PGO fruitvlieg

Probleem Gestuurd Onderwijs PGO
Klas 4 - biologie
Fruitvlieg
☞ DE OPDRACHT: Lever met je groep twee buisjes met
fruitvliegjes in. In het ene buisje zit een stam die homozygoot is voor
stompe vleugels, in de andere een stam die homozygoot voor normale
vleugels. Jullie krijgen één buisje waarin fruitvliegjes met stompe
vleugels en normale vleugels door elkaar zitten.
In een verslag schrijven jullie hoe je dit gedaan hebt.
WERKWIJZE

Jullie beginnen met de zevensprong.
Jullie maken de vragen en laten de antwoorden controleren door de docent of TOA.
Jullie maken een werkplan om de fruitvliegjes te kweken en laten het controleren.
Bij een ‘oké’ voor antwoorden en een ‘oké’ voor werkplan krijgen jullie één reageerbuisje
met verschillende fruitvliegjes en genoeg materiaal om ze op te kweken.
• Jullie maken een verslag of website.
•
•
•
•
DE PGO-ZEVENSPRONG

Iedereen heeft pen en papier nodig. Maak één persoon voorzitter en één notulist, alléén voor de
zevensprong. De voorzitter zorgt dat iedereen aan het woord kan komen. De notulist schrijft
een samenvatting op.
1. Iedereen neemt de hele opdracht door en overlegt in de groep als iets niet begrepen wordt.
☞ Heeft iedereen het begrepen, ga dan naar 2.
2.
Wat moet er gebeuren, we noemen dit ‘het probleem’. Van begin tot eind. Dus niet:“We
moeten vliegen kweken”, maar ook:”We maken vraag 1 t/m ...”..
☞ Heeft de notulist het opgeschreven?
☞ Is iedereen het ermee eens? Dan ga je verder met 3.
3. In de groep verzin je allerlei oplossingen voor het probleem (die jullie bij 2 opgeschreven
hebben), dit noem je brainstormen. Alles is goed, alle verzinsels schrijft ieder voor zich op.
©Perquin, www.waarwoontwillem.nl, [email protected]
Verzin bijvoorbeeld een aantal manieren om aan de antwoorden op de vragen te komen.
Denk daarbij niet alleen aan boeken en internet.
4. De verzinsels uit de brainstorm van 3 worden besproken en gesorteerd.
☞ Heeft iedereen meegedaan? Ga dan verder met 5.
5.
Jullie maken een keuze uit de brainstorm en schrijven op hoe jullie de opdracht gaan
uitvoeren. Verdeel daarbij de taken op de volgende manier:
Jullie gaan elke week overleggen. Schrijf op het PGO-tussenevaluatie formulier ieders taak
die hij of zij gaat doen tot het volgende overleg. Tijdens het volgende overleg schrijf je op
wat iedereen gedaan heeft. Als iemand niet alles af heeft schrijf je de reden daarvan op.
Daarna neem je een nieuw PGO-tussenevaluatie formulier en verdeel je opnieuw taken tot
het volgende overleg. Ook de taak die nog niet af was, wordt weer opnieuw verdeeld.
Het is dus mogelijk dat de één uiteindelijk minder doet dan de ander. Het meer of minder
werken staat op de PGO-tussenevaluaties en die worden meegenomen in de beoordeling.
Het kan echter nooit zo zijn dat iemand moet wachten op een ander, of dat de opdracht
niet af komt omdat iemand niet meewerkt.
☞ Is iedereen het met de taakverdeling eens?
☞ Zijn de taken voor iedereen duidelijk?
Jullie gaan informatie zoeken, beantwoorden de vragen en maken een werkplan. Laat dit
beide controleren.
7. Jullie doen de opdracht.
6.
VRAGEN (1)

