PSALM 121 EVENSONG RJK liturgieboekje met preek

Psalmenvesper,
Martinikerk Groningen
Zondag 9 februari 2014, 17 uur
Roder Jongenskoor,
o.l.v. Rintje te Wies
organist:
Sietze de Vries
voorganger: Ds. J.A. van den Berg
Welkom in de Martinikerk
Hartelijk welkom in de Martinikerk. We hopen dat u vanmiddag op deze
prachtige plek in het centrum van Groningