kamermuziekfestival

kamermuziekfestival
23 juli t/m 31 augustus 2014
24 zomerconcerten in de mooiste botanische tuinen
summer concerts at wonderful locations
11e editie
natuurlijk beethoven
leiden  amsterdam  utrecht  haren
programma
1
2
natuurlijk beethoven
Het groenste zomerfestival voor kamermuziek in de botanische tuinen van Amsterdam,
Leiden, Utrecht en Haren brengt in haar elfde editie een eerbetoon aan Ludwig van
Beethoven. De natuur was zijn grootste inspiratiebron, hij componeerde talrijke werken
in de vrije natuur. Het festival-thema dit jaar is dan ook ‘Natuurlijk Beethoven’. Een
van de hoogtepunten vormt het theater-concert met acteur Abel de Vries. Aan de hand
van het boek Beethovens Haar van Russell Martin brengen wij u het historische en
mysterieuze verhaal over Beethovens tot op heden bewaard gebleven haarlok.
Het Hortus Festival programmeert van 23 juli t/m 31 augustus 24 concerten in de wonder­
mooie tuinen van de Hortus Botanicus in Amsterdam, de Oude Hortus in Utrecht, Hortus
Botanicus in Leiden en de Hortus Botanicus Haren. Naast Beethoven staan er ook ‘natuur­
lijke’ Scandinavische werken op het programma van onder meer Grieg, Stenhammar en de
Duits-Deense componist Kuhlau.
Dit jaar levert meesterpianist Ronald Brautigam een onvergetelijk recital. Hij brengt onder
meer Beethovens Waldstein ten gehore, de sonate die hij schreef kort na het ontvangen van
de nieuwe Erard vleugel in 1803. Beethoven veranderde onherroepelijk de grenzen van de
klassieke klank en creëerde nieuwe klanken en texturen die nog nooit waren opgeschreven,
en rekte de potenties van het instrument en techniek tot het uiterste.
De Zweeds-Nederlandse mezzosopraan Åsa Olsson tekent voor een recital met prachtige
werken van Edvard Grieg en Wilhelm Stenhammar: ‘Veel van hun liederen gaan over de
natuur, inclusief de elfjes, trollen en natuurgoden. In Scandinavië hebben veel mensen diep
respect voor de grootsheid van de natuur, met al haar wezens. Ik ben zo iemand!’
Het HortusEnsemble is de vaste bespeler tijdens dit festival en legt zich toe op de authen­
tieke uitvoering van kamermuziek uit de jaren 1850-1950. Het specifieke coloriet van de
authentieke instrumenten (zoals de Erard vleugel) waarop het ensemble speelt, vormt het
uitgangspunt voor de interpretatie van de muziek uit deze periode. Het HortusEnsemble
verzorgt dit jaar de slotconcerten met een programma rondom Kuhlau en Weingartner,
respectievelijk een goede vriend van Beethoven en een vertolker van zijn werken.
Tijdens de kinderworkshops wandelen de kinderen door de botanische tuinen om alle
geluiden die ze horen op te schrijven. Actrice Amber Teterissa en pianist Maarten van Veen
maken er een theatrale minivoorstelling van. We zijn heel trots dat televisiepresentatrice
Chazia Mourali ambassadeur is voor deze geweldige kinderworkshops.
Graag nodig ik u uit om door de muzikale tuin te wandelen.
Terug naar de bron, terug naar de natuur!
artistiek leider
3
Beethoven and Nature, geschilderd in 1919 door N.C. Wyeth (1882-1945)
De natuur vormde voor Beethoven een belangrijke inspiratiebron.
Vele ideeën voor composities kwamen al wandelend in hem op.
Hij trof er inspiratie voor bepaalde ritmes, voor schoonheid,
kracht, leven en dood, structuur, chaos en harmonie.
4
1
beethovens pastorale, meesterpianist
ronald brautigam op erard
23 t/m 27 juli
Ronald Brautigam Erard piano *
Ludwig van Beethoven 1770-1827
6 Variaties in F opus 34 (1802)
- Tema
- Var. I
- Var. II - Allegretto ma non troppo
- Var. III - Allegretto
- Var. IV - Tempo di Menuetto
- Var. V - Marcia: Allegretto
- Var. VI - Allegretto
- Coda - Adagio molto
Sonate nr.15 in D opus 28 ‘Pastorale’ (1801)
- Allegro
- Andante
- Scherzo & Trio: Allegro vivace
- Rondo: Allegro ma non troppo
7 Variaties over ‘God save the King’
WoO78 (1803)
5 Variaties over ‘Rule Britannia‘ WoO79 (1803)
Sonate nr.21 in C opus 53 ‘Waldstein’ (1804)
- Allegro con brio
- Introduzione. Adagio molto
- Rondo. Allegretto moderato
* Ronald Brautigam bespeelt een authentieke
Erard vleugel van hetzelfde type als waarop
Beethoven veel van zijn werken componeerde.
pastorale
De werken op dit programma stammen uit de jaren
1801-1804. Een periode waarin Beethoven door­
drongen raakt van de ernst van zijn gehoorverlies. Aan
zijn jeugdvriend uit Bonn, Franz Gerhard Wegeler,
tevens arts, schrijft hij op 29 juni 1801: ‘Nu heeft
de jaloerse duivel, mijn slechte gezondheid, mij een
kwalijke steen in het bed geworpen, mijn gehoor is in
de afgelopen drie jaar namelijk steeds zwakker gewor­
den.’ Niets van deze wanhoop spreekt uit de lieflijke
Sonate nr.15, die door de uitgever om commerciële
redenen is voorzien van de titel ‘Pastorale’. Zelf be­
waart Beethoven die sfeeraanduiding voor zijn Zesde
Symfonie (1808). Maar de sonate is zeker idyllisch of
landelijk. Karakteristiek is het orgelpunt – de steeds
herhaalde bastoon – waarmee het eerste deel opent.
