De gidsengids Torenvalk Falco tinnunculus Vanwege de kleur wordt deze roofvogel ook wel genoemd Roodvalk of Avondvalk. Het vrouwtje is identiek aan het mannetje maar heeft een bruine kop en nek, dwarsbandjes op de rug en vleugels en een bruine staart. De luchtacrobaat zaait dood en verderf in de berm. De veldmuis heeft haast. Hoog boven hem zweeft een Torenvalk en is aan het “bidden” met wijde vleugels en een gespreide staart. Een sprint. Maar net als hij bij de bosrand is valt er een schaduw over hem heen. Een kleine doodskreet …….. en de muis voelt niets meer, hij is dood. Even loert de Torenvalk om zich heen, spreidt zijn vleugels om de muis heen alsof niemand het bloed mag zien dat hij met zijn scherpe nagels achterlaat op het muizenvachtje. Vader Torenvalk zorgt voor de hap. Dat begint al een hele tijd voor de eieren er zijn. Het gaat door gedurende de gehele broedtijd (gemiddeld 29 dagen) en de eerste twee weken dat de jongen gevoed moeten worden. Moeder verdeelt ondertussen de hap onder de kleintjes. Moeder Torenvalk komt de eerste week niet van het nest af. Vader jaagt alleen en brengt muizen. Na twee weken zijn de jongen al zulke geharde vleeseters dat ze zelf wel raad weten met de meegebrachte muizen. In de derde levensweek zijn de jongen veel alleen. Hun temperatuurregeling is op gang gekomen, ze kunnen zichzelf warm houden, mits er voldoende energie in de vorm van muizenvlees wordt aangeboden. In de vierde week zitten ze al behoorlijk in de veren. Reden om eens aan vliegoefeningen te gaan denken. De takkelingen (zo heten roofvogels en uilen in dat De gidsengids stadium) staan woest te slaan en houden zich stevig vast om vooral maar niet te vliegen. Jongen laten op het moment dat ze echt gaan vliegen domweg uit het nest vallen en waarempel….. ze vliegen. Ze zijn dan ongeveer een maand oud. Het jachtgebied. Dit strekt zich zo wijd uit als hun vleugels hen maar kunnen dragen. Aan grenzen hebben ze geen behoefte. Zelfs vlak bij hun nest mogen anderen doen wat ze willen. Ook nestelen. Je vindt torenvalkpaartjes vredig broedend op tien meter afstand van elkaar. Ook kraaien, duiven, slechtvalken zijn welkom in de kleine kolonies. Even na het vuile werk een bad nemen in het zand. Als een Torenvalk een muis grijpt, neemt hij niet alleen zijn leven maar ook zijn vlooien. Om deze kwijt te raken is een bad in stof of zand op zijn tijd hard nodig. Kennis van de omgeving. Het duurt een hele tijd voordat een Torenvalk het vak van jagen beheerst. Dat is ook de reden waarom juist zoveel jonge Torenvalken omkomen. De factor geluk speelt nog een te grote rol in hun jachtresultaten en, daar komt nog iets bij. Torenvalken die alle hoeken en gaten van hun jachtgebied leren kennen, weten in moeilijke tijden, als de wereld bijvoorbeeld met sneeuw bedekt is, waar nog wel muizen te vinden zijn. Kennis van het gebied is van levensbelang om in leven te blijven en komt door ervaring Ferdinand van Helden
© Copyright 2024 ExpyDoc