beleggen in infrastructuur: op naar fase ii

// WETENSCHAP EN PRAKTIJK
BELEGGEN IN INFRASTRUCTUUR:
OP NAAR FASE II
Door Serkan Bahçeci
Infrastructuur kan een zeer stabiele inkomstenstroom bieden, maar alleen
als kernactiviteit binnen een beleggingsstrategie. Belangrijk is om te
differentiëren tussen infrastructuurbeleggingen op basis van hun risico/
rendementsprofielen.
B
ij de meeste institutionele beleggers
liggen de beoogde allocaties naar
infrastructuur hoger dan de daadwerkelijke allocaties naar deze asset class.
Deze beleggingscategorie biedt het perspectief van recessiebestendige en inflatiebeschermende cash flow-stromen, die zeer
aantrekkelijk zijn in het hedendaagse klimaat van lage rentes en hoge macro-economische risico’s, vooral voor beleggers die
aan bepaalde verplichtingen dienen te voldoen. Een belangrijke les voor beleggers uit
de periode van de Grote Recessie is om
beleggingen met infrastructuur als kernactiviteit zorgvuldig te onderscheiden van
meer riskante benaderingen van beleggen
in infrastructuur.
ALLEEN KERNINFRASTRUCTUUR KAN
CONSISTENT STABIELE CASH FLOWS
BIEDEN
Infrastructuur is een veelomvattende beleggingscategorie, met een breed bereik in het
risico/rendementsspectrum. De verwachtingen voor risico, rendement en cash flows
verschillen sterk en in meerdere dimensies,
zoals de levensduur van het beleggingsobject, de demografie in het bedieningsgebied, regelgevinggerelateerde en politieke risico’s en de kapitaalstructuur van
het bedrijf waarin wordt belegd. Figuur 1
biedt een schematisch overzicht van deze
verschillende dimensies en enkele daarbij
horende voorbeelden. Kerninfrastructuur
bevindt zich aan de kant van het lagere
risico/lagere rendement binnen het spectrum. Een kerninfrastructuurbelegging
wordt gedefinieerd als een infrastructuurbelegging waarbij de cash flow naar aan70
FINANCIAL
INVESTIGATOR
NUMMER 4 / 2014
deelhouders met een lage foutmarge te
voorspellen valt. Gelet hierop bestaat kerninfrastructuur uit assets die (i) de ramp-up
fase al voorbij zijn, die (ii) functioneren in
gevestigde en transparante omgevingen
qua regelgeving en politiek, die (iii) werken
in demografisch en economisch gezonde
bedieningsgebieden, en die (iv) een lange
levensduur hebben met minimale risico’s
qua veroudering of techniek. Gereguleerde
nutsbedrijven, energiebedrijven met langlopende contracten, en vervoersbedrijven
met langdurige concessie-overeenkomsten
in de OESO-economieën passen in dit
plaatje, voor zover ze aan deze voorwaarden
voldoen.
OP PORTEFEUILLENIVEAU IS VOORZICHTIGHEID EN DIVERSIFICATIE NODIG
Naast het selecteren op assetlevel, kan
alleen een behoedzaam beheerde, gespreide
portefeuille van kerninfrastructuur-
beleggingen consistent zorgen voor de
stabiele cash flow-stroom, zoals die wordt
geassocieerd met de beleggingscategorie.
• Actief asset management is vereist om
het ondernemingsbestuur en het managementteam qua doelen en incentives op één
lijn te houden met beleggers. De leveragestrategie om het herfinancieringsrisico op
een beperkt niveau te houden, platforminvesteringen, groeimogelijkheden en desinvesteringen moeten worden beschouwd
vanuit het perspectief van de aandeelhouders. Een meerderheidsbelang maakt een
efficiënt besluitvormingsproces mogelijk en
kan de incentives op elkaar afstemmen.
• Diversificatie over sectoren en regio’s zal
de volatiliteit van de portefeuille op de
lange termijn verlagen. Sectordiversificatie
brengt zeer stabiele nutsbedrijven en relatief meer BBP-gevoelige vervoersbedrijven
samen. Terwijl beleggingen in gereguleerde
Figuur 1: risico/rendementsspectrum infrastructuur
Bron: J.P. Morgan Asset Management
KERNINFRASTRUCTUURWAARDEN
ZULLEN STABILISEREN OP EEN HOGER
NIVEAU
Kerninfrastructuur heeft zichzelf bewezen
aan beleggers. Op assetniveau was de
omzetontwikkeling zeer robuust tijdens de
Grote Recessie, die vrijwel geen invloed had
op gereguleerde nutsbedrijven en slechts
leidde tot kortstondige dalingen van de
vervoersvolumes. Afgezien van bedrijven
met problemen die al voor de recessie zijn
ontstaan door te hoge leverage, zijn de
cash flows naar beleggers en de rendementen ook relatief hoog geweest. Hierdoor is
de risico/rendementsperceptie aan het evolueren, omdat beleggers zich realiseren dat
de huidige verwachte rendementen te
genereus zijn ten opzichte van de risico’s
waar bedrijven op het gebied van kerninfrastructuur voor staan. Beleggers zoeken
overal veilige beleggingen in de huidige
zeer onzekere omgeving en we zien dat
steeds meer beleggers infrastructuur als
oplossing beschouwen. Omdat beleggers
hun infrastructuurallocaties opschroeven
richting hun targets zijn de verwachte rendementen bij transacties van kernbeleggingen gedaald en stijgen de assetwaarden
gestaag.