Dit element keert in het slotdeel in expressievere vorm
terug. Deze sonate, en dan vooral het tweede deel,
was een lievelingswerk van Beethoven, zo weten we
van zijn leerling Carl Czerny. Hij heeft het zijn hele
leven zelf gespeeld.
variaties
Het is een klein jaar later, 22 april 1802, wanneer
Beethoven aan muziekuitgeverij Breitkopf & Härtel
in Leipzig schrijft: ‘Ik hecht eraan u weledelgeborene
zelf te schrijven – vele werkzaamheden – en tegelijker­
tijd vele narigheden – maken mij een tijd lang voor
bepaalde dingen geheel onbruikbaar – ondertussen
kunt u geheel op mijn broer vertrouwen – die al mijn
zaken regelt.’ De volgende dag vertrekt hij naar Hei­
ligen­stadt, een gemoedelijk wijndorpje ten noorden
van Wenen. Hij zal er zo’n zes maanden verblijven.
Na enige tijd rust begint hij daar te schrijven aan twee
variatiereeksen, opus 34 en opus 35. Voor hem mar­
keren deze werken een nieuwe start. Beethoven beseft
dat zijn sterk verslechterende gehoor een carrière als
concertpianist in de weg staat. Voortaan richt hij zich
geheel op het componeren. Een zeker ‘muzi­kaal isole­
ment’ is het gevolg van zijn doofheid, maar dit biedt
hem ook een mate van rust en versterkt de eigenheid
van zijn muzikale taal. In deze periode vertrouwt hij
gedachten en gevoelens toe aan het papier, wat be­
kend staat als het Heiligenstädter Testa­ment. Het was
niet bedoeld om met de medemens te delen en hij
heeft deze notities zijn hele leven bewaard.
Met zijn opus 34 slaat Beethoven een nieuwe weg in.
Het is het eerste werk met een eigen opusnummer
5
en hij schrijft zijn uitgeverij: ‘Aangezien deze V[ariaties]
zich duidelijk van de vroegere onderscheiden, heb ik
ze […] opgenomen in de rij van mijn grootste muziek­
werken, temeer omdat ook de thema’s van mijzelf
zijn.’ Geen straatdeuntje of bekende opera-aria neemt
hij als uitgangspunt, maar een serieus eigen thema,
dat in de variaties vaak listig verscholen ligt.
Dat geldt niet voor de korte variatiewerkjes over de
Engelse anthems God save the King en Rule Britannia,
hier zijn de overbekende melodieën dominant aan­
Ronald Brautigam © Marco Borggreve
wezig. Beethoven schrijft ze in de zomer van 1803.
Tien jaar later zal hij deze anthems ook citeren in de Beethoven aan een sonate die hij aan deze graaf
‘battaglia’ Wellingtons Sieg.
opdraagt. Vanaf nu reiken omvang en technische eisen
verder dan bij eerdere sonates. Dat hangt zeker samen
waldstein
met de nieuwe Erard-vleugel die Sébastien Erard,
Graaf Ferdinand Ernst von Waldstein is een bloem­ klavierbouwer in Parijs, in augustus 1803 aan Beet­
rijke figuur in de Weense aristocratie. Hij blinkt uit in hoven schenkt. Erard bouwt zijn instrumenten naar
het organiseren van grote feesten. Als diplomaat van het model van Engelse fortepiano’s. Zijn filiaal in
de keurvorst in Bonn leert hij de jonge Beethoven Londen loopt goed en hij wil zijn markt op het
kennen, die op zijn verzoek voor het carnavaleske Euro­pese vasteland uitbreiden. Beethoven lijkt hem
Ritterballet muziek componeert waar de graaf zijn daar­voor een ideaal ‘uithangbord’. De vollere klank
eigen naam onder zet. Zo doe je dat als aristocraat. van de Erard en de grotere dynamische mogelijk­
Maar Waldstein ontpopt zich ook als mecenas. Hij heden inspi­reren Beethoven tot de Waldstein-sonate,
maakt mogelijk dat Beethoven in 1792 met een de Appas­sionata en het Vierde en Vijfde Pianoconcert.
studiebeurs naar Wenen vertrekt, organiseert voor Het plan om ooit naar Frankrijk te emigreren –
hem de reis en brengt zijn Weense relaties van Beet­ waarbij het contact met Erard in Parijs van pas zou
hovens komst op de hoogte. Eind 1803 begint komen – heeft Beethoven nooit gerealiseerd.
Heiligenstadt ca.1820, aquarel van T.D. Raulino
6
2
four hands for friends · beethoven 7
30 juli t/m 2 augustus
Shuann Chai en
Maarten van Veen Erard piano
Friedrich Kuhlau 1786-1832
Allegro pathétique in c voor piano vierhanden
opus 123 (1832)
Franz Schubert 1797-1828
Fantasie in f voor piano vierhanden D940 (1828)
- Allegro molto moderato - Largo Scherzo: Allegro vivace - Allegro molto moderato
Ludwig van Beethoven 1770-1827
Symfonie nr.7 in A opus 92 (1811-1812)
in een bewerking voor piano vierhanden (ca.1833)
door Carl Czerny (1791-1857)
- Poco sostenuto - Vivace
- Allegretto
- Scherzo: Presto
- Allegro con brio
Kuhlau is een groot bewonderaar van de muziek van
Beethoven. Sporen daarvan treffen we aan in zijn mu­
ziek, waarvan bijna een kwart bestaat uit composities
waarin de fluit een belangrijke rol heeft. De ‘Beethoven
van de fluit’ wordt Kuhlau dan ook wel genoemd.
