OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 10 SPECIFIEKE FACULTAIRE BEPALINGEN III FACULTEIT EDUCATIE vastgesteld door de faculteitsdirectie op 8 februari 2013 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 6 juni 2013. Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies. A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven Artikel 23 Studieadvies in de propedeutische fase Bepaalde opleidingen kennen geoormerkte cursussen die moeten zijn behaald om voor een positief studieadvies in aanmerking te komen. Indien van toepassing staat dit bij de betreffende opleiding onder sub C vermeld. Artikel 33 Inschrijving voor tentamens Inschrijving na de in de studiegids vermelde inschrijvingsdata (na-inschrijving) is mogelijk indien de student in een verzoekschrift aan de examencommissie, naar het oordeel van de examencommissie, aantoont dat er tijdens de inschrijvingsperiode sprake is van persoonlijke omstandigheden in de zin van artikel 34 lid 6. Een gemotiveerd verzoek aan de examencommissie dient een student in op: www.examencommissiefe.hu.nl. Artikel 34 Tentamenkansen Een student heeft twee tentamenkansen per tentamen in een studiejaar. Artikel 44 Vermelding cum laude of met genoegen Bij de berekening als bedoeld in lid 1 en 2 van artikel 44 worden eventuele niet-cijfermatige resultaten door de examencommissie meegewogen. Hiervoor gelden de volgende regels: a. De beoordeling ‘voldaan/niet voldaan’ wordt buiten beschouwing gelaten. b. Als omrekeningstabel geldt: ∙ Voldoende =6 ∙ Ruim voldoende =7 ∙ Goed =8 ∙ Zeer goed =9 ∙ Uitmuntend = 10 OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie B. Nadere facultaire regelgeving De Faculteit Educatie kent de volgende nadere regelgeving die een integraal onderdeel van de OER vormen: 1. 2. 3. Reglement Examencommissies FE Protocol Onregelmatigheden / Tentamenreglement FE Klachtenregeling FE OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie C. Opleidingen van de Faculteit Educatie De Faculteit Educatie kent de volgende door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen bekostigde bacheloropleidingen: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 B Opleiding tot Leraar Nederlandse Gebarentaal (NGT)/Bacheloropleiding tot Tolk NGT B Opleiding tot leraar Basisonderwijs B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Duits B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Engels B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Frans B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Geschiedenis B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Nederlands B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Scheikunde B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Aardrijkskunde B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Wiskunde B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Techniek B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Spaans B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Natuurkunde B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Biologie B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Gezondheidszorg en Welzijn B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Omgangskunde 17 18 19 Ad Schrijftolk Ad Onderwijsondersteuner Techniek Ad Onderwijsondersteuner Omgangskunde OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 1. B Opleiding tot Leraar Nederlandse Gebarentaal (NGT)/Bacheloropleiding tot Tolk NGT 1.1. De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding : B Opleiding tot Leraar Nederlandse Gebarentaal (NGT)/Bacheloropleiding tot Tolk NGT Engelse naam : B Teacher Sign Language of the Netherlands (SLN)/Bachelor SLN Interpreter CROHO-nummer : 34104 Aangeboden te : Utrecht Loting : Geen Afstudeerrichting(en) : - Leraar NGT (180 EC) - Tolk NGT (180 EC) Varianten : voltijd en deeltijd Graad : Bachelor of Education Afkorting graad : BEd Studielast : totaal: 240 EC Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit Major (150 EC) en profileringsruimte (30 EC) Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties : Na afronding van de bacheloropleiding Leraar NGT is de student in staat om: 1) op basis van kennis en vaardigheden van het Nederlands, NGT, NmG en inzicht in pedagogiek en de eerste- en tweedetaalverwerving van de NGT als leraar NGT te functioneren op bachelorniveau; 2) kennis van groepsprocessen binnen het vakgebied leraar NGT en in het bijzonder van de communicatie van en met leerlingen/studenten met een auditieve beperking op professionele wijze toe te passen; 3) kennis van en inzicht in onderwijskundige en vakdidactische processen op bachelorniveau toe te passen; 4) op basis van voldoende kennis en vaardigheden op een professionele wijze samen te werken met collega’s binnen de onderwijssituatie; 5) de doelgroepen waarvoor en de organisaties waarbinnen hij werkt op basis van voldoende kennis en inzicht in hun geaardheid van dienst te zijn; 6) de opgedane pedagogische kennis en inzicht in cultureel perspectief binnen zijn beroep toe te passen en te zorgen voor een krachtige leeromgeving, afgestemd op zijn doelgroep; 7) organisatorische kennis en vaardigheden toe te passen in de onderwijssituatie op een overzichtelijke, ordelijke en taakgerichte wijze; 8) gegevens te verzamelen en interpreteren en op basis daarvan zijn oordeel in een professionele context te vormen; hij reflecteert hierbij op zijn eigen houding en gedrag binnen de professionele context. 9) op een verantwoordelijke en oplossingsgerichte wijze te communiceren met personen die (indirect) betrokken zijn bij het onderwijsproces; 10) zijn eigen professionele ontwikkeling te monitoren en om zijn opvattingen over het lesgeven in zijn vak en zijn bekwaamheid als leraar NGT te actualiseren, zodat hij een vervolgtraject op masterniveau aan kan gaan. Na afronding van de bacheloropleiding Tolk NGT is de student in staat om: 1) op basis van voldoende kennis van en vaardigheden in het Nederlands, NGT en NmG en van het tolkproces zijn beroep uit te oefenen op bachelorniveau; 2) kennis van het vakgebied tolk NGT en inzicht in groepsprocessen en communicatie op effectieve wijze toe te passen; 3) op basis van relevante organisatorische kennis en vaardigheden de tolkopdracht goed uit te voeren; 4) op basis van voldoende kennis en vaardigheden op een professionele wijze samen te werken met collega’s en zo een substantiële bijdrage te leveren aan een goede tolksituatie; 5) de doelgroepen waarvoor en de organisaties waarbinnen hij werkt op basis van voldoende kennis en inzicht in hun geaardheid van dienst te zijn; 6) organisatorische kennis en vaardigheden in zijn tolkopdracht op een overzichtelijke, ordelijke en taakgerichte wijze toe te passen; OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 7) gegevens te verzamelen en interpreteren en op basis daarvan zijn oordeel in een professionele context te vormen; hij reflecteert hierbij op zijn eigen houding en gedrag binnen de professionele context; 8) op een verantwoordelijke, collegiale en oplossingsgerichte wijze te communiceren met zijn collega tolken NGT die als specialist aangemerkt kunnen worden; 9) op een verantwoordelijke en oplossingsgerichte wijze te communiceren met personen die (indirect) betrokken zijn bij het tolkproces; 10) zijn eigen professionele ontwikkeling te monitoren en om zijn opvattingen over het tolken en zijn bekwaamheid als tolk NGT te actualiseren zodat hij een vervolgtraject op masterniveau aan kan gaan. Algemene inrichting: 1.2. Propedeutisch examen De propedeutische fase van deze opleiding kent een propedeutisch examen.(artikel 28 OER). Het propedeutisch examen bestaat uit de volgende onderdelen: Taalvaardigheid NGT Het verkrijgen van inzicht in de dovengemeenschap Inzicht krijgen in het beroep Leraar NGT of Tolk NGT Algemeen en theoretisch vormende vakken Studieloopbaanbegeleiding In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 1.3. Vooropleidingseisen Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 1.4. Aanvullende eisen Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen aanvullende eisen. 1.5. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (artikel 24 OER) De opleiding kent na de propedeutische fase de volgende afstudeerrichtingen: Leraar NGT Tolk NGT Deze afstudeerrichtingen kennen geen toegangsbeperking. 1.6. Studieadvies 1.6.1 Voor het afgeven van een positief studieadvies wordt een geoormerkte vereiste gesteld. De geoormerkte vereiste die behaald moet worden om aan de norm te voldoen, is: Voor de opleiding Tolk NGT Taalvaardigheid NGT (25 EC) Tolkvaardigheden 2 (5 EC) Dovenstudies 1 (5 EC) Taalkunde 1 (5 EC) STB (5 EC) Voor de opleiding Leraar NGT Taalvaardigheid NGT (25 EC) Onderwijskunde/Didaktiek A (5 EC) Dovenstudies 1 (5 EC) Taalkunde 1 (5 EC) OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 1.6.2 1.6.3 STB (5 EC) Studieadvies deeltijd Voor de deeltijdvariant van deze bacheloropleiding geldt dezelfde norm, maar dient aan deze norm te zijn voldaan aan het einde van het tweede jaar van inschrijving. Het tussentijds studieadvies als bedoeld in artikel 23 lid 11 OER zal voor de deeltijdvariant aan het einde van het eerste jaar van inschrijving worden afgegeven. In geval van een opgeschort studieadvies wegens persoonlijke omstandigheden wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het derde jaar van inschrijving. Hiermee is gebruik gemaakt van de mogelijkheid in artikel 23 lid 1 OER om het studieadvies voor de deeltijdvariant op een ander tijdstip dan aan het einde van het eerste jaar van inschrijving af te geven. Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. Een negatief bindend studieadvies voor deze opleiding houdt tevens in dat ook de Associate degreeopleiding Schrijftolk aan Hogeschool Utrecht niet gestart/voortgezet kan worden. 1.7. De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding. De bacheloropleidingen voltijd en deeltijd binnen Instituut Gebaren, Taal en Dovenstudies leiden op tot dezelfde eindkwalificaties. Het examenprogramma van de voltijd- en deeltijdopleiding is daarom aan elkaar gelijk. De inrichting van de voltijd- en deeltijdopleiding is op een aantal punten aangepast aan de doelgroep. Hierdoor is er onderscheid tussen voltijd- en deeltijdopleiding binnen Instituut Gebaren,Taal en Dovenstudies in: Tijdstip lessen Plenaire bijeenkomsten voor voltijdstudenten zijn veelal geroosterd van maandag t/m vrijdag van 8.30-18.00 uur. Plenaire bijeenkomsten voor deeltijdstudenten zijn veelal geroosterd op drie avonden in de week, omdat zij naast de opleiding ook werken. Wanneer het kleine groepen en/of keuzecursussen betreft kunnen deze ook voor deeltijdstudenten overdag geroosterd zijn. Zie voor een toelichting hoofdstuk 6 van de Studiegids. Contacttijd De gemiddelde contacttijd voor de voltijdopleiding is hoger dan voor de deeltijdopleiding. Van de deeltijdstudenten wordt meer zelfstudie gevraagd. De contacttijd per onderwijseenheid is opgenomen in de cursusbeschrijvingen in de studiegids. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 2. B Opleiding tot leraar Basisonderwijs 2.1. De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding : B Opleiding tot leraar Basisonderwijs Engelse naam : B Education in Primary Schools (age 4 - 12) CROHO-nummer : 34808 Aangeboden te : Utrecht en Amersfoort Loting : Geen Afstudeerrichting(en) : Varianten : voltijd en deeltijd Graad : Bachelor of Education Afkorting graad : BEd Studielast : totaal: 240 EC Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit Major (150 EC) en profileringsruimte (30 EC) Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties : 1) De leraar primair onderwijs onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid. Hij is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag én van de invloed daarvan op de kinderen. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de kinderen tot stand te brengen. 2) De leraar primair onderwijs onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. Voor een hele klas of groep maar ook voor een individuele leerling. En dat op een professionele, planmatige manier. 3) De leraar primair onderwijs onderschrijft zijn vakinhoudelijke en didactische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van de onderwijsinhouden en de didactiek om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin de kinderen zich de culturele bagage eigen kunnen maken die de maatschappij vereist. Op een eigentijdse, professionele, planmatige manier. 4) De leraar primair onderwijs onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn klas en zijn lessen een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. In alle opzichten voor hemzelf, zijn collega’s en vooral voor de kinderen helder. En dat op een professionele, planmatige manier. 5) De leraar primair onderwijs onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat op zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie. 6) De leraar primair onderwijs onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de kinderen en bij zijn school. 7) De leraar primair onderwijs onderschrijft zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling. Hij onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar. Algemene inrichting: 2.2. Propedeutisch examen De propedeutische fase van deze opleiding kent een propedeutisch examen (artikel 28 OER). Het propedeutisch examen bestaat uit de volgende onderdelen: Oriëntatie en werken op de basisschool; Ontwikkeling van kinderen; Lesgeven en begeleiden; OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie Ontwikkelen van rijke leeromgeving; Studieloopbaanbegeleiding & beroepsvoorbereiding. In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 2.3. Vooropleidingseisen Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 2.4. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (artikel 24 OER) Deze opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 2.5. Studieadvies 2.5.1 Voor het afgeven van een positief studieadvies wordt een geoormerkte vereiste gesteld. De geoormerkte vereisten die behaald moet worden om aan de norm te voldoen, zijn: Landelijke verplichte toetsen voor Nederlands, Rekenen en Mens en wereld Een positieve beoordeling van het werkplekleren (semester 2 DAG, semester 1 VO) Voor de Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs (ALPO) zijn de geoormerkte vereisten die behaald moeten worden om aan de norm te voldoen: Landelijke verplichte toetsen voor Nederlands, Rekenen en Mens en wereld Een positieve beoordeling van het werkplekleren Praktijk 2 Alle cursussen uit het eerste jaar tellen mee voor de berekening van het BSA. 2.5.2 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 2.6. Verplichte vakinhoudelijke en vakdidactische kennis 2.6.1 Kennisbasis Voor het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma van de opleiding tot leraar Basisonderwijs geldt dat de vakinhoudelijke kennis op het terrein van Nederlandse taal en rekenen-wiskunde waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. 2.6.2 Digitale kennistoetsen De vakinhoudelijke kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Vanaf 2013 zal een digitale kennistoets voor de vakken taal en rekenen-wiskunde onderdeel uitmaken van de opleiding. Studenten die instromen in het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma vanaf studiejaar 2011 moeten aan de eindtoets voldoen. Een voldoende resultaat voor de startbekwaamheidstoets vormt onderdeel van het bachelor examen. De uitslagen van de digitale kennistoetsen worden uiterlijk vier weken na de toetsdatum vastgesteld. Het elders met een voldoende resultaat afleggen van de digitale kennistoetsen leidt er toe dat het behaalde resultaat wordt overgenomen en zal niet als vrijstelling worden geregistreerd. 2.7. De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding. De bacheloropleidingen voltijd en deeltijd binnen Instituut Theo Thijssen leiden op tot dezelfde eindkwalificaties. Het examenprogramma van de voltijd- en deeltijdopleiding is daarom aan elkaar gelijk. De inrichting van de voltijden deeltijdopleiding is op een aantal punten aangepast aan de doelgroep. Hierdoor is er onderscheid tussen voltijd- en deeltijdopleiding binnen Instituut Theo Thijssen in: Tijdstip lessen Plenaire bijeenkomsten voor voltijdstudenten zijn veelal geroosterd van maandag t/m vrijdag van 8.30-18.00 uur. Omdat deeltijdstudenten naast de opleiding ook werken, zijn plenaire bijeenkomsten geroosterd op twee dagdelen in de week: twee avonden van 17.30-22.00 uur of overdag van 9.00-18.00 uur. Zie voor een toelichting hoofdstuk 6 van de Studiegids. Tentamens worden ook buiten de genoemde tijden voor plenaire bijeenkomsten geroosterd; voltijd ook ’s avonds en voor deeltijd kunnen ook overdag tentamens worden geroosterd. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie Contacttijd De gemiddelde contacttijd voor de voltijdopleiding is hoger dan voor de deeltijdopleiding. Van de deeltijdstudenten wordt meer zelfstudie gevraagd. De contacttijd per onderwijseenheid is opgenomen in de cursusbeschrijvingen in de studiegids. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 3. B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Duits 3.1. De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding : B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Duits Engelse naam : B Teacher Education in German CROHO-nummer : 35193 Aangeboden te : Utrecht Loting : Geen Afstudeerrichting(en) : Varianten : voltijd en deeltijd Graad : Bachelor of Education Afkorting graad : BEd Studielast : totaal: 240 EC Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit Major (150 EC) en profileringsruimte (30 EC) Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties : 1) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid. Hij is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag én van de invloed daarvan op de leerlingen/deelnemers. Hij heeft ook voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen/deelnemers tot stand te brengen. 2) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. De leraar realiseert zo'n veilige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 3) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn vakinhoudelijke en didactische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende inhoudelijke en didactische kennis en vaardigheid om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich op een goede manier de leerinhouden van een bepaald vak op beroep eigen kunnen maken. De leraar realiseert zo'n krachtige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 4) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn groepen en zijn andere contacten met leerlingen/deelnemers een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. In alle opzichten voor hemzelf, zijn collega’s en vooral voor de leerlingen/deelnemers helder. En dat op een professionele, planmatige manier. 5) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie. 6) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met bedrijven of instellingen om hun gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven in het opleiden van de leerling. En hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de leerlingen/deelnemers en bij zijn school. 7) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling. Hij onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar. Algemene inrichting: OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 3.2. Propedeutisch examen De propedeutische fase van deze opleiding kent een propedeutisch examen (artikel 28 OER). Het propedeutisch examen bestaat uit de volgende onderdelen: Het domein Vak, gericht op de verwerving van de vakinhoud en vakdidactiek. Het domein Beroep, gericht op de verwerving van de generieke kennis en vaardigheiden, waaronder Studie en Werk, praktijkleren en studieloopbaanbegeleiding In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 3.3. Vooropleidingseisen 3.3.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, nadere vooropleidingseisen. De nadere vooropleidingseisen zijn: HAVO: C&M - met duitse taal & cultuur E&M - met duitse taal & cultuur N&G - met duitse taal & cultuur N&T - met duitse taal & cultuur VWO: C&M - direct toelaatbaar E&M - direct toelaatbaar N&G - direct toelaatbaar N&T - direct toelaatbaar MBO: Met een diploma van een MBO-opleiding op niveau 4 ben je zonder meer toelaatbaar. 3.3.2 Voor deze opleiding (voltijd en deeltijd) kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Het nader onderzoek bestaat uit een deficiëntietoets voor het vak Duits. Voor het maken van de toets kan een afspraak gemaakt worden met de toelatingscommissie FE door een e-mailbericht te sturen aan [email protected]. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 3.4. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (artikel 24 OER) De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 3.5. Studieadvies 3.5.1 Studieadvies deeltijd Voor de deeltijdvariant van deze bacheloropleiding geldt dezelfde norm, maar dient aan deze norm te zijn voldaan aan het einde van het tweede jaar van inschrijving. Het tussentijds studieadvies als bedoeld in artikel 23 lid 11 OER zal voor de deeltijdvariant aan het einde van het eerste jaar van inschrijving worden afgegeven. In geval van een opgeschort studieadvies wegens persoonlijke omstandigheden wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het derde jaar van inschrijving. Hiermee is gebruik gemaakt van de mogelijkheid in artikel 23 lid 1 OER om het studieadvies voor de deeltijdvariant op een ander tijdstip dan aan het einde van het eerste jaar van inschrijving af te geven. 3.5.2 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 3.6. Verplichte vakinhoudelijke en vakdidactische kennis 3.6.1 Kennisbasis OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 3.6.2 Voor het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma van de tweedegraads lerarenopleiding Duits geldt dat de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Digitale kennistoetsen De vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Vanaf 2014 zal een digitale kennistoets onderdeel uitmaken van de opleiding. Studenten die instromen in het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma vanaf studiejaar 2012 moeten aan de landelijke kennistoets voldoen. Een voldoende resultaat voor de landelijke kennistoets vormt een onderdeel van het bachelor examen. 3.7. De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding. De bacheloropleidingen voltijd en deeltijd binnen Instituut Archimedes leiden op tot dezelfde eindkwalificaties. Het examenprogramma van de voltijd- en deeltijdopleiding is daarom aan elkaar gelijk. Met uitzondering van: Assessment jaar 1 In het programma van de deeltijdopleidingen is de onderwijseenheid “intakeassessment deeltijd” opgenomen. In het programma van de voltijdopleidingen is de onderwijseenheid “assessment hoofdfasebekwaam voltijd” opgenomen. Hiermee wordt aangesloten bij het verschil in beide doelgroepen. De deeltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het intakeassessment waarbij zij zich bewust worden van de (werk)ervaringen die zij meebrengen bij de start van deze opleiding. De voltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het hoofdfasebekwaamassessment waarbij de nadruk ligt op de vraag “Ben ik geschikt voor deze opleiding en voor dit beroep?”. Zie voor een nadere toelichting de relevante cursusbeschrijvingen in de studiegids. De inrichting van de voltijd- en deeltijdopleidingen is op een aantal punten aangepast aan de doelgroep. Hierdoor is er onderscheid tussen voltijd- en deeltijdopleidingen binnen Instituut Archimedes in: Tijdstip lessen Plenaire bijeenkomsten voor voltijdstudenten zijn in principe geroosterd van maandag t/m vrijdag van 8.3018.00 uur. Bij uitzondering kan een les in de avonduren geroosterd zijn. Plenaire bijeenkomsten voor deeltijdstudenten zijn geroosterd op twee dagdelen (middag en avond, ochtend en middag) op 1 dag in de week, omdat zij naast de opleiding ook werken. Zie voor een toelichting hoofdstuk 6 van de Studiegids. Contacttijd De gemiddelde contacttijd voor voltijdopleidingen is hoger dan voor deeltijdopleidingen. Van de deeltijdstudenten wordt meer zelfstudie gevraagd. De contacttijd per onderwijseenheid is opgenomen in de cursusbeschrijvingen in de studiegids. Studie en Werk In deze onderwijseenheden zijn studieloopbaanbegeleiding en werkplekleren/stage geïntegreerd. De doelstellingen van deze onderwijseenheden zijn voor beide varianten gelijk. De inrichting is afgestemd op de doelgroep en daarmee verschillend ingevuld voor voltijd- en deeltijdstudenten. De studieloopbaanbegeleiding wordt daardoor anders vormgegeven en opgebouwd. En de deeltijdstudent hoeft minder uren werkplekleren/stage te doen, omdat zij veelal al werken in het onderwijs en de competenties sneller ontwikkelen dan de voltijdstudent. Zie voor een nadere toelichting de cursusbeschrijvingen van de onderwijseenheden ‘Studie en Werk’ in de studiegids. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 4. B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Engels 4.1. De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding : B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Engels Engelse naam : B Teacher Education in English CROHO-nummer : 35195 Aangeboden te : Utrecht Loting : Geen Afstudeerrichting(en) : Varianten : voltijd en deeltijd Graad : Bachelor of Education Afkorting graad : BEd Studielast : totaal: 240 EC Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit Major (150 EC) en profileringsruimte (30 EC) Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties : 1) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid. Hij is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag én van de invloed daarvan op de leerlingen/deelnemers. Hij heeft ook voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen/deelnemers tot stand te brengen. 2) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. De leraar realiseert zo'n veilige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 3) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn vakinhoudelijke en didactische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende inhoudelijke en didactische kennis en vaardigheid om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich op een goede manier de leerinhouden van een bepaald vak op beroep eigen kunnen maken. De leraar realiseert zo'n krachtige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 4) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn groepen en zijn andere contacten met leerlingen/deelnemers een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. In alle opzichten voor hemzelf, zijn collega’s en vooral voor de leerlingen/deelnemers helder. En dat op een professionele, planmatige manier. 5) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie. 6) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met bedrijven of instellingen om hun gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven in het opleiden van de leerling. En hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de leerlingen/deelnemers en bij zijn school. 7) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling. Hij onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar. Algemene inrichting: OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 4.2. Propedeutisch examen De propedeutische fase van deze opleiding kent een propedeutisch examen (artikel 28 OER). Het propedeutisch examen bestaat uit de volgende onderdelen: Het domein Vak, gericht op de verwerving van de vakinhoud en vakdidactiek. Het domein Beroep, gericht op de verwerving van de generieke kennis en vaardigheiden, waaronder Studie en Werk, praktijkleren en studieloopbaanbegeleiding In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 4.3. Vooropleidingseisen Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 4.4. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (artikel 24 OER) De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 4.5. Studieadvies 4.5.1 Studieadvies deeltijd Voor de deeltijdvariant van deze bacheloropleiding geldt dezelfde norm, maar dient aan deze norm te zijn voldaan aan het einde van het tweede jaar van inschrijving. Het tussentijds studieadvies als bedoeld in artikel 23 lid 11 OER zal voor de deeltijdvariant aan het einde van het eerste jaar van inschrijving worden afgegeven. In geval van een opgeschort studieadvies wegens persoonlijke omstandigheden wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het derde jaar van inschrijving. Hiermee is gebruik gemaakt van de mogelijkheid in artikel 23 lid 1 OER om het studieadvies voor de deeltijdvariant op een ander tijdstip dan aan het einde van het eerste jaar van inschrijving af te geven. 4.5.2 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 4.6. Verplichte vakinhoudelijke en vakdidactische kennis 4.6.1 Kennisbasis Voor het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma van de tweedegraads lerarenopleiding Engels geldt dat de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. 4.6.2 Digitale kennistoetsen De vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Vanaf 2013 zal een digitale kennistoets onderdeel uitmaken van de opleiding. Studenten die instromen in het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma vanaf studiejaar 2011 moeten aan de landelijke kennistoets voldoen. Een voldoende resultaat voor de landelijke kennistoets vormt onderdeel van het bachelor examen. 4.6.3 Verplichte internationale toets Voor deze opleiding geldt dat het Cambridge Proficiency Exam (CPE) onderdeel is van het bachelor examen. 4.7. De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding. De bacheloropleidingen voltijd en deeltijd binnen Instituut Archimedes leiden op tot dezelfde eindkwalificaties. Het examenprogramma van de voltijd- en deeltijdopleiding is daarom aan elkaar gelijk. Met uitzondering van: Assessment jaar 1 In het programma van de deeltijdopleidingen is de onderwijseenheid “intakeassessment deeltijd” opgenomen. In het programma van de voltijdopleidingen is de onderwijseenheid “assessment hoofdfasebekwaam voltijd” opgenomen. Hiermee wordt aangesloten bij het verschil in beide doelgroepen. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie De deeltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het intakeassessment waarbij zij zich bewust worden van de (werk)ervaringen die zij meebrengen bij de start van deze opleiding. De voltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het hoofdfasebekwaamassessment waarbij de nadruk ligt op de vraag “Ben ik geschikt voor deze opleiding en voor dit beroep?”. Zie voor een nadere toelichting de relevante cursusbeschrijvingen in de studiegids. De inrichting van de voltijd- en deeltijdopleidingen is op een aantal punten aangepast aan de doelgroep. Hierdoor is er onderscheid tussen voltijd- en deeltijdopleidingen binnen Instituut Archimedes in: Tijdstip lessen Plenaire bijeenkomsten voor voltijdstudenten zijn in principe geroosterd van maandag t/m vrijdag van 8.3018.00 uur. Bij uitzondering kan een les in de avonduren geroosterd zijn. Plenaire bijeenkomsten voor deeltijdstudenten zijn geroosterd op twee dagdelen (middag en avond, ochtend en middag) op 1 dag in de week, omdat zij naast de opleiding ook werken. Zie voor een toelichting hoofdstuk 6 van de Studiegids. Contacttijd De gemiddelde contacttijd voor voltijdopleidingen is hoger dan voor deeltijdopleidingen. Van de deeltijdstudenten wordt meer zelfstudie gevraagd. De contacttijd per onderwijseenheid is opgenomen in de cursusbeschrijvingen in de studiegids. Studie en Werk In deze onderwijseenheden zijn studieloopbaanbegeleiding en werkplekleren/stage geïntegreerd. De doelstellingen van deze onderwijseenheden zijn voor beide varianten gelijk. De inrichting is afgestemd op de doelgroep en daarmee verschillend ingevuld voor voltijd- en deeltijdstudenten. De studieloopbaanbegeleiding wordt daardoor anders vormgegeven en opgebouwd. En de deeltijdstudent hoeft minder uren werkplekleren/stage te doen, omdat zij veelal al werken in het onderwijs en de competenties sneller ontwikkelen dan de voltijdstudent. Zie voor een nadere toelichting de cursusbeschrijvingen van de onderwijseenheden ‘Studie en Werk’ in de studiegids. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 5. B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Frans 5.1. De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding : B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Frans Engelse naam : B Teacher Education in French CROHO-nummer : 35196 Aangeboden te : Utrecht Loting : Geen Afstudeerrichting(en) : Varianten : voltijd en deeltijd Graad : Bachelor of Education Afkorting graad : BEd Studielast : totaal: 240 EC Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit Major (150 EC) en profileringsruimte (30 EC) Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties : 1) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid. Hij is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag én van de invloed daarvan op de leerlingen/deelnemers. Hij heeft ook voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen/deelnemers tot stand te brengen. 2) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. De leraar realiseert zo'n veilige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 3) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn vakinhoudelijke en didactische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende inhoudelijke en didactische kennis en vaardigheid om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich op een goede manier de leerinhouden van een bepaald vak op beroep eigen kunnen maken. De leraar realiseert zo'n krachtige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 4) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn groepen en zijn andere contacten met leerlingen/deelnemers een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. In alle opzichten voor hemzelf, zijn collega’s en vooral voor de leerlingen/deelnemers helder. En dat op een professionele, planmatige manier. 5) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie. 6) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met bedrijven of instellingen om hun gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven in het opleiden van de leerling. En hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de leerlingen/deelnemers en bij zijn school. 7) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling. Hij onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar. Algemene inrichting: OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 5.2. Propedeutisch examen De propedeutische fase van deze opleiding kent een propedeutisch examen (artikel 28 OER). Het propedeutisch examen bestaat uit de volgende onderdelen: Het domein Vak, gericht op de verwerving van de vakinhoud en vakdidactiek. Het domein Beroep, gericht op de verwerving van de generieke kennis en vaardigheiden, waaronder Studie en Werk, praktijkleren en studieloopbaanbegeleiding In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 5.3. Vooropleidingseisen 5.3.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, nadere vooropleidingseisen. De nadere vooropleidingseisen zijn: HAVO: C&M - met franse taal & cultuur E&M - met franse taal & cultuur N&G - met franse taal & cultuur N&T - met franse taal & cultuur VWO: C&M - direct toelaatbaar E&M - direct toelaatbaar N&G - direct toelaatbaar N&T - direct toelaatbaar MBO: Met een diploma van een MBO-opleiding op niveau 4 ben je zonder meer toelaatbaar. 5.3.2 Voor deze opleiding (voltijd en deeltijd) kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Het nader onderzoek bestaat uit een deficiëntietoets voor het vak Frans. Voor het maken van de toets kan een afspraak gemaakt worden met de toelatingscommissie FE door een e-mailbericht te sturen aan [email protected]. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 5.4. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (artikel 24 OER) De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 5.5. Studieadvies 5.5.1 Studieadvies deeltijd Voor de deeltijdvariant van deze bacheloropleiding geldt dezelfde norm, maar dient aan deze norm te zijn voldaan aan het einde van het tweede jaar van inschrijving. Het tussentijds studieadvies als bedoeld in artikel 23 lid 11 OER zal voor de deeltijdvariant aan het einde van het eerste jaar van inschrijving worden afgegeven. In geval van een opgeschort studieadvies wegens persoonlijke omstandigheden wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het derde jaar van inschrijving. Hiermee is gebruik gemaakt van de mogelijkheid in artikel 23 lid 1 OER om het studieadvies voor de deeltijdvariant op een ander tijdstip dan aan het einde van het eerste jaar van inschrijving af te geven. 5.5.2 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 5.6. Verplichte vakinhoudelijke en vakdidactische kennis 5.6.1 Kennisbasis OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 5.6.2 Voor het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma van de tweedegraads lerarenopleiding Frans geldt dat de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Digitale kennistoetsen De vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Vanaf 2014 zal een digitale kennistoets onderdeel uitmaken van de opleiding. Studenten die instromen in het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma vanaf studiejaar 2012 moeten aan de landelijke kennistoets voldoen. Een voldoende resultaat voor de landelijke kennistoets vormt een onderdeel van het bachelor examen. 5.7. De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding. De bacheloropleidingen voltijd en deeltijd binnen Instituut Archimedes leiden op tot dezelfde eindkwalificaties. Het examenprogramma van de voltijd- en deeltijdopleiding is daarom aan elkaar gelijk. Met uitzondering van: Assessment jaar 1 In het programma van de deeltijdopleidingen is de onderwijseenheid “intakeassessment deeltijd” opgenomen. In het programma van de voltijdopleidingen is de onderwijseenheid “assessment hoofdfasebekwaam voltijd” opgenomen. Hiermee wordt aangesloten bij het verschil in beide doelgroepen. De deeltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het intakeassessment waarbij zij zich bewust worden van de (werk)ervaringen die zij meebrengen bij de start van deze opleiding. De voltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het hoofdfasebekwaamassessment waarbij de nadruk ligt op de vraag “Ben ik geschikt voor deze opleiding en voor dit beroep?”. Zie voor een nadere toelichting de relevante cursusbeschrijvingen in de studiegids. De inrichting van de voltijd- en deeltijdopleidingen is op een aantal punten aangepast aan de doelgroep. Hierdoor is er onderscheid tussen voltijd- en deeltijdopleidingen binnen Instituut Archimedes in: Tijdstip lessen Plenaire bijeenkomsten voor voltijdstudenten zijn in principe geroosterd van maandag t/m vrijdag van 8.3018.00 uur. Bij uitzondering kan een les in de avonduren geroosterd zijn. Plenaire bijeenkomsten voor deeltijdstudenten zijn geroosterd op twee dagdelen (middag en avond, ochtend en middag) op 1 dag in de week, omdat zij naast de opleiding ook werken. Zie voor een toelichting hoofdstuk 6 van de Studiegids. Contacttijd De gemiddelde contacttijd voor voltijdopleidingen is hoger dan voor deeltijdopleidingen. Van de deeltijdstudenten wordt meer zelfstudie gevraagd. De contacttijd per onderwijseenheid is opgenomen in de cursusbeschrijvingen in de studiegids. Studie en Werk In deze onderwijseenheden zijn studieloopbaanbegeleiding en werkplekleren/stage geïntegreerd. De doelstellingen van deze onderwijseenheden zijn voor beide varianten gelijk. De inrichting is afgestemd op de doelgroep en daarmee verschillend ingevuld voor voltijd- en deeltijdstudenten. De studieloopbaanbegeleiding wordt daardoor anders vormgegeven en opgebouwd. En de deeltijdstudent hoeft minder uren werkplekleren/stage te doen, omdat zij veelal al werken in het onderwijs en de competenties sneller ontwikkelen dan de voltijdstudent. Zie voor een nadere toelichting de cursusbeschrijvingen van de onderwijseenheden ‘Studie en Werk’ in de studiegids. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 6. B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Geschiedenis 6.1. De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding : B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Geschiedenis Engelse naam : B Teacher Education in History CROHO-nummer : 35197 Aangeboden te : Utrecht Loting : Geen Afstudeerrichting(en) : Varianten : voltijd en deeltijd Graad : Bachelor of Education Afkorting graad : BEd Studielast : totaal: 240 EC Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit Major (150 EC) en profileringsruimte (30 EC) Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties : 1) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid. Hij is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag én van de invloed daarvan op de leerlingen/deelnemers. Hij heeft ook voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen/deelnemers tot stand te brengen. 2) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. De leraar realiseert zo'n veilige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 3) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn vakinhoudelijke en didactische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende inhoudelijke en didactische kennis en vaardigheid om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich op een goede manier de leerinhouden van een bepaald vak op beroep eigen kunnen maken. De leraar realiseert zo'n krachtige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 4) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn groepen en zijn andere contacten met leerlingen/deelnemers een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. In alle opzichten voor hemzelf, zijn collega’s en vooral voor de leerlingen/deelnemers helder. En dat op een professionele, planmatige manier. 5) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie. 6) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met bedrijven of instellingen om hun gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven in het opleiden van de leerling. En hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de leerlingen/deelnemers en bij zijn school. 7) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling. Hij onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar. Algemene inrichting: OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 6.2. Propedeutisch examen De propedeutische fase van deze opleiding kent een propedeutisch examen (artikel 28 OER). Het propedeutisch examen bestaat uit de volgende onderdelen: Het domein Vak, gericht op de verwerving van de vakinhoud en vakdidactiek. Het domein Beroep, gericht op de verwerving van de generieke kennis en vaardigheiden, waaronder Studie en Werk, praktijkleren en studieloopbaanbegeleiding In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 6.3. Vooropleidingseisen 6.3.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, nadere vooropleidingseisen. De nadere vooropleidingseisen zijn: HAVO: C&M - direct toelaatbaar E&M - direct toelaatbaar N&G - direct toelaatbaar N&T - direct toelaatbaar VWO: C&M - direct toelaatbaar E&M - direct toelaatbaar N&G - direct toelaatbaar N&T - direct toelaatbaar MBO: Met een diploma van een MBO-opleiding op niveau 4 ben je zonder meer toelaatbaar. 6.3.2 Voor deze opleiding (voltijd en deeltijd) kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Het nader onderzoek bestaat uit een deficiëntietoets voor het vak Geschiedenis. Voor het maken van de toets kan een afspraak gemaakt worden met de toelatingscommissie FE door een e-mailbericht te sturen aan [email protected]. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 6.4. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (artikel 24 OER) De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 6.5. Studieadvies 6.5.1 Studieadvies deeltijd Voor de deeltijdvariant van deze bacheloropleiding geldt dezelfde norm, maar dient aan deze norm te zijn voldaan aan het einde van het tweede jaar van inschrijving. Het tussentijds studieadvies als bedoeld in artikel 23 lid 11 OER zal voor de deeltijdvariant aan het einde van het eerste jaar van inschrijving worden afgegeven. In geval van een opgeschort studieadvies wegens persoonlijke omstandigheden wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het derde jaar van inschrijving. Hiermee is gebruik gemaakt van de mogelijkheid in artikel 23 lid 1 OER om het studieadvies voor de deeltijdvariant op een ander tijdstip dan aan het einde van het eerste jaar van inschrijving af te geven. 6.5.2 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 6.6. Verplichte vakinhoudelijke en vakdidactische kennis 6.6.1 Kennisbasis OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 6.6.2 Voor het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma van de tweedegraads lerarenopleiding Geschiedenis geldt dat de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Digitale kennistoetsen De vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Vanaf 2013 zal een digitale kennistoets onderdeel uitmaken van de opleiding. Studenten die instromen in het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma vanaf studiejaar 2011 moeten aan de landelijke kennistoets voldoen. Een voldoende resultaat voor de landelijke kennistoets vormt onderdeel van het bachelor examen. 6.7. De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding. De bacheloropleidingen voltijd en deeltijd binnen Instituut Archimedes leiden op tot dezelfde eindkwalificaties. Het examenprogramma van de voltijd- en deeltijdopleiding is daarom aan elkaar gelijk. Met uitzondering van: Assessment jaar 1 In het programma van de deeltijdopleidingen is de onderwijseenheid “intakeassessment deeltijd” opgenomen. In het programma van de voltijdopleidingen is de onderwijseenheid “assessment hoofdfasebekwaam voltijd” opgenomen. Hiermee wordt aangesloten bij het verschil in beide doelgroepen. De deeltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het intakeassessment waarbij zij zich bewust worden van de (werk)ervaringen die zij meebrengen bij de start van deze opleiding. De voltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het hoofdfasebekwaamassessment waarbij de nadruk ligt op de vraag “Ben ik geschikt voor deze opleiding en voor dit beroep?”. Zie voor een nadere toelichting de relevante cursusbeschrijvingen in de studiegids. De inrichting van de voltijd- en deeltijdopleidingen is op een aantal punten aangepast aan de doelgroep. Hierdoor is er onderscheid tussen voltijd- en deeltijdopleidingen binnen Instituut Archimedes in: Tijdstip lessen Plenaire bijeenkomsten voor voltijdstudenten zijn in principe geroosterd van maandag t/m vrijdag van 8.3018.00 uur. Bij uitzondering kan een les in de avonduren geroosterd zijn. Plenaire bijeenkomsten voor deeltijdstudenten zijn geroosterd op twee dagdelen (middag en avond, ochtend en middag) op 1 dag in de week, omdat zij naast de opleiding ook werken. Zie voor een toelichting hoofdstuk 6 van de Studiegids. Contacttijd De gemiddelde contacttijd voor voltijdopleidingen is hoger dan voor deeltijdopleidingen. Van de deeltijdstudenten wordt meer zelfstudie gevraagd. De contacttijd per onderwijseenheid is opgenomen in de cursusbeschrijvingen in de studiegids. Studie en Werk In deze onderwijseenheden zijn studieloopbaanbegeleiding en werkplekleren/stage geïntegreerd. De doelstellingen van deze onderwijseenheden zijn voor beide varianten gelijk. De inrichting is afgestemd op de doelgroep en daarmee verschillend ingevuld voor voltijd- en deeltijdstudenten. De studieloopbaanbegeleiding wordt daardoor anders vormgegeven en opgebouwd. En de deeltijdstudent hoeft minder uren werkplekleren/stage te doen, omdat zij veelal al werken in het onderwijs en de competenties sneller ontwikkelen dan de voltijdstudent. Zie voor een nadere toelichting de cursusbeschrijvingen van de onderwijseenheden ‘Studie en Werk’ in de studiegids. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 7. B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Nederlands 7.1. De kerngegevens van deze opleiding Naam opleiding : B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Nederlands Engelse naam : B Teacher Education in Dutch CROHO-nummer : 35198 Aangeboden te : Utrecht Loting : Geen Afstudeerrichting(en) : Varianten : voltijd en deeltijd Graad : Bachelor of Education Afkorting graad : BEd Studielast : totaal: 240 EC Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit Major (150 EC) en profileringsruimte (30 EC) Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties : 1) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid. Hij is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag én van de invloed daarvan op de leerlingen/deelnemers. Hij heeft ook voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen/deelnemers tot stand te brengen. 2) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. De leraar realiseert zo'n veilige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 3) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn vakinhoudelijke en didactische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende inhoudelijke en didactische kennis en vaardigheid om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich op een goede manier de leerinhouden van een bepaald vak op beroep eigen kunnen maken. De leraar realiseert zo'n krachtige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 4) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn groepen en zijn andere contacten met leerlingen/deelnemers een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. In alle opzichten voor hemzelf, zijn collega’s en vooral voor de leerlingen/deelnemers helder. En dat op een professionele, planmatige manier. 5) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie. 6) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met bedrijven of instellingen om hun gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven in het opleiden van de leerling. En hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de leerlingen/deelnemers en bij zijn school. 7) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling. Hij onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar. Algemene inrichting: OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 7.2. Propedeutisch examen De propedeutische fase van deze opleiding kent een propedeutisch examen (artikel 28 OER). Het propedeutisch examen bestaat uit de volgende onderdelen: Het domein Vak, gericht op de verwerving van de vakinhoud en vakdidactiek. Het domein Beroep, gericht op de verwerving van de generieke kennis en vaardigheiden, waaronder Studie en Werk, praktijkleren en studieloopbaanbegeleiding In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 7.3. Vooropleidingseisen Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 7.4. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (artikel 24 OER) Deze opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 7.5. Studieadvies 7.5.1 Studieadvies deeltijd Voor de deeltijdvariant van deze bacheloropleiding geldt dezelfde norm, maar dient aan deze norm te zijn voldaan aan het einde van het tweede jaar van inschrijving. Het tussentijds studieadvies als bedoeld in artikel 23 lid 11 OER zal voor de deeltijdvariant aan het einde van het eerste jaar van inschrijving worden afgegeven. In geval van een opgeschort studieadvies wegens persoonlijke omstandigheden wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het derde jaar van inschrijving. Hiermee is gebruik gemaakt van de mogelijkheid in artikel 23 lid 1 OER om het studieadvies voor de deeltijdvariant op een ander tijdstip dan aan het einde van het eerste jaar van inschrijving af te geven. 