Versie 18 juni 2014 SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND ONDERWIJS PRIMAIR ONDERWIJS 30-10 Handreiking Gebruik Startdocument Ontwikkelingsperspectief Voor de toeleiding van leerlingen voor 4-12 jaar worden de volgende drie documenten gebruikt. Document 1b (Startdocument Ontwikkelingsperspectief;4-12 jaar) bevat de ontwikkelingsgegevens van de leerling, de bevindingen van de schoolloopbaan tot heden, de onderwijsbehoefte van de leerling en de ondersteuningsbehoefte van school en overige gegevens die relevant zijn. Document 2 (Arrangementsaanvraag) omvat de arrangementsaanvraag door de school, ouders/verzorgers (voortaan ouders) en bestuur. De ouders van de leerling zijn volledig op de hoogte van deze informatie en tekenen voor gezien en geven toestemming voor de bespreking). Zij geven ook toestemming voor het ter beschikking stellen van gegevens van eventueel andere instellingen (zie handtekeningen). Document 3 omvat het verslag van het gesprek over de leerling op bestuursniveau. Tijdens dat gesprek worden document 1 en 2 doorgenomen en tijdens de professionele dialoog wordt nagegaan of de ondersteuningsbehoefte van het kind de basisondersteuning overstijgt en of de ontwikkeling van het kind voldoende in beeld is gebracht. Vervolgens wordt de arrangement in het gesprek bekrachtigd. Op basis van het resultaat van dit gesprek worden de documenten doorgeleid naar de TAC. Kern van passend onderwijs Met de invoering van de wet passend onderwijs wordt een omslag tot stand gebracht in het onderwijs aan leerlingen met ondersteuningsvragen. Ging het bij de rugzak vooral om de beperkingen van de leerlingen (wat heeft dat kind?) bij het passend onderwijs gaat het de behoefte van de leerling (wat heeft deze leerling nodig?). Deze omslag vraagt om een andere benadering van de leerling, de school en uiteindelijk ook van het arrangement voor de leerling. In het ondersteuningsplan Kracht door verbinding van het Samenwerkingsverband PO 30-10 is uitgebreid te lezen welke de achtergronden zijn van deze omslag en op welke wijze dit samenwerkingsverband de werkzaamheden zich daarop afstemt. Al die werkzaamheden moeten uiteindelijk gezien worden in het licht van het ontwikkelingsperspectief. Dit document vervangt het handelingsplan. De wet passend onderwijs verplicht scholen om een ontwikkelingsperspectief op te stellen voor die leerlingen die gebruik gaan maken van middelen uit de zware ondersteuning. Het gaat dan om leerlingen in het basisonderwijs die een arrangement hebben met middelen van het samenwerkingsverband en om alle leerlingen in het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs. De Stappen De volgende stappen worden gezet naar de Toelaatbaarheids– en adviescommissie (voortaan TAC). Fase 1 Ontwikkeling in beeld van leerling in beeld brengen. Fase 2 Bespreking bovenschools met deskundige op bestuursniveau Fase 3 Aanmelding bij de TAC Fase 4 Bespreking in TAC In verband met de uitvoering van deze stappen zijn drie documenten ontwikkeld. In deze handreiking een korte toelichting op de achtergronden en het gebruik van deze documenten. Op weg naar een ontwikkelingsperspectief De verplichte onderdelen van het ontwikkelingsperspectief zijn de volgende: de verwachte uitstroombestemming van de leerling (type vo of uitstroomprofiel vso); de onderbouwing van de verwachte uitstroombestemming van de leerling; een beschrijving van de te bieden ondersteuning en begeleiding en – indien aan de orde – de afwijkingen van het (reguliere) onderwijsprogramma. Binnen zes weken na inschrijving van een leerling die extra ondersteuning uit het samenwerkingsverband krijgt, moet de school het ontwikkelingsperspectief vaststellen. De verplichting om een individueel handelingsplan op te stellen komt door het ontwikkelingsperspectief te vervallen. Format ontwikkelingsperspectief Door het Samenwerkingsverband PO 30-10 is een format ontwikkeld voor een ontwikkelingsperspectief. Dit format voldoet aan de wettelijk eisen. Let wel het is een format en het is geen verplichting; iedere