EED Wet van 30 juli 1894 betreffende de eedaflegging in

EED
Wet van 30 juli 1894 betreffende de eedaflegging
1
in een der in het land gebezigde talen
Artikel 1
Elke eed wordt afgelegd, ter keuze van hem wie hij opgelegd is, in een der in het land gebruikte talen.
Art. 2
Binnen twee maanden na de bekendmaking dezer wet, zal een koninklijk besluit de Vlaamse tekst van
de verschillende in gebruik zijnde eedformulieren vaststellen.
1
Belgisch Staatsblad van 22 september 1894; gedeeltelijk opgeheven bij het decreet van 3 mei 1972 tot regeling van het gebruik
van de Nederlandse taal bij de eedaflegging (Belgisch Staatsblad van 27 mei 1972).
Bijlagen bij het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers – Laatste bijwerking: 3 juni 2014
1/1