7.5.2 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 7.6. Verplichte vakinhoudelijke en vakdidactische kennis 7.6.1 Kennisbasis Voor het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma van de tweedegraads lerarenopleiding Nederlands geldt dat de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. 7.6.2 Digitale kennistoetsen De vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Vanaf 2013 zal een digitale kennistoets onderdeel uitmaken van de opleiding. Studenten die instromen in het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma vanaf studiejaar 2011 moeten aan de landelijke kennistoets voldoen. Een voldoende resultaat voor de landelijke kennistoets vormt onderdeel van het bachelor examen. 7.7. De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding. De bacheloropleidingen voltijd en deeltijd binnen Instituut Archimedes leiden op tot dezelfde eindkwalificaties. Het examenprogramma van de voltijd- en deeltijdopleiding is daarom aan elkaar gelijk. Met uitzondering van: Assessment jaar 1 In het programma van de deeltijdopleidingen is de onderwijseenheid “intakeassessment deeltijd” opgenomen. In het programma van de voltijdopleidingen is de onderwijseenheid “assessment hoofdfasebekwaam voltijd” opgenomen. Hiermee wordt aangesloten bij het verschil in beide doelgroepen. De deeltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het intakeassessment waarbij zij zich bewust worden van de (werk)ervaringen die zij meebrengen bij de start van deze opleiding. De voltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het hoofdfasebekwaamassessment waarbij de nadruk ligt op de vraag OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie “Ben ik geschikt voor deze opleiding en voor dit beroep?”. Zie voor een nadere toelichting de relevante cursusbeschrijvingen in de studiegids. De inrichting van de voltijd- en deeltijdopleidingen is op een aantal punten aangepast aan de doelgroep. Hierdoor is er onderscheid tussen voltijd- en deeltijdopleidingen binnen Instituut Archimedes in: Tijdstip lessen Plenaire bijeenkomsten voor voltijdstudenten zijn in principe geroosterd van maandag t/m vrijdag van 8.3018.00 uur. Bij uitzondering kan een les in de avonduren geroosterd zijn. Plenaire bijeenkomsten voor deeltijdstudenten zijn geroosterd op twee dagdelen (middag en avond, ochtend en middag) op 1 dag in de week, omdat zij naast de opleiding ook werken. Zie voor een toelichting hoofdstuk 6 van de Studiegids. Contacttijd De gemiddelde contacttijd voor voltijdopleidingen is hoger dan voor deeltijdopleidingen. Van de deeltijdstudenten wordt meer zelfstudie gevraagd. De contacttijd per onderwijseenheid is opgenomen in de cursusbeschrijvingen in de studiegids. Studie en Werk In deze onderwijseenheden zijn studieloopbaanbegeleiding en werkplekleren/stage geïntegreerd. De doelstellingen van deze onderwijseenheden zijn voor beide varianten gelijk. De inrichting is afgestemd op de doelgroep en daarmee verschillend ingevuld voor voltijd- en deeltijdstudenten. De studieloopbaanbegeleiding wordt daardoor anders vormgegeven en opgebouwd. En de deeltijdstudent hoeft minder uren werkplekleren/stage te doen, omdat zij veelal al werken in het onderwijs en de competenties sneller ontwikkelen dan de voltijdstudent. Zie voor een nadere toelichting de cursusbeschrijvingen van de onderwijseenheden ‘Studie en Werk’ in de studiegids. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 8. B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Scheikunde 8.1. De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding : B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Scheikunde Engelse naam : B Teacher Education in Chemics CROHO-nummer : 35199 Aangeboden te : Utrecht Loting : Geen Afstudeerrichting(en) : Varianten : voltijd en deeltijd Graad : Bachelor of Education Afkorting graad : BEd Studielast : totaal: 240 EC Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit Major (150 EC) en profileringsruimte (30 EC) Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties : 1) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid. Hij is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag én van de invloed daarvan op de leerlingen/deelnemers. Hij heeft ook voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen/deelnemers tot stand te brengen. 2) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. De leraar realiseert zo'n veilige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 3) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn vakinhoudelijke en didactische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende inhoudelijke en didactische kennis en vaardigheid om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich op een goede manier de leerinhouden van een bepaald vak op beroep eigen kunnen maken. De leraar realiseert zo'n krachtige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 4) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn groepen en zijn andere contacten met leerlingen/deelnemers een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. In alle opzichten voor hemzelf, zijn collega’s en vooral voor de leerlingen/deelnemers helder. En dat op een professionele, planmatige manier. 5) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie. 6) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met bedrijven of instellingen om hun gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven in het opleiden van de leerling. En hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de leerlingen/deelnemers en bij zijn school. 7) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling. Hij onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar. Algemene inrichting: OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 8.2. Propedeutisch examen De propedeutische fase van deze opleiding kent een propedeutisch examen (artikel 28 OER). Het propedeutisch examen bestaat uit de volgende onderdelen: Het domein Vak, gericht op de verwerving van de vakinhoud en vakdidactiek. Het domein Beroep, gericht op de verwerving van de generieke kennis en vaardigheiden, waaronder Studie en Werk, praktijkleren en studieloopbaanbegeleiding In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 8.3. Vooropleidingseisen 8.3.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, nadere vooropleidingseisen. De nadere vooropleidingseisen zijn: HAVO: C&M - niet toelaatbaar E&M - niet toelaatbaar N&G - direct toelaatbaar N&T - direct toelaatbaar VWO: C&M - niet toelaatbaar E&M - met scheikunde N&G - direct toelaatbaar N&T - direct toelaatbaar MBO: Met een diploma van een MBO-opleiding op niveau 4 ben je zonder meer toelaatbaar. 8.3.2 Voor deze opleiding (voltijd en deeltijd) kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Het nader onderzoek bestaat uit een deficiëntietoets voor het vak Scheikunde. Voor het maken van de toets kan een afspraak gemaakt worden met de toelatingscommissie FE door een e-mailbericht te sturen aan [email protected]. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 8.4. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (artikel 24 OER) Deze opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 8.5. Studieadvies 8.5.1 Studieadvies deeltijd Voor de deeltijdvariant van deze bacheloropleiding geldt dezelfde norm, maar dient aan deze norm te zijn voldaan aan het einde van het tweede jaar van inschrijving. Het tussentijds studieadvies als bedoeld in artikel 23 lid 11 OER zal voor de deeltijdvariant aan het einde van het eerste jaar van inschrijving worden afgegeven. In geval van een opgeschort studieadvies wegens persoonlijke omstandigheden wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het derde jaar van inschrijving. Hiermee is gebruik gemaakt van de mogelijkheid in artikel 23 lid 1 OER om het studieadvies voor de deeltijdvariant op een ander tijdstip dan aan het einde van het eerste jaar van inschrijving af te geven. 8.5.2 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 8.6. Verplichte vakinhoudelijke en vakdidactische kennis 8.6.1 Kennisbasis OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 8.6.2 Voor het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma van de tweedegraads lerarenopleiding Scheikunde geldt dat de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Digitale kennistoetsen De vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Vanaf 2014 zal een digitale kennistoets onderdeel uitmaken van de opleiding. Studenten die instromen in het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma vanaf studiejaar 2012 moeten aan de landelijke kennistoets voldoen. Een voldoende resultaat voor de landelijke kennistoets vormt een onderdeel van het bachelor examen. 8.7. De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding. De bacheloropleidingen voltijd en deeltijd binnen Instituut Archimedes leiden op tot dezelfde eindkwalificaties. Het examenprogramma van de voltijd- en deeltijdopleiding is daarom aan elkaar gelijk. Met uitzondering van: Assessment jaar 1 In het programma van de deeltijdopleidingen is de onderwijseenheid “intakeassessment deeltijd” opgenomen. In het programma van de voltijdopleidingen is de onderwijseenheid “assessment hoofdfasebekwaam voltijd” opgenomen. Hiermee wordt aangesloten bij het verschil in beide doelgroepen. De deeltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het intakeassessment waarbij zij zich bewust worden van de (werk)ervaringen die zij meebrengen bij de start van deze opleiding. De voltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het hoofdfasebekwaamassessment waarbij de nadruk ligt op de vraag “Ben ik geschikt voor deze opleiding en voor dit beroep?”. Zie voor een nadere toelichting de relevante cursusbeschrijvingen in de studiegids. De onderwijseenheid “Eerste klas beta project” wordt alleen aan voltijdstudenten gegeven. Het bevat een aantal lessen (vak)didactiek, gevolgd door een project in een school waar de studenten in groepen de opgedane kennis moeten toepassen. Omdat de werkvorm ‘project’ in deze vorm voor deeltijdstudenten niet uitvoerbaar is, krijgen zij per opleiding een onderwijseenheid (vak)didactiek, waarmee zij aan gelijke doelstellingen werken. Zie voor een nadere toelichting de relevante cursusbeschrijvingen in de studiegids. De inrichting van de voltijd- en deeltijdopleidingen is op een aantal punten aangepast aan de doelgroep. Hierdoor is er onderscheid tussen voltijd- en deeltijdopleidingen binnen Instituut Archimedes in: Tijdstip lessen Plenaire bijeenkomsten voor voltijdstudenten zijn in principe geroosterd van maandag t/m vrijdag van 8.3018.00 uur. Bij uitzondering kan een les in de avonduren geroosterd zijn. Plenaire bijeenkomsten voor deeltijdstudenten zijn geroosterd op twee dagdelen (middag en avond, ochtend en middag) op 1 dag in de week, omdat zij naast de opleiding ook werken. Zie voor een toelichting hoofdstuk 6 van de Studiegids. Contacttijd De gemiddelde contacttijd voor voltijdopleidingen is hoger dan voor deeltijdopleidingen. Van de deeltijdstudenten wordt meer zelfstudie gevraagd. De contacttijd per onderwijseenheid is opgenomen in de cursusbeschrijvingen in de studiegids. Studie en Werk In deze onderwijseenheden zijn studieloopbaanbegeleiding en werkplekleren/stage geïntegreerd. De doelstellingen van deze onderwijseenheden zijn voor beide varianten gelijk. De inrichting is afgestemd op de doelgroep en daarmee verschillend ingevuld voor voltijd- en deeltijdstudenten. De studieloopbaanbegeleiding wordt daardoor anders vormgegeven en opgebouwd. En de deeltijdstudent hoeft minder uren werkplekleren/stage te doen, omdat zij veelal al werken in het onderwijs en de competenties sneller ontwikkelen dan de voltijdstudent. Zie voor een nadere toelichting de cursusbeschrijvingen van de onderwijseenheden ‘Studie en Werk’ in de studiegids. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 9. B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Aardrijkskunde 9.1. De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding : B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Aardrijkskunde Engelse naam : B Teacher Education in Geography CROHO-nummer : 35201 Aangeboden te : Utrecht Loting : Geen Afstudeerrichting(en) : Varianten : voltijd en deeltijd Graad : Bachelor of Education Afkorting graad : BEd Studielast : totaal: 240 EC Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit Major (150 EC) en profileringsruimte (30 EC) Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties : 1) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid. Hij is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag én van de invloed daarvan op de leerlingen/deelnemers. Hij heeft ook voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen/deelnemers tot stand te brengen. 2) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. De leraar realiseert zo'n veilige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 3) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn vakinhoudelijke en didactische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende inhoudelijke en didactische kennis en vaardigheid om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich op een goede manier de leerinhouden van een bepaald vak op beroep eigen kunnen maken. De leraar realiseert zo'n krachtige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 4) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn groepen en zijn andere contacten met leerlingen/deelnemers een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. In alle opzichten voor hemzelf, zijn collega’s en vooral voor de leerlingen/deelnemers helder. En dat op een professionele, planmatige manier. 5) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie. 6) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met bedrijven of instellingen om hun gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven in het opleiden van de leerling. En hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de leerlingen/deelnemers en bij zijn school. 7) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling. Hij onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar. Algemene inrichting: OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 9.2. Propedeutisch examen De propedeutische fase van deze opleiding kent een propedeutisch examen (artikel 28 OER). Het propedeutisch examen bestaat uit de volgende onderdelen: Het domein Vak, gericht op de verwerving van de vakinhoud en vakdidactiek. Het domein Beroep, gericht op de verwerving van de generieke kennis en vaardigheiden, waaronder Studie en Werk, praktijkleren en studieloopbaanbegeleiding In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 9.3. Vooropleidingseisen 9.3.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, nadere vooropleidingseisen. De nadere vooropleidingseisen zijn: HAVO: C&M - direct toelaatbaar E&M - direct toelaatbaar N&G - direct toelaatbaar N&T - direct toelaatbaar VWO: C&M - direct toelaatbaar E&M - direct toelaatbaar N&G - direct toelaatbaar N&T - direct toelaatbaar MBO: Met een diploma van een MBO-opleiding op niveau 4 ben je zonder meer toelaatbaar. 9.3.2 Voor deze opleiding (voltijd en deeltijd) kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Het nader onderzoek bestaat uit een deficiëntietoets voor het vak Aardrijkskunde. Voor het maken van de toets kan een afspraak gemaakt worden met de toelatingscommissie FE door een emailbericht te sturen aan [email protected]. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 9.4. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (artikel 24 OER) De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 9.5. Studieadvies 9.5.1 Studieadvies deeltijd Voor de deeltijdvariant van deze bacheloropleiding geldt dezelfde norm, maar dient aan deze norm te zijn voldaan aan het einde van het tweede jaar van inschrijving. Het tussentijds studieadvies als bedoeld in artikel 23 lid 11 OER zal voor de deeltijdvariant aan het einde van het eerste jaar van inschrijving worden afgegeven. In geval van een opgeschort studieadvies wegens persoonlijke omstandigheden wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het derde jaar van inschrijving. Hiermee is gebruik gemaakt van de mogelijkheid in artikel 23 lid 1 OER om het studieadvies voor de deeltijdvariant op een ander tijdstip dan aan het einde van het eerste jaar van inschrijving af te geven. 9.5.2 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 9.6. Verplichte vakinhoudelijke en vakdidactische kennis 9.6.1 Kennisbasis OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 9.6.2 Voor het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma van de tweedegraads lerarenopleiding Aardrijkskunde geldt dat de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Digitale kennistoetsen De vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Vanaf 2013 zal een digitale kennistoets onderdeel uitmaken van de opleiding. Studenten die instromen in het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma vanaf studiejaar 2011 moeten aan de landelijke kennistoets voldoen. Een voldoende resultaat voor de landelijke kennistoets vormt onderdeel van het bachelor examen. 9.7. De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding. De bacheloropleidingen voltijd en deeltijd binnen Instituut Archimedes leiden op tot dezelfde eindkwalificaties. Het examenprogramma van de voltijd- en deeltijdopleiding is daarom aan elkaar gelijk. Met uitzondering van: Assessment jaar 1 In het programma van de deeltijdopleidingen is de onderwijseenheid “intakeassessment deeltijd” opgenomen. In het programma van de voltijdopleidingen is de onderwijseenheid “assessment hoofdfasebekwaam voltijd” opgenomen. Hiermee wordt aangesloten bij het verschil in beide doelgroepen. De deeltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het intakeassessment waarbij zij zich bewust worden van de (werk)ervaringen die zij meebrengen bij de start van deze opleiding. De voltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het hoofdfasebekwaamassessment waarbij de nadruk ligt op de vraag “Ben ik geschikt voor deze opleiding en voor dit beroep?”. Zie voor een nadere toelichting de relevante cursusbeschrijvingen in de studiegids. De inrichting van de voltijd- en deeltijdopleidingen is op een aantal punten aangepast aan de doelgroep. Hierdoor is er onderscheid tussen voltijd- en deeltijdopleidingen binnen Instituut Archimedes in: Tijdstip lessen Plenaire bijeenkomsten voor voltijdstudenten zijn in principe geroosterd van maandag t/m vrijdag van 8.3018.00 uur. Bij uitzondering kan een les in de avonduren geroosterd zijn. Plenaire bijeenkomsten voor deeltijdstudenten zijn geroosterd op twee dagdelen (middag en avond, ochtend en middag) op 1 dag in de week, omdat zij naast de opleiding ook werken. Zie voor een toelichting hoofdstuk 6 van de Studiegids. Contacttijd De gemiddelde contacttijd voor voltijdopleidingen is hoger dan voor deeltijdopleidingen. Van de deeltijdstudenten wordt meer zelfstudie gevraagd. De contacttijd per onderwijseenheid is opgenomen in de cursusbeschrijvingen in de studiegids. Studie en Werk In deze onderwijseenheden zijn studieloopbaanbegeleiding en werkplekleren/stage geïntegreerd. De doelstellingen van deze onderwijseenheden zijn voor beide varianten gelijk. De inrichting is afgestemd op de doelgroep en daarmee verschillend ingevuld voor voltijd- en deeltijdstudenten. De studieloopbaanbegeleiding wordt daardoor anders vormgegeven en opgebouwd. En de deeltijdstudent hoeft minder uren werkplekleren/stage te doen, omdat zij veelal al werken in het onderwijs en de competenties sneller ontwikkelen dan de voltijdstudent. Zie voor een nadere toelichting de cursusbeschrijvingen van de onderwijseenheden ‘Studie en Werk’ in de studiegids. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 10. B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Wiskunde 10.1. De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding : B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Wiskunde Engelse naam : B Teacher Education in Mathematics CROHO-nummer : 35221 Aangeboden te : Utrecht Loting : Geen Afstudeerrichting(en) : Varianten : voltijd en deeltijd Graad : Bachelor of Education Afkorting graad : BEd Studielast : totaal: 240 EC Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit Major (150 EC) en profileringsruimte (30 EC) Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties : 1) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid. Hij is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag én van de invloed daarvan op de leerlingen/deelnemers. Hij heeft ook voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen/deelnemers tot stand te brengen. 2) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. De leraar realiseert zo'n veilige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 3) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn vakinhoudelijke en didactische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende inhoudelijke en didactische kennis en vaardigheid om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich op een goede manier de leerinhouden van een bepaald vak op beroep eigen kunnen maken. De leraar realiseert zo'n krachtige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 4) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn groepen en zijn andere contacten met leerlingen/deelnemers een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. In alle opzichten voor hemzelf, zijn collega’s en vooral voor de leerlingen/deelnemers helder. En dat op een professionele, planmatige manier. 5) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie. 6) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met bedrijven of instellingen om hun gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven in het opleiden van de leerling. En hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de leerlingen/deelnemers en bij zijn school. 7) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling. Hij onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar. Algemene inrichting: OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 10.2. Propedeutisch examen De propedeutische fase van deze opleiding kent een propedeutisch examen (artikel 28 OER). Het propedeutisch examen bestaat uit de volgende onderdelen: Het domein Vak, gericht op de verwerving van de vakinhoud en vakdidactiek. Het domein Beroep, gericht op de verwerving van de generieke kennis en vaardigheiden, waaronder Studie en Werk, praktijkleren en studieloopbaanbegeleiding In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 10.3. 10.3.1 Vooropleidingseisen Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, nadere vooropleidingseisen. De nadere vooropleidingseisen zijn: HAVO: C&M - met wiskunde B E&M - met wiskunde B N&G - met wiskunde B N&T - direct toelaatbaar VWO: C&M - met wiskunde A of wiskunde B E&M - direct toelaatbaar N&G - direct toelaatbaar N&T - direct toelaatbaar 10.3.2 MBO: Met een diploma van een MBO-opleiding op niveau 4 ben je zonder meer toelaatbaar. Voor deze opleiding (voltijd en deeltijd) kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Het nader onderzoek bestaat uit een deficiëntietoets voor het vak Wiskunde. Voor het maken van de toets kan een afspraak gemaakt worden met de toelatingscommissie FE door een e-mailbericht te sturen aan [email protected]. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 10.4. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (artikel 24 OER) De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 10.5. 10.5.1 Studieadvies Studieadvies deeltijd Voor de deeltijdvariant van deze bacheloropleiding geldt dezelfde norm, maar dient aan deze norm te zijn voldaan aan het einde van het tweede jaar van inschrijving. Het tussentijds studieadvies als bedoeld in artikel 23 lid 11 OER zal voor de deeltijdvariant aan het einde van het eerste jaar van inschrijving worden afgegeven. In geval van een opgeschort studieadvies wegens persoonlijke omstandigheden wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het derde jaar van inschrijving. Hiermee is gebruik gemaakt van de mogelijkheid in artikel 23 lid 1 OER om het studieadvies voor de deeltijdvariant op een ander tijdstip dan aan het einde van het eerste jaar van inschrijving af te geven. Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 10.5.2 10.6. Verplichte vakinhoudelijke en vakdidactische kennis OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 10.6.1 10.6.2 10.7. Kennisbasis Voor het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma van de tweedegraads lerarenopleiding Wiskunde geldt dat de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Digitale kennistoetsen De vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Vanaf 2013 zal een digitale kennistoets onderdeel uitmaken van de opleiding. Studenten die instromen in het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma vanaf studiejaar 2011 moeten aan de landelijke kennistoets voldoen. Een voldoende resultaat voor de landelijke kennistoets vormt onderdeel van het bachelor examen. De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding. De bacheloropleidingen voltijd en deeltijd binnen Instituut Archimedes leiden op tot dezelfde eindkwalificaties. Het examenprogramma van de voltijd- en deeltijdopleiding is daarom aan elkaar gelijk. Met uitzondering van: Assessment jaar 1 In het programma van de deeltijdopleidingen is de onderwijseenheid “intakeassessment deeltijd” opgenomen. In het programma van de voltijdopleidingen is de onderwijseenheid “assessment hoofdfasebekwaam voltijd” opgenomen. Hiermee wordt aangesloten bij het verschil in beide doelgroepen. De deeltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het intakeassessment waarbij zij zich bewust worden van de (werk)ervaringen die zij meebrengen bij de start van deze opleiding. De voltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het hoofdfasebekwaamassessment waarbij de nadruk ligt op de vraag “Ben ik geschikt voor deze opleiding en voor dit beroep?”. Zie voor een nadere toelichting de relevante cursusbeschrijvingen in de studiegids. De onderwijseenheid “Eerste klas beta project” wordt alleen aan voltijdstudenten gegeven. Het bevat een aantal lessen (vak)didactiek, gevolgd door een project in een school waar de studenten in groepen de opgedane kennis moeten toepassen. Omdat de werkvorm ‘project’ in deze vorm voor deeltijdstudenten niet uitvoerbaar is, krijgen zij per opleiding een onderwijseenheid (vak)didactiek, waarmee zij aan gelijke doelstellingen werken. Zie voor een nadere toelichting de relevante cursusbeschrijvingen in de studiegids. De inrichting van de voltijd- en deeltijdopleidingen is op een aantal punten aangepast aan de doelgroep. Hierdoor is er onderscheid tussen voltijd- en deeltijdopleidingen binnen Instituut Archimedes in: Tijdstip lessen Plenaire bijeenkomsten voor voltijdstudenten zijn in principe geroosterd van maandag t/m vrijdag van 8.30-18.00 uur. Bij uitzondering kan een les in de avonduren geroosterd zijn. Plenaire bijeenkomsten voor deeltijdstudenten zijn geroosterd op twee dagdelen (middag en avond, ochtend en middag) op 1 dag in de week, omdat zij naast de opleiding ook werken. Zie voor een toelichting hoofdstuk 6 van de Studiegids. Contacttijd De gemiddelde contacttijd voor voltijdopleidingen is hoger dan voor deeltijdopleidingen. Van de deeltijdstudenten wordt meer zelfstudie gevraagd. De contacttijd per onderwijseenheid is opgenomen in de cursusbeschrijvingen in de studiegids. Studie en Werk In deze onderwijseenheden zijn studieloopbaanbegeleiding en werkplekleren/stage geïntegreerd. De doelstellingen van deze onderwijseenheden zijn voor beide varianten gelijk. De inrichting is afgestemd op de doelgroep en daarmee verschillend ingevuld voor voltijd- en deeltijdstudenten. De studieloopbaanbegeleiding wordt daardoor anders vormgegeven en opgebouwd. En de deeltijdstudent hoeft minder uren werkplekleren/stage te doen, omdat zij veelal al werken in het onderwijs en de competenties sneller ontwikkelen dan de voltijdstudent. Zie voor een nadere toelichting de cursusbeschrijvingen van de onderwijseenheden ‘Studie en Werk’ in de studiegids. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 11. B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Techniek 11.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding : B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Techniek Engelse naam : B Teacher Education in Technology CROHO-nummer : 35254 Aangeboden te : Utrecht Loting : Geen Afstudeerrichting(en) : Varianten : voltijd en deeltijd Graad : Bachelor of Education Afkorting graad : BEd Studielast : totaal: 240 EC Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit Major (150 EC) en profileringsruimte (30 EC) Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties : 1) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid. Hij is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag én van de invloed daarvan op de leerlingen/deelnemers. Hij heeft ook voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen/deelnemers tot stand te brengen. 2) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. De leraar realiseert zo'n veilige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 3) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn vakinhoudelijke en didactische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende inhoudelijke en didactische kennis en vaardigheid om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich op een goede manier de leerinhouden van een bepaald vak op beroep eigen kunnen maken. De leraar realiseert zo'n krachtige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 4) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn groepen en zijn andere contacten met leerlingen/deelnemers een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. In alle opzichten voor hemzelf, zijn collega’s en vooral voor de leerlingen/deelnemers helder. En dat op een professionele, planmatige manier. 5) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie. 6) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met bedrijven of instellingen om hun gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven in het opleiden van de leerling. En hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de leerlingen/deelnemers en bij zijn school. 7) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling. Hij onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar. Algemene inrichting: OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 11.2 Propedeutisch examen De propedeutische fase van deze opleiding kent een propedeutisch examen (artikel 28 OER). Het propedeutisch examen bestaat uit de volgende onderdelen: Het domein Vak, gericht op de verwerving van de vakinhoud en vakdidactiek. Het domein Beroep, gericht op de verwerving van de generieke kennis en vaardigheiden, waaronder Studie en Werk, praktijkleren en studieloopbaanbegeleiding In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 11.3 Vooropleidingseisen 11.3.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, nadere vooropleidingseisen. De nadere vooropleidingseisen zijn: HAVO: C&M - niet toelaatbaar E&M - niet toelaatbaar N&G - direct toelaatbaar N&T - direct toelaatbaar VWO: C&M - niet toelaatbaar E&M - met natuurkunde of natuur, leven en technologie N&G - direct toelaatbaar N&T - direct toelaatbaar MBO: Met een diploma van een MBO-opleiding op niveau 4 ben je zonder meer toelaatbaar. 11.3.2 Voor deze opleiding (voltijd en deeltijd) kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Het nader onderzoek bestaat uit een deficiëntietoets voor het vak Techniek. Voor het maken van de toets kan een afspraak gemaakt worden met de toelatingscommissie FE door een e-mailbericht te sturen aan [email protected]. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 11.4 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (artikel 24 OER) De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 11.5 Studieadvies 11.5.1 Studieadvies deeltijd Voor de deeltijdvariant van deze bacheloropleiding geldt dezelfde norm, maar dient aan deze norm te zijn voldaan aan het einde van het tweede jaar van inschrijving. Het tussentijds studieadvies als bedoeld in artikel 23 lid 11 OER zal voor de deeltijdvariant aan het einde van het eerste jaar van inschrijving worden afgegeven. In geval van een opgeschort studieadvies wegens persoonlijke omstandigheden wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het derde jaar van inschrijving. Hiermee is gebruik gemaakt van de mogelijkheid in artikel 23 lid 1 OER om het studieadvies voor de deeltijdvariant op een ander tijdstip dan aan het einde van het eerste jaar van inschrijving af te geven. 11.5.2 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. Een negatief bindend studieadvies voor deze opleiding houdt tevens in dat ook de Associate degreeopleiding Onderwijsondersteuner Techniek aan Hogeschool Utrecht niet gestart/voortgezet kan worden. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 11.6 Verplichte vakinhoudelijke en vakdidactische kennis 11.6.1 Kennisbasis Voor het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma van de tweedegraads lerarenopleiding Techniek geldt dat de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. 11.7 De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding. De bacheloropleidingen voltijd en deeltijd binnen Instituut Archimedes leiden op tot dezelfde eindkwalificaties. Het examenprogramma van de voltijd- en deeltijdopleiding is daarom aan elkaar gelijk. Met uitzondering van: Assessment jaar 1 In het programma van de deeltijdopleidingen is de onderwijseenheid “intakeassessment deeltijd” opgenomen. In het programma van de voltijdopleidingen is de onderwijseenheid “assessment hoofdfasebekwaam voltijd” opgenomen. Hiermee wordt aangesloten bij het verschil in beide doelgroepen. De deeltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het intakeassessment waarbij zij zich bewust worden van de (werk)ervaringen die zij meebrengen bij de start van deze opleiding. De voltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het hoofdfasebekwaamassessment waarbij de nadruk ligt op de vraag “Ben ik geschikt voor deze opleiding en voor dit beroep?”