school is vrij om dit te gebruiken. Waarom een ontwikkelingsperspectief? Werken met een ontwikkelingsperspectief draagt bij aan het maken van de omslag ‘van volgen naar plannen’. In plaats van de (leer)ontwikkeling te volgen en af te wachten waar de leerling uiteindelijk uitkomt, plant de school met het ontwikkelingsperspectief doelgericht het onderwijs en dan in het bijzonder de ondersteuning aan deze leerling. Voor een leerling met ondersteuningsbehoefte zijn twee pijlers van groot belang: het bieden van succeservaringen die bijdragen aan competentieversterking en het consequent uitgaan van hoge verwachtingen Arrangement als maatwerk Het Samenwerkingsverband PO 30-10 wil zoveel mogelijk maatwerk bieden aan scholen, leerlingen en ouders. Op basis van de onderwijsbehoefte en ondersteuningsbehoefte van een leerling kan de TAC middelen en/of expertise ter beschikking stellen om steun te bieden aan de ontwikkeling van de leerling. Deze middelen en/of expertise worden door de TAC ter beschikking gesteld in de vorm van een arrangement. Bij de beslissing over dat arrangement wil men zo nauw mogelijk Handreiking Startdocument Ontwikkelingsperspectief (versie 18 juni 2014) 2 aansluiten bij de wensen, behoeften en mogelijkheden van direct betrokkenen. Maatwerk dus. Alle informatie over de leerling moet dus gezien worden in het licht van een arrangement om aan het werk te gaan met een ontwikkelingsperspectief op schoolniveau. DOCUMENT 1 b STARTDOCUMENT ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF In deze handreiking lopen we elke vraag even langs en geven een toelichting, een aanvulling of een advies. In algemeen geldt: probeer u te beperken in de informatieverstrekking. Dat betekent dat u zich vooral moet richten op de meest relevante informatie over de leerling en op wat de behoeften zijn van leerling en van school. Het gaat er dus niet om alles uit de schoolloopbaan te melden aan de TAC. Het gaat om die informatie nodig om een beslissing te nemen over een arrangement en een toelaatbaarheidsverklaring. 1. Gegevens van de leerling Spreekt voor zich 2. Gegevens van de school Spreekt voor zich Bij ‘overige relevante informatie’ indien van toepassing het vermelden van wisseling van scholen. 3. Bevorderende en belemmerende factoren: kind-school-thuis Op de eerste plaats wordt gevraagd zo kernachting mogelijk weer te geven waar het nu precies om gaat. Er wordt een samenvattende reden van de aanmelding geformuleerd. Zo’n kernachtige formulering geeft dan precies weer waar het om gaat en wat het verzoek is aan de TAC. In de volgende vragen gaat het om de kernbegrippen: bevorderend, belemmerend en onderwijsbehoefte. Deze drie begrippen geven goed weer dat het gaat om een omslag. Niet zo zeer de beperking staat hier centraal, maar de kansen en de mogelijkheden van de leerling. Probeer dan ook vanuit die positieve grondhouding deze vragen te beantwoorden. Tegelijkertijd proberen wij bij deze vraag het integraal werken te versterken. Het gaat om zowel het kind, de school als om de thuissituatie. Bij de vraag over de school maken we een onderscheid tussen school en de klas waar het kind momenteel in zit. We weten dat dat een verschil kan uitmaken als het gaat om het nemen van extra maatregelen. Ook vragen we hier aan te geven wat de mogelijkheden van de school en de klas zijn. Centraal staat in deze vraag het in kaart brengen van de onderwijsbehoefte. Een onderwijsbehoefte is datgene wat een leerling nodig heeft om in een schoolse context zichzelf op een positieve manier verder te ontwikkelen. Eigenlijk heeft iedere leerling zijn eigen specifieke onderwijsbehoefte. De behoefte is namelijk voor ieder kind net even anders en wisselt voortdurend in de loop van de tijd. Meestal is het echter zo dat behoeften van leerlingen op elkaar lijken en daardoor is de ondersteuning ervan te groeperen. Handreiking Startdocument Ontwikkelingsperspectief (versie 18 juni 2014) 3 Bijlage In de bijlage bij deze handreiking is een lijst opgenomen met hulpzinnen voor het formuleren van onderwijsbehoeften (uit: Handelingsgericht werken; een handreiking voor de interne begeleider (Pameijer en Van Beukering, 2006). 