Subcommissie transities F.L. Veldman 010

AAN
Subcommissie transities
VAN
DOORKIESNUMMER
DATUM
F.L. Veldman
010-2192635
8 juli 2014
ONDERWERP
REGISTRATIENUMMER
Vragen kaders voor beleid Jeugd, gezondheid en AWVBZ
Geachte dames, heren,
Alle gemeenten moeten voor 1 november 2014 het beleid vaststellen op het gebied van de
nieuwe WMO en de Jeugdzorg. De WMO is wat ons betreft breed: ook Gezondheidsbeleid
krijgt hierbij een plaats. Ten aanzien van het Jeugdbeleid willen wij de vraag ook breder
insteken: niet alleen de zorgkant, maar jeugdbeleid in de breedste aspecten.
In de Transitiecommissie van 15 juli willen wij graag nader met u in gesprek gaan over de
kaders voor het beleid. De onderdelen waarover keuzes gemaakt moeten worden, zijn voor
een belangrijk deel meegegeven door de wetgever: de nieuwe WMO-wet en de Jeugdwet
schrijven voor welke onderdelen in ieder geval door de gemeente geregeld moeten
worden.
Bij het uitwerken van het beleid voor de verschillende onderdelen zoeken we nadrukkelijk
de samenhang op die plaatsen waar dat mogelijk is. Daarnaast zijn er uiteraard ook
verschillen per onderdeel.
In deze memo geven wij aan welke vragen door het college beantwoord moeten worden bij
het uitwerken van beleid. Veel informatie is al bekend, omdat er al kaders over zijn
aangegeven door de Raad (zie hiervoor ook de bijlage). Daar waar aanvullende kaders
nodig zijn van de raad, leggen wij u hierover een vraag voor.
Wij vragen u om al over deze onderwerpen na te denken, zodat u goed beslagen ten ijs bent
in de discussie in de transitiecommissie. Op de 15e willen wij met u in kleine groepjes
intensief van gedachten wisselen over de vraagstukken die voorliggen.
Deze memo is als volgt opgebouwd:
1. Toelichting op de algemene vragen die voor alle beleidsterreinen gelden.
2. Toelichting op de specifieke vraag voor gezondheid
3. Toelichting op de specifieke vragen voor de AWBZ/WMO
4. Toelichting op de specifieke vragen voor Jeugdzorg
Tot slot is er als geheugensteun een bijlag waarin de kaders staan die reeds zijn vastgesteld
door Raad en College.
**
1. Algemeen deel
1.1. Analyse van het probleem
Per beleidsterrein analyseren we het speelveld en de vraagstukken die door de gemeente
moeten worden opgepakt. Hierover is al veel informatie beschikbaar zoals:
- Om hoeveel Schiedammers gaat het per thema?
- Hoeveel geld gaat er in om?
- Is er sprake van stapelingseffecten?
- Waar zien we kansen met de nieuwe taken?
- Wat zijn de bedreigingen / zorgen die hebben?
1.2. Specifieke doelgroepen en opgaven
Vervolgens gaan we in op het vraagstuk van kwetsbare Schiedammers. Wie zijn dat en
welke problemen komen we tegen:
- Welke kwetsbare groepen onderscheiden we
- Hoe gaan we om met specifieke Schiedamse vraagstukken zoals armoede,
gezondheid, scholing?
- Gaan we mensen compenseren, of niet, als zij getroffen worden door het wegvallen
of versoberen van verschillende regelingen?
1.3. Wat is onze stip op de horizon?
Wat is het ambitieniveau van Schiedam op dit beleidsterrein?
Vraag 1. Waar staan we in 2018, wat is ons ambitieniveau?
-
Wat doen we daarvoor in 2015-2017, oftewel: wat zijn de tussenstappen?
1.4. Eigen kracht en burgerkracht:
Termen als Eigen Kracht en Burgerkracht worden algemeen gebezigd door de politiek. De
wijze waarop dit ingevuld wordt heeft grote gevolgen voor Schiedammers.