Friedrich Kuhlau, geboren in Lüneburg, studeert
piano in Hamburg en maakt daar in 1804 op achttien­
jarige leeftijd zijn concertdebuut. In 1810 vlucht hij
naar Kopenhagen om het leger van Napoleon te ont­
lopen. In 1813 wordt hij Deens staatsburger en krijgt
hij een aanstelling als kamermusicus aan het hof. Hij
verwerft grote roem met de toneelmuziek voor
Elverhøj (Elvenheuvel), waarin hij veel Deense volks­
muziek verwerkt. De première vindt plaats in 1828
bij gelegen­heid van een koninklijk huwelijk en ook
dat draagt natuurlijk bij aan zijn populariteit.
schubert
Terug naar Wenen, eveneens 1828. Begin dat jaar
componeert Franz Schubert zijn prachtige Fantasie
in f voor piano vierhanden. In februari laat hij de
uitgever weten dat deze compositie is opgedragen aan
Caroline Esterházy. Tien jaar eerder reist Schubert
voor het eerst met graaf Johann Karl Esterházy mee
naar diens zomerresidentie in Zseliz (toen Hongarije,
tegenwoordig Želiezovce in Slowakije). Hij zal daar
muziekles geven aan de beide adellijke dochters.
Hier schrijft hij zijn eerste pianoduet, een reeks
Variaties op een Frans lied D624. Als Schubert in 1824
opnieuw de zomer op dit landgoed doorbrengt,
wordt hij volgens meer­dere bronnen smoorverliefd
op Caroline. Het aantal werken dat hij heeft gecom­
kuhlau
‘Ik moet bekennen dat ook mij de champagne
gisteren naar het hoofd gestegen was, en ik had op­
nieuw de ervaring dat ze mijn effectiviteit eerder
onder­drukt dan bevordert.’ Deze verontschuldigende
woorden schrijft Beethoven in de nazomer van 1825
aan Friedrich Kuhlau. De dag ervoor hebben ze elkaar
in de buurt van Wenen ontmoet, in het bijzijn van
een aantal vrienden van Beethoven, onder wie de hof­
klavierbouwer Conrad Graf. Een belangrijk moment
in het leven van Kuhlau. De heren componisten
trakteren elkaar op spontaan geïmproviseerde canons.
Kuhlau baseert deze op de naam B-a-c-h, Beethoven
antwoordt met een improvisatie op de woorden
‘Kühl, nicht lau’…
7
poneerd voor piano vierhanden kan wel eens verband
houden met deze gevoelens. Spelen met vier handen
aan één klavier dwingt nu eenmaal tot een zekere
mate van intimiteit.
Met de Fantasie in f schrijft Schubert een van zijn
meest ontroerende composities. Het hoofdthema is
van een betoverende eenvoud en laat je niet meer los.
Het keert in het slotdeel terug en vormt daar de
aanzet tot een fuga. Daartussen een langzaam deel
waarin na een turbulente start ‘sopraan en bas’ een
duet aangaan, en een levendig Scherzo. Melancho­
lisch en verwach­tings­vol is het karakter van dit werk,
hopeloos verwach­tingsvol waren de amoureuze ge­
voelens van Schubert.
beethoven
Midden oktober 1813 vindt bij Leipzig de Volkeren­
slag plaats, waarbij zo’n 600.000 manschappen zijn
betrokken. De opmars van het leger van Napoleon I
(Frankrijk) wordt gestopt door een coalitie van Rus­
land, Pruisen, Oostenrijk en Zweden. Op hun
terug­tocht richting Frankrijk treft het Napoleon­
tische leger op 30 en 31 oktober de legers van
Beieren en Oosten­rijk. Deze Slag bij Hanau wordt
door meer dan 100.000 manschappen gevoerd,
waarvan één op de zeven wordt gedood of gewond
raakt. Wenen eert de slachtoffers van deze veldslag met
liefdadigheidsconcerten op 8 en 12 december 1813.
La Bataille de Hanau door Horace Vernet (1789-1863)
8
De opbrengst is voor de oorlogsweduwen en voor
de soldaten die invalide zijn teruggekeerd. Bij deze
gelegenheid dirigeert Beethoven enkele nieuwe orkest­
werken, waaronder de Zevende Symfonie. Laaiend
enthousiast wordt dit nieuwe werk door het Weense
publiek ontvangen. Zo enthousiast zelfs dat een recen­
sent van de Allgemeine Musikalische Zeitung vermeldt
dat de indrukwekkende treurmars (Allegretto) moest
worden herhaald. Meer nog dan de andere delen is dit
tweede deel doordrongen van een sterk ritmische
puls, die wordt versterkt door de variatievorm die het
thema steeds laat terugkeren.
