Excellentie, dames en heren, Vandaag is het Jom Hasjoa, en

Jom Hasjoa, Hollandsche Schouwburg, 27 april 2014
Excellentie, dames en heren,
Vandaag is het Jom Hasjoa, en herdenken we over de hele
wereld de zes miljoen Joodse slachtoffers van de Tweede
Wereldoorlog én de opstand van het Getto van Warschau.
Wij doen dat hier, op de beladen grond van de Hollandsche
Schouwburg. De plek waar de familiegeschiedenissen van
vele tienduizenden Nederlandse joden samenkomen en die
deel uitmaakt van de donkerste periode in de geschiedenis
van Amsterdam. De gedachte dat vanaf hier mannen,
vrouwen, kinderen opeengepakt, in veewagons op
transport werden gezet naar één van de vele
vernietigingskampen, roept een gevoel van woede en
onmacht op dat dit in onze stad heeft kunnen plaatsvinden.
Zowel de onderliggende ideologie van haat ten opzichte
van één bevolkingsgroep als het apocalyptisch cijfer van
zes miljoen vermoorde mensen, gaat ieder
voorstellingsvermogen te boven. De volle omvang van de
Sjoa is dan ook nauwelijks te bevatten.
1
Mijn moeder heeft deze gevoelens proberen uit te drukken
in haar boek ‘In antwoord op je vragen’: Mijn moeder zegt
hierover:
“Het grote verschil tussen vroeger en nu is dat wij, beschut
en beschermd van jongsaf, ons een miljoenenmoord niet
konden voorstellen, terwijl de naoorlogse generatie van
jongsaf heeft beseft dat mensen inderdaad tot beesten
kunnen verworden, die hun medemensen, jong en oud, bij
duizenden en duizenden in koelen bloede vermoorden. Ik
beklaag jou en je naoorlogse tijdgenoten, E., vanwege de
onzekerheid die dit besef in jullie levens heeft gebracht”
(einde citaat)
Het overdragen van dit besef is een morele plicht die op
iedere generatie rust. Het is een last die door Gerhard
Durlacher- overlevende uit het Männerlager van Auschwitz
Birkenau- treffend wordt omschreven in het boek De
Zoektocht:
‘Ik heb er jarenlang over nagedacht: de last die wij dragen
is niet die van het jood-zijn, maar die van het mens-zijn. Het
is onze morele plicht en missie de herinnering aan de sjoa
levend te houden en uit te dragen opdat de mensheid een
les uit het verleden kan trekken’. (einde citaat)
2
Uit het Nationaal Vrijheidsonderzoek 2013 blijkt dat het
draagvlak onder de Nederlandse samenleving voor het
herdenken van de Tweede Wereldoorlog onverminderd
groot blijft. Daar mogen we enig vertrouwen in de toekomst
aan ontlenen. (Maar moeten we wel elke dag aan blijven
werken.)
Met die wetenschap herdenken wij vandaag, de zes miljoen
vermoorde Joden in de Tweede Wereldoorlog en spreken
de belofte uit dat het onze morele plicht en missie is de
herinnering aan de Sjoa levend te houden.
3