. Zie voor een nadere toelichting de relevante cursusbeschrijvingen in de studiegids. De onderwijseenheid “Eerste klas beta project” wordt alleen aan voltijdstudenten gegeven. Het bevat een aantal lessen (vak)didactiek, gevolgd door een project in een school waar de studenten in groepen de opgedane kennis moeten toepassen. Omdat de werkvorm ‘project’ in deze vorm voor deeltijdstudenten niet uitvoerbaar is, krijgen zij per opleiding een onderwijseenheid (vak)didactiek, waarmee zij aan gelijke doelstellingen werken. Zie voor een nadere toelichting de relevante cursusbeschrijvingen in de studiegids. De inrichting van de voltijd- en deeltijdopleidingen is op een aantal punten aangepast aan de doelgroep. Hierdoor is er onderscheid tussen voltijd- en deeltijdopleidingen binnen Instituut Archimedes in: Tijdstip lessen Plenaire bijeenkomsten voor voltijdstudenten zijn in principe geroosterd van maandag t/m vrijdag van 8.30-18.00 uur. Bij uitzondering kan een les in de avonduren geroosterd zijn. Plenaire bijeenkomsten voor deeltijdstudenten zijn geroosterd op twee dagdelen (middag en avond, ochtend en middag) op 1 dag in de week, omdat zij naast de opleiding ook werken. Zie voor een toelichting hoofdstuk 6 van de Studiegids. Contacttijd De gemiddelde contacttijd voor voltijdopleidingen is hoger dan voor deeltijdopleidingen. Van de deeltijdstudenten wordt meer zelfstudie gevraagd. De contacttijd per onderwijseenheid is opgenomen in de cursusbeschrijvingen in de studiegids. Studie en Werk In deze onderwijseenheden zijn studieloopbaanbegeleiding en werkplekleren/stage geïntegreerd. De doelstellingen van deze onderwijseenheden zijn voor beide varianten gelijk. De inrichting is afgestemd op de doelgroep en daarmee verschillend ingevuld voor voltijd- en deeltijdstudenten. De studieloopbaanbegeleiding wordt daardoor anders vormgegeven en opgebouwd. En de deeltijdstudent hoeft minder uren werkplekleren/stage te doen, omdat zij veelal al werken in het onderwijs en de competenties sneller ontwikkelen dan de voltijdstudent. Zie voor een nadere toelichting de cursusbeschrijvingen van de onderwijseenheden ‘Studie en Werk’ in de studiegids. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 12 B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Spaans 12.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding : B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Spaans Engelse naam : B Teacher Education in Spanish CROHO-nummer : 35255 Aangeboden te : Utrecht Loting : Geen Afstudeerrichting(en) : Varianten : voltijd en deeltijd Graad : Bachelor of Education Afkorting graad : BEd Studielast : totaal: 240 EC Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit Major (150 EC) en profileringsruimte (30 EC) Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties : 1) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid. Hij is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag én van de invloed daarvan op de leerlingen/deelnemers. Hij heeft ook voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen/deelnemers tot stand te brengen. 2) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. De leraar realiseert zo'n veilige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 3) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn vakinhoudelijke en didactische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende inhoudelijke en didactische kennis en vaardigheid om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich op een goede manier de leerinhouden van een bepaald vak op beroep eigen kunnen maken. De leraar realiseert zo'n krachtige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 4) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn groepen en zijn andere contacten met leerlingen/deelnemers een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. In alle opzichten voor hemzelf, zijn collega’s en vooral voor de leerlingen/deelnemers helder. En dat op een professionele, planmatige manier. 5) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie. 6) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met bedrijven of instellingen om hun gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven in het opleiden van de leerling. En hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de leerlingen/deelnemers en bij zijn school. 7) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling. Hij onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar. Algemene inrichting: OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 12.2 Propedeutisch examen De propedeutische fase van deze opleiding kent een propedeutisch examen (artikel 28 OER). Het propedeutisch examen bestaat uit de volgende onderdelen: Het domein Vak, gericht op de verwerving van de vakinhoud en vakdidactiek. Het domein Beroep, gericht op de verwerving van de generieke kennis en vaardigheiden, waaronder Studie en Werk, praktijkleren en studieloopbaanbegeleiding In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 12.3 Vooropleidingseisen Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 12.4 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (artikel 24 OER) Deze opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 12.5 Studieadvies 12.5.1 Studieadvies deeltijd Voor de deeltijdvariant van deze bacheloropleiding geldt dezelfde norm, maar dient aan deze norm te zijn voldaan aan het einde van het tweede jaar van inschrijving. Het tussentijds studieadvies als bedoeld in artikel 23 lid 11 OER zal voor de deeltijdvariant aan het einde van het eerste jaar van inschrijving worden afgegeven. In geval van een opgeschort studieadvies wegens persoonlijke omstandigheden wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het derde jaar van inschrijving. Hiermee is gebruik gemaakt van de mogelijkheid in artikel 23 lid 1 OER om het studieadvies voor de deeltijdvariant op een ander tijdstip dan aan het einde van het eerste jaar van inschrijving af te geven. 12.5.2 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 12.6 Verplichte vakinhoudelijke en vakdidactische kennis 12.6.1 Kennisbasis Voor het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma van de tweedegraads lerarenopleiding Spaans geldt dat de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. 12.7 De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding. De bacheloropleidingen voltijd en deeltijd binnen Instituut Archimedes leiden op tot dezelfde eindkwalificaties. Het examenprogramma van de voltijd- en deeltijdopleiding is daarom aan elkaar gelijk. Met uitzondering van: Assessment jaar 1 In het programma van de deeltijdopleidingen is de onderwijseenheid “intakeassessment deeltijd” opgenomen. In het programma van de voltijdopleidingen is de onderwijseenheid “assessment hoofdfasebekwaam voltijd” opgenomen. Hiermee wordt aangesloten bij het verschil in beide doelgroepen. De deeltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het intakeassessment waarbij zij zich bewust worden van de (werk)ervaringen die zij meebrengen bij de start van deze opleiding. De voltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het hoofdfasebekwaamassessment waarbij de nadruk ligt op de vraag “Ben ik geschikt voor deze opleiding en voor dit beroep?”. Zie voor een nadere toelichting de relevante cursusbeschrijvingen in de studiegids. De inrichting van de voltijd- en deeltijdopleidingen is op een aantal punten aangepast aan de doelgroep. Hierdoor is er onderscheid tussen voltijd- en deeltijdopleidingen binnen Instituut Archimedes in: Tijdstip lessen OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie Plenaire bijeenkomsten voor voltijdstudenten zijn in principe geroosterd van maandag t/m vrijdag van 8.3018.00 uur. Bij uitzondering kan een les in de avonduren geroosterd zijn. Plenaire bijeenkomsten voor deeltijdstudenten zijn geroosterd op twee dagdelen (middag en avond, ochtend en middag) op 1 dag in de week, omdat zij naast de opleiding ook werken. Zie voor een toelichting hoofdstuk 6 van de Studiegids. Contacttijd De gemiddelde contacttijd voor voltijdopleidingen is hoger dan voor deeltijdopleidingen. Van de deeltijdstudenten wordt meer zelfstudie gevraagd. De contacttijd per onderwijseenheid is opgenomen in de cursusbeschrijvingen in de studiegids. Studie en Werk In deze onderwijseenheden zijn studieloopbaanbegeleiding en werkplekleren/stage geïntegreerd. De doelstellingen van deze onderwijseenheden zijn voor beide varianten gelijk. De inrichting is afgestemd op de doelgroep en daarmee verschillend ingevuld voor voltijd- en deeltijdstudenten. De studieloopbaanbegeleiding wordt daardoor anders vormgegeven en opgebouwd. En de deeltijdstudent hoeft minder uren werkplekleren/stage te doen, omdat zij veelal al werken in het onderwijs en de competenties sneller ontwikkelen dan de voltijdstudent. Zie voor een nadere toelichting de cursusbeschrijvingen van de onderwijseenheden ‘Studie en Werk’ in de studiegids. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 13 B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Natuurkunde 13.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding : B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Natuurkunde Engelse naam : B Teacher Education in Physics CROHO-nummer : 35261 Aangeboden te : Utrecht Loting : Geen Afstudeerrichting(en) : Varianten : voltijd en deeltijd Graad : Bachelor of Education Afkorting graad : BEd Studielast : totaal: 240 EC Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit Major (150 EC) en profileringsruimte (30 EC) Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties : 1) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid. Hij is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag én van de invloed daarvan op de leerlingen/deelnemers. Hij heeft ook voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen/deelnemers tot stand te brengen. 2) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. De leraar realiseert zo'n veilige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 3) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn vakinhoudelijke en didactische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende inhoudelijke en didactische kennis en vaardigheid om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich op een goede manier de leerinhouden van een bepaald vak op beroep eigen kunnen maken. De leraar realiseert zo'n krachtige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 4) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn groepen en zijn andere contacten met leerlingen/deelnemers een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. In alle opzichten voor hemzelf, zijn collega’s en vooral voor de leerlingen/deelnemers helder. En dat op een professionele, planmatige manier. 5) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie. 6) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met bedrijven of instellingen om hun gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven in het opleiden van de leerling. En hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de leerlingen/deelnemers en bij zijn school. 7) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling. Hij onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar. Algemene inrichting: OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 13.2 Propedeutisch examen De propedeutische fase van deze opleiding kent een propedeutisch examen (artikel 28 OER). Het propedeutisch examen bestaat uit de volgende onderdelen: Het domein Vak, gericht op de verwerving van de vakinhoud en vakdidactiek. Het domein Beroep, gericht op de verwerving van de generieke kennis en vaardigheiden, waaronder Studie en Werk, praktijkleren en studieloopbaanbegeleiding In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 13.3 Vooropleidingseisen 13.3.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, nadere vooropleidingseisen. De nadere vooropleidingseisen zijn: HAVO: C&M - niet toelaatbaar E&M - niet toelaatbaar N&G - met natuurkunde of natuur, leven en technologie N&T - direct toelaatbaar VWO: C&M - niet toelaatbaar E&M - met natuurkunde of natuur, leven en technologie N&G - met natuurkunde of natuur, leven en technologie N&T - direct toelaatbaar MBO: Met een diploma van een MBO-opleiding op niveau 4 ben je zonder meer toelaatbaar. 13.3.2 Voor deze opleiding (voltijd en deeltijd) kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Het nader onderzoek bestaat uit een deficiëntietoets voor het vak Natuurkunde. Voor het maken van de toets kan een afspraak gemaakt worden met de toelatingscommissie FE door een e-mailbericht te sturen aan [email protected]. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 13.4 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (artikel 24 OER) De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 13.5 Studieadvies 13.5.1 Studieadvies deeltijd Voor de deeltijdvariant van deze bacheloropleiding geldt dezelfde norm, maar dient aan deze norm te zijn voldaan aan het einde van het tweede jaar van inschrijving. Het tussentijds studieadvies als bedoeld in artikel 23 lid 11 OER zal voor de deeltijdvariant aan het einde van het eerste jaar van inschrijving worden afgegeven. In geval van een opgeschort studieadvies wegens persoonlijke omstandigheden wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het derde jaar van inschrijving. Hiermee is gebruik gemaakt van de mogelijkheid in artikel 23 lid 1 OER om het studieadvies voor de deeltijdvariant op een ander tijdstip dan aan het einde van het eerste jaar van inschrijving af te geven. 13.5.2 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 13.6 Verplichte vakinhoudelijke en vakdidactische kennis OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 13.6.1 13.6.2 Kennisbasis Voor het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma van de tweedegraads lerarenopleiding Natuurkunde geldt dat de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Digitale kennistoetsen De vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Vanaf 2013 zal een digitale kennistoets onderdeel uitmaken van de opleiding. Studenten die instromen in het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma vanaf studiejaar 2011 moeten aan de landelijke kennistoets voldoen. Een voldoende resultaat voor de landelijke kennistoets vormt onderdeel van het bachelor examen. 13.7 De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding. De bacheloropleidingen voltijd en deeltijd binnen Instituut Archimedes leiden op tot dezelfde eindkwalificaties. Het examenprogramma van de voltijd- en deeltijdopleiding is daarom aan elkaar gelijk. Met uitzondering van: Assessment jaar 1 In het programma van de deeltijdopleidingen is de onderwijseenheid “intakeassessment deeltijd” opgenomen. In het programma van de voltijdopleidingen is de onderwijseenheid “assessment hoofdfasebekwaam voltijd” opgenomen. Hiermee wordt aangesloten bij het verschil in beide doelgroepen. De deeltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het intakeassessment waarbij zij zich bewust worden van de (werk)ervaringen die zij meebrengen bij de start van deze opleiding. De voltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het hoofdfasebekwaamassessment waarbij de nadruk ligt op de vraag “Ben ik geschikt voor deze opleiding en voor dit beroep?”. Zie voor een nadere toelichting de relevante cursusbeschrijvingen in de studiegids. De onderwijseenheid “Eerste klas beta project” wordt alleen aan voltijdstudenten gegeven. Het bevat een aantal lessen (vak)didactiek, gevolgd door een project in een school waar de studenten in groepen de opgedane kennis moeten toepassen. Omdat de werkvorm ‘project’ in deze vorm voor deeltijdstudenten niet uitvoerbaar is, krijgen zij per opleiding een onderwijseenheid (vak)didactiek, waarmee zij aan gelijke doelstellingen werken. Zie voor een nadere toelichting de relevante cursusbeschrijvingen in de studiegids. De inrichting van de voltijd- en deeltijdopleidingen is op een aantal punten aangepast aan de doelgroep. Hierdoor is er onderscheid tussen voltijd- en deeltijdopleidingen binnen Instituut Archimedes in: Tijdstip lessen Plenaire bijeenkomsten voor voltijdstudenten zijn in principe geroosterd van maandag t/m vrijdag van 8.30-18.00 uur. Bij uitzondering kan een les in de avonduren geroosterd zijn. Plenaire bijeenkomsten voor deeltijdstudenten zijn geroosterd op twee dagdelen (middag en avond, ochtend en middag) op 1 dag in de week, omdat zij naast de opleiding ook werken. Zie voor een toelichting hoofdstuk 6 van de Studiegids. Contacttijd De gemiddelde contacttijd voor voltijdopleidingen is hoger dan voor deeltijdopleidingen. Van de deeltijdstudenten wordt meer zelfstudie gevraagd. De contacttijd per onderwijseenheid is opgenomen in de cursusbeschrijvingen in de studiegids. Studie en Werk In deze onderwijseenheden zijn studieloopbaanbegeleiding en werkplekleren/stage geïntegreerd. De doelstellingen van deze onderwijseenheden zijn voor beide varianten gelijk. De inrichting is afgestemd op de doelgroep en daarmee verschillend ingevuld voor voltijd- en deeltijdstudenten. De studieloopbaanbegeleiding wordt daardoor anders vormgegeven en opgebouwd. En de deeltijdstudent hoeft minder uren werkplekleren/stage te doen, omdat zij veelal al werken in het onderwijs en de competenties sneller ontwikkelen dan de voltijdstudent. Zie voor een nadere toelichting de cursusbeschrijvingen van de onderwijseenheden ‘Studie en Werk’ in de studiegids. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 14 B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Biologie 14.