Vitens brief reactie cNDR

Vitens
Bureau Energieprojecten
Inspraakpunt conceptnotitie Structuurvisie Schaliegas
Oude Veerweg 1
8019 BE Zwolle
Postbus 1205
Postbus 23
2290 AA WATERINGEN
8001 BE Zwolle
Telefoon 088 88 4 8888
Fax 088 88 4 6799
www.vitens.nl
Behandeld door
Doorkiesnummer
Peter Salverda
06 - 22 66 35 65
Ons kenmerk
Onderwerp
Datum
E-mail
Uw kenmerk
8 juli 2014
[email protected]
DGETM-EM / 1408 5733
Concept notitie reikwijdte en detailniveau
Structuurvisie Schaliegas
Geachte heer, mevrouw,
Wij hebben de concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau voor de Plan MER Structuurvisie
Schaliegas ontvangen (cNRD). U stelt ons in de gelegenheid daarop te reageren. In deze
brief geven wij onze zienswijze en advies op de cNRD.
In de afgelopen periode hebben wij met het ministerie van Economische Zaken (EZ) een
constructieve dialoog gevoerd. Daarin hebben wij informatie en kennis uitgewisseld met als
oogmerk de risico’s voor de drinkwatervoorziening objectief en zorgvuldig mee te nemen in
de afwegingen in de Structuurvisie Schaliegas. Mede gezien het door de Tweede Kamer
onderschreven Nationale belang van de drinkwatervoorziening zijn wij blij dat dit heeft geleid
tot het bij voorbaat uitsluiten van de directe drinkwatergebieden.
Positie waterbedrijf Vitens
Wij onderschrijven de reactie van onze brancheorganisatie die onze zienswijze geeft vanuit
het algemene belang van de drinkwatervoorziening. Onze reactie is aanvullend hierop en
richt zich specifiek op de effecten op de drinkwatervoorziening in ons beheersgebied.
Vitens is op basis van de Drinkwaterwet wettelijk verantwoordelijk voor de uitvoering van
een betrouwbare drinkwatervoorziening nu en in de toekomst van een derde van Nederland.
Ons voorzieningsgebied beslaat de provincies Friesland, Overijssel, Gelderland, Utrecht,
Flevoland en enkele gemeenten in Noord Holland en Drenthe. Vanuit deze
verantwoordelijkheid richt onze reactie zich specifiek op de effecten van mogelijke
schaliegasexploratie en –exploitatie1 op de drinkwatervoorziening binnen ons
voorzieningsgebied. Als drinkwaterbedrijf zijn wij geen partij in de bredere politieke
discussie over (nut en noodzaak van) schaliegas.
In aanvulling op onze inzet attenderen wij u er op dat ongeveer 20% van het BNP wordt
verdiend door waterafhankelijke bedrijven. Een goede kwaliteit grondwater is vooral van
belang voor de voedings- en genotsmiddelenindustrie, omdat water dat hiervoor wordt
1
Hieronder verstaan wij tevens andere vormen van onconventionele gassen en
oliën als steenkoolgas, steenkoololie, schalieolie, e.d.
KvK Utrecht 050.69.581
Ons kenmerk
Datum
8 juli 2014
gebruikt aan dezelfde kwaliteitseisen moet voldoen die gelden voor drinkwater. Voldoende
beschikbaarheid van kwalitatief goed en betaalbaar water vormt een belangrijke
vestigingsfactor voor bepaalde bedrijfssectoren. In het afwegingskader van de kosten en
baten zal ook de economische schade meegewogen moeten worden als gevolg van een
calamiteit op, onder of nabij een drinkwatervoorziening. De economische impact als gevolg
van vervuiling van de drinkwatervoorziening dient een plek te krijgen in de beoordeling of
schaliegaswinning wel of niet aanvaardbaar is.