Figuur 2 toont de EBITDA-multiples op basis
van daadwerkelijke transacties in de gereguleerde nutsbedrijvensector. Zoals de
figuur laat zien, zijn de waardestijgingen in
Europa meer uitgesproken ten opzichte van
die in de VS. De infrastructuur-multiples zijn
voorlopig aan het stijgen naar de hogere
niveaus die de verbeterde transparantie en
volwassenheid van de beleggingscategorie
bevestigen. Naarmate meer beleggers hun
beoogde allocaties bereiken, verwachten
wij dat deze groeitrend in de waarderingen
zal afnemen en stabiliseren. Voordat het
Figuur 2: EBITDA multiples voor transacties in gereguleerde nutsbedrijven in de VS en de EU
Foto: Archief J.P. Morgan Asset Management
nutsbedrijven in een omgeving van consistente en eerlijke regelgeving veerkracht
bieden als de economische groei verzwakt,
kunnen vervoersbedrijven in levendige
gebieden voor groei zorgen in betere economische tijden. Geografische diversificatie maakt een grotere beleggingskeuze
mogelijk en creëert mogelijkheden om
negatieve invloeden te vermijden van kortetermijncycli en verschillen in de verwachtingen van beleggers. Valuta-effecten kunnen
een belangrijke bron van cash flow-volatiliteit zijn, maar alleen op de korte termijn.
Valutawisselkoersen in ontwikkelde economieën met gevestigde regelgevingskaders
vertonen sterke mean-reversion, waardoor
het valuta-effect op kernbeleggingen in
infrastructuur aanzienlijk vermindert voor
langetermijnbeleggers.
• Open-end beleggingsstrategieën zijn het
meest geschikt voor kernbeleggingen in
infrastructuur. Beleggers willen hun kernbeleggingen meestal voor een langere
periode aanhouden dan wordt voorgeschreven door een private equity-achtige closedend strategie. Deze open-end strategieën
zijn geschikt voor ontwikkelingsprojecten
met hoge verwachtingen qua kapitaalgroei.
Een van de belangrijkste redenen waarom
sommige Canadese en Australische pensioenfondsen grote directe eigenaren zijn
geworden in infrastructuur, is omdat ze
deze kernbeleggingen 20 tot 30 jaar willen
aanhouden.
Serkan Bahçeci
zover is, zullen beleggers die hun analyse in
een vroeg stadium klaar hadden en de aantrekkelijkheid van de beleggingscategorie
beseften, het welverdiende voordeel genieten van de ‘early movers’.
CONCLUSIE
De lage volatiliteit van de vraag en de inherente inflatiebeschermingskenmerken van
infrastructuurbeleggingen leiden tot een
lage correlatie met andere belangrijke
beleggingscategorieën. Beleggen in infrastructuur biedt beleggers een aantrekkelijke
diversificatiekans en de mogelijkheid om het
risicogecorrigeerde rendement van een portefeuille aanzienlijk te verbeteren. De vraag
naar infrastructuurbeleggingen is toegenomen, vooral bij institutionele beleggers,
omdat ze goed aansluit op aanspraken voor
een defined-benefit pensioenregeling, eisen
met betrekking tot schenkingen en stichtingen en verplichtingen omtrent lijfrente -en
levensverzekeringen. Infrastructuur zal een
steeds prominentere rol spelen binnen de
portefeuilles van institutionele beleggers in
de komende tien jaar. In aanvulling op de
intrinsieke voordelen van beleggingen in
infrastructuur, zullen ‘early movers’ profiteren van deze trend. Net als bij private equity
en hedge funds, zullen hogere kapitaalverplichtingen en een grotere beschikbaarheid
van performance data leiden tot een meer
efficiënte markt voor infrastructuurbeleggingen. Dat zal zorgen voor lagere potentiële
rendementen in de toekomst, terwijl extra
rendementen het resultaat zullen zijn voor
‘early movers’. «
Dit artikel is geschreven door dr. Serkan
Bahçeci, Head of Infrastructure Research bij
Bron: Factset, Bloomberg, Dealogic and JPMAM, per mei 2014
J.P. Morgan Asset Management.
NUMMER 4 / 2014
FINANCIAL
INVESTIGATOR
71