- Wat verwachten we van de mensen zelf?
- Welke rol hebben vrijwilligers / mantelzorgers?
- Hoe worden vrijwilligers / mantelzorgers ondersteund?
- Hoe betrekken we Schiedammers bij het beleid en de uitvoering?
Vraag 2. Hoe gaan we om met PGB’s? Stimuleren we dit, ontmoedigen we dit
juist met het oog op het versterken van de Eigen Kracht?
1.5. Maatschappelijk rendement
De kaders die u meegeeft over de mate waarin we Schiedammers ondersteunen bepaalt voor
een belangrijk deel de financiële kaders. Hierbij komen de volgende punten aan bod.
- Wat mag het kosten in 2015 (hoe regelen we de transitie)?
- Wat mag het kosten in 2018 (hoe realiseren we de transformatie)?
- Hoe willen we sturen op de maatschappelijke partners, hoe bewaken we de
kwaliteit?
Pagina 2 van 8
1.6. Integraal en effectief?
Hoe geven we integraal en effectief vorm? We hebben hier op een belangrijk deel op
voorgesorteerd met de Wijkondersteuningsteams (Wots). In de uitwerking van het beleid
komt dit naar voren.
- Hoe is de toegang tot zorg geregeld? Zijn de Wots de ingang of zien we ook nog
andere vormen van toegang?
- Welke ondersteuning biedt de gemeente?
- Hoe zien we de rol van het WOT?
- Hoe zien we de rol van professionals? Zijn zij poortwachter tot de zorg, of verlenen
ze zorg? Zien we een andere rol voor hen?
1.7 Preventief
Om de kosten van de zorg terug te dringen is het belangrijk dat we meer preventief gaan
werken. Hoe we hieraan invulling gaan geven, moet ook worden vastgelegd.
- Hoe geven we de preventie vorm?
- Hoe organiseren we een veilig en gezond leef- en opgroeiklimaat?
1.8 Vangnet
Er zullen altijd Schiedammers zijn die door de mazen van het net dreigen te vallen. Voor
hen is een vangnet nodig. Maar soms zijn mensen niet te helpen, willen ze niet geholpen
worden, of komen keer op een keer in de problemen. Dat is een paradoxale vraag die
politiek beantwoord moet worden.
Het is een vraagstuk dat gaat over de ethiek van de zorg: wat vind je nog aanvaardbaar als
het gaat om het ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer? En gelden voor volwassenen
andere normen dan als het gaat om jeugdigen?
Ook gaat het om de vraag wat het mag kosten. Wat zou je bereid zijn hier in te stoppen als
geld geen probleem is? En als geld wel een probleem is: wat is een minimale ondergrens
van wat we als Schiedamse samenleving aanvaardbaar vinden?
- Hoe organiseren we het vangnet?
- Waar begint verantwoordelijkheid gemeente en waar stopt deze?
Vraag 3: Hoe gaan we om met de paradox ‘niemand mag door het vangnet
vallen’ versus de betaalbaarheid van de zorg en het zelfbeschikkingsrecht van
Schiedammers.
1.9. Schaalgrootte
Het uitgangspunt is dat we zo dicht mogelijk op de leefwereld van Schiedammers willen
zitten. Maar soms is het niet mogelijk om dat te organiseren. Duidelijkheid moet worden
gegeven over de schaal waarop we voorzieningen regelen.
- Wat doen we op gezinsniveau / leefeenheid?
- Wat doen we op wijkniveau?
- Wat doen we op stedelijk niveau?
- Wat doen we op MVS-niveau?
- Wat doen we op Stadsregionaal niveau?
