MIC 2014 - 2 Rubriek Wonderstudies - Niets is persoonlijk

RUBRIEK WONDERSTUDIES
Niets is persoonlijk
door Peter Winteraeken
Herken jij situaties waarin het lijkt alsof het om jou gaat? Waarin jij met de eer gaat strijken? Jij
alle lof krijgt toegezwaaid, bijvoorbeeld bij het succesvol afronden van een project? Of dat jij de
oorzaak bent van het falen van een project? Of een gigantische miskleun hebt begaan, privé of op
het werk? In al die gevallen draait het om het ‘ik’ dat centraal staat, positief dan wel negatief. De
Cursus noemt dat ‘speciaalheid’.
Ik herinner mij een kostbare les die mij werd geschonken door een collega. Die collega uitte
‘kritiek’ tijdens een samenwerkingsverband. Hij zei: “Jij maakt mij boos.” Ik weet nog goed hoe
deze opmerking mij raakte. Ik voelde me persoonlijk gekwetst en aangevallen. Het was helemaal
niet mijn intentie geweest om hem boos te maken. Ik stond perplex, met mijn mond vol tanden en
wist niet waar ik het zoeken moest. Wel merkte ik dat deze opmerking iets in mij raakte en ik nu
boos begon te worden. Het voelde niet goed en ik merkte dat ik afstand tot ‘mijn’ collega nam. Ik
voelde me ‘schuldig’ aan het negatieve gevoel van ‘mijn’ collega. Ik dacht: “Dat komt door mij.” En
dit geloven – dat ik de oorzaak ben van iemands gevoel - is teveel eer zo begrijp ik nu. Mijn
primaire reactie bestond uit afstand nemen van wat ik als de bron van pijn zag: ‘mijn’ collega. Ik
zocht ‘mijn’ collega minder vaak op en ging samenwerking zoveel mogelijk uit de weg.
Iemand zegt iets wat jou niet aanstaat. Hij doet iets wat jou ergert. Hij ‘verraadt’ zijn
vijandige gedachten door zijn gedrag. Je houdt je hier niet bezig met wat die persoon is.
Integendeel, jij bent uitsluitend geïnteresseerd in wat hij doet in een lichaam.
(Wd1.72.3:4-6,4:1-2)
Vermijdingsgedrag is niet de oplossing. Wat dan wel? Allereerst, het stellen van de hulpvraag aan
de Heilige Geest/Jezus. Zij helpen/antwoorden altijd, mits ik maar om hulp vraag en niet probeer
de kwestie ‘alleen’ op te lossen. Met deze Hulp naast mij kon ik de stap naar heling zetten: mijn
waarneming delen met de Heilige Geest /Jezus. En wat zien zij? Wat zien ogen van liefde? Dat elk
menselijk gedrag ofwel een uiting is van liefde, of een vraag om liefde.
Meteen voelde ik mildheid opkomen, compassie voor ‘mijn’ collega en voor mijzelf. Ik zag een
aanval, waar de Heilige Geest /Jezus een roep om liefde zien. En als ik bij deze heilige waarneming
kan blijven, zonder verdere interpretatie, is deze waarneming altijd helend van aard voor alle
betrokkenen bij de situatie. Omdat het antwoord altijd liefdevol is. Ik kon nu zien dat mijn collega
om hulp riep.
Een waanzinnige conclusie ontkracht je door te onderzoeken of de uitgangspunten waarop
ze berust wel zinnig zijn. Jij kunt niet aangevallen worden, een aanval is niet te
rechtvaardigen en je bent verantwoordelijk voor wat jij gelooft. (T6.In.1:6-7)
Deze situatie heeft mij veel geleerd over waarneming. Hoe snel het ‘ik’ geneigd is iets anders te
zien of te horen dan alleen maar liefde. Elke andere waarneming voert mij weg van innerlijke vrede
(dat wat ik het liefst van al wil, toch?) omdat ik niet waarheidsgetrouw zie. En dagelijks krijgen wij
1
zoveel mogelijkheden om steeds waarheidsgetrouwer te gaan zien. Wat een kansen in dit aards
klaslokaal!
Diederik Wolsak reikte de deelnemers aan een dagworkshop het volgende hulpmiddel aan:
‘Ik ben verantwoordelijk voor mijn gevoelens.
Jij bent verantwoordelijk voor jouw gevoelens.
Ik ben niet verantwoordelijk voor jouw gevoelens.
En jij bent niet verantwoordelijk voor mijn gevoelens.
En als ik dit vergeet, wil jij mij dan hieraan herinneren?’
En met een glimlach denk ik terug aan een opmerking van Els Thissen tijdens een workshop: “Als
je door een hond gebeten wordt, dan neem je dat toch ook niet persoonlijk?” Niets is persoonlijk,
ook niet als ik door een hond of collega ‘gebeten’ wordt. Ik ben ‘toevallig’ op die plek om te leren
dat niks persoonlijk is door juist waar te nemen.
Onderwijs liever je eigen volmaakte onschendbaarheid, wat de waarheid in jou is, en besef
dat die niet belaagd kan worden. Probeer die niet zelf te beschermen, of anders geloof jij
dat ze wel kan worden belaagd. Van jou wordt niet gevraagd je te laten kruisigen; dat was
een deel van mijn bijdrage aan het onderricht. Van jou wordt alleen gevraagd mijn
voorbeeld te volgen wanneer je geconfronteerd wordt met veel minder extreme
verleidingen om verkeerd waar te nemen. (T6.1.6:4-7)
En ‘mijn’ collega? Die zei laatst tegen mij dat collega ‘X’ hem zo boos maakt. 
2