04. Polarimeter

H3 De polarimeter
3.1 Gepolariseerd licht.
Licht is een elektromagnetische golf. Loodrecht op de voortplantingsrichting van het licht vinden twee soorten trillingen plaats:
elektrische en magnetische.
Bij normaal licht (dus ongepolariseerd) zijn er oneindig veel trillingsrichtingen.
trillingsrichtingen
nn
voortplantingsrichting
Bij gepolariseerd licht is er slechts één trillingsrichting.
Een polaroidfilter polariseert het licht.
diktaat exact blok 3
1
1-10-2014
Met twee polaroidfilters achter elkaar kan je licht uitdoven. Je zet dan de doorlaatrichtingen loodrecht op elkaar.
Hiervan kan je een demonstratie bekijken op:
http://www.colorado.edu/physics/2000/applets/lens.html
Indien je slechts één filter hebt kan je toch testen of het polariserend werkt.
Je maakt dan gebruik van licht dat is weerkaatst op een niet-metalen oppervlak.
Hiervan kan je een demonstratie bekijken op:
http://www.colorado.edu/physics/2000/applets/polarized.html
diktaat exact blok 3
2
1-10-2014
3.2 concentratiebepaling in een polarimeter.
Sommige stoffen zijn optisch actief: Ze draaien de trillingsrichting van gepolariseerd licht.
De hoek  waarover de draaiing plaatsvindt is evenredig met de concentratie van de stof. Dit principe wordt gebruikt in polarimeters.
diktaat exact blok 3
3
1-10-2014
Formule :
   T .c.l

c
l
 T
gemeten draaiingshoek
concentratie kg.m-3
cuvetlengte (m)
specifieke draaiing
diktaat exact blok 3
voorbeeld: voor D-glucuse geldt:
20
specifieke draaiing  D =0,525 °kg –1.m2
Met D wordt bedoeld de D-lijn in het Natrium
lijnenspectrum.
De kleur is oranje ( bekend van straatverlichting) .
Binas 20.5
De golflengte van dat licht is 589 nm.
4
1-10-2014
concentratiebepaling in een polarimeter.
Formule :
   T .c.l
 gemeten draaiingshoek
c concentratie kg.m-3
l cuvetlengte (m)
 T specifieke draaiing
diktaat exact blok 3
5
1-10-2014
Opdrachten en oefenen.    T .c.l
1. Wat betekent nm?
2. Schrijf de bovenste formule in de vorm c=
3. Schrijf de bovenste formule in de vorm   =
T
4. Leid de eenheid van   af.
T
5. Gegeven: specifieke draaiing  D = 0,525 °kg –1.m2
Een D-glucose oplossing bevindt zich in een polarimeter. Het cuvet is 1,00 dm lang. De golflengte van het licht is 589nm de temperatuur
is 20 °C. De draaiingshoek bedraagt 7,8°. Bereken de concentratie.
20
6. Een oplossing van 0,118 g.cm-3 rietsuiker veroorzaakt in een 10,0 cm lang cuvet van een polarimeter een draaiingshoek van 10,5° (bij
589nm en 20°C).
Bereken de specifieke draaiing.
diktaat exact blok 3
6
1-10-2014