In 1801 wordt de tienjarige Carl Czerny aan Beet­
hoven voorgesteld. Beethoven geeft hem vervolgens
enige tijd pianoles. Later ontpopt Czerny zich tot een
groot pleitbezorger van Beethovens muziek, zo geeft
hij in 1816 wekelijks huisconcerten met uitsluitend
muziek van zijn grote voorbeeld. Geen wonder dat hij
alle negen Beethoven-symfonieën voor piano vier­
handen bewerkt. Zo’n bewerking biedt ruimte aan
vrijwel alle noten uit de partituur en brengt orkest­
repertoire naar de salons van de gegoede burgerij.
De piano en de daar­voor gearrangeerde orkestwerken
fungeren als de mp3-spelers van die tijd. Mogelijk
hebben de meeste luisteraars in de achttiende eeuw
dit werk via het klavier leren kennen. Een uitvoering
als deze is dus eigenlijk net zo authentiek als die
door een orkest op historische instrumenten…
3
scandinavisch liedrecital
6 t/m 10 augustus
Åsa Olsson mezzosopraan
Keiko Shichijo Erard piano
Edvard Grieg 1843-1907
uit Lyrische Stücke
nr.20 - Vöglein (Vogeltje) opus 43 nr.4
nr.17 - Schmetterling (Vlinder) opus 43 nr.1
Haugtussa opus 67
1. Det syng
2. Veslemöy
3. Blåbaer-Li
4. Möte
5. Elsk
6. Killingdans
7. Vond Dag
8. Ved Gjaetle-Bekken
• Småtroll (Kobold) voor piano solo
opus 71 nr.3
• Solveigs Sang opus 23
Alan Swanson 1941
Song-Set no.2 - Fem dikter av Arthur Landfors
(2011, Nederlandse première)
1. Under lönnen
2. Det kvällas vid sjön
3. När barken gick svart i edan
4. Syrener blomma
5. I mjukt långt gräs
Wilhelm Stenhammar 1871-1927
• Fantasie voor piano solo opus 11 nr.3
- Molto espressivo e con intimissimo sentimento
• I Skogen (nr.1 uit Sånger och visor)
• Flickan kom ifrån sin älsklings möte opus 4b nr.1
• Flickan knyter i Johannenatten opus 4b nr.2
• Ein Fichtenbaum steht einsam
(nr.3 uit Drei Lieder von Heinrich Heine opus 17)
• I lönnens skymning opus 37 nr.2
• Fylgia opus 16 nr.4
grieg
‘Ik denk niet dat ik een groter talent heb voor het
componeren van liederen dan voor enig ander muziek­
genre. Waarom hebben liederen dan zo’n grote rol
gespeeld in mijn muziek? Dat is heel eenvoudig. […]
Ik hield van een jonge vrouw met een prachtige
stem en een evenzo prachtige gave als uitvoerende. Zij
werd mijn vrouw en is nog altijd mijn levensgezel.
Ik durf te zeggen dat zij de enige ware vertolkster
van mijn liederen is…’ (Grieg aan zijn Amerikaanse
biograaf Henry Finck, 17 juli 1900)
In mei 1895 publiceert de Noorse schrijver Arne
Gaborg zijn boek Haugtussa (Het bergmeisje), een
cyclus van zeventig lyrische gedichten over een
mythische figuur uit de Noorse folklore. Grieg is zeer
geraakt door het boek en schrijft op 12 juni 1895
aan zijn goede vriend, de Nederlandse componist
Julius Röntgen: ‘Het is absoluut een briljant boek
waarin de muziek werkelijk al gecomponeerd is, je
hoeft die alleen nog maar op te schrijven.’ In dezelf­
de maand waarin Haugtussa is verschenen zet Grieg al
twaalf teksten uit dit boek op muziek. Acht liederen
vormen de gelijk­namige liederencyclus die in 1898
verschijnt. Gaborg heeft de gedichten ge­schreven
rond Veslemøy, een jong herderinnetje met boven­
natuur­lijke gaven. Zij komt uit een ongerepte streek
in het zuidwesten van Noorwegen. Als ze wordt
afge­wezen door haar geliefde, probeert ze de werke­lijk­
­heid te ontvluchten. In haar visioenen komt ze in con­
tact met de natuur en met de onderwereld. De tegen­
stelling tussen deze krachten vormt het uit­gangs­punt
voor Griegs liedcyclus. Zelf beschouw­de hij Haugtussa
als de beste reeks liederen die hij heeft geschreven.
‘Als ik liederen schrijf is het niet mijn
voornaamste doel om muziek te
schrijven, maar om recht te doen aan
de meest intieme intenties van de
dichter. Edvard Grieg aan zijn biograaf
Kobold
We blijven in de (onder)wereld van de mythische
wezens met Griegs korte, virtuoze verbeelding van een
kobold. Grieg geeft dit aardmannetje een razendsnel
een ongrijpbaar muzikaal karakter.
9
Groot is het contrast met een van de meest lieflijke
en troostrijke volksmelodieën die Grieg als uitgangs­
punt neemt voor Solveigs Lied uit de beroemde toneel­
muziek voor Peer Gynt van de Noorse schrijver en
dichter Henrik Ibsen.
swanson
Alan Swanson (Chicago, 1941) studeerde muziek- en
theatergeschiedenis aan Indiana University en promo­
veerde aan de University of Chicago. Compositie
­stu­deerde hij aan de Universiteit van Stock­holm. Van
1992 tot 2006 was hij hoogleraar Scan­dinavische
taal- en letterkunde aan de Rijksuniver­siteit Groningen.