Onze inzet in de ontwikkeling van schaliegas
De drinkwatervoorziening is een primaire basisbehoefte die direct gekoppeld is aan
volksgezondheid en welvaart. Leveringszekerheid en kwaliteit staan daarom centraal in onze
strategie en bedrijfsvoering. Onze drinkwaterproductie geschiedt volledig uit grondwater, dat
wij onttrekken uit de ondergrond op ruim 100 locaties. Kwalitatief goede
grondwatervoorraden zijn dan ook een essentiële randvoorwaarde voor een betrouwbare
drinkwatervoorziening nu en in de toekomst. Het uitsluiten van onaanvaardbare risico’s voor
de drinkwatervoorziening is voor ons uitgangspunt in onze reacties op ontwikkelingen in het
fysieke domein in brede zin.
Gezien het grote belang voor de drinkwatervoorziening heeft Vitens een eigen risicoanalyse
uitgevoerd met betrekking tot de risico’s van de winning van schaliegas voor de
drinkwatervoorziening. Deze risicoanalyse geeft invulling aan onze in de Drinkwaterwet
vastgelegde zorgplicht voor de grondstofbronnen, waarbij de waterbedrijven een
signalerende, agenderende en alarmerende rol hebben. Dit heeft geresulteerd in een
risicoboom (zie bijlage).
In onze brief d.d. 29 oktober 2013 hebben wij aan het ministerie van EZ aangegeven wat
nodig is om een betrouwbare drinkwatervoorziening te borgen in het licht van de
voorgenomen winning van schaliegas. In de betreffende brief hebben wij gevraagd de
volgende aspecten uit te werken:
1. De kennis van de risico’s voor de drinkwatervoorziening met behulp van de
structuurvisie/plan MER en praktijkonderzoek vergroten tot het noodzakelijke niveau om
reële ontwikkelscenario’s te kunnen opstellen;
2. Per gebied op basis van de reële ontwikkelscenario’s de risico’s in beeld brengen;
3. Adequate wet- en regelgeving te ontwikkelen die recht doen aan de borging van “de
drinkwatervoorziening als dwingende reden van groot openbaar belang” (zie hiervoor het
RIVM-rapport “Naar een brede zorgplicht voor drinkwaterbronnen”, juli 2013);
4. De Structuurvisie Schaliegas laten aansluiten op de te ontwikkelen principes en het brede
afwegingskader uit de Structuurvisie op de Ondergrond (STRONG) en het overnemen van
de beleidskaders van de Beleidsnota Drinkwater.
In het onderstaand reageren wij voor bovenstaande 4 punten op de cNRD. Daarbij hebben
wij getoetst of de methodiek in het cNRD voldoende uitsluitsel geeft over de door ons
gesignaleerde potentiele risico’s.
Wij achten het noodzakelijk dat alle relevante drinkwatergebieden worden uitgesloten in de
Plan MER. Dit gezien de huidige inzichten in de potentiële risico’s die samenhangen met de
winning van schaliegas en de grote, soms onherstelbare impact op de grondwatervoorraden
en daarmee de continuïteit van de drinkwatervoorziening. Ook met deze uitsluiting van de
drinkwatergebieden blijft in onze visie een ruim bemeten onderzoeksgebied beschikbaar om
de eventuele winning van schaliegas in de Plan MER te onderzoeken.
2
Ons kenmerk
Datum
8 juli 2014
Ad 1. Kennis van risico’s vergroten met Plan MER en praktijkonderzoek
Voor de borging van kwalitatief goede grondwatervoorraden voor de drinkwatervoorziening
worden de risico’s geminimaliseerd door enerzijds de aanwezig fysieke bescherming. Een
winning onder een dikke kleilaag is beter beschermd tegen invloeden vanaf maaiveld dan
een freatische (ondiepe) winning waar deze laag ontbreekt. De geohydrologische
bescherming in het Vitens-gebied verschilt per locatie.
