Lees de gehele samenvatting van het NOP

Noordelijk Onderwijs Peil, maandag 15 september 2014
Betere leraren, beter onderwijs
Onderwijskwaliteit verbeteren betekent verantwoordelijkheid nemen
Maandag 15 september zat de hagelnieuwe collegezaal van het Roelof van Echten College in Hoogeveen bomvol met
onderwijsbestuurders uit Noord-Nederland. Ruim 100 bestuurders hadden zich aangemeld om kennis te vergaren en
te delen en om deel te nemen aan discussies aangaande kwaliteit van onderwijs. Veranderingen doorvoeren en
kwaliteitsimpulsen creëren, hoe doe je dat in de praktijk? Wat zijn de kansen en bedreigingen? En wat levert het op,
en voor wie?
Eerst gingen de bestuurders in gesprek met Annette Roeters, inspecteur-generaal van het Onderwijs bij de
Onderwijsinspectie. Zij begon bedachtzaam, op haar hoede voor een zaal vol bestuurders, die veelal kritiek hebben
op de wijze van toezicht door de inspectie. Mevr. Roeters gaf aan dat gemeten naar de afname van het aantal
zwakke en zeer zwakke scholen in Noord-Nederland over de periode 2008 – 2014 (van bijna 20% in Friesland naar
bijna 3% in Drenthe) er sprake is van een sterke verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Zij benadrukte de rol
van de besturen en bestuurders, docenten en schoolleiders. Ook ging zij in op de motivatie van de leerling. Deze
baart haar zorgen en zij ging in op verbetermogelijkheden. Mevrouw Roeters benadrukte dat scholen geen
administraties bij houden of bij zouden moeten houden enkel en alleen voor de inspectie. Bij het stellen van vragen,
onder meer over nut en noodzaak van de inspectie (kunnen we de inspectie niet beter opheffen?) ontspon zich een
levendige discussie. Tevens werd een vergelijking gemaakt met het onderwijs en het toezicht in Duitsland. De I-G
stelde zich duidelijk ontvankelijk op voor goede initiatieven (bijv. een betere aansluiting van het onderwijs bij het
bedrijfsleven en de rol van de inspectie daarbij) en sprak met een aantal bestuurders nog lang na.
Albert Weishaupt sprak als lector van het lectoraat “Professionele Onderwijsorganisaties” over de centrale rol van de
docent. Hij sprak met groot enthousiasme en met veel energie en had weinig moeite om het publiek te boeien en te
binden. Hij stak de draak met een uitspraak van minister Bussemaker dat scholen door prestatiebonussen
gestimuleerd worden tot het nemen van maatregelen om uitval te voorkomen. In zijn beleving hebben scholen
andere motivatoren om te komen tot beter onderwijs. Bijvoorbeeld door het verdergaand professionaliseren van
docenten door onder meer het lesgeven te verbeteren (onderzoek doen en gebruik maken van getoetste kennis),
werken in teams en participeren in beroepsgroepen. Daarbij ging hij in op het begrip verantwoordelijkheid. We
nemen verantwoordelijkheid. Maar is dat wel zo? En voor wat? Conclusie: neem de verantwoording voor uw
verantwoordelijkheid! En zorg voor een professionele organisatie, een omgeving van en voor de docent.
Hij sloot af met een oproep om balans aan te brengen tussen de belangen van de docent, de organisatie en de
politiek (en andere belanghebbenden). Deze elementen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en een goede
balans tussen de drie bepaalt in grote mate het succes van een organisatie.
Vervolgens gingen Ans Weterings en Anne Looijenga in op de opbrengsten van het project “VierSlagLeren”, een
initiatief van de KPZ en 6 deelnemende PO-besturen. De essentie hiervan is om voor afgestudeerde PABO-studenten
banen te creëren en talenten te behouden voor het onderwijs, ook in een krimpende markt. Daarbij worden er
koppels gevormd tussen een PABO-student en een ervaren leerkracht, die beiden de masteropleiding “Leren en
innoveren” volgen. Daarbij volgen beiden beurtelings de colleges en staan beurtelings voor de klas. Waarbij de
PABO-student een baan heeft voor 2 jaar waardoor de kansen op de arbeidsmarkt aanzienlijk worden vergroot. Een
belangrijk onderdeel van het volgen van de master is het doen van onderzoek (onderzoeken, ontwerpen en
ontwikkelen). Met name Ans gaf aan dat dit in de praktijk, dus op school, voor de leerlingen maar ook voor het team
veel positieve uitwerkingen heeft. Maar ook voor de betreffende leerkracht; het geeft plezier, creëert banen en
leerlingen en ouders zien nieuwe gezichten. Een echte win-win situatie!
Als klap op de vuurpijl gaf Eric van Oosterhout een humoristische samenvatting van de middag. Hij zette op de voor
hem bekende manier alle sprekers en de inhoud van hun betoog in perspectief. Met enkele vragen toetste hij even
of de bestuurders wel bij de les waren geweest. Dat bleek gelukkig het geval. Tot slot las hij voor uit eigen werk over
beweeglijke, drukke, enthousiaste en aandoenlijke Tim, die een interview mocht houden met de burgemeester,
maar die meer aandacht had voor zijn omgeving dan voor zijn belangrijke interview. Laten we jongetjes als Tim
koesteren en daar passende zorg voor bieden als professional.
Na de bedankjes werd er na afloop nog lang gesproken over de inhoud van het NOP en met elkaar.