Apollon Musagète Quartett vr 12 dec 2014 Blauwe zaal Grote podia 20 uur 21.40 uur pauze ± 20.40 uur inleiding 19.15 uur Waldo Geuns Blauwe foyer kwartet Quatuor Ébène wo 17 sep 2014 Quatuor Diotima Lecture recital vr 3 okt 2014 Quatuor Diotima za 4 okt 2014 Apollon Musagète Quartett Lecture recital do 11 dec 2014 Apollon Musagète Quartett vr 12 dec 2014 Belcea Quartet do 29 jan 2015 Jerusalem Quartet vr 1 mei 2015 teksten programmaboekje Waldo Geuns coördinatie programmaboekje deSingel 3 Apollon Musagète Quartett Gelieve uw GSM uit te schakelen. Pawel Zalejski, Bartosz Zachlod viool Piotr Szumiel altviool Piotr Sweres cello De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/ concert/tentoonstelling van uw keuze. Reageer en win Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/ concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Grand café deSingel open alle dagen 9 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen Antonín Dvorák (1841-1904) Strijkkwartet nr 11 in C, opus 61 Allegro Poco adagio e molto cantabile Scherzo, Allegro vivo Finale: Vivace pauze Bij onze concerten worden occasioneel cd’s te koop aangeboden door La Boite à Musique Coudenberg 74 | Brussel +32 (0)2 513 09 65 www.classicalmusic.be Met bijzondere dank aan Jacek Bielat voor het stemmen en het onderhoud van de concertvleugels van deSingel Piano's Jacek & Svetlo Land Van Waaslaan 150 | Gent +32 (0)9 227 77 37 | www.jspiano.be 40’ Karol Szymanowski (1882-1937) Strijkkwartet nr 1 in C, opus 37 Lento assai. Allegro moderato 17’ Andantino semplice. In modo d’una canzone Adagio dolcissimo. Lento assai Vivace. Scherzando alla burlesca Vivace ma non troppo Waclaw van Szamotul (ca. 1520 - ca. 1560) Juz sie zmierzcha (‘Het begint al te schemeren’) 3’ Henryk Mikolay Górecki (1933-2010) Strijkkwartet nr 1, opus 62 ‘Juz sie zmierzcha’14’ Deciso - Molto Lento - Tranquillo Allegro Deciso - Gridando - Martellando Tempestoso - Molto Lento - Tranquillissimo Dit concert wordt opgenomen door Klara en uitgezonden in het programma Klara Live op dinsdag 17 februari 2015 om 20 uur. 4 5 Zes jaar geleden denderde het Apollon Musagète Quartett de kamermuziekwereld binnen met een ware prijzenslag op de ARD Wettbewerb in München. Sindsdien gaat het de vier heren voor de wind: een succesvolle tour met zangeres Tori Amos, een veelbesproken cd met 20ste-eeuws Pools repertoire, het kwartet draait er de strijkstok niet voor om. De Süddeutsche Zeitung schreef in november 2010 over het kwartet: “Als de Griekse god Apollo de viool in plaats van de lier had gespeeld, zo zou het precies geklonken hebben.” Met dit concertprogramma vestigt het viertal de aandacht op de manier hoe Tsjechische en Poolse componisten omgaan met hun eigen nationale wortels in hun muziek. Niet alleen grijpen terug ze naar de muzikale erfenis van hun grote voorbeelden zoals Ludwig van Beethoven, maar ook duiken ze ver de geschiedenis in op zoek naar de originele renaissance- en volksmuziek uit hun geboortestreken. Dvoráks ‘klassieker’ Als er één componist is in wiens oeuvre de brug tussen Oost- en West-Europa tot het uiterste gedreven wordt, dan is het wel de componist Antonín Dvorák (1841-1904). Steunend op de westerse traditierijke vormprincipes en genres (zoals de sonatevorm, het strijkkwartet,...) kwam hij tot een heel eigen muziekstijl die bulkt van verwijzingen naar zijn Tsjechische afkomst. Maar, hoe volks en vertrouwd