Downloaden - Platform Integrale Vroeghulp

Succes integrale vroeghulp
geen garantie
voor de toekomst
Netwerken Integrale
Vroeghulp helpen jonge kinderen met een ontwikkelingsachterstand als gevolg van
een beperking of ziekte. Met
succes. Maar de voortzetting
van de netwerken wordt
bedreigd door de overgang
van de AWBZ naar de Wmo
en de Jeugdwet.
Door: Susan Ostrop
Als een kind voor het eerst rozijntjes
uit een doosje peutert, is dat een leuk
gezicht. Maar wat als het niet lukt? En
een maand later nog steeds niet? Of
als het kind niet kruipt? Of de eerste
Gerrit Jan Schep, voorzitter Taskforce Integrale Vroeghulp
woordjes blijven uit? Voor jonge
ouders blijkt het vaak erg moeilijk te
zijn om erachter te komen wat er aan de hand is en met
nu zo’n tien procent via verschillende regionale netwerken
welke ondersteuning of behandeling hun kind kan worden
bereikt wordt. In de afgelopen jaren is de werkwijze steeds
geholpen. Vijftien jaar geleden is daarom in Nederland
verder geprofessionaliseerd: de onderzoeksmethodieken zijn
begonnen met het samenstellen van netwerken Integrale
van een hoog niveau en de samenwerking tussen de verVroeghulp. De netwerken bestaan uit professionals uit ver- schillende partijen is efficiënt. En belangrijker nog, de netschillende disciplines die samen met de ouders op zoek
werken integrale vroeghulp hebben effect.
gaan naar de beste oplossing voor het kind. Het beperken
Voorkomen vervolgschade
van achterstand in de beginfase van de ontwikkeling van
een kind, voorkomt immers grotere schade op latere leefNaast de betekenis voor de gezinnen zelf, levert integratijd. Zelfredzaamheid is het uitgangspunt.
le vroeghulp het nodige maatschappelijk rendement op.
Gerrit Jan Schep, voorzitter van de landelijke Taskforce
Aanpak werkt
Integrale Vroeghulp: “Door deze manier van werken kun
Integrale vroeghulp wordt geboden door multidisciplinaire
je vervolgschade voorkomen. Twee jaar geleden is uit
netwerken en richt zich op kinderen van nul tot zeven jaar
onderzoek gebleken dat het zo’n vijftien miljoen euro
met een ontwikkelingsachterstand en op hun gezin. In
per jaar scheelt.”
Nederland gaat het om ongeveer 40.000 gezinnen, waarvan
Een casestudie die dit jaar in Limburg gedaan is, onder22 vroeg oktober 2014
Dit artikel is verschenen in Vakblad Vroeg (oktober) nr. 3-2014, www.vakbladvroeg.nl
schrijft deze uitkomsten. In de studie werden de
opbrengsten vertaald naar het voordeel op gemeenteniveau. Dat loopt op tot gemiddeld bijna 1,2 miljoen euro.
Dat is meer dan het dubbele van de kosten die gemeenten hiervoor maken. De besparing zit bijvoorbeeld in
voorkoming van uithuisplaatsing of de gang naar speciaal
onderwijs, het
voorkomen van
maatschappelijke overlast en
een effectievere
organisatie.
“Ze gaan bij het zoeken naar oplossingen in principe uit
van zelfredzaamheid van ouders en hebben daarin een
adviserende rol.” De netwerken werken vraaggericht en
hebben dit regionaal georganiseerd. Daarbij wordt samengewerkt met ‘vindplaatsen’ waar ouders met kinderen met
ontwikkelings- en gedragsproblemen aankloppen.
Onze netwerken
staan al helemaal
los van organisaties. Het werk en
de motivatie komen
uit de professionals zelf. Nu zijn de middelen voor de
coördinatie bij MEE ondergebracht, maar de vraag is hoe
dat straks gaat. Ik ben ervan overtuigd dat professionals
dit verder dragen, maar dan moet het wel gefaciliteerd
worden!”
'Integrale vroeghulp bespaart
gemeenten gemiddeld 1,2 miljoen'
Van dat laatste maakte Schep zelf een voorbeeld mee. “Ik
zat bij een gesprek over een kindje van anderhalf dat
enorm probleemgedrag vertoonde. De oudere kinderen in
het gezin hadden een vorm van autisme. Je zou wellicht
geneigd zijn om een medische oplossing te verzinnen voor
dit kindje, maar in het teamgesprek kwam naar voren dat
het veel beter was om hulp in de huishouding te bieden.
Daardoor kreeg moeder meer tijd in het gezin en kwamen
er minder irritaties. Als een kindje een achterstand heeft,
is vaak het hele gezin ontwricht. Dat kun je niet alleen met
een dokter oplossen, dat moet je integraal bekijken.”
Tussen wal en schip
Het goede nieuws is dus dat het werkt. Maar slecht
nieuws is er ook. Door de overgang van een deel
van de AWBZ naar de Wmo en de Jeugdwet dreigen
de netwerken Integrale Vroeghulp tussen wal en
schip te vallen. Schep: “In het huidige zorgsysteem
weet men de weg naar netwerken IVH te vinden.
Dat komt op de helling als gemeenten de regie krijgen. Gemeenten moeten het buitengewone belang
van de netwerken wel zien en onderkennen. In sommige gemeenten gebeurt dat, maar in een heel aantal nog niet.”
Dit is een bewerking van een artikel uit het tijdschrift
voor de gehandicaptensector Markant. Voor meer informatie kunt u terecht bij Susan Osterop, landelijke coördinator Taskforce Integrale Vroeghulp
([email protected], www.integralevroeghulp.nl).
CES
CENTRUM VOOR EDUCATIE EN SUPERVISIE
De Taskforce Integrale Vroeghulp doet er alles aan
om te voorkomen dat de netwerken verdwijnen. Ze
faciliteert lokale netwerken in de voorlichting van
gemeenten, ze brengt koepels en brancheorganisaties bij elkaar en roert zich op landelijk niveau.
Bovendien wordt er veel gedaan voor de ouders zelf,
bijvoorbeeld met een online platform om kennis en
ervaring te delen. De voorwaarden zijn er om te voldoen aan de voorwaarden die vanaf 1 januari gelden,
benadrukt Schep. “Onze organisatievorm is geschikt
voor de decentralisatie, 3D-proof noemen we dat. De
netwerken combineren vanuit verschillende disciplines hun expertise om de beste oplossing voor kind
en ouders te vinden.”Hij wijst erop dat zij dit doen
mét kind en ouders (en niet over hun hoofd heen.
vroeg oktober 2014 23
Dit artikel is verschenen in Vakblad Vroeg (oktober) nr. 3-2014, www.vakbladvroeg.nl