Met zijn Song-Set no.2 heeft Swanson een klein verhaal
samengesteld uit vijf gedichten van Arthur Landfors
(1888-1973), een vooraanstaand Zweeds-Amerikaans
dichter. Landfors emigreerde in 1912 naar Amerika en
werkte daar als huisschilder. Zijn gedichten komen
voort uit de lange Zweedse traditie van natuurgedich­
ten. Song-Set no.2 is gecomponeerd voor Åsa Olsson.
stenhammar
De Zweedse componist Wilhelm Stenhammar schrijft
muziek in een laat-romantische, Scandinavische stijl.
Rond 1900 maakt hij kennis met de muziek van de Fin
Jean Sibe­lius en de eigenheid van diens componeer­
stijl maakt zo’n indruk op hem, dat hij zijn zojuist vol­
tooide Eerste Symfonie verwerpt: te veel Beethoven,
Bruckner en Wagner. Stenhammar gaat op zoek naar
een persoonlijker muzikale taal. Daarin blijven de
klassieke vormen van het Weense drietal Haydn, Mo­
zart en Beethoven een rol spelen. Als kamermusicus
met een uitgebreide concertpraktijk kent hij deze
muziek van binnenuit. Ook maakt hij studie van de
renaissance-polyfonie. Deze kennis van technieken
uit het verleden combineert hij met elementen uit
de Zweedse volksmuziek. Het deel Sverige uit zijn
cantate Ett folk (Een volk) bereikt de status van een
soort nationale hymne. Evenals bij Grieg vormt voor
Stenhammar de tekst de basis voor zijn muziek.
‘Wanneer ik een tekst op muziek zet, ga ik niet
zitten om te bedenken over wat ik zal vinden, want ik
zal niets vinden. Ik lees het gedicht en verplaats mij
erin, ik luister naar de klank van de woorden, totdat
deze uit eigen beweging muziek vormen.’
In de bundeling van zijn liederen schuilt zelden een
thematische samenhang. Ze zijn vaak verspreid over
meerdere jaren tot stand gekomen en vormen geen
echte liedcycli. Vandaar de vrije keuze voor de hier
samengebrachte liederen.
Brudeferden i Hardanger (Bruiloft in Hardanger) door Adolph Tidemand en Hans Gude (1848)
10
4
minstreel van het noorden
beethoven trio
13 t/m 17 augustus
Lars Wouters van den Oudenweijer klarinet
Job ter Haar cello
Bobby Mitchell Erard piano
Ludwig van Beethoven 1770-1827
Sonate voor cello en piano nr.5
in D opus 102 nr.2 (1815)
- Allegro con brio
- Adagio con molto sentimento d’affetto [attacca]
- Allegro fugato
Niels Gade 1817-1890
4 Fantasiestücke voor klarinet en piano
opus 43 (1864)
I. Andantino con moto
II. Allegro Vivace
III. Ballade. Moderato - Tempo Animato
IV. Allegro molto vivace
Ludwig van Beethoven
Trio voor klarinet, cello en piano
in Es nr.8 opus 38 (1803)
(naar het Septet opus 20)
I. Adagio - Allegro con brio
II. Adagio cantabile
III. Tempo di Menuetto
IV. Andante con Variazioni
V. Scherzo. Allegro molto e vivace
VI. Andante con molto alla marcia - Presto
beethoven - cellosonate
In de loop van 1808 krijgt Beethoven het aanbod
kapelmeester te worden in Kassel. Uit een brief van
begin januari 1809 aan zijn uitgever blijkt dat hij op
dit aanbod wil ingaan. Maar op de achtergrond werkt
gravin Anna Maria von Erdödy aan een plan om
Beethoven in Wenen te houden. Zij organiseert gere­
geld huisconcerten waarbij Beethoven te gast is en ze
zijn goed bevriend met elkaar. In deze periode biedt zij
hem zelfs onderdak in haar huis. Met enkele Weense
adellijken weet zij de financiële voorwaarden voor
Beethoven zo aantrekkelijk te maken, dat hij in Wenen
blijft. Op papier aantrekkelijk, want in de praktijk
leiden de afspraken tot vele conflicten en van een
zorge­loos componistenleven is geen sprake. Maar de
interventie van de gravin houdt Beethoven wel in
Wenen. Daar componeert hij in 1815 zijn twee Cello­
sonates opus 102 die hij aan haar opdraagt. De
werken markeren het begin van zijn ‘late periode’. De
klassieke vormen laat hij steeds meer los, om ruimte
te bieden aan een vrijere uitwerking van zijn muzi­
kale gedachten. Het affectvolle tweede deel gaat via
varia­ties over in een slotdeel dat is opgebouwd als
fuga: uit meerdere inzetten van het thema wordt
een doorwrocht meer­stemmig weefsel opgetrokken.
gade
Als jong violist stort de Deen Niels Gade zich graag
op Beethovens strijkwartetten. Hij is 23 jaar wanneer
hij een compositiewedstrijd wint met zijn opus 1, een
bijzonder resultaat voor een autodidact. Zijn Eerste
Symfonie draagt Gade op aan Felix Mendels­sohn,
die het werk met zijn Gewandhausorchester in 1843
in Leipzig met veel succes uitvoert. Mendelssohn haalt
Gade naar Leipzig, waar hij zijn assistentdirigent wordt
en kennismaakt met Schumann, Liszt en Wag­ner.