4. Aanvullende gegevens van de leerling In de voorgaande vraag gingen we in op de kansen en mogelijkheden van de leerling en op de onderwijsbehoefte. In deze vraag willen we vooral meer weten over wat de leerling aan kan, welke capaciteiten het heeft, welke diagnoses in het verleden gesteld zijn, het medicijngebruik en welke ketenpartners van jeugdhulp betrokken zijn bij de leerling. Voor het verkrijgen van een totaalbeeld over de leerling is deze vraag van groot belang. Dat beeld is immers nodig voor de inrichting van het arrangement. Het geeft ook zicht op vragen als: is er sprake van onder- of boven presteren? heeft de leerling ‘het plafond’ al beperkt? zijn er psychische of psychiatrische factoren, die de ontwikkeling sterk belemmeren. De TAC gaat er van uit dat het voor de bespreking bijzonder gewenst is wanneer we beschikken over een recent verslag van een psychologisch onderzoek. Bij de zoektocht naar belangrijke factoren in de ontwikkeling kan het een belangrijke rol spelen. Onderzoek leerlingen We weten ook dat het nogal eens lastig is voor scholen en ouders om een leerling psychologisch te laten onderzoeken. Het ontbreekt nogal eens aan financiële middelen om dit mogelijk te maken. In de loop van het schooljaar 2014-2015 zal door het Samenwerkingsverband PO 30-10 worden nagaan welke mogelijkheden het verband heeft om hier structurele oplossingen voor aan te reiken. 5. Standpunt van de ouders In het gehele proces van toeleiding naar de TAC, de bespreking en de besluitvorming, spelen de ouders een cruciale rol. Het is voor de bespreking van groot belang wat het standpunt is van de ouders over hun kind en de voortgang van de schoolloopbaan. Ideaal is uiteraard wanneer ouders inzien dat een aanvraag bij de TAC gewenst en noodzakelijk is voor zowel het kind als de ouders. Uiteraard is dit ook het resultaat van inspanningen van de school om ouders te overtuigen van het belang van een aanvraag bij de TAC omdat de school behoefte heeft aan de inzet van extra ondersteuning. Ouders moeten inzien waarom dat nodig is. Vooral het delen van de zorg om de voortgang van de schoolloopbaan van de leerling kan een goede bijdrage leveren aan het versterken van het gemeenschappelijk gevoel van ouders en school. Wij onderstrepen hier het grote belang van een open en transparante vorm van communicatie met ouders, waarin betrokkenheid, perspectief en samenwerking de sleutelbegrippen moeten zijn. 6. Leerrendement op basis van leerlingvolgsysteem De TAC vraagt hier naar een zo actueel en volledig mogelijk overzicht van didactische ontwikkeling van de leerling. Scholen zijn dankzij het digitale leerlingvolgsysteem in staan om een dergelijk overzicht aan te reiken. Handreiking Startdocument Ontwikkelingsperspectief (versie 18 juni 2014) 4 Wij attenderen nog op het belang van de volgende drie belangrijke aspecten: een samenvatting van de didactische ontwikkeling van de leerling; bij de didactische gegevens zoveel mogelijk ook de gegevens van didactische leeftijd en equivalent, de vaardigheidsscore, het functioneringsniveau en het leerrendement vermelden; een correcte vermelding van de data waarop de onderzoeken plaatsvonden. 7. Wat is ondernomen in de basisondersteuning? De aanvraag bij de TAC is er op gericht om middelen te verwerven voor de uitvoering van een arrangement met middelen uit de extra ondersteuning. Passend onderwijs stelt die ter beschikking, waarbij wel verwacht wordt dat de school kan aantonen dat in de basisondersteuning al het nodige is ondernomen. Deze vraag wil nagaan wat er al ondernomen is door de school. Deze vraag is voor de inrichting van het arrangement van belang omdat het zicht geeft op wat de school al gedaan heeft en wat de resultaten zijn. Een tip is hier wel om je te beperken tot de meeste relevante interventies van de afgelopen jaren. Een valkuil is verder om heel uitvoerig de aanpak te beschrijven en niet stil te staan