Decentralisaties: gemeentelijke controllers en auditors aan de slag De gemeenten worden met ingang van 2015 integraal verantwoordelijk voor het sociaal domein op grond van de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet (de drie decentralisaties). Aan de vooravond van de invoering daarvan waren waarschuwende berichten te lezen in Binnenlands Bestuur: in december 2013 door Arno Visser namens het bestuur van de verzamelde lokale rekenkamers en in mei 2014 door Huub Willemsen namens de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants (NBA). Zij vrezen dat er geen inzicht is in de besteding van de miljarden euro’s die met die operatie meeverhuizen. ‘Straks weten we alleen dat het geld is uitgegeven. Niet waaraan’ aldus Arno Visser. Er is nog te weinig aandacht voor controle en verantwoording en gevreesd wordt dat het onmogelijk wordt om een goedkeurende accountantsverklaring te krijgen. De NBA pleit ervoor om vooraf goed duidelijk te maken wat de te leveren prestaties moeten zijn (uniform en zo SMART mogelijk geformuleerd), en ook vooraf te regelen op welke wijze de zorgaanbieder (het liefst ook op een uniforme manier) over de geleverde prestaties verantwoording aflegt. De NBA doet een oproep en geeft suggesties om hiermee aan de slag te gaan. In de meicirculaire heeft het Rijk op onderdelen alvast meer licht in de duisternis gebracht, met name over de controle op de besteding van de middelen (meicirculaire 2014, pagina 21). Het Rijk gaat de eerste drie jaar de middelen beschikbaar -stellen vanuit een nieuw “deelfonds sociaal domein”, op basis van de Tijdelijke Wet deelfonds sociaal domein. Het Rijk wil (uiteraard) dat gemeenten deze middelen volgens de voorwaarden van de wet besteden. De bestedingsvoorwaarde maakt onderdeel uit van de accountantscontrole over het jaar 2015. In de meicirculaire wordt ingegaan op bovengenoemde vrees van accountants door de aankondiging dat samen met de beroepsgroep gewerkt wordt aan handreikingen, toelichtingen en nadere duiding. Via het instrument “informatie voor derden” (IV3) wil het Rijk zicht krijgen op de bestedingen per gemeente en ook landelijk. Voor gemeenten betekent dit een aanpassing van de inrichting van de administraties. Het Rijk heeft alvast een extra zekerheid ingebouwd: na het eerste kwartaal van 2015 moet de gemeente een goedkeurende accountantsverklaring overhandigen waaruit blijkt dat zij het systeem van IV3 goed heeft ingericht. De gemeenten doen er goed aan om tijdig te beginnen met het inrichten van de administratie conform de nieuwe IV3 functies en categorieën, het liefst ruim voor 1 januari 2015 zodat ook tijd overblijft voor interne borging en communicatie. Net als de accountants richten interne auditoren bij gemeenten zich op de juistheid, volledigheid, tijdigheid en rechtmatigheid van de cijfers en zij weten dat het controlelandschap volgend jaar verandert. Met de invoering van de decentralisaties worden middelen aan de gemeentebegroting toegevoegd en komt het accent financieel gezien op het sociaal domein te liggen. Daarnaast brengen de decentralisaties grote (financiële) risico’s met zich mee. Dit betekent dat tijdens (aanvankelijk) interne audits relatief zwaar zal worden ingezet op het gebied van de decentralisaties, ten koste van andere beleidsterreinen. Het is daarom van belang dat interne auditoren niet afwachten tot het eind van het jaar, maar (als dat nog niet is gebeurd) contact zoeken met de betreffende beleidsmedewerker of projectleider in het sociaal domein. Met de kennis van de (administratieve) praktijk kan de interne auditor als sparringpartner dienen voor de beleidsmedewerker of projectleider. Zodra de wetgeving duidelijk is, zal immers snel geschakeld moeten worden en dan is het verstandig dat er een open communicatiekanaal is waar de auditor zijn of haar adviezen in kwijt kan. Hiermee wordt onnodig reparatiewerk achteraf voorkomen. Naast aandacht voor rechtmatigheid is het ook belangrijk de focus te blijven leggen op doelmatigheid en doeltreffendheid. Deze thema’s vallen weliswaar buiten het blikveld van de accountantscontrole, maar zijn belangrijk (of gaan dat worden) voor klanten, gemeenteraden, wethouders, 213a-onderzoekers en lokale rekenkamers. Ook deze thema’s zullen een rol moeten krijgen bij de inrichting van de processen. Heldere regels en SMART geformuleerde prestaties en doelstellingen (en monitoring daarvan) zijn een voorwaarde om goed invulling te geven aan doelmatigheid en doeltreffendheid. Als het normenkader ontbreekt, is een goed oordeel achteraf niet mogelijk en zal het advies vaak zijn om alsnog regels en prestaties helder en SMART te benoemen. Dit is een zeer actueel thema en dat blijkt tevens bij de inkoop van zorg. Nu al wordt rekening gehouden met de informatie die zorgleveranciers in 2015 moeten leveren, niet alleen voor de monitoring, maar ook ten behoeve van de betalingen cq. de declaraties van kosten. Het probleem is echter dat er op dit moment verschillende landelijke standaarden en gegevenssets worden ontwikkeld en dat die nog niet (definitief) bekend zijn. Dat geldt voor de Jeugdzorg. Voor de WMO is er nu de verplichte i-wmo standaard. De standaard productcodes zorgen er in ieder geval voor dat de administratieve afhandeling van declaraties/facturen soepel kan verlopen. De vraag is wel of de codes voldoende mogelijkheden bieden voor gemeenten om te sturen. Waarschijnlijk niet. De angst van (Jeugd-)zorgaanbieders is dan ook dat alle regio's, of nog erger gemeenten, straks eigen informatie gaan opvragen, afwijkend van de standaard. Haute Equipe Partners in Public adviseert gemeenten om zoveel mogelijk gebruik te maken van de ‘gegevensset gemeentelijke monitor sociaal domein’ die is ontwikkeld door de VNG in samenwerking met KING. Ter ondersteuning van gemeenten heeft Haute Equipe Partners in Public een Strategiekaart Jeugdzorg ontwikkeld, waarbij de samenhang tussen doelen, succesfactoren en indicatoren (uit de VNG/KING gegevensset) helder in kaart is gebracht, zodat u weet waar u op wenst te sturen en wat daarvoor gemeten dient te worden. Concluderend: de invoeringsdatum van 1 januari 2015 nadert gestaag en na (terechte) oproepen vanuit verschillende kanten voor meer duidelijkheid, worden zaken stap voor stap duidelijker. Gemeenten dienen nu actie te ondernemen om te voldoen aan de eisen van rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid. Interne auditoren raden we aan nu al dicht op de werkvloer te opereren. Daarnaast is het belangrijk om de administratie goed en tijdig in te richten conform de nieuwe IV3 functies en categorieën. Het is tevens zaak voor gemeenten om bij de inkoop al rekening te houden met op te leveren verantwoordings- en stuurinformatie (monitoring). Bij voorkeur wordt hierbij gebruik gemaakt van landelijke standaarden en gegevenssets. Als de planning en control scherp en goed is ingericht (wat willen we bereiken, wat hebben we daarvoor gedaan en wat heeft het gekost), dan hoeven de accountantsverklaringen geen probleem te zijn! Auteur: Contact: Jan Date van der Werff (Haute Equipe Partners in Public B.V.) [email protected] / 023 – 547 19 13.
© Copyright 2024 ExpyDoc