Hij krijgt er de bijnaam ‘de briljante minstreel uit het
noorden’. Als Mendelssohn in 1847 overlijdt, volgt
Gade hem op als chef-dirigent. Een jaar later keert
hij terug naar Kopenhagen vanwege de oorlog tussen
Pruisen en Denemarken. Maar Mendelssohn blijft
een rol spelen in zijn werk. In Kopenhagen dirigeert
Gade Deense premières van onder meer Bachs
Matthäus-Passion, door Mendelssohn onder een
eeuw stof van­daan gehaald, en Beethovens Negende
Symfonie. Daar­naast heeft Mendelssohn hem op het
spoor van de kamermuziek gezet. Een van de fraaie
vruchten daar­­van vormen de Fantasiestücke opus 43
11
voor klarinet en piano. Ondanks een vrije compo­sitie­
vorm bestaat er tussen de vier delen wel degelijk een
samenhangende structuur.
beethoven - trio
De Eerste Symfonie van Beethoven, zijn Eerste Piano­
concert, improvisaties aan het klavier door de meester
zelf, aria’s uit Haydns Schöpfung en een symfonie van
Mozart staan op het menu van een concert dat op
woensdag 2 april 1800 in het Burgtheater in Wenen
zal plaatsvinden. Centraal op het programma staat
bovendien ‘Een aan Hare Keizerlijke Hoogheid zeer
onderdanig opgedragen, en door de heer Ludwig van
Beethoven gecomponeerd septet voor 4 strijkers en
3 blazers’, samen drieënhalf uur muziek! Het is de
eerste Akademie die Beethoven in Wenen organiseert
en zelfs de kaartverkoop moet hij zelf regelen. En al
wordt de Eerste Symfonie verdeeld ontvangen, het con­
­cert als geheel wordt beschouwd als de interessantste
Akademie sinds lange tijd. Al snel wordt het Septet
opus 20 zeer populair en verschijnen er meerdere
bewerkingen, deels van Beethoven zelf. Daaronder
deze versie voor klarinet, cello en piano. Vier musici
minder voor dezelfde noten betekent een virtuoze
pianopartij. Niet alleen vervult deze een belang­rijke
harmonische functie, de pianist buigt zich ook over
vele noten die in de septetversie de violist toebehoren.
Niels Gade
Het Septet bestaat uit zes delen, de gebruikelijke vier
delen van een klassieke sonate, aangevuld met een
deel met variaties over het populaire liedje Ach Schiffer,
lieber Schiffer uit het gebied van de Niederrhein, en
een Scherzo.
Een schipper op de Elbe bij Strehla, ten oosten van Leipzig, ingekleurde litho uit ca.1840 door Carl Wilhelm Arldt
12
5
beethovens haar · theaterconcert
20 t/m 24 augustus
Abel M. de Vries acteur
Maarten van Veen Erard piano
Theatraal recital gebaseerd op het gelijknamige
boek Beethoven’s Hair van Russell Martin
beethovens haar
Beethovens Haar is een fascinerend non-fictiedocu­
ment, waarin we de opmerkelijke reis volgen van een
authentieke haarlok van Beethoven. De odyssee start
in het negentiende-eeuwse Wenen en eindigt in de
Verenigde Staten anno 2000. In Beethovens Haar wor­
den de verrassende resultaten van het dna-onderzoek
op deze haarlok voor het eerst bekendgemaakt. Na de
dood van Beethoven in 1827 knipt Ferdinand Hiller,
een jonge Duitse muzikant, een haarlok uit de weel­
derige haardos van de beroemde componist. Meer
dan een eeuw lang blijft de lok in het bezit van de
familie Hiller, tot het kleinood plotseling opduikt
lithografie van Beethoven op zijn sterfbed door Josef Danhauser (1805-1845)
tijdens de Tweede Wereldoorlog in het door de nazi’s
bezette Denemarken. Het haar kwam in handen van
dokter Fremming, die honderden Joden hielp vluch­
ten. Wie had het hem gegeven en waarom?
Uiteinde­lijk wordt de lok in 1994 op een veiling van
Sotheby’s gekocht door twee Amerikanen die geobse­
deerd zijn door Beethoven. Ze laten er dna-tests en
andere onder­zoeken op uitvoeren in de hoop een aan­
tal mysteries en vraagtekens omtrent de componist op
te helderen. Wetenschappers hebben lang gespeculeerd
over de oorzaken van Beethovens zwakke gezond­
heid, zijn veelvuldige kwaaltjes en zijn wispelturig en
extra­vagant gedrag. Ook over zijn doofheid bestaan
de gekste theorieën. Maar geen enkele kon bewezen
worden… tot het dna-onderzoek een aantal verras­
sende zaken aan het licht bracht. Het zou de sleutel
zijn tot het mysterie dat Beethoven is.
Beethovens Haar is een spannende historische schatten­
jacht, inclusief valse sporen en verrassende onthul­
lingen. Het is tegelijkertijd een ode aan de kracht van
de muziek, aan het moedige verzet tegen de nazi’s en
aan de moleculaire wetenschap.