Anderzijds hebben alle provincies regelgeving, gericht op het minimaliseren van de risico’s
van activiteiten. Via ruimtelijke beschermingsgebieden worden te risicovolle activiteiten
uitgesloten in waterwingebieden, grondwaterbeschermingsgebieden, boringvrije zones en
intrekgebieden. Daarnaast worden via het milieubeleid beperkingen opgelegd aan
activiteiten. Dit is vastgelegd in de Provinciale Milieuverordening (PMV) of
omgevingsverordening, die is gebaseerd op de Wet Milieubeheer. Het huidige
beschermingsbeleid is gericht op risico’s vanaf het maaiveld. Derhalve kan bij winningen met
een goede fysieke bescherming (goede afdekkende kleilaag boven het watervoerende
pakket) worden volstaan met een boringvrije zone. Een boringvrije zone heeft dezelfde
intentie en daarmee belang als een grondwaterbeschermingsgebied voor een fysiek minder
goed beschermde winning (bijvoorbeeld een freatische winning).
Voor mijnbouwactiviteiten zijn er potentieel drie categorieën die tot potentiele risico’s voor
de drinkwatervoorziening kunnen leiden:
A)
Verontreiniging vanaf maaiveld;
B)
Verontreiniging langs het boorgat van de schaliegasput;
C)
Verontreiniging door fracking.
Vitens heeft op basis van deze drie hoofdrisico’s de risicoboom gemaakt. De risicoboom moet
worden gezien als een inventarisatie van mogelijke risico’s. Op grond van deze inventarisatie
gekoppeld aan onze bodemkennis, inzichten van externe specialisten en ervaringen elders
met schaliegaswinning hebben wij een risico-inschatting gemaakt. Deze wijst uit dat
schaliegaswinning in de specifieke geologische situatie binnen ons voorzieningsgebied tot
onaanvaardbare risico’s voor de drinkwaterwinning kan leiden. Om deze reden achten wij het
noodzakelijk om alle gebieden relevant voor de huidige en toekomstige
drinkwatervoorziening uit te sluiten.
Op de kaart die is bijgevoegd, is met verschillende geeltinten aangegeven welke gebieden
aanvullend op de grondwaterbeschermingsgebieden (blauw) naar onze mening zouden
moeten worden uitgesloten. Dit betreft allemaal gebieden die in het provinciale beleid zijn
verankerd.
In het onderstaande geven wij u de onderliggende onderbouwing daarvan.
3
Ons kenmerk
Datum
8 juli 2014
(a) Boringvrije zones uitsluiten
Het doorboren van dikke kleilagen boven de laag waaruit grondwater wordt onttrokken levert
een groot risico voor vervuiling op door de bovengenoemde hoofdrisico’s A en B. Om deze
risico’s tegen te gaan, hebben provincies in kwetsbare gebieden een zone ingesteld waar
beschermende kleilagen niet doorboord mogen worden (boringvrije zone). Deze boringvrije
zone vervangt grotendeels de bescherming die grondwaterbeschermingsgebieden bieden. Ze
beschermen echter niet tegen risico C en deels risico B. Om overal dezelfde bescherming te
garanderen moeten boringvrije zones net zoals grondwaterbeschermingsgebieden dus
worden uitgesloten in het NRD.
Wij verzoeken u de in het provinciaal beleid vastgelegde boringvrije zones ten behoeve van
de drinkwatervoorziening uit te sluiten voor het NRD.
(b) Intrekgebieden uitsluiten
Grondwaterbeschermingsgebieden en boringvrije zones zijn ingesteld om activiteiten te
weren die een bedreiging zijn voor waterwinning. Om risicovolle ruimtelijke ontwikkelingen af
te stemmen op waterwinactiviteiten is het intrekgebied van waterwinningen leidend in
omgevingsplannen. Vanuit het voorkomen van risico’s van mijnbouwactiviteiten is het
noodzakelijk om intrekgebieden uit te sluiten in plaats van de kleinere
grondwaterbeschermingsgebieden, want:
a.
Verontreinigingen ten gevolge de risico’s A, B en C bij schaliegaswinning kunnen een
groot gebied verontreinigen, zonder dat dit direct merkbaar is. Het is noodzakelijk om
voldoende reactietijd te hebben om in geval van calamiteiten een alternatieve locatie te
vinden. Na het staken van de schaliegas exploratie blijven de gedempte
schaliegasputten aanwezig in de grondwaterbeschermingszones en vormen een blijvend
potentieel risico (puterosie) voor verontreiniging van het grondwater. Bovendien is het
onmogelijk om verontreinigingen in de diepe ondergrond te saneren. Dit maakt het
noodzakelijk om een buffergebied aan te houden aansluitend aan de
grondwaterbeschermingsgebieden. Identiek aan de methodiek in de ruimtelijke ordening
moeten hiervoor -vanuit het voorzorgprincipe- dus de intrekgebieden worden
aangehouden.
b.