deze verwijzingen ook mogen klinken, al dat muzikale materiaal is van hemzelf en nieuw uitgevonden. Voor Dvorák moest het 19de-eeuwse Tsjechië de ketens van de eeuwenlange Habsburgse overheersing van zich afgooien en een nieuwe identiteit opbouwen. En dat moest zijn land niet doen door de bestaande muziek terug nieuw leven in te blazen, maar door nieuwe impulsen en nieuwe muziek. Dvorák werd vooral beroemd met zijn symfonieën, zoals bijvoorbeeld zijn Negende Symfonie ‘Uit de Nieuwe Wereld’, maar het was vooral in zijn kamermuziek dat hij in het zoeken naar een nieuwe Tsjechische muziektaal tot het uiterste ging en er het meest plezier aan beleefde: hij componeerde dan ook niet minder dan 14 strijkkwartetten. Als uitmuntend altviolist was het één van zijn geliefde genres. Elk strijkkwartet heeft zijn eigen verhaal en karakter. Dvorák schreef het Elfde Strijkkwartet in Do-groot, opus 61 tussen mei en november 1881, op veertigjarige leeftijd, gelijktijdig met zijn opera ‘Dimitrij’. De ochtenden waren gewijd aan de opera, en de middagen aan het nieuwe kwartet. De première met het kwartet van Joseph Hellmesberger, gepland in december dat jaar, vond echter niet plaats wegens een brand in het Ringtheater van Wenen. Het was pas in november 1882 in Berlijn dat de vioolvirtuoos Joseph Joachim en zijn kwartet het werk voor de eerste maal opvoerde. Dit Elfde 6 Strijkkwartet is zonder twijfel Dvoráks meest ‘klassieke’ kwartet en daardoor ook een buitenbeentje binnen zijn muziek. Het staat dan ook in groot contrast met zijn Tiende Strijkkwartet dat de bijnaam ‘de Slavische’ kreeg omwille van de talrijke referenties naar de Slavische volksmuziek. Maar dergelijke verwijzingen ontbreken in zijn Elfde Strijkkwartet. Dit had in grote mate te maken met de opdrachtgever Joseph Hellmesberger, kapelmeester aan het Weense hof, waar de muziek van Ludwig van Beethoven in de hoogste muziekkringen nog gefavoriseerd werd. Om zijn Weense opdrachtgever tevreden de stellen, zocht Dvorák zijn inspiratie bij Beethoven. De aandacht van de componist verschoof daardoor volledig van het uitwerken van volks geïnspireerd melodisch materiaal naar meer formele aspecten van het schrijven voor strijkkwartet. Het resultaat was dan ook een meesterwerk waarin Dvorák bijzonder veel aandacht besteedde aan een evenwichtige en nauwgezette verdeling van het muzikale materiaal over de verschillende strijkers doorheen de vier delen. Dat dit kwartet meer ‘klassiek’ is dan zijn andere kwartetten onder invloed van Beethoven komt in de eerste twee bewegingen, Allegro en Poco adagio e molto cantabile, tot uiting in de kortere melodieën, in het minder cirkelen rond een centrale noot bij de melodievorming zoals in de volksmuziek, en in de meer ingehouden muzikale uitbarstingen. Dat Beethoven model staat voor dit kwartet is het duidelijkst in het derde deel, Scherzo, Allegro vivo, in het bijzonder in de bruuske ritmes. Het kwartet bouwt tot een vreugdevol hoogtepunt in de vierde beweging, Finale: Vivace. Zoals in zoveel van zijn muziek brengt Dvorák de vreugdedans onverwacht net voor het slot tot stilstand, even de razende coda uitstellend die het werk tot een extatisch einde brengt. ‘Het begint al te schemeren’ Juz sie zmierzcha, nadchodzi noc prosmy Boga o pomoc aby On naszym strózem był od złych czartów nas obronił, którzy najlepiej w ciemnosci uzywaja swej chytrosci. Het begint al te schemeren, het is bijna nacht, laten we tot de Heer om hulp bidden, om onze beschermer te zijn, om ons te beschermen van de geslepen duivels, die vooral gehuld in duisternis profiteren van hun sluwheid. Tijdens dit optreden gebracht in een versie voor strijkkwartet, is ‘Juz sie zmierzcha’ een motet van een van de ware Poolse renaissancefiguren, Waclaw van Szamotul (ca. 1520 - ca. 1560): componist, muzikant, maar ook opgeleid in het recht, in de wiskunde, en expert in de Aristotelische filosofie. Naast zijn diverse composities 7 zijn er ook diverse Poolse en Latijnse gedichten van hem overgeleverd. Hij was sinds 1547 componist aan het hof van Sigismund II Augustus, en verkreeg in 1555 de titel van koninklijk componist. Hij stierf echter vroegtijdig op zijn vierendertigste. Hoewel er maar weinig van zijn muziek overblijft, was zijn muziek ook al buiten Polen bekend. Szymon Starowolski, die de eerste uitgebreide biografie over Waclaw van Szamotul samenstelde, schreef: “Als de goden hem langer hadden laten leven, dan hadden de Polen de Italianen niet moeten benijden om hun Palestrina, Lappi of Vedana.” Dit vierstemmige sacrale motet verklankt een Poolse tekst van Andrzej Trzecieski (1530-1584) in de imitatieve stijl van de Vlaamse Polyfonisten zoals bijvoorbeeld Adriaan Willaert (1490-1562). De tekst is een gebed voor kinderen die gingen slapen en behoort tot de vierstemmige muziek op Poolse teksten die de componist schreef naar aanleiding van de Poolse reformatie. De Poolse schemering van Henryk Górecki Het bovengenoemde 16de-eeuwse motet duikt in de 20ste eeuw opnieuw op als basis voor het Strijkkwartet nr 1, opus 62 van de vooruitstrevende Poolse componist Henryk Górecki (19332010). De betekenis van de tekst voor de componist ligt niet op de beschermende rol van God voor de kinderen, maar op de kwade krachten die aan het werk zijn binnen het communistische Polen van de 20ste eeuw. Dit strijkkwartet uit 1988 is een muzikale aanklacht van Górecki op de eigentijdse politieke malaise. Górecki schreef het werk in opdracht van het beroemde Kronos Quartet, dat in de jaren nadien ook aan de basis stond van de andere twee kwartetten van de componist, respectievelijk in 1991 en 1995/2005). Een vierde kwartet bleef onafgewerkt achter bij zijn dood. Het opduiken van de Poolse renaissancemuziek in het Eerste Strijkkwartet heeft te maken met de grote interesse van Górecki in de volksmuziek van zijn geboortestreek en met zijn verregaande onderzoek naar de Poolse muziek uit de middeleeuwen en de renaissance. Het kwartet is geschreven in één deel en de melodie van ‘Juz sie zmierzcha’ hoort men eerst in de vorm van een cantus firmus door de altviool binnen een ingehouden, maar sterk dissonant en meerstemmig koraal. In de tweede sectie buigt het karakter om naar een stormachtige dans, en verwijst de componist naar de volksmuziek van het Poolse bergachtige gebied Tatra, waar men musiceerde met ensembles die bestonden uit drie violen met een cello. De beschrijvende tempoaanduidingen ‘Gridando’, ‘Martellando’ en ‘Tempestoso’ verraden niet enkel het karakter van de muziek, maar ook de harde en bijtende speelwijzen die van de strijkers gevraagd worden. Aan het slot keert de meerstemmige sfeer van het begin 8 opnieuw terug, herinnerend aan de spanningen waaronder Polen gebukt ging in die periode. Muziek als ontsnapping aan de chaos Het Apollon Musagète Quartett breekt tevens een lans voor