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding : B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Biologie Engelse naam : B Teacher Education in Biology CROHO-nummer : 35301 Aangeboden te : Utrecht Loting : Geen Afstudeerrichting(en) : Varianten : voltijd en deeltijd Graad : Bachelor of Education Afkorting graad : BEd Studielast : totaal: 240 EC Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit Major (150 EC) en profileringsruimte (30 EC) Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties : 1) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid. Hij is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag én van de invloed daarvan op de leerlingen/deelnemers. Hij heeft ook voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen/deelnemers tot stand te brengen. 2) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. De leraar realiseert zo'n veilige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 3) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn vakinhoudelijke en didactische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende inhoudelijke en didactische kennis en vaardigheid om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich op een goede manier de leerinhouden van een bepaald vak op beroep eigen kunnen maken. De leraar realiseert zo'n krachtige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 4) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn groepen en zijn andere contacten met leerlingen/deelnemers een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. In alle opzichten voor hemzelf, zijn collega’s en vooral voor de leerlingen/deelnemers helder. En dat op een professionele, planmatige manier. 5) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie. 6) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met bedrijven of instellingen om hun gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven in het opleiden van de leerling. En hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de leerlingen/deelnemers en bij zijn school. 7) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling. Hij onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar. Algemene inrichting: OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 14.2 Propedeutisch examen De propedeutische fase van deze opleiding kent een propedeutisch examen (artikel 28 OER). Het propedeutisch examen bestaat uit de volgende onderdelen: Het domein Vak, gericht op de verwerving van de vakinhoud en vakdidactiek. Het domein Beroep, gericht op de verwerving van de generieke kennis en vaardigheiden, waaronder Studie en Werk, praktijkleren en studieloopbaanbegeleiding In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 14.3 Vooropleidingseisen 14.3.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, nadere vooropleidingseisen. De nadere vooropleidingseisen zijn: HAVO: C&M - met biologie of natuur, leven en technologie E&M - met biologie of natuur, leven en technologie N&G - direct toelaatbaar N&T - direct toelaatbaar VWO: C&M - met biologie of natuur, leven en technologie E&M - met biologie of natuur, leven en technologie N&G - direct toelaatbaar N&T - direct toelaatbaar MBO: Met een diploma van een MBO-opleiding op niveau 4 ben je zonder meer toelaatbaar. 14.3.2 Voor deze opleiding (voltijd en deeltijd) kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Het nader onderzoek bestaat uit een deficiëntietoets voor het vak Biologie. Voor het maken van de toets kan een afspraak gemaakt worden met de toelatingscommissie FE door een e-mailbericht te sturen aan [email protected]. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 14.4 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (artikel 24 OER) De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 14.5 Studieadvies 14.5.1 Studieadvies deeltijd Voor de deeltijdvariant van deze bacheloropleiding geldt dezelfde norm, maar dient aan deze norm te zijn voldaan aan het einde van het tweede jaar van inschrijving. Het tussentijds studieadvies als bedoeld in artikel 23 lid 11 OER zal voor de deeltijdvariant aan het einde van het eerste jaar van inschrijving worden afgegeven. In geval van een opgeschort studieadvies wegens persoonlijke omstandigheden wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het derde jaar van inschrijving. Hiermee is gebruik gemaakt van de mogelijkheid in artikel 23 lid 1 OER om het studieadvies voor de deeltijdvariant op een ander tijdstip dan aan het einde van het eerste jaar van inschrijving af te geven. 14.5.2 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 14.6 Verplichte vakinhoudelijke en vakdidactische kennis 14.6.1 Kennisbasis OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 14.6.2 14.7 Voor het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma van de tweedegraads lerarenopleiding Biologie geldt dat de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Digitale kennistoetsen De vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Vanaf 2014 zal een digitale kennistoets onderdeel uitmaken van de opleiding. Studenten die instromen in het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma vanaf studiejaar 2012 moeten aan de landelijke kennistoets voldoen. Een voldoende resultaat voor de landelijke kennistoets vormt een onderdeel van het bachelor examen. De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding. De bacheloropleidingen voltijd en deeltijd binnen Instituut Archimedes leiden op tot dezelfde eindkwalificaties. Het examenprogramma van de voltijd- en deeltijdopleiding is daarom aan elkaar gelijk. Met uitzondering van: Assessment jaar 1 In het programma van de deeltijdopleidingen is de onderwijseenheid “intakeassessment deeltijd” opgenomen. In het programma van de voltijdopleidingen is de onderwijseenheid “assessment hoofdfasebekwaam voltijd” opgenomen. Hiermee wordt aangesloten bij het verschil in beide doelgroepen. De deeltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het intakeassessment waarbij zij zich bewust worden van de (werk)ervaringen die zij meebrengen bij de start van deze opleiding. De voltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het hoofdfasebekwaamassessment waarbij de nadruk ligt op de vraag “Ben ik geschikt voor deze opleiding en voor dit beroep?”. Zie voor een nadere toelichting de relevante cursusbeschrijvingen in de studiegids. De inrichting van de voltijd- en deeltijdopleidingen is op een aantal punten aangepast aan de doelgroep. Hierdoor is er onderscheid tussen voltijd- en deeltijdopleidingen binnen Instituut Archimedes in: Tijdstip lessen Plenaire bijeenkomsten voor voltijdstudenten zijn in principe geroosterd van maandag t/m vrijdag van 8.3018.00 uur. Bij uitzondering kan een les in de avonduren geroosterd zijn. Plenaire bijeenkomsten voor deeltijdstudenten zijn geroosterd op twee dagdelen (middag en avond, ochtend en middag) op 1 dag in de week, omdat zij naast de opleiding ook werken. Zie voor een toelichting hoofdstuk 6 van de Studiegids. Contacttijd De gemiddelde contacttijd voor voltijdopleidingen is hoger dan voor deeltijdopleidingen. Van de deeltijdstudenten wordt meer zelfstudie gevraagd. De contacttijd per onderwijseenheid is opgenomen in de cursusbeschrijvingen in de studiegids. Studie en Werk In deze onderwijseenheden zijn studieloopbaanbegeleiding en werkplekleren/stage geïntegreerd. De doelstellingen van deze onderwijseenheden zijn voor beide varianten gelijk. De inrichting is afgestemd op de doelgroep en daarmee verschillend ingevuld voor voltijd- en deeltijdstudenten. De studieloopbaanbegeleiding wordt daardoor anders vormgegeven en opgebouwd. En de deeltijdstudent hoeft minder uren werkplekleren/stage te doen, omdat zij veelal al werken in het onderwijs en de competenties sneller ontwikkelen dan de voltijdstudent. Zie voor een nadere toelichting de cursusbeschrijvingen van de onderwijseenheden ‘Studie en Werk’ in de studiegids. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 15 B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Gezondheidszorg en Welzijn 15.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding : B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Gezondheidszorg en Welzijn Engelse naam : B Teacher Education in Welfare and Health Care CROHO-nummer : 35388 Aangeboden te : Utrecht Loting : Geen Afstudeerrichting(en) : Varianten : voltijd en deeltijd Graad : Bachelor of Education Afkorting graad : BEd Studielast : totaal: 240 EC Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit Major (150 EC) en profileringsruimte (30 EC) Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties : 1) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid. Hij is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag én van de invloed daarvan op de leerlingen/deelnemers. Hij heeft ook voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen/deelnemers tot stand te brengen. 2) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. De leraar realiseert zo'n veilige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 3) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn vakinhoudelijke en didactische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende inhoudelijke en didactische kennis en vaardigheid om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich op een goede manier de leerinhouden van een bepaald vak op beroep eigen kunnen maken. De leraar realiseert zo'n krachtige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 4) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn groepen en zijn andere contacten met leerlingen/deelnemers een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. In alle opzichten voor hemzelf, zijn collega’s en vooral voor de leerlingen/deelnemers helder. En dat op een professionele, planmatige manier. 5) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie. 6) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met bedrijven of instellingen om hun gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven in het opleiden van de leerling. En hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de leerlingen/deelnemers en bij zijn school. 7) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling. Hij onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar. Algemene inrichting: OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 15.2 Propedeutisch examen De propedeutische fase van deze opleiding kent een propedeutisch examen (artikel 28 OER). Het propedeutisch examen bestaat uit de volgende onderdelen: Het domein Vak, gericht op de verwerving van de vakinhoud en vakdidactiek. Het domein Beroep, gericht op de verwerving van de generieke kennis en vaardigheiden, waaronder Studie en Werk, praktijkleren en studieloopbaanbegeleiding In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 15.3 Vooropleidingseisen 15.3.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, nadere vooropleidingseisen. De nadere vooropleidingseisen zijn: HAVO: C&M - direct toelaatbaar E&M - direct toelaatbaar N&G - direct toelaatbaar N&T - direct toelaatbaar VWO: C&M - direct toelaatbaar E&M - direct toelaatbaar N&G - direct toelaatbaar N&T - direct toelaatbaar MBO: Met een diploma van een MBO-opleiding op niveau 4 ben je zonder meer toelaatbaar. 15.3.2 Voor deze opleiding (voltijd en deeltijd) kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Het nader onderzoek bestaat uit een deficiëntietoets voor het vak Gezondheidszorg en Welzijn. Voor het maken van de toets kan een afspraak gemaakt worden met de toelatingscommissie FE door een emailbericht te sturen aan [email protected]. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 15.4 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (artikel 24 OER) De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 15.5 Studieadvies 15.5.1 Studieadvies deeltijd Voor de deeltijdvariant van deze bacheloropleiding geldt dezelfde norm, maar dient aan deze norm te zijn voldaan aan het einde van het tweede jaar van inschrijving. Het tussentijds studieadvies als bedoeld in artikel 23 lid 11 OER zal voor de deeltijdvariant aan het einde van het eerste jaar van inschrijving worden afgegeven. In geval van een opgeschort studieadvies wegens persoonlijke omstandigheden wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het derde jaar van inschrijving. Hiermee is gebruik gemaakt van de mogelijkheid in artikel 23 lid 1 OER om het studieadvies voor de deeltijdvariant op een ander tijdstip dan aan het einde van het eerste jaar van inschrijving af te geven. 15.5.2 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 15.6 Verplichte vakinhoudelijke en vakdidactische kennis OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 15.6.1 15.6.2 15.7 Kennisbasis Voor het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma van de tweedegraads lerarenopleiding Gezondheidszorg & Welzijn geldt dat de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Digitale kennistoetsen De vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Vanaf 2014 zal een digitale kennistoets onderdeel uitmaken van de opleiding. Studenten die instromen in het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma vanaf studiejaar 2012 moeten aan de landelijke kennistoets voldoen. Een voldoende resultaat voor de landelijke kennistoets vormt een onderdeel van het bachelor examen. De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding. De bacheloropleidingen voltijd en deeltijd binnen Instituut Archimedes leiden op tot dezelfde eindkwalificaties. Het examenprogramma van de voltijd- en deeltijdopleiding is daarom aan elkaar gelijk. Met uitzondering van: Assessment jaar 1 In het programma van de deeltijdopleidingen is de onderwijseenheid “intakeassessment deeltijd” opgenomen. In het programma van de voltijdopleidingen is de onderwijseenheid “assessment hoofdfasebekwaam voltijd” opgenomen. Hiermee wordt aangesloten bij het verschil in beide doelgroepen. De deeltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het intakeassessment waarbij zij zich bewust worden van de (werk)ervaringen die zij meebrengen bij de start van deze opleiding. De voltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het hoofdfasebekwaamassessment waarbij de nadruk ligt op de vraag “Ben ik geschikt voor deze opleiding en voor dit beroep?”. Zie voor een nadere toelichting de relevante cursusbeschrijvingen in de studiegids. De onderwijseenheid “Eerste klas beta project” binnen de bacheloropleidingen Leraar tweedegraads natuurkunde, scheikunde, techniek en wiskunde. Deze onderwijseenheid wordt alleen aan voltijdstudenten gegeven. Het bevat een aantal lessen (vak)didactiek, gevolgd door een project in een school waar de studenten in groepen de opgedane kennis moeten toepassen. Omdat de werkvorm ‘project’ in deze vorm voor deeltijdstudenten niet uitvoerbaar is, krijgen zij per opleiding een onderwijseenheid (vak)didactiek, waarmee zij aan gelijke doelstellingen werken. Zie voor een nadere toelichting de relevante cursusbeschrijvingen in de studiegids. De inrichting van de voltijd- en deeltijdopleidingen is op een aantal punten aangepast aan de doelgroep. Hierdoor is er onderscheid tussen voltijd- en deeltijdopleidingen binnen Instituut Archimedes in: Tijdstip lessen Plenaire bijeenkomsten voor voltijdstudenten zijn in principe geroosterd van maandag t/m vrijdag van 8.3018.00 uur. Bij uitzondering kan een les in de avonduren geroosterd zijn. Plenaire bijeenkomsten voor deeltijdstudenten zijn geroosterd op twee dagdelen (middag en avond, ochtend en middag) op 1 dag in de week, omdat zij naast de opleiding ook werken. Zie voor een toelichting hoofdstuk 6 van de Studiegids. Contacttijd De gemiddelde contacttijd voor voltijdopleidingen is hoger dan voor deeltijdopleidingen. Van de deeltijdstudenten wordt meer zelfstudie gevraagd. De contacttijd per onderwijseenheid is opgenomen in de cursusbeschrijvingen in de studiegids. Studie en Werk In deze onderwijseenheden zijn studieloopbaanbegeleiding en werkplekleren/stage geïntegreerd. De doelstellingen van deze onderwijseenheden zijn voor beide varianten gelijk. De inrichting is afgestemd op de doelgroep en daarmee verschillend ingevuld voor voltijd- en deeltijdstudenten. De studieloopbaanbegeleiding wordt daardoor anders vormgegeven en opgebouwd. En de deeltijdstudent hoeft minder uren werkplekleren/stage te doen, omdat zij veelal al werken in het onderwijs en de competenties sneller ontwikkelen dan de voltijdstudent. Zie voor een nadere toelichting de cursusbeschrijvingen van de onderwijseenheden ‘Studie en Werk’ in de studiegids. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 16 B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Omgangskunde 16.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding : B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in 1 Omgangskunde Engelse naam : B Teacher Education in Social Skills CROHO-nummer : 35421 Aangeboden te : Utrecht Loting : Geen Afstudeerrichting(en) : Varianten : voltijd en deeltijd Graad : Bachelor of Education Afkorting graad : BEd Studielast : totaal: 240 EC Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit Major (150 EC) en profileringsruimte (30 EC) Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties : 1) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid. Hij is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag én van de invloed daarvan op de leerlingen/deelnemers. Hij heeft ook voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen/deelnemers tot stand te brengen. 2) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. De leraar realiseert zo'n veilige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 3) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn vakinhoudelijke en didactische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende inhoudelijke en didactische kennis en vaardigheid om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen/deelnemers zich op een goede manier de leerinhouden van een bepaald vak op beroep eigen kunnen maken. De leraar realiseert zo'n krachtige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen/deelnemers. En hij doet dat op een professionele, planmatige manier. 4) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn groepen en zijn andere contacten met leerlingen/deelnemers een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. In alle opzichten voor hemzelf, zijn collega’s en vooral voor de leerlingen/deelnemers helder. En dat op een professionele, planmatige manier. 5) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie. 6) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met bedrijven of instellingen om hun gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven in het opleiden van de leerling. En hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de leerlingen/deelnemers en bij zijn school. 7) De leraar voortgezet onderwijs en bve onderschrijft zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling. Hij onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar. 1 het vak omgangskunde wordt in de praktijk vrijwel uitsluitend op het mbo gegeven. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie Algemene inrichting: 16.2 Propedeutisch examen De propedeutische fase van deze opleiding kent een propedeutisch examen (artikel 28 OER). Het propedeutisch examen bestaat uit de volgende onderdelen: Het domein Vak, gericht op de verwerving van de vakinhoud en vakdidactiek. Het domein Beroep, gericht op de verwerving van de generieke kennis en vaardigheiden, waaronder Studie en Werk, praktijkleren en studieloopbaanbegeleiding In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 16.3 Vooropleidingseisen Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 16.4 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (artikel 24 OER) De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 16.5 Studieadvies 16.5.1 Studieadvies deeltijd Voor de deeltijdvariant van deze bacheloropleiding geldt dezelfde norm, maar dient aan deze norm te zijn voldaan aan het einde van het tweede jaar van inschrijving. Het tussentijds studieadvies als bedoeld in artikel 23 lid 11 OER zal voor de deeltijdvariant aan het einde van het eerste jaar van inschrijving worden afgegeven. In geval van een opgeschort studieadvies wegens persoonlijke omstandigheden wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het derde jaar van inschrijving. Hiermee is gebruik gemaakt van de mogelijkheid in artikel 23 lid 1 OER om het studieadvies voor de deeltijdvariant op een ander tijdstip dan aan het einde van het eerste jaar van inschrijving af te geven. 16.5.2 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. Een negatief bindend studieadvies voor deze opleiding houdt tevens in dat ook de Associate degreeopleiding Onderwijsondersteuner Omgangskunde aan Hogeschool Utrecht niet gestart/voortgezet kan worden. 16.6 Verplichte vakinhoudelijke en vakdidactische kennis 16.6.1 Kennisbasis Voor het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma van de tweedegraads lerarenopleiding Omgangskunde geldt dat de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. 16.6.2 Digitale kennistoetsen De vakinhoudelijke en vakdidactische kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Vanaf 2014 zal een digitale kennistoets onderdeel uitmaken van de opleiding. Studenten die instromen in het nominale voltijds- en deeltijdsprogramma vanaf studiejaar 2012 moeten aan de landelijke kennistoets voldoen. Een voldoende resultaat voor de landelijke kennistoets vormt een onderdeel van het bachelor examen. 16.7 De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding. De bacheloropleidingen voltijd en deeltijd binnen Instituut Archimedes leiden op tot dezelfde eindkwalificaties. Het examenprogramma van de voltijd- en deeltijdopleiding is daarom aan elkaar gelijk. Met uitzondering van: Assessment jaar 1 In het programma van de deeltijdopleidingen is de onderwijseenheid “intakeassessment deeltijd” OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie opgenomen. In het programma van de voltijdopleidingen is de onderwijseenheid “assessment hoofdfasebekwaam voltijd” opgenomen. Hiermee wordt aangesloten bij het verschil in beide doelgroepen. De deeltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het intakeassessment waarbij zij zich bewust worden van de (werk)ervaringen die zij meebrengen bij de start van deze opleiding. De voltijdstudent krijgt studieloopbaanbegeleiding gericht op het hoofdfasebekwaamassessment waarbij de nadruk ligt op de vraag “Ben ik geschikt voor deze opleiding en voor dit beroep?”. Zie voor een nadere toelichting de relevante cursusbeschrijvingen in de studiegids. De inrichting van de voltijd- en deeltijdopleidingen is op een aantal punten aangepast aan de doelgroep. Hierdoor is er onderscheid tussen voltijd- en deeltijdopleidingen binnen Instituut Archimedes in: Tijdstip lessen Plenaire bijeenkomsten voor voltijdstudenten zijn in principe geroosterd van maandag t/m vrijdag van 8.3018.00 uur. Bij uitzondering kan een les in de avonduren geroosterd zijn. Plenaire bijeenkomsten voor deeltijdstudenten zijn geroosterd op twee dagdelen (middag en avond, ochtend en middag) op 1 dag in de week, omdat zij naast de opleiding ook werken. Zie voor een toelichting hoofdstuk 6 van de Studiegids. Contacttijd De gemiddelde contacttijd voor voltijdopleidingen is hoger dan voor deeltijdopleidingen. Van de deeltijdstudenten wordt meer zelfstudie gevraagd. De contacttijd per onderwijseenheid is opgenomen in de cursusbeschrijvingen in de studiegids. Studie en Werk In deze onderwijseenheden zijn studieloopbaanbegeleiding en werkplekleren/stage geïntegreerd. De doelstellingen van deze onderwijseenheden zijn voor beide varianten gelijk. De inrichting is afgestemd op de doelgroep en daarmee verschillend ingevuld voor voltijd- en deeltijdstudenten. De studieloopbaanbegeleiding wordt daardoor anders vormgegeven en opgebouwd. En de deeltijdstudent hoeft minder uren werkplekleren/stage te doen, omdat zij veelal al werken in het onderwijs en de competenties sneller ontwikkelen dan de voltijdstudent. Zie voor een nadere toelichting de cursusbeschrijvingen van de onderwijseenheden ‘Studie en Werk’ in de studiegids. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 17 Ad Schrijftolk 17.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding : Ad Schrijftolk Engelse naam : Ad Speech to Text Interpreter CROHO-nummer : 80030 Aangeboden te : Utrecht Loting : Geen Afstudeerrichting(en) : Varianten : voltijd Graad : Ad of Education Afkorting graad : Ad BEd Studielast : totaal: 120 EC Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 60 EC Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties : Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat om: 1) kennis en inzicht in groepsprocessen en communicatie toe te passen; 2) kennis van het Nederlands toe te passen en de vaardigheid van het translitereren om communicatie tot stand te brengen; 3) op basis van kennis en vaardigheden de tolkopdracht goed uit te voeren; 4) op basis van kennis en vaardigheden een substantiële bijdrage; te leveren aan tolksituaties 5) voldoende kennis toe te passen over de doelgroepen waarvoor en de organisaties waarbinnen hij werkt; 6) de opgedane kennis en inzicht toe te passen in cultureel perspectief binnen zijn beroep; 7) organisatorische kennis en vaardigheden toe te passen in zijn tolkopdracht op een overzichtelijke, ordelijke en taakgerichte wijze; 8) te reflecteren op eigen (professionele) houding en gedrag en over een verantwoordelijke en collegiale attitude te beschikken ten opzichte van zijn collega schrijftolken; 9) samen te werken met personen die (indirect) betrokken zijn bij het Tolkproces; 10) zijn verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen professionele ontwikkeling en hij is voortdurend bezig zijn opvattingen over het tolken en zijn bekwaamheid als schrijftolk bij te stellen. Algemene inrichting: 17.2 Propedeutisch examen De propedeutische fase van de opleiding kent een propedeutisch examen (artikel 28 OER). Het propedeutisch examen bestaat uit de volgende onderdelen: Schrijftolkvaardheden Taalvaardigheid NGT Inzicht krijgen in de dovengemeenschap Inzicht krijgen in het beroep schrijftolk Algemeen en theoretisch vormende vakken Studieloopbaanbegeleiding In de studiegids word aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 17.3 Vooropleidingseisen Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 17.4 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (artikel 24 OER) Deze opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 17.5 Studieadvies 17.5.1 Voor het afgeven van een positief studieadvies wordt een geoormerkte vereiste gesteld. De geoormerkte vereiste die behaald moet worden om aan de norm te voldoen, is: Schrijftolkvaardigheden (20 EC) Taalvaardigheid NGT (10 EC), waarvan tenminste NGT B (5 EC) moet zijn behaald Dovenstudies 1 (5 EC) Taalkunde 1 (5 EC) SLB (5 EC) 17.5.2 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. Een negatief bindend studieadvies voor deze opleiding houdt tevens in dat ook de bacheloropleiding tot Leraar Nederlandse Gebarentaal (NGT) /Tolk NGT aan Hogeschool Utrecht niet gestart/voortgezet kan worden. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 18 Ad Onderwijsondersteuner Techniek 18.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding : Ad Onderwijsondersteuner Techniek Engelse naam : Ad Technology Education CROHO-nummer : 80051 Aangeboden te : Utrecht Loting : Geen Afstudeerrichting(en) : Varianten : deeltijd Graad : Ad of Education Afkorting graad : Ad BEd Studielast : totaal: 120 EC Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 60 EC Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties : 1. Kennis en inzicht Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebeid waarbij wordt voortgebouwd op algemeen voortgezet onderwijs (in het kader van dit protocol moet hier ook worden gelezen het middelbaar beroepsonderwijs, niveau -4). Functioneert doorgaans op het niveau van gevorderde leerboeken, heeft een kennisondergrond voor een beroepenveld of een beroep, voor persoonlijke ontwikkeling en voor verdere studei om de eerste cyclus (bachelor) af te ronden. 2. Toepassen van kennis en inzicht Heeft de vaardigheid om gegevens te identificeren en te geruiken, teneinde een respons te bepalen met betrekking tot duidelijk gedefinieerde, concrete en abstracte problemen. 3. Oordeelsvorming Is in staat om kennis en inzicht in beroepsmatige contexten toe te passen. 4. Communicatie Kan communiceren met gelijken, leidinggevenden en cliënten over begrip, vaardigheden en werkzaamheden. 5. Leervaardigheden Bezit de leervaardigheden om een vervolgopleiding die een zekere mate van autonomie vraagt, aan te gaan. Algemene inrichting: 18.2 Propedeutisch examen De propedeutische fase van deze opleiding kent een propedeutisch examen (artikel 28 OER). Het propedeutisch examen bestaat uit de volgende onderdelen: Het domein Vak, gericht op de verwerving van de vakinhoud en vakdidactiek. Het domein Beroep, gericht op de verwerving van de generieke kennis en vaardigheiden, waaronder Studie en Werk, praktijkleren en studieloopbaanbegeleiding In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 18.3 Vooropleidingseisen 18.3.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, nadere vooropleidingseisen. De nadere vooropleidingseisen zijn: HAVO: OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie C&M - niet toelaatbaar E&M - niet toelaatbaar N&G - direct toelaatbaar N&T - direct toelaatbaar VWO: C&M - niet toelaatbaar E&M - met natuurkunde of natuur, leven en technologie N&G - direct toelaatbaar N&T - direct toelaatbaar MBO: Met een diploma van een MBO-opleiding op niveau 4 ben je zonder meer toelaatbaar. 18.3.2 Voor deze opleiding (voltijd en deeltijd) kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Het nader onderzoek bestaat uit een deficiëntietoets voor het vak Techniek. Voor het maken van de toets kan een afspraak gemaakt worden met de toelatingscommissie FE door een e-mailbericht te sturen aan [email protected]. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 18.4 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (artikel 24 OER) De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 18.5 Studieadvies 18.5.1 Studieadvies deeltijd Voor de deeltijdvariant van deze opleiding geldt dezelfde norm, maar dient aan deze norm te zijn voldaan aan het einde van het tweede jaar van inschrijving. Het tussentijds studieadvies als bedoeld in artikel 23 lid 11 OER zal voor de deeltijdvariant aan het einde van het eerste jaar van inschrijving worden afgegeven. In geval van een opgeschort studieadvies wegens persoonlijke omstandigheden wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het derde jaar van inschrijving. Hiermee is gebruik gemaakt van de mogelijkheid in artikel 23 lid 1 OER om het studieadvies voor de deeltijdvariant op een ander tijdstip dan aan het einde van het eerste jaar van inschrijving af te geven. 18.5.2 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. Een negatief bindend studieadvies voor deze opleiding houdt tevens in dat ook de bacheloropleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Techniek aan Hogeschool Utrecht niet gestart/voortgezet kan worden. OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 19 Ad Onderwijsondersteuner Omgangskunde 19.1 De kerngegevens van deze opleiding Naam opleiding : Ad Onderwijsondersteuner Omgangskunde Engelse naam : Ad Social and Personal Competences CROHO-nummer : 80060 Aangeboden te : Utrecht Loting : Geen Afstudeerrichting(en) : Varianten : deeltijd Graad : Ad of Education Afkorting graad : Ad BEd Studielast : totaal: 120 EC Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 60 EC Excellentieprogramma: Een excellentieprogramma wordt aangeboden. Uitwerking bevindt zich in de studiegids. Eindkwalificaties : 1. Kennis en inzicht Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebeid waarbij wordt voortgebouwd op algemeen voortgezet onderwijs (in het kader van dit protocol moet hier ook worden gelezen het middelbaar beroepsonderwijs, niveau -4). Functioneert doorgaans op het niveau van gevorderde leerboeken, heeft een kennisondergrond voor een beroepenveld of een beroep, voor persoonlijke ontwikkeling en voor verdere studei om de eerste cyclus (bachelor) af te ronden. 2. Toepassen van kennis en inzicht Heeft de vaardigheid om gegevens te identificeren en te geruiken, teneinde een respons te bepalen met betrekking tot duidelijk gedefinieerde, concrete en abstracte problemen. 3. Oordeelsvorming Is in staat om kennis en inzicht in beroepsmatige contexten toe te passen. 4. Communicatie Kan communiceren met gelijken, leidinggevenden en cliënten over begrip, vaardigheden en werkzaamheden. 5. Leervaardigheden Bezit de leervaardigheden om een vervolgopleiding die een zekere mate van autonomie vraagt, aan te gaan. Algemene inrichting: 19.2 Propedeutisch examen De propedeutische fase van deze opleiding kent een propedeutisch examen (artikel 28 OER). Het propedeutisch examen bestaat uit de volgende onderdelen: Het domein Vak, gericht op de verwerving van de vakinhoud en vakdidactiek. Het domein Beroep, gericht op de verwerving van de generieke kennis en vaardigheiden, waaronder Studie en Werk, praktijkleren en studieloopbaanbegeleiding In de studiegids wordt aangegeven uit welke onderdelen de propedeutische fase bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 19.3 Vooropleidingseisen Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). OER-HU bacheloropleidingen 2013 – 2014, facultair hoofdstuk Faculteit Educatie 19.4 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (artikel 24 OER) Deze opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 19.5 Studieadvies 19.5.1 Studieadvies deeltijd Voor de deeltijdvariant van deze opleiding geldt dezelfde norm, maar dient aan deze norm te zijn voldaan aan het einde van het tweede jaar van inschrijving. Het tussentijds studieadvies als bedoeld in artikel 23 lid 11 OER zal voor de deeltijdvariant aan het einde van het eerste jaar van inschrijving worden afgegeven. In geval van een opgeschort studieadvies wegens persoonlijke omstandigheden wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het derde jaar van inschrijving. Hiermee is gebruik gemaakt van de mogelijkheid in artikel 23 lid 1 OER om het studieadvies voor de deeltijdvariant op een ander tijdstip dan aan het einde van het eerste jaar van inschrijving af te geven. 19.5.2 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. Een negatief bindend studieadvies voor deze opleiding houdt tevens in dat ook de bacheloropleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Omgangskunde aan Hogeschool Utrecht niet gestart/voortgezet kan worden.
© Copyright 2024 ExpyDoc