Naast risicovolle activiteiten in de ondergrond kunnen ook activiteiten aan maaiveld
aanzienlijke verontreinigingen veroorzaken ten gevolge van de vele verkeersbewegingen
en opslag van met name chemicaliën, flowbackwater en afvalwater.
c.
Tot slot moet er rekening mee worden gehouden dat de berekeningsmethoden voor
grondwaterbeschermingsgebieden kunnen verschillen per provincie en daarmee het risico
voor de grondwaterwinning. Het IPO model PMV kan derhalve niet als uitgangspunt
gelden voor het NRD. Dit onderstreept de noodzaak om niet uit te gaan van
grondwaterbeschermingsgebieden maar van grotere intrekgebieden.
Wij verzoeken u de uitsluitingsgebieden te vergroten tot de intrekgebieden van onze
grondwaterwinningen.
4
Ons kenmerk
Datum
8 juli 2014
(c) 1000 meter grens loslaten
In het cNRD wordt een ondergrens van 1000 meter aangehouden. Beneden deze diepte
wordt schaliegaswinning niet uitgesloten. Activiteiten op grotere diepte dan de
grondwatervoorraden kunnen ook tot onaanvaardbare risico’s leiden omdat:
1. de breukzones nog onvoldoende bekend zijn (risico C);
2. gasmigratie vanuit (het horizontale) boorgat kan optreden(risico B);
3. verontreinigingen kunnen ontstaan door kortsluiting met oude boorgaten van derden die
niet goed zijn afgedicht (risico C);
4. Er een risico is op vervuiling door afvalwater (risico A en B);
5. thermische verontreiniging kan ontstaan, waardoor migratie van vervuiling ontstaat
(risico B);
6. De aanleg van een put vervuiling kan veroorzaken (met name B);
Het is dan ook noodzakelijk om onder de drinkwater gerelateerde gebieden alle activiteiten
uit te sluiten waarvan de effecten onvoldoende bekend zijn.
Wij verzoeken om de ondergrens van 1000 meter los te laten in de uitsluitingsgebieden ten
behoeve van de drinkwatervoorziening.
(d) Strategische reserveringen uitsluiten
Dit gaat om de ruimtelijk vastgelegde gebieden in de provinciale omgevingsplannen
(bestaande winningen en grondwaterreserveringen), de resultaten van het recent samen met
de provincies uitgevoerde onderzoek Interprovinciale drinkwaterleveringen (IPL-onderzoek)
en de nog in het kader van STRONG aan te wijzen strategische nationale en regionale
grondwaterreserves.
Reserveringen voor de toekomstige drinkwatervoorziening moeten op identieke wijze worden
behandeld als bestaande winningen, omdat anders de continuïteit in de periode tot 2040
wordt aangetast. Verontreinigingen van grondwatervoorraden zijn immers onomkeerbaar.
Wij verzoeken u de in het provinciaal beleid vast gestelde strategische reserveringen uit te
sluiten. Dit aangevuld met de aan te wijzen gebieden in de studies IPL en Nationale
grondwaterreserves.
Algemeen belang schone grondwatervoorraden
Gezien de potentiële risico’s met grote impact op de grondwatervoorraden pleiten wij voor
een zeer zorgvuldige aanpak ten einde een algemeen niveau van kwalitatief goede
grondwatervoorraden te behouden. Deze zoete grondwatervoorraden kunnen (op termijn)
van belang zijn voor de drinkwatervoorziening. Het Rijk voert momenteel een studie uit naar
Nationale watervoorraden voor onvoorziene situaties en calamiteiten. Zo kan volgens het
Deltaplan door klimaatverandering de hoeveelheid beschikbaar zoet grondwater in hoog
Nederland sterk teruglopen.