bij de behaalde resultaten. En het gaat er nu juist om meer zicht te krijgen op die resultaten! Juist het zicht daarop kan een goede basis zijn voor de TAC om daarop voort te bouwen en middelen ter beschikking te stellen die zorgen voor eventuele continuering. Bij deze vraag maken we een onderscheid tussen interventies in de ondersteuningsstructuur (onderzoek, observaties, leerlingbespreking, planmatig werken, groepsplan e.d.); uitvoerde interventies in relatie tot de zes terreinen. Wij willen het belang van deze vraag benadrukken. Immers passend onderwijs vraagt om een versterking van de basisondersteuning en om een aanpak waarbij meer leerlingen optimaal kunnen profiteren van de kwaliteit van die ondersteuning. Vandaar het Samenwerkingsverband PO 30-10 een gesprek op bestuurlijk niveau onderdeel laat zijn van de procedure van toeleiding naar de TAC (zie verder). Juist dat gesprek is er op gericht na te gaan of echt alles is gedaan binnen de basisondersteuning. Handreiking Startdocument Ontwikkelingsperspectief (versie 18 juni 2014) 5 DOCUMENT 2 ARRANGEMENTSAANVRAAG In dit formulier wordt een voorlopige arrangementsaanvraag geformuleerd door de school en wordt samen met document 1b besproken op bestuursniveau. Kernvraag is welke ondersteuning heeft de school nodig op basis van de onderwijsbehoefte van het kind? Voorwerk Bij het beantwoorden van deze vraag gaat u voorwerk verrichten voor de aanvraag bij de TAC en de inrichting van het arrangement. U zet hier het toekomstige arrangement in de grondverf. Als school weet u precies wat u nodig heeft om de leerling verder te ondersteunen. In dit onderdeel van de aanvraag wordt u gevraagd aan te geven wat u nodig heeft om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoefte (hulpvraag) van de leerling en welke ondersteuning geboden kan worden. Formuleer zo smart mogelijk Uiteraard is het gewenst om dit gedeelte van het document smart te formuleren. Dat betekent dat de formuleringen: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden moeten zijn. Ondersteuningsbehoefte Per terrein wordt u gevraagd aan te geven welke ondersteuning nodig is, welke doelstelling daaraan verbonden zijn en welke de gewenste duur is van de ondersteuning. Bijlage In deze handreiking is een tweede bijlage opgenomen die van steun kan zijn bij het aangeven van de ondersteuningsbehoefte van de leerling en dan vooral, op het terrein van de sociaal emotionele ontwikkeling. Inzet expertise (terrein 4) Aandacht vragen wij nog voor de inzet van expertise in vraag 4. Het Samenwerkingsverband PO 30-10 is er voorstander van dat de inzet van de voormalige ambulant begeleiders vooral vraag gestuurd gebeurd en gekoppeld wordt aan een arrangement. Bij terrein 4 heeft u de mogelijkheid aan te geven op welke wijze u die expertise wenst in te zetten. Wij maken daarbij een volgend onderscheid: expertise algemeen; expertise versterking van de leraar. De samenwerking met andere instanties (terrein 6) Ook even aandacht voor terrein 6 de samenwerking met andere instanties. Het gaat hier om instellingen die partner zijn in de zorg voor de leerling vanuit een ander perspectief dan onderwijs, zoals instellingen voor jeugdzorg. Op dit terrein willen we tegemoet komen aan de wens: één kind, één gezin, één plan en één regie. De samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp wordt daardoor echt versterkt. Inzet van middelen is dan ook afhankelijk van de instellingen waarmee wordt samengewerkt. Handreiking Startdocument Ontwikkelingsperspectief (versie 18 juni 2014) 6 Uitvoering van het arrangement In het voorgaande heeft de school aangegeven wat er nodig is aan ondersteuning voor deze leerling. De school doet dat op zes terreinen en geeft ook aan hoe lang de duur van het arrangement zou moeten zijn. Op dit moment van het invullen van de aanvraag komt de vraag aan de orde waar het arrangement uitgevoerd kan worden. Het komt nu aan op de reflectie van de school op het arrangement. Als dit allemaal nodig is om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoefte van de leerling wie gaat hier dan uitvoering aan geven. Vier a. b. c. d. mogelijkheden doen zich hierbij voor: uitvoering vindt plaats op de eigen school; uitvoering vindt plaats op een andere basisschool; uitvoering vindt plaats op een school voor speciaal basisonderwijs; uitvoering vindt plaats op een school voor speciaal onderwijs. Bij de mogelijkheden c en d geldt dat er door het Samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring verstrekt moet worden. Daarbij moet dan ook worden aangegeven voor welke bekostigingscategorie de leerling in aanmerking komt. Ondertekening Ten aanzien van de ouders/verzorgers geldt dat zij twee maal een handtekening plaatsen. De eerste handtekening geeft weer dat de aanvraag besproken is met de ouders en dat zij tekenen voor gezien. Let wel; ouders/verzorgers hoeven niet in te stemmen met de inhoud. Indien zij het niet eens zijn met onderdelen van de aanvraag is er in vraag 5 Standpunt van ouders/verzorgers voldoende ruimte om dat kenbaar te maken. Dit is zo geregeld dat de ouders/verzorgers geen blokkade kunnen opwerken tegen de bespreking. Met de tweede handtekening geven de ouders toestemming aan de TAC dat overige informatie bij instellingen opgevraagd kan worden en ze geven toestemming voor bespreking met een vertegenwoordigers van het schoolbestuur. Handreiking Startdocument Ontwikkelingsperspectief (versie 18 juni 2014) 7 DOCUMENT 3 VERSLAG GESPREK OP BESTUURSNIVEAU EN VERFIJNING ARRANGEMENTSAANVRAAG Het format voor het verslag spreekt voor zich . Het is aan het bestuur van de school zelf om een keuze te maken wie van de zijde van het schoolbestuur het gesprek voert met de school en wie deelneemt aan de bespreking met de leden van de TAC. Belangrijkste reden voor het gesprek op bestuursniveau is nagaan of door de school alles ondernomen is wat mogelijk was binnen de basisondersteuning. Die bestuurlijke betrokkenheid geeft ook de verantwoordelijkheid weer van het bestuur voor de inhoud van de basisondersteuning. Handreiking Startdocument Ontwikkelingsperspectief (versie 18 juni 2014) 8 Bijlage 1. Verzamellijst onderwijsbehoeften Deze leerling heeft: Instructie nodig: - Opdrachten nodig… - (Leer)activiteiten nodig… - Feedback nodig… - Groepsgenoten nodig… - Een leerkracht nodig… - waarbij de leraar voordoet en hardop denkt die de betekenis van keersommen verheldert die haar sterke visuele kant benut ter compensatie van het zwakke gehoor die vooral auditief is (hardop voorlezen, instructie binnen verhaal, liedje of rijmpje) die verkort is (doelen, kernpunten, strategieën kort bespreken waarna de leerling zelf aan het werk kan) die verlengd is (activerende basisvaardigheden, begeleide inoefening, ondersteuning bij het toepassen van de strategie) ……. die op of net onder het niveau liggen zodat hij de komende maand vooral succeservaringen op kan doen die op of net boven het niveau liggen zodat hij voldoende uitdaging krijgt die overzichtelijk zijn door een sobere lay-out met zo weinig mogelijk afleiding van plaatjes waarbij hij alleen de antwoorden hoeft in te vullen met uitgewerkte voorbeelden ….. die aansluiten bij zijn belangstelling voor de natuur. die structuur bieden met een stap-voor-stap-plan en zelfcorrigerend zijn zodat hij direct feedback krijgt die denkhandelingen concreet ondersteunen (bijv. getallenlijn) die erop gericht zijn om de leertijd zo goed mogelijk te besteden die opgedeeld zijn in kleinere deelactiviteiten die hem uitdagen (uitbreiding, plustaken of verdieping) die ruimte laten voor eigen inbreng en keuze …. die consequent en direct op het gewenste gedrag volgt waarbij inzet/inspanning wordt benadrukt (bijv. Je hebt 10 minuten zelfstandig gewerkt!”) waarbij de succeservaringen worden benadrukt die in een grafiekje is weergegeven zodat hij zelf zijn vorderingen kan volgen en zich minder met andere kinderen gaat vergelijken …… met wie hij samenwerkend kan leren die accepteren dat hij “anders” reageert in onverwachte situaties die hem vragen mee te spelen in de pauze die zijn clowneske