één van de meest unieke muziekwerken binnen de 20ste-eeuwse muziek, het Eerste Strijkkwartet in C, opus 37 van Karol Szymanowski (1882-1937), de meest gevierde Poolse componist sinds Frédéric Chopin. Het kwartet werd geschreven in 1917, op het ogenblik dat het leven van de componist volledig overhoop werd gegooid door de communistische revoluties. Zijn familie-eigendom in Oekraïne werd opgeëist en vanaf dat ogenblik moest Szymanowski zien rond te komen als muzikant, componist en muziekleraar. Deze jaren markeerden een keerpunt in zijn muziekstijl. Zijn interesse voor het universele, romantische gedachtegoed van Richard Wagner, Richard Strauss, of Friedrich Nietzsche liet hij volledig achter zich. Waar de muziek van Chopin vaak doorklonk in zijn jongere muziek, vertoont zijn muziek vanaf nu de impressionistische kenmerken van een hele brede waaier van componisten zoals Alexander Skrjabin, Claude Debussy, Maurice Ravel, enzovoort. Het kwartet is geschreven in drie delen en duurt in totaal iets minder dan 20 minuten. Aanvankelijk had de componist een vierdelig werk in gedachten met een volledig fugatische slotdeel, maar door de revolutie in 1917 wisselde hij het tweede en derde deel om zodat het scherzo (ook met een fugatische sectie) het slotdeel werd. Het eerste deel is ook het langste deel van het kwartet, beginnend met een trage inleiding. Tijdens dit inleidend Lento assai is de melodie voornamelijk toevertrouwd aan de eerste viool die de andere instrumenten begeleiden met tremolo’s, versieringen, glissandi en harmonieken. Het geheel doet volks en exotisch aan en niet voor niets vergeleek de muziekcriticus Jaroslaw Iwaszkiewicz de ingetogen atmosfeer met de herinneringen van de componist aan zijn vroegere thuis in Oekraïne: “[Men voelt] de hete adem van het zuiden.[…] Niet de hitte van de Siciliaanse namiddag, noch de treurige gloed van Griekenland, wanneer de fluit van Pan het hart naar de dood drijft, maar een hitte die sappig en rijp is, en geurend naar het graan van Oekraïne.” Het daaropvolgende Allegro moderato vertoont de invloed van de muziek van Alexander Skrjabin door de vele chromatiek en de passionele hoofdthema’s. Het tweede deel, Andantino semplice, in modo d’una canzone, is grotendeels geschreven in de vorm van een lyrische melodie voor de eerste viool, met de overige instrumenten die een trio vormen als begeleiding. De laatste helft van de titel betekent “in de stijl van een lied”, en duidt naar de zoete, maar ook mysterieuze sfeer van het deel. 9 De slotbeweging, Scherzando alla burlesca: vivace non troppo, neemt de sfeer van het tweede deel over met een rustige unisono passage, maar onmiddellijk daarop zet een volgende unisono melodie de beweging in gang. Er is een fugatische passage aanwezig, maar deze wordt onderbroken door een demonische wals wiens pseudobanaliteit doet denken aan de muzikale aanklachten van de Rus Dmitri Sjostakovitsj (1844-1900) op de politieke evoluties binnen Rusland waar componisten enkel vrolijke muziek mochten schrijven. Ook in dit strijkkwartet komen verwijzingen naar Beethoven naar boven: het eerste thema van het scherzo is een persiflage van het scherzo van Beethovens Vijfde Symfonie, op dezelfde manier beginnend aan de hand van een imitatie. Opvallend is dat elke strijker in dit slotdeel in een andere toonaard speelt: La-groot, Fa#-groot, Mib-groot en Dogroot, zonder te vervallen in een totale