Aandacht en waarborg voor de nazorgfase
In paragraaf 4.2 beschrijft u de verschillende fasen van een voorbeeldwinning. Voor de
risico’s voor de drinkwatervoorziening is ook de fase na het winnen relevant. Dit hangt
samen met de integriteit van verlaten putten, bodem chemische processen etc. die voor een
langere periode geborgd moeten zijn. Dit is relevant omdat de drinkwatervoorziening tot in
lengte van dagen veiliggesteld moet zijn en dus risico’s ook op lange termijn moeten worden
uitgesloten.
5
Ons kenmerk
Datum
8 juli 2014
Wij verzoeken u de periode na de winning ook mee te nemen in de milieubeoordeling.
Winning van schaliegas kan leiden tot aantasting van de grondwaterkwaliteit. Dergelijke
effecten kunnen pas op lange termijn zichtbaar worden terwijl de initiatiefnemers mogelijk al
niet meer aanspreekbaar is. Wij pleiten daarom voor instrumenten en middelen om
eventuele (omvangrijke) effecten en schade op termijn te kunnen ondervangen. Als
organisatie weten wij als geen ander dat verontreinigingen van het grondwater in het
verleden een extreem kostbare aangelegenheid ïs waarbij de initiatiefnemers veelal niet
meer aanspreekbaar zijn.
Wij vinden het noodzakelijk dat parallel aan de Plan MER procedure instrumenten en
middelen worden ontwikkeld om eventuele (omvangrijke) effecten en schade op termijn te
kunnen ondervangen.
Ad 2. Reële ontwikkelscenario’s
In het voorzieningsgebied van Vitens is hoofdzakelijk sprake van de Geverik-laag en op
beperkte schaal de Posidonia Shale. Omdat er onvoldoende informatie beschikbaar is van de
Geverik-laag worden de materiaaleigenschappen in het Witteveen en Bos-rapport afgeleid
van andere formaties. Daarbij wordt geconcludeerd dat niet met zekerheid kan worden
gesteld dat de materiaaleigenschappen van de schalie in de Geverik-laag vergelijkbaar zijn
met die van de Bowland Shale. Tevens is nader onderzoek naar breuklijnen nodig. In onze
brief van 19 oktober 2013 hebben wij op basis hiervan de conclusie getrokken dat er nog
onvoldoende informatie is voor ontwikkelscenario’s in het Vitens-beheersgebied.
Wij verzoeken u in de Plan MER expliciet de leemten in kennis op te nemen en in de NRD aan
te geven hoe u wilt omgaan met het ontbreken van informatie voor de ontwikkelscenario’s.
Ad 3. Adequate wet – en regelgeving
De drinkwatersector beschikt vanuit zijn verantwoordelijkheid over veel kennis en ervaring
op het gebied van de ondergrond, exploratie en boringen, bodem chemische processen,
grondwaterkwaliteit en monitoring en risicobeoordeling voor de drinkwatervoorziening. Om
bij een mogelijk verantwoorde uitvoering van de activiteiten in het kader van de
Mijnbouwwet de drinkwatervoorziening veilig te stellen, pleiten wij voor het vastleggen van
een formele adviesrol van drinkwaterbedrijven bij schaliegas.
Het opnemen van een formele adviesrol voor de drinkwaterbedrijven wordt ook nader
onderzocht in de nieuwe Omgevingswet. Tijdens het wetgevingsoverleg op 19 november
2013 is door Minister Schultz van het ministerie van Infrastructuur en Milieu naar aanleiding
van de motie van mevrouw Jacobi (33750-J, nr. 7) toegezegd dat zij zal bekijken hoe zij de
adviesfunctie die opgenomen gaat worden in de (AMvB) Omgevingswet zal vormgeven. In de
Omgevingswet (toets versie) is in hoofdstuk 17 over Adviesorganen en adviseurs is in artikel
17.3 beoogd een artikel op te nemen over Adviseurs.
Wij vinden het noodzakelijk dat parallel aan het opstellen van de Structuurvisie Schaliegas
adequate wet- en regelgeving wordt ontwikkeld die recht doen aan de status van Nationaal
belang van de drinkwatervoorziening zoals opgenomen in de Beleidsnota Drinkwater.