gedrag negeren en niet lachen die hem niet uitdagen …… die de overgangen tussen activiteiten structureert die de instructie terugvraagt, controleert en samen met hem evalueert (responsieve instructie) die let op zijn taakbeleving en deze voorafgaand, tijdens en na de taak met hem bespreekt Handreiking Startdocument Ontwikkelingsperspectief (versie 18 juni 2014) 9 - Overige, zoals… - die vriendelijk en beslist is die positieve interne attributies bij succes benadrukt die situaties creëert waarin zijn sterke kanten naar voren komen die doelgericht en flexibel kan differentiëren die hem complimenteert met zijn inzet die begrijpt waar hij moeite mee heeft die een neutrale rustige, wat laconieke houding aanneemt die steun biedt bij het omgaan met zijn vaak heftige emoties (en de strijd negeert die hij soms oproept) die voorspelbaar is in zijn gedrag, houding en activiteitenaanbod die hem voorbereidt op de leswisselingen ….. een leeromgeving die… ondersteuning nodig die…. ….. Uit: Noelle Pameijer en Tanja van de Beukering HGW: een handreiking voor de interne begeleider Samenvattend formulier: Onderwijsbehoeften van de leerling Naam: Datum: Ingevuld door: Deze leerling heeft: Instructie nodig die… Opdrachten nodig die… (leer)activiteiten nodig die… Feedback nodig die… Groepsgenoten nodig die… Een leerkracht nodig die… Overige Handreiking Startdocument Ontwikkelingsperspectief (versie 18 juni 2014) 10 Bijlage 2: Verzamellijst Ondersteuningsbehoeften Deze 1. 2. 3. 4. lijst van ondersteuningsbehoeften is op de volgende 4 factoren samengesteld: De leerling/omgaan met zichzelf De relatie met de leerkracht/omgaan met leerkracht (of volwassenen) Omgaan met andere leerlingen (of peer group/leeftijdsgenoten) Werkhouding 1. De leerling/omgaan met zichzelf Dit kind heeft… Behoefte aan veiligheid Behoefte aan vertrouwen in zichzelf Behoefte aan contact en heeft het nodig om ergens bij te horen Behoefte om initiatieven te kunnen ontplooien Behoefte om verantwoordelijkheid te mogen dragen Behoefte aan het (her-)kennen van eigen grenzen Taken/leeromgeving nodig die hem uitdagen Zicht nodig op eigen kunnen Zicht nodig op datgene wat hij/zij graag wenst De gelegenheid gekregen om teleurstellingen te verwerken Voldoende beweging nodig, vooral inspannende lichaamsbeweging, die het kind helpen zich beter te concentreren en tot rust te komen Behoefte aan inzicht in regels van vrije sociale situaties Behoefte aan inzicht in regels van gestructureerde sociale situaties. \ …… 2. De relatie met de leraar Dit kind wil… Een leraar die vertrouwen geeft Een leraar die interesse in hem/haar toont Een leraar die initiatieven van hem/haar beloont Een leraar die bevraagt waar hij/zij aan zit te denken Een leraar die feedback consequent en direct volgend op gedrag geeft Een leraar die succeservaringen benadrukt Een leraar die inzet/inspanning benadrukt Een leraar die complimenteert Een leraar die vriendelijk en beslist is Een leraar die zich dan weer leidend en dan weer afwachtend opstelt Een leraar die instructie terugvraagt, controleert en samen met hem/haar evalueert Een leraar die let op zijn/haar taakbeleving en deze voorafgaand, tijdens en na de taak met hem/haar bespreekt Een leraar die situaties creëert waarin de sterke kanten van hem/haar naar voren komen Een leraar die positieve interne attributies bij succes benadrukt Een leraar die aangeeft dat fouten maken toegestaan is Een leraar die humor heeft en waarbij je grapjes kan maken Een leraar die rechtvaardig is Een leraar nodig die open vragen stelt (die uitnodigen tot creativiteit) Een leraar die aangeeft welk gedrag wel en niet kan in sociale situaties Een leraar die de overgangen tussen de activiteiten structureert Een leraar die de vrije situaties voorstructureert Een leraar die de vrije situaties voorbespreekt en nabespreekt Handreiking Startdocument Ontwikkelingsperspectief (versie 18 juni 2014) 11 - Een Een Een Een ….. leraar leraar leraar leraar die die die die (leer- en gedrags-) situaties structureert je om hulp kunt vragen zelf ook om hulp durft te vragen de leerling ook eens ‘links’ laat liggen. 