atonaliteit. Uiteindelijk brengt Szymanowski alle toonaarden opnieuw samen binnen de toonaard Dogroot, misschien duidend naar een hoopvolle uitkomst van al de chaos die Polen op dat moment meemaakte. Karol Szymanowski 10 11 Apollon Musagète Quartett In 2008 won het Apollon Musagète Quartett de eerste prijs en bijna alle bijzondere prijzen op de ARD Wettbewerb in München. Na hun debuut in de Philharmonie van Berlijn in maart 2010 werd het kwartet door het Konzerthaus Wien en het Musikverein Wien geselecteerd om binnen het kader van de internationale reeks ‘RisingStars’ concerten te geven in de grote Europese concerthuizen, waaronder Megaron Athene, Philharmonie Keulen, Cité de la musique Parijs, Bozar Brussel, Konserthuset Stockholm, Concertgebouw Amsterdam en andere zalen in Luxemburg, Wenen en Barcelona. In het seizoen 2012/13 werd het kwartet tot New Generation Artist van de BBC benoemd. In februari 2014 werd de Boerletti-Buitoni Trust Award aan het kwartet uitgereikt. Hoogtepunten dit seizoen zijn concerten in de Wigmore Hall Londen, Carnegie Hall New York, Gewandhaus Leipzig, het Louvre in Parijs en de Tonhalle in Zürich. Het Apollon Musagète Quartett gaf concerten met leden van het vroegere Alban Berg Quartett, met mezzosopraan Angelika Kirchschlager en klarinettist Martin Fröst. Naast kwartetavonden in kamermuziekreeksen als Les Grands Interprètes in Genève, de Beethoven Cyclus van de Philharmonie in Berlijn, het Esterházy String Quartet Festival en La Folle Journée de Nantes, trad het kwartet ook op in symfonische programma’s. Naast de grote canon van het kwartetrepertoire, zet het Apollon Musagète Quartett zich graag in voor hedendaags repertoire en speelt regelmatig wereldcreaties die aan hen zijn opgedragen. De debuutcd van het kwartet met werken van Haydn, Brahms, Szymanovski en Schedrin werd uitgeroepen tot cd van de maand door de Oostenrijkse zender ORF. Hun tweede cd met werken van Tsjajkovski, Prokofjev en Sjostakovitsj verschijnt dit seizoen op het label Oehms Classics. Samen met het BBC 12 © Marco Borggreve Symphony Orchestra London nam het kwartet het Concerto voor strijkkwartet en orkest van Martinus op. Op het label Decca Classics verscheen een cd met kwartetten van Lutoslawski, Penderecki en Górecki. Het Apollon Musagète Quartett is ook te horen op de cd ‘Night of Hunters’ van zangeres Tori Amos, die in 2012 een Echo Klassik Preis in de wacht sleepte. www.apollon-musagete.com deSingel tijdlijn vr 12 dec 2014 Apollon Musagète Quartett Dvorák, Szymanovski, Van Szamotul, Górecki do 11 dec 2014 Apollon Musagète Quartett lecture recital over het Eerste Strijkkwartet van Szymanovski za 2 februari 2013 Apollon Musagète Quartett Mendelssohn-Bartholdy, Janácek, Lutoslawski 13 Binnenkort in deSingel Maximilian Hornung cello Paul Rivinius piano L van Beethoven Sonate voor cello en piano nr 1 in F, opus 5 nr 1 12 Variaties op ‘Ein Mädchen oder Weibchen’ in F, opus 66 I Stravinsky Suite italienne B Martinu Sonate voor cello en piano nr 1, H277 wo 17 dec 2014 | 20 uur | Blauwe zaal € 22, 18 (basis) | € 18, 14 (-25/65+) | € 8 (-19 jaar) gratis inleiding Mark Delaere | 19.15 uur | Blauwe foyer Maximilian Hornung © Marco Borggreve architectuur dans theater muziek t +32 (0)3 248 28 28 Desguinlei 25 B-2018 Antwerpen deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Overheid www.desingel.be f deSingelArtCity mediasponsors
© Copyright 2024 ExpyDoc