Summer in the classroom

Summer in the classroom
Ik heb al eerder in een blog aangegeven dat ik lesgeven zie als topsport. Een docent die
alle leerlingen elke week een stapje verder wil helpen kan niet alleen frontaal lesgeven,
maar zal moeten rondlopen en via directe individuele feedback leerlingen ondersteunen bij
dat wat ze nodig hebben. Daar halen veel docenten ook voldoening uit.
Tel daarbij op dat je continu improviseert om zo goed mogelijk te reageren op onvoorziene
omstandigheden en je begrijpt wellicht mijn vergelijking met sport. Ik weet van veel collega’s
dat als gevolg hiervan zij, net zoals ik, bij thuiskomst het liefst even plat liggen op de bank.
Iets wat iedere werknemer zal hebben die hard heeft gewerkt, alleen kunnen docenten
vaak ’s avonds weer verder met lesvoorbereidingen, nakijken en mailen. Steeds meer mailen.
Op een school waar leerlingen elke les in een lokaal zitten op een stoeltje achter een tafeltje
kun je je dus voorstellen dat naast de bekwaamheid van de docent, een goede methode en
een lesplan ook het klimaat in het lokaal optimaal moet zijn voor die topsport prestatie.
Want van zowel docent als leerlingen wordt verwacht dat ze actief meedoen in de les.
Omdat onze school al wat ouder is merk je
dat het beheersen van dat optimale klimaat
niet haalbaar is. Al snel gaan deuren en
ramen open en klagen leerlingen over de
muffe geuren in een lokaal. Zes of zeven keer
25 tot 30 pubers die hard werken maakt
helaas niet alleen geestelijk iets los, maar
ook lichamelijk. Daarnaast heb ik geluk/pech
net boven de aula les te mogen geven waar
ook de keuken is gestationeerd. Dus om
11:30 op woensdag beginnen de eerste
leerlingen al de geuren van de broodjes
hamburger te ruiken. En nu de zomer is begonnen en de zon heerlijk straalt wordt niet
alleen het lokaal warmer maar ook het platte dak van de aula naast het lokaal.
Samenvattend zou je kunnen zeggen dat mijn lokaal een ideale plek is voor het vak biologie
om de snelle groei van schimmel in petrischaaltjes te meten.
Het Sick Building Syndroom
maakt vervolgens zijn intrede.
Natuurlijk doet school er van alles aan. Aan bijna alle lokalen hangen automatische rolluiken
die met het schijnen van de zon verschijnen. Er zijn in september lamellen opgehangen, er
wordt geëxperimenteerd met aluminium afscherming op de ramen en er is vorig jaar zelfs
onderzoek naar gedaan. Het enige dat ik weet is dat ik me in de eerste pauze (na twee
lessen) al enorm klam en plakkerig voel en dat tijdens deze warme weken de actieve
houding van leerlingen naarmate de dag vordert steeds lager wordt. Een eeuwenoud
fenomeen.
Het Sick Building Syndroom maakt vervolgens zijn intrede. Leerlingen weten dat het lokaal
muf en warm is, komen binnen en voelen zich bij het minste geringste al oncomfortabel.
Vaak wordt het SBS toegeschreven aan verwarming, ventilatie en airconditioning. Daar zou
hier dus ook sprake van kunnen zijn. Als docent heb je vervolgens dus niet alleen te maken
met een groep leerlingen en een voorbereide les die steeds verandert, maar vecht je ook
tegen het spook Warmte.
Ik begrijp dat dit een enorm zeurverhaal is, maar ik weet dat veel collega’s hier last van
hebben. Je kunt niet in je schoolboekje zetten dat het klimaat op school optimaal is, je haalt
er niet de krant mee en je kunt er moeilijk een vaandel voor op je schoolplein zetten. Toch is
klimaat in de klas wel één van de basisvoorwaarden voor goed onderwijs. Het is tenslotte de
plek waar het moet gebeuren. Gelukkig staat het op de agenda en wordt er gezocht naar
betaalbare oplossingen.
Mijn oplossing voor nu? Lekker buiten lesgeven. En zo heeft elk nadeel zijn voordeel…