6
Ons kenmerk
Datum
8 juli 2014
Ad 4. Structuurvisie Ondergrond (STRONG)
STRONG is de brede structuurvisie die de nationale kaders moet geven voor activiteiten in de
ondergrond. In deze visie zal een integrale en brede afweging plaatsvinden tussen de
verschillende (Nationale) belangen. In onze visie is de Structuurvisie Schaliegas onderdeel
van de brede STRONG.
In de Beleidsnota Drinkwater wordt de status van de drinkwatervoorziening gedefinieerd.
“Binnen de ruimtelijke ordening moeten bestuursorganen drinkwaterbelangen afwegen tegen
of afstemmen op andere gebruiksfuncties en belangen. Vanwege de vitale functie van de
drinkwatervoorziening en de verantwoordelijkheid van alle bestuurslagen voor het realiseren
van de drinkwatervoorziening, heeft het rijk een systeemverantwoordelijkheid. Gelet op het
bovenstaande wordt de drinkwatervoorziening gezien als een nationaal belang. De
combinatie van ten eerste de dwingende reden van groot openbaar belang, ten tweede de
zorgplicht van de bestuursorganen en ten derde het nationale belang borgt, dat de
drinkwatervoorziening een zwaarwegend belang is in de afstemming op of afweging tegen
andere nationale belangen en doelen. Dit laat de bestaande bevoegdheidsverdeling
onaangetast. Essentieel is dat het gaat om een gezamenlijk afwegingsproces voor alle
bestuursniveaus.”
In de aangenomen motie van de leden Jacobi en Van Veldhoven (17 juni 2014) is de minister
verzocht om de openbare drinkwatervoorziening als nationaal belang te benoemen en dit te
formaliseren in STRONG.
In lijn met de motie Jacobi en van Veldhoven verzoeken wij u in de NRD op te nemen dat de
Structuurvisie Schaliegas aansluit op de principes en het brede afwegingskader uit de
Structuurvisie op de Ondergrond en op de beleidskaders van de Beleidsnota Drinkwater als
het gaat om de status van drinkwater als nationaal belang.
Overige opmerkingen NDR
Graag attenderen wij u op de EPA-studie “EPA's Study of Hydraulic Fracturing for Oil and Gas
and Its Potential Impact on Drinking Water Resources”. Onderdeel van deze studie is een
analyse van de ervaringen in de VS over de invloed van de winning van schaliegas op de
grondwatervoorraden. De resultaten hiervan zullen naar verwachting in 2015 beschikbaar
komen. Als waterbedrijf zullen wij ons ook verdiepen in de resultaten en de doorvertaling
daarvan naar de Nederlandse situatie.
De regio Twente en Achterhoek wordt voor de drinkwatervoorziening deels voorzien door
import van water van een drietal collega-bedrijven in Duitsland. Wij verzoeken u bij de
milieubeoordeling ook de grensoverschrijdende effecten mee te nemen. Hiervoor verwijzen
wij ook naar de reactie van het Duitse waterbedrijf WAZ te Getelo.
7
Ons kenmerk
8 juli 2014
Datum
Tot slot
Vanuit onze rol als waterbedrijf mengen wij ons niet in de bredere politieke discussie over
nut en noodzaak van Schaliegas.
Centraal in onze reactie staat het uitsluiten van onaanvaardbare risico’s voor de
(grond)water voorraden voor de drinkwatervoorziening. Daarom achten wij het noodzakelijk
dat alle relevant drinkwatergebieden worden uit gesloten in de Plan MER.
Omdat de drinkwaterbedrijven als primaire taak hebben de openbare drinkwatervoorziening
veilig te stellen en te houden vindt Vitens het noodzakelijk, dat de drinkwaterbedrijven ten
behoeve van andere activiteiten in de ondergrond een formele adviesrol krijgen.
In navolging op eerder gevoerde constructieve overleggen met het ministeries van
Economische Zaken en Infrastructuur en Milieu zijn wij graag bereid onze kennis en
informatie met u te delen met als doel te komen tot een goede onderbouwing van de
STRONG en de Structuurvisie Schaliegas.
