Kids Place

IS
A
N
I
G
A
P
R!
A
A
B
M
UITNEE
KIDSPLACE
alleen voor kinderen!
UITNEEM PAGINA.
Maak deze pagina los bij de nietjes.
Uw (klein) kinderen kunnen dan de kleurplaat inkleuren en
het kerstverhaal (voor) lezen.
Leuk als placemats op de kersttafel.
En u heeft dan het vieringenrooster weer in het midden van
deze De Oversteek.
K
inderen,..... maak van de placemat een foto en stuur deze
in voorzien van je naam en emailadres en leeftijd naar de
redactie van “De Oversteek”.
D
e mooiste kleur-placemats zullen we presenteren op de
website van onze geloofsgemeenschap.
Fijne kerstdagen en een goed en veilige jaarwisseling
toegewenst.
De Redactie
KIDS-PLACE
Voor de
kersttafel
NAAM:_________________________________________________
Leeftijd: _____________________________________
SPECIAAL voor KINDEREN
Licht in de winter
Kerstverhaal van Max Bollinger
E
r was eens een man. Hij had een huis en een koe, en een os en een ezel. Ook bezat hij een kudde
schapen. De kleine jongen die de schapen hoedde had een hondje, een wollen jas, een herdersstaf en
een herderslamp.
E
r lag sneeuw buiten en het was bitter koud. Zijn wollen jas was te dun om de jongen warm te houden.
‘Mag ik binnenkomen?’ vroeg hij aan de man, ‘ik heb het zo koud’. ‘Nee’, zei de man, ‘mijn vuur is
alleen groot genoeg voor mezelf’. En liet de jongen buiten staan.
Toen zag de jongen in de donkere nacht een grote ster. Wat is dat voor een ster, dacht hij. Hij nam zijn
lamp en zijn staf en ging op weg naar de ster. Als de jongen weggaat, ga ik met hem mee, dacht de hond.
Als de hond meegaat, ga ik ook mee, dacht de ezel: en hij sjokte achter de hond aan. Als de ezel meegaat,
ga ik ook mee, dacht de koe en hij stapte achter de ezel aan. Als de koe meegaat dan gaan wij ook mee,
zeiden de schapen en ze liepen achter de koe aan. En ik blijf ook niet hier, dacht de os en hij stampte ook
mee.
W
at is het op eens stil, dacht de man. Hij zat daar alleen in de warme kamer. Hij riep de jongen, maar
kreeg geen antwoord. Hij ging naar de stal, maar die was leeg. Daar waren geen schapen en geen
ezel, geen koe en geen os. Buiten zag hij de sporen van de dieren in de sneeuw, heel veel sporen…
‘Die dekselse jongen! Hij heeft mijn beesten gestolen’,schreeuwde de man. De man volgde de sporen van
de dieren. Maar toen begon het opnieuw te sneeuwen. Er vielen dikke vlokken die de sporen bedekten. Al
gauw kon hij niets meer zien. Toen stak er een storm op. Hij blies dwars door de kleren van de man heen.
H
ij kreeg het koud, ijskoud. Hij zag niet meer waar hij moest lopen. Hij zakte in de sneeuw en
schreeuwde om hulp. De storm ging liggen. Hij hield op met sneeuwen. En toen zag de man de grote
ster aan de hemel. Wat was dat voor een ster? Hij stond boven een stal. Door het kleine raam viel het
licht van een herderslamp. De man liep er langzaam naar toe. Toen hij de deur opende, zag hij de os en de
koe, de ezel en de schapen, de hond en de herdersjongen. Ze stonden om een kribbe. In die kribbe lag een
kind. Het kind lachte tegen de man.
‘Ik ben blij dat ik hier ben, zei de man, ik ben gered’. Hij knielde neer voor het kind,
naast de herdersjongen.
D
e volgende dag gingen de man en de jongen, de hond en de ezel, de koe en de os en alle schapen weer
terug naar huis. Er lag sneeuw, het was bitter koud. ‘kom maar binnen bij het vuur’ zei de man tegen
de jongen.
Het is groot genoeg om ons
allebei te warmen’.