Pagina 3 van 8
2. Vragen gezondheidsbeleid
Schiedam staat bekend als een ongezonde stad. Uit alle peilingen die door de GGD worden
gedaan blijkt dat Schiedammers op vele onderdelen slecht scoren:
- Overgewicht
- Drankgebruik
- Roken
- Eenzaamheid
- Depressie
- Diabetes
Het tegengaan van deze gezondheidsrisico’s is een zaak van een lange adem. Veel van de
gezondheidsproblemen hangen samen met een laag inkomen. Veel voorkomende
gezondheidsinterventies zijn beperkt succesvol: voorlichting over een gezonde leefstijl heeft
een beperkte impact. De vraag is daarom wat Schiedam succesvol kan en wil doen om de
gezondheid van haar inwoners te verbeteren. Dit leidt tot de volgende vraag:
Vraag 4 . Hoe gaan we om met het spanningsveld dat veel Schiedammers
ongezond zijn, maar dat het beïnvloeden van gezond gedrag een lange adem
vergt en veel geld kost? En wat is de verantwoordelijkheid van de
Schiedammers zelf hierin?
Pagina 4 van 8
3. Vragen WMO/AWBZ
Een van de grote zorgen die leeft onder de huidige cliënten van de AWBZ en de WMO is de
zekerheid dat ze voldoende ondersteund worden. In de Wots zal steeds de vraag aan de orde
zijn of de hulp ook op een andere manier georganiseerd kan worden dan voorheen het geval
is. Dat betekent een groter beroep op collectief aanbod in plaats van individueel aanbod.
Ook betekent het een groter beroep op vrijwilligers.
Als gevolg hiervan kan een wijkteam besluiten om iemand geen voorziening toe te kennen.
Kunnen mensen hier dan bezwaar tegen maken door hen alsnog een formele
maatwerkvoorziening laten aanvragen bij ROGplus zodat ze een formele afwijzing krijgen?
Of accepteren we dat mensen geen bezwaar kunnen maken?
Vraag 5. Hoe gaan we om met de zekerheden van de bewoners, versus de
slagvaardige manier van werken in de wijkteams?
De Raad heeft een taak op het bewaken van de kaders die aan het college worden
meegegeven. Dat betekent dat de Raad goed geïnformeerd moet worden. Hierbij is een
spanningsveld tussen alles in detail weten en de hoofdlijnen kunnen bewaken. Daarom de
volgende vraag:
Vraag 6: Wat wil de Raad weten over de kwaliteit van de uitvoerders, hoe wil
de Raad geïnformeerd worden?
Pagina 5 van 8
4. Vragen jeugdbeleid
Voor Jeugdbeleid hebben we een aantal specifieke vragen.
4.1. Integrale aanpak
De Jeugdnota zullen we integraal gaan ‘aanvliegen’. In dat kader zijn gesprekken gevoerd
met de jeugd, wijkbewoners, professionals en bestuurders. Daaruit is een tiental speerpunten
geselecteerd met als doel een gezond(er) (leef-)klimaat voor de Schiedamse jeugd waar je
veilig op kunt groeien. Deze speerpunten zijn:
1. De jongeren stimuleren en (vooral) faciliteren om hun talenten (beter/gerichter) te
ontwikkelen en tevens in te zetten ten behoeve van andere (jonge) Schiedammers.
2. Optimale participatie van alle jongeren in de Schiedamse samenleving realiseren.
Hierbij ook ruimte scheppen voor de invloed van jongeren op de beleidsvorming en
jeugdhulp.
3. Het verder verbeteren van de aantrekkelijkheid van Schiedam voor jongeren, zodat
zij er graag (ver-)blijven.
4. Bevorderen dat kinderen en jongeren een gezonde en sportieve leefstijl ontwikkelen.
5. Jongeren optimale kansen bieden op de arbeidsmarkt door de aansluiting tussen
opleiding en arbeidsmarkt te versterken en te verbeteren (inclusief het bevorderen
van een flink aantal stage- en traineeplaatsen).
