredactie & ticketing | Mona Heyrman, directieassistentie & productie | Jan Tambuyser, productie & techniek | Evelyne Van Mieghem, productie & zaalhuur | Bart Tambuyser, techniek & gebouwbeheer | Koen Koninkx, foyer & ticketing | Anne Struelens, vrijwilliger distributie | Maarten Marijnissen, stagiair | Joël Wouters, stagiair | Majda Kaisoumi, stagiair | Kwinten Felix, stagiair Programmaboekjes en cd-verkoop De programmaboekjes bij de concerten van AMUZ zijn downloadbaar van de website www.amuz.be vanaf enkele dagen na het concert. Een selectie cd’s van de aantredende artiesten wordt te koop aangeboden voor en na het concert in de inkomhal/aan de balie, i.s.m. ‘t KLAverVier uit Schilde. Laatkomers De concerten in AMUZ hebben in principe geen pauze. Laatkomers kunnen dan ook niet meer worden toegelaten in de concertzaal. Op vertoon van hun concertticket kunnen zij het concert volgen op de plasmaschermen in de foyer. Binnenwerk geprint bij www.prints-copy.be wettelijk depotnummer: D/2013/0306/215
© Copyright 2024 ExpyDoc