3. Omgaan met andere leerlingen Dit kind heeft groepsgenoten nodig… Met wie hij/zij samenwerkend kan leren Met wie hij/zij kan overleggen over activiteiten Die interesse hebben in wat hij/zij van iets vindt Die accepteren dat hij/zij ‘anders’ reageert in onverwachte situaties Die accepteren dat hij/zij ‘anders’ reageert in angstige situaties Die hem/haar vragen mee te spelen in de pauze Die naast hem/haar willen lopen naar de gymzaal Die het gezellig vinden om naast hem/haar in de bus te zitten Die zijn/haar clowneske gedrag negeren en er niet om lachen Die hem/haar niet uitdagen Die hem/haar niet uitlachen Waarbij hij/zij zich prettig voelt Waarmee hij/zij zich kan meten Die hem/haar niet voor gek zetten in de klas Waartegen hij/zij ook eens ‘nee’ kan zeggen als hij/zij ergens geen zin in heeft Die aardig tegen hem/haar doen Die niet meelopen met pestkoppen Die in conflictsituaties meedenken over de meest geschikte oplossing Die verhalen willen horen wat hij/zij heeft meegemaakt Die hulp bieden wanneer hij/zij iets niet kan Die hij/zij ook eens kan helpen. ….. 4. Werkhouding Dit kind heeft… Opdrachten nodig die op of net onder zijn/haar niveau liggen zodat hij/zij de komende maand vooral succeservaringen kan opdoen Opdrachten nodig die op of net boven zijn/haar niveau liggen zodat hij/zij voldoende uitdaging krijgt Instructie nodig waarbij de leraar voordoet en hardop denkt Instructie nodig die verkort is (doelen, kernpunten en oplossingsstrategieën kort bespreken waarna het kind zelfstandig aan het werk kan) Instructie nodig die verlengd is (activeren basisvaardigheden, begeleide inoefening, ondersteuning bij het toepassen van de strategie en stimuleren tot het bedenken van eigen voorbeelden) Opdrachten nodig die overzichtelijk zijn door een sobere lay out met zo weinig mogelijk afleiding van plaatjes Instructie nodig waarbij de leraar voordoet en hardop denkt Instructie nodig die verkort is (doelen, kernpunten en oplossingsstrategieën kort bespreken waarna het kind zelfstandig aan het werk kan) Instructie nodig die verlengd is (activeren basisvaardigheden, begeleide inoefening, ondersteuning bij het toepassen van de strategie en stimuleren tot het bedenken van eigen voorbeelden) Opdrachten nodig die overzichtelijk zijn door een sobere lay out met zo weinig mogelijk afleiding van plaatjes Opdrachten nodig die overzichtelijk zijn door een sobere lay out maar met functionele interessante illustraties. Opdrachten nodig waarbij hij/zij alleen de antwoorden hoeft in te vullen Handreiking Startdocument Ontwikkelingsperspectief (versie 18 juni 2014) 12 - Opdrachten nodig met uitgewerkte voorbeelden Activiteiten die aansluiten bij zijn/haar belangstelling voor… Activiteiten die structuur bieden met een stap-voor-stap-plan en zelfcorrigerend zijn zodat hij/zij direct feedback krijgt Activiteiten nodig die ruimte laten voor eigen keuze en inbreng Activiteiten nodig die opgedeeld zijn in kleinere deelactiviteiten Activiteiten die erop gericht zijn de om de leertijd zo goed mogelijk te besteden Activiteiten nodig die hem/haar uitdagen Activiteiten nodig die voor voldoende lichamelijk inspannende beweging zorgen Materialen nodig die de denkhandelingen concreet ondersteunen (plaatjes, mascotte, steunfiguur, tokens) Materialen nodig die overzichtelijk zijn en die hij/zij zelfstandig kan gebruiken Taken nodig die rekening houden met de korte concentratieboog van hem/haar Een leeromgeving nodig die zo min mogelijk afleiding veroorzaakt Een leeromgeving nodig waarbinnen de materialen een duidelijk zichtbare en vaste plek hebben Ondersteuning nodig die hem/haar helpt zich te focussen op een opdracht Ondersteuning nodig bij het plannen/organiseren van deeltaken van een opdracht Voldoende tijd nodig om zich te kunnen richten en om een overzicht te creëren van de taak. ….. Bron: Erik van Meersbergen, WOSO: 2009 Handreiking Startdocument Ontwikkelingsperspectief (versie 18 juni 2014) 13
© Copyright 2025 ExpyDoc