6. De kansen op een succesvolle schoolloopbaan voor alle jeugdigen vergroten (met
specifiek aandacht voor de ‘overgangen’).
7. Verder terugdringen van voortijdig schoolverlaten.
8. Het bevorderen van eigen kracht door het versterken van netwerken rondom
jeugdigen en gezinnen.
9. Optimaliseren van laagdrempelige opvoed- en opgroeiondersteuning ten behoeve
van alle jeugdigen en ouders, zoveel mogelijk op de plaatsen waar zij zich bevinden
(in de wijk en op school). Hierbij specifiek aandacht geven aan het bereik van alle
groepen binnen de Schiedamse samenleving.
10. Onderzoeken van mogelijkheden om ten behoeve van opvoed- en
opgroeiondersteuning ook gebruik te kunnen maken van multimedia.
Vraag 7: In hoeverre zijn deze speerpunten herkenbaar? Zijn er nog
aanvullingen op deze speerpunten?
4.2. Relaties en verbindingen
Met de komende Jeugdnota zal tevens de Contourennota verder uitgewerkt gaan worden.
Daarbij is het zoeken naar slimme en optimale verbindingen en werkrelaties van groot
belang. Voor een goede ontwikkeling van onze jeugd is het verder belangrijk dat wij als
gemeente (nog) beter faciliteren zodat er een goed en samenhangend aanbod is van voor- en
buitenschoolse voorzieningen, onderwijs, sport- en cultuuractiviteiten, waarmee kinderen en
jongeren gunstigere ontwikkelkansen krijgen.
Pagina 6 van 8
Vraag 8: Zijn er nog meer slimme verbindingen tussen wijkteam en omgeving
te benoemen? Mist er wellicht nog een verbindende relatie en –zo ja- kunt u
deze aanvullen?
Met vriendelijke groet,
F.L. Veldman
Pagina 7 van 8
Bijlage: Wat hebben raad en college reeds aan kaders vastgesteld?
Visienota ‘Schiedams maatwerk in het sociale domein’ met 4 ambities:
1. Zo lang mogelijk zelfstandig functioneren en participeren
2. Bereiken sterke maatschappelijke positie
3. Sociale samenhang en veilig en gezond leef- en opgroeiklimaat
4. Actief betrokken bij Schiedamse samenleving
Vastgesteld door de raad op 26 april 2012
Kadernota Sociaal Domein met 5uitgangspunten:
1. Eigen kracht / burgerkracht
2. Maatschappelijk rendement
3. Integraal en effectief
4. Preventief
5. Vangnet
Vastgesteld door de raad op 13 december 2012
Programmaplan met 11 opgaven:
1. Het vergroten van het aantal Schiedammers, zowel individueel als georganiseerd, dat
zich inzet voor de Schiedamse samenleving.
2. Het vergroten van de betrokkenheid en zeggenschap van Schiedammers.
3. Het verbeteren van de leefomgeving, sociale cohesie en gezondheid met sport als thema.
4. Aard, ernst, omvang van kwetsbare Schiedammers en hun gevoeligheid op
stapelingseffecten.
5. Ontwerpen van een regiemodel voor de toegang tot voorzieningen voor hulp en
ondersteuning.
6. Het (laten) ontwikkelen van nieuwe collectieve en individuele arrangementen in het
kader van de Transities Jeugdzorg en AWBZ, de Participatiewet en Passend Onderwijs,
samen met maatschappelijke partners.
7. Het inzichtelijk maken van beoogd maatschappelijk rendement, van mede door de
gemeente gestuurde interventies.
8. Sturing op inkoop/aanbesteding, juiste schaalgrootte organiseren.
9. Verbetering van de gezondheid van Schiedammers.
10. Verbeteren van de kwaliteit van het primair en voortgezet onderwijs.
11. Een betere aansluiting van het onderwijs en de arbeidsmarkt.
Vastgesteld door het college op 11 juni 2013
Pagina 8 van 8