Om de opdracht goed te kunnen uitvoeren moeten jullie eerst verstand hebben van genetica
(=erfelijkheid). Jullie moeten weten hoe informatie over vleugelvorm wordt overgebracht van
de ene generatie naar de volgende. Om er voor te zorgen dat jullie een beter begrip krijgen over
genetica beantwoorden jullie de volgende vragen. De vragen en antwoorden komen ook in
jullie verslag:
1.
Wat wordt bij biologie verstaan onder milieu?
2.
Wat is genotype en wat is fenotype?
3.
Wat zijn chromosomen, waar bevinden ze zich, hoeveel chromosomen heeft elke
menselijke lichaamscel en hoeveel chromosomen bezit een mens in totaal?
4.
Uit welk materiaal zijn de chromosomen opgebouwd?
5.
Hoe komt elk mens aan de twee chromosomen van elk chromosomenpaar?
6.
7.
8.
Zijn de twee chromosomen van een chromosomenpaar exact gelijk of lijken ze op
elkaar?
Hoeveel chromosomen bezit een menselijke lichaamscel en hoeveel een menselijke
geslachtscel?
Hoeveel verschillende zaadcellen kan een man maken?
©Perquin, www.waarwoontwillem.nl, [email protected]
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
Hoeveel verschillende kinderen kunnen een man en een vrouw maken?
Wat is een gen?
Met welke vier letters worden de vier verschillende nucleotide weergegeven waaruit het
DNA bestaat?
Wat is het verschil tussen een dominant gen en een recessief gen?
Welke lettersymbolen worden gebruikt om dominante en recessieve genen aan te
geven?
Bij mensen is bruine ogen dominant over blauwe ogen. Wat gebeurt er met het
fenotype van een kind wat van zijn vader het dominante gen voor oogkleur en van
moeder het recessieve gen voor oogkleur heeft gekregen?
Wat is het verschil tussen heterozygoot en homozygoot?
Wat is de Latijnse naam voor fruitvlieg?
Welke vier stadia zijn er in het leven van een fruitvlieg?
Wat is een imago?
Is het kenmerk voor vleugelstompjes dominant of recessief over het kenmerk voor
normale vleugels bij de fruitvlieg?
Welke vleugelvorm kan een jong hebben wanneer beide fruitvliegouders heterozygoot
zijn voor vleugelvorm?
Welke vleugelvorm kan een jong hebben waarvan één fruitvliegouder homozygoot
dominant is en de ander heterozygoot voor vleugelvorm is?
Welke vleugelvorm kan een jong hebben waarvan één fruitvliegouder homozygoot
recessief is en de ander heterozygoot vleugelvorm is? *
Welke vleugelvorm kan een jong hebben waarvan beide ouders homozygoot dominant
zijn voor vleugelvorm?
Welke vleugelvorm kan een jong hebben waarvan beide ouders homozygoot recessief
zijn voor vleugelvorm?
Welke vleugelvorm kan een jong hebben waarvan één ouder homozygoot recessief is en
de ander homozygoot dominant voor vleugelvorm? *
Een leerling wil van een fruitvlieg weten of het vliegje homozygoot dominant is of
heterozygoot. Hij kruist het vliegje daarom met een homozygoot recessief vliegje en
kijkt naar de nakomelingen. Kan de leerlingen op die manier onderzoeken wat het
vliegje is? Leg uit! *
Hoe lang duurt het voordat een eitje wat net gelegd is ontwikkeld tot volwassen
fruitvlieg wat kan paren?
Een leerling heeft twee buisjes (A en B) met in elk buisje een fruitvliegpaartje met
normale vleugels. In buis A zit een fruitvlieg die heterozygoot is, de rest is homozygoot.
De fruitvliegen hebben al gepaard en de kinderen zijn apart in een buis gezet. De
leerling weet dat als fruitvliegjes paren het vrouwtje het sperma bewaard en haar hele
leven lang eitjes daarvan legt.*
©Perquin, www.waarwoontwillem.nl, [email protected]
a.
b.
c.
d.
e.
v Welke vorm hebben de vleugeltjes van de kinderen van ouders A.
Welke vorm hebben de vleugeltjes van de kinderen van ouders B.
Zijn alle kinderen van ouders A homozygoot?
Zijn alle kinderen van ouders B homozygoot?
Als je de kinderen van ouders A test met een homozygoot recessieve fruitvlieg
welke vleugelvormen krijg je dan?
f. Als je de kinderen van ouders B test met een homozygoot recessieve fruitvlieg
welke vleugelvormen krijg je dan?
Let op: vooral de * vragen zullen je helpen een goed werkplan op te stellen.
Laat jullie antwoorden nakijken. Bij een ‘Oké’ moeten jullie de antwoorden uit het hoofd leren
en uit kunnen leggen. Na één week tot aan het einde van het project kan de docent of TOA
aan ieder apart van de groep vragen om de antwoorden uit te leggen.
Werkplan

Maak een werkplan om de fruitvliegjes op te kweken zodat jullie twee stammen fruitvliegjes
krijgen. Waarbij beide stammen homozygoot zijn, de ene stam met stompe vleugels, de andere
met normale vleugels.
Let op: een vrouwtje paart meestal maar één keer in haar leven, ze bewaart het sperma en kan
gedurende langere tijd eieren leggen.
Jullie laten het werkplan controleren.
Bij een ‘Oké’ voor de antwoorden en een ‘Oké’ voor het werkplan mogen jullie gaan kweken en
krijgen de materialen.
VRAGEN (2)

29.
Bla bla
Verslag

Maak een verslag over dit PGO project. In de eerste klas heb je al geleerd bij het project
‘peultjes’ hoe je een goed verslag moet maken. Wil je weten hoe je een goed verslag moet
maken ga dan naar www.waarwoontwillem.nl/notitieblokje
Jullie krijgen ongeveer 6 weken.
©Perquin, www.waarwoontwillem.nl, [email protected]