Vanuit onze verantwoordelijk voor de uitvoering van de openbare drinkwatervoorziening en
de status van Nationaal Belang is deze brief voor ons een zwaarwegende reactie. Wij gaan er
dan ook van uit dat onze reactie zeer serieus wordt mee genomen in het NRD en de verdere
Plan MER procedure. Dit om ook in de toekomst de continuïteit van de levering van schoon
en veilig drinkwater te kunnen borgen.
Hoogachtend,
L.C.A. Declercq
Directievoorzitter
Bijlage
-
Risicoboom
Drinkwatergebieden beheersgebied Vitens
Bijlage 1 Risicoboom
8
Ons kenmerk
Datum
8 juli 2014
A1.opslag
A11.chemicalien
A2.transport
leidingen
A12.Flow-back
A13.Olie producten
A3.verkeer
A.Besmetting aan
maaiveld van:
·
grondwater
·
oppervlakte
B11.Doorboren
klielagen
A4. Blow out
B12. Indringen
boorspoeling
A5.installaties
B13.Verplaatsen
bestaande
verontreiniging
B1.aanleg put
B21.Aansluiting(en)
in put lekken
B2.integriteit put is
onvoldoende
Besmetting te
onttrekken ruwe
water
B.Besmetting via
boorgat
B3.Thermische
verontreiniging
B22.Veroudering
putcasing (incl
corrossie en
betonrot
B4.verlaten put
B23.Cementering is
onvoldoende
B24.verschil
materiaal
eigenschappen bij
temperatuur en
druk verschillen
B5.diepinjectie
afvalwater
C1.Aardbeving
C. Besmetting
vanuit fracking
Besmetting
drinkwater
Besmetting
reinwater
C2.migratie door
breukzones en
andere diepe putten
B31.Zware metalen
worden mobiel
B32.Zout water
verplaatst naar
boven
B33.Ontgassing
D. Besmetting in
berging,
productiestations,
transport-, hoofden aansluitleidingen
9
Ons kenmerk
Datum
8 juli 2014
Risico
A11. opslag
chemicaliën
A12. opslag flowbackwater en
geproduceerde
afvalproducten
A13. Opslag
olieproducten
A2. Transportleidingen
A3. Verkeer
A4. Verontreiniging
door een blow out
A5. Installaties
B11. Doorboren
kleilagen
B12. Indringen
boorvloeistof
B13. Verplaatsen
bestaande
verontreiniging
B21. Aansluitingen in
de put lekken
B22. Veroudering
installaties
B23. Cementering
Toelichting
Fracking-chemicaliën moeten worden aangevoerd, aangemaakt,
opgeslagen en in de put worden gepompt. Tijdens alle fasen is er
een risico dat chemicaliën op het maaiveld terecht komt. Het kan
dan via het oppervlak naar de drinkwatervoorziening stromen of
het grondwater vervuilen. Gebruik van vloeistofdichte
oppervlaktes zoals voorgeschreven in Nederland kunnen de risico’s
beperken.
Fracking is het stimuleren van de productie van de put door het
onder grote druk kraken van het gesteente met behulp van
chemicaliën en water.
Afvalwater, boorspoeling, additieven en formatiemateriaal kunnen
tijdens (opslag en) het boren, fracken en produceren op het
maaiveld terecht komen, waarna het via het oppervlak naar de
drinkwatervoorziening kan stromen of het grondwater kan
vervuilen.
Er zijn veel vrachtauto’s, aggregaten, pompinstallaties etc. nodig
die olieproducten gebruiken, wat tot vervuiling kan leiden.
Er wordt gebruik gemaakt van leidingen voor aan- en afvoer van
water, afval- en eindproducten. Deze leidingen worden op
(grote)diepte aangelegd en kunnen beschadigd raken. Is
lekdetectie afdoende voor langzaam optredende
lekken/beschadigingen?