13
6
de vrienden van beethoven
27 t/m 31 augustus
HortusEnsemble
Eva Stegeman viool
Josje ter Haar viool
Örsze Adam altviool
Job ter Haar cello
Peter Rikkers contrabas
Maarten van Veen Erard piano
Friedrich Kuhlau 1786-1832
Pianokwartet nr.2 in A opus 50 (1823)
(voor piano, viool, altviool en cello)
- Allegro
- Adagio ma non troppo
- Scherzo: Presto - Trio
- Finale: Allegro di molto
Felix Weingartner 1863-1942
Sextet voor piano, strijkkwartet en contrabas
in e opus 33 (1904)
- Allegro appassionato
- Allegretto
- Adagio. In carattere d’una improvisazione,
ma in tempo
- Danza funebre
kuhlau
‘Het is erg vleiend voor mij dat uw dochter geniet van
enkele van mijn composities. Maar u spreekt in uw
brief over mijn kleine werken, die voor beginners of
middelmatige pianisten zijn geschreven. Ik heb daar­
naast ook veel geschreven in grote stijl voor ervaren
pianisten.’ Dit schrijft Friedrich Kuhlau aan een en­
thou­siaste vader. Inderdaad maken veel pianisten al
vroeg kennis met muziek van Kuhlau, die een aantal
bundels met sonatines voor de beginner heeft geschre­
ven. Het tweede programma van dit Hortus Festival
14
Friedrich Kuhlau
(zie p.7) bevat een kort werk van Kuhlau voor vier
professionele pianohanden. Op dit zesde Hortusprogramma een compositie in werkelijk ‘grote stijl’:
een werk van meer dan een half uur met een openings­
deel dat bijna de helft daarvan beslaat.
In 1821-1822 studeert Friedrich Kuhlau vier maanden
in Wenen. Beethoven zal hij daar pas enkele jaren later
ontmoeten, maar Kuhlau is goed op de hoogte van
het werk van zijn grote voorbeeld. Naar alle waarschijn­
lijkheid vormt het Tweede Pianokwartet een van de
vruchten van dit verblijf. In deze compositie legt hij
een verbinding tussen de klassieke en de roman­tische
periode. Klassieke vormen en luchtige, elegante melo­
dieën voorziet Kuhlau geregeld van meer drama­tische
elementen. De pianopartij van dit kwartet is virtuozer
dan in zijn Eerste Pianokwartet. Vaak wekt deze de
indruk dat we luisteren naar een pianoconcert in
kamermuziekbezetting, met name in de snelle delen
met zijn parelende arabesken. Het langzame tweede
deel is gebouwd op een statig motief dat Kuhlau van
een romantisch-lyrische uitwerking voor­ziet. In het
springerig energieke Scherzo en het bijbe­horende Trio
klinken volksliedachtige elementen. De finale is
gebouwd op twee contrastrijke thema’s die Kuhlau in
de piano met lange toonladder­guirlandes verbindt.
Een goede techniek gestoeld op degelijk sonatinespel
is hier onmisbaar…
weingartner
Een kleine eeuw later bouwt ook dirigent, compo­
nist en pianist Felix Weingartner een nauwe band op
met Wenen. Hij begint zijn muziekstudie in Graz en
vervolgt deze op­leiding in Leipzig en Weimar, waar
Liszt zijn docent is. Als dirigent werkt Weingartner
in Mannheim, Berlijn en München, voor hij in 1908
Mahler opvolgt bij de Wiener Hofoper. Ook diri­
geert hij de Wiener Philharmoniker en de Volks­oper
en doceert hij aan de Wiener Musikakademie.
Felix Weingartner geldt als een van de grootste diri­
genten van het begin van de twintigste eeuw. Als
gastdirigent leidt hij orkesten in New York, Boston en
Londen, waar hij vooral werd gezien als Beethovenautoriteit. Hij is een van de eerste grote dirigenten
van wie opnamen op de 78-toerenplaat zijn vastgelegd,
met onder meer van werken van Mozart, Beethoven
en Brahms.
De geest van Beethoven ademt door het breed op­
gezette Pianosextet van Weingartner, vooral qua vorm
en zinsbouw. Wein­gartner componeert het werk in
1904, hij is dan chef-dirigent van de Münchner Phil­
harmoniker (destijds Kaim Orchester). Het eerste deel
opent met een krachtig thema dat con­trasteert met een
hoopvolle en optimistische melodie. Het springerige
thema van het Allegretto vindt een tegen­hanger in een
zoete, romantische melodie in de violen. Deze lijkt
uit een andere wereld te komen, bijna visio­nair. Het
langzame derde deel, een dromerig Adagio, moet quasi
Felix Weingartner
geïmproviseerd worden gespeeld. Die rol ligt voor­
namelijk bij de pianopartij, die mild wordt ‘om­
streken’. In het midden van dit deel klinkt een ener­
gieke wals met een melancholische onder­toon.
Felix Weingartner heeft het Pianosextet opgedragen
aan zijn goede vriend de pianist Alfred Reisenauer,
die hij al kent sinds hun studietijd in Leipzig. Wein­
gartner waarschuwt hem geregeld voor de slopende
kracht van excessief alcoholgebruik. Hij heeft de ge­
varen daarvan zelf ondervonden en bezworen. Op 3
oktober 1907, drie jaar nadat dit werk aan hem is op­
gedragen, overlijdt de dan 44-jarige Reisenauer aan
een beroerte tijdens een tournee door Rusland. Is het
toeval dat het doorgaans sombere Sextet besluit met
een Danza funebre?
Burgtheater in Wenen, litho van een foto uit ca.1900
15
7
kinderworkshop ‘luistervinken’ 6 t/m 12 jaar
27 t/m 31 augustus
Amber Teterissa actrice
Maarten van Veen Erard piano
�
‘Ik hou meer van een boom dan van een mens,
niemand kan de natuur zo liefhebben als ik.’
Ludwig van Beethoven
�
16
Portret van de 13-jarige Ludwig van Beethoven, Bonn (anoniem, ca.1783), net te oud voor de workshop…
Residentie van de Keurvorst in Bonn (uitgave Wenen, 1798) naar een aquarel uit 1792 van Laurenz Janscha, zo heeft de jonge Beethoven zijn geboortestad gezien…
Beethoven is een van de eerste componisten die de
natuur als inspiratiebron gebruikt, bijvoorbeeld in zijn
Zesde Symfonie ‘Pastorale’ met een kabbelend beekje
in het tweede deel (‘Szene am Bach’). Beet­hoven pro­
beert een verhaal te vertellen met zijn muziek en dat
was meer dan 200 jaar geleden echt nieuw. Ook de
deelnemers aan deze workshop gaan een verhaal
vertellen, een muzikaal verhaal.
Aan het einde van de workshop mogen de kinderen
met de muziek uit de tuin een verhaal vertellen en
presenteren. Samen met actrice Amber Teterissa en
pianist Maarten van Veen ontstaat er zo een theatrale
minivoorstelling!
Hoe gaan we dat doen?
Eerst lopen we met de kinderen door de botanische
tuin en laten hen geluiden noteren. Dan gaan we terug
naar de zaal en vertellen we over Beethoven en over
geluiden uit de natuur in muziek in het algemeen.
Van de door de kinderen genoteerde geluiden maken
we vervolgens klank­voorbeelden. En we laten muziek
van Beethoven horen waarin natuurgeluiden duidelijk
naar voren komen. Ook brengen we muziekinstru­
menten mee.
MAISON ERARD · Frits Janmaat
Alle edities van het HortusFestival is Frits Janmaat van
Maison Erard hoofdsponsor. Zonder zijn steun en nauwe
betrokkenheid zou het HortusFestival niet kunnen plaatsvinden.
Maison Erard, Keizersgracht 91 in Amsterdam, is sinds 1977 als meester-restaurateur gespecialiseerd
in de beroemde Erard vleugels die in Parijs sinds 1780 tot 1940 zijn gebouwd. Deze instrumenten
gelden als de crème de la crème onder de beste piano- en vleugelmerken. Zelf schreef de firma Erard
al in de negentiende eeuw: ‘mits goed onderhouden gaan onze instrumenten onbeperkt mee’.
Mede dankzij Frits Janmaat hebben deze prachtige vleugels met hun
beroemde, heldere Franse toon weer een plaats gekregen in de concertzalen, op cd’s en in de huiskamers bij professionals en amateurs.
Na een grondige restauratie staan ze in volle glorie in de toonzaal
aan de Keizersgracht. Veel beroemde componisten gebruikten de
Erard vleugels, maar ook hun harpen, voor het schrijven van hun
muziek, onder hen Liszt, Mendelssohn, Chopin, Ravel en Fauré.
De Erards zijn sieraden, uitgevoerd in de meest prachtige en elegante
bouwstijlen, passend bij elk interieur, klassiek of modern. Ze zijn
uitgevoerd in de meest exclusieve houtsoorten: Rio-palissander,
Cubaans-mahonie, met of zonder messing inlegwerk, op de
originele wijze gepolitoerd met schellak of in de was gezet.
www.erard.nl
17
concerten
1
2
3
4
5
6
7
hortus botanicus leiden
23 juli
30 juli
6 aug
13 aug
20 aug
27 aug
27 aug
hortus botanicus amsterdam
24 juli
31 juli
7 aug
14 aug
21 aug
28 aug
28 aug
oude hortus utrecht
26 juli
2 aug
9 aug
16 aug
23 aug
30 aug
30 aug
hortus botanicus haren
27 juli
3 aug
10 aug
17 aug
24 aug
31 aug
31 aug
aanvangstijden | time
leiden
Kinderworkshop ‘Luistervinken’
20:00 uur/hrs
14:00 uur/hrs
locaties | venues
hortus botanicus leiden
Rapenburg 73, 2311 GJ Leiden
amsterdam
Kinderworkshop ‘Luistervinken’
20:00 uur/hrs
16:00 uur/hrs
hortus botanicus amsterdam
Plantage Middenlaan 2, 1018 DD Amsterdam
utrecht
Kinderworkshop ‘Luistervinken’
20:00 uur/hrs
13:00 uur/hrs
oude hortus utrecht
Lange Nieuwstraat 106, 3512 PN Utrecht
haren
Concert 24 augustus in Haren
Kinderworkshop ‘Luistervinken’
14:15 uur/hrs
11:30 uur/hrs
11:00 uur/hrs
hortus botanicus haren
Kerklaan 34, 9751 NN Haren
Het HortusFestival 2014 wordt mogelijk mede mogelijk gemaakt door
Fonds Monnier Goudzwaard
P.W. Janssen’s Friesche Stichting, Fentener van Vlissingen Fonds, Gravin van Bylandt Stichting,
Hortus Botanicus Amsterdam, Hortus Botanicus Haren, Hortus Botanicus Leiden en Oude Hortus Utrecht.
colofon
HortusFestival 2014
www.hortusfestival.nl ◆ [email protected]
artistieke leiding Maarten van Veen
zakelijke leiding Erica Baud
marketing en publiciteit Johannes Bosgra
18
productieleiding Amber Teterissa
productie Stichting Hortus Kamermuziekfestival
toelichting, redactie en vormgeving Philip Leussink
binnenzijde omslag 19de-eeuws behangmotief uit de studio
van de Engelse ontwerper William Morris (1834-1896)
19
◆
20