Er zijn veel vrachtverkeersbewegingen nodig voor de verschillende
fasen van aanleg, fracking en productie. (100+ vrachtwagens voor
één frackactie)
Een blow out is een ongecontroleerde uitstroming van
boorspoeling en (vervuild) formatiewater wanneer bijvoorbeeld
een ondieper gasvoorkomen wordt aangeboord (hoge druk) en de
noodafsluiters falen.
Installaties kunnen falen wat tot verontreiniging kan leiden.
Tijdens het boren worden slecht- of ondoorlatende lagen
doorboord, waardoor er “kortsluiting” tussen beter doorlatende
watervoerende lagen kan ontstaan. Door deze “kortsluiting” kan
vervuiling ontstaan.
Om te voorkomen dat de put tijdens het boren instort wordt
boorvloeistof toegevoegd (vloeistof met een hoge dichtheid) dat
tegendruk biedt. Dit water kan echter ook in watervoerende lagen
terechtkomen en daarmee het grondwater besmetten.
Door verstoringen van de grondwater stroming kunnen bestaande
verontreinigen zich verplaatsten naar het te onttrekken water voor
de drinkwatervoorziening.
De put wordt opgebouwd uit losse delen die op elkaar aansluiten.
De aansluiting kan onvoldoende zijn waardoor lekkage vanuit het
boorgat naar het watervoerende pakket kan ontstaan.
De stalen casings kunnen wordt aangetast, bijvoorbeeld door
agressief water, waardoor lekkage ontstaat. Betonrot kan ook tot
lekkage leiden.
Cementering wordt toegepast om ontstane ruimtes tijdens de
10
Ons kenmerk
Datum
8 juli 2014
onvoldoende
B24. Verschil in
materiaaleigenschappen
B31. Zware metalen
worden mobiel
B32. Zout water
verplaatst naar boven
B33. Ontgassing
B4. Verlaten putten
B5. Diepinjectie van
afvalwater
C1. Aardbeving
C2. Migratie door
breukzones
D. Besmetting van
drinkwater in leidingen,
berging en
productiestations
aanleg te isoleren. Dit betreft ruimtes tussen boorgat en casing en
tussen casings onderling. Onvoldoende of foutief aangebrachte
cementering kan tot lekkage leiden naar watervoerende lagen.
Er worden verschillende materialen toegepast met verschil
elasticiteits en plastiteits eigenschappen. Door grote verschillen in
temperatuur en druk (ca. 600 bar) kunnen aansluitproblemen
ontstaan.
Bij het toenemen van de temperatuur kunnen chemische reacties
optreden waarbij opgeloste metalen vrijkomen.
Door temperatuur verhoging kan convectiestroming van
grondwateroptreden (warm water is lichter en stroomt naar
boven) hierbij kunnen verontreinigingen en zout water zicht
verplaatsen.
Bij het toenemen van de temperatuur kunnen chemische reacties
optreden waarbij gassen vrijkomen
Putten kunnen een levensfase hebben van tientallen jaren, slecht
afgedichte putten vormen een risico voor kortsluiting wanneer
nieuwe putten worden aangelegd.
Er wordt veel afvalwater geproduceerd, diepinjectie is een veel
gebruikt alternatief voor afvoer in de Verenigde Staten. Echter in
Nederland bestaat ook de mogelijkheid in wet- en regelgeving
voor deze (ongewenste?) oplossing.
Het te injecteren afvalwater wordt slechts licht of niet gezuiverd
bij toepassing.
Tijdens het fracking-proces worden enorm hoge drukken
toegepast (tot wel 600 bar). De schalielagen worden echt
gebroken, indien dit proces niet gecontroleerd verloopt, kunnen
deze krachten leiden tot aardbevingen. O.a. in de nabijheid van
breukzones.
Gassen en vloeistoffen kunnen door breuken die ontstaan door de
winning van schaliegas naar hoger geleden watervoerende lagen
migreren. Met name gevaarlijk daar waar reeds natuurlijke
breukzones of oude verlaten putten zijn.
Overal waar drinkwaterinfrastructuur aanwezig is kunnen
besmettingen ontstaan als er ongelukken optreden door
activiteiten die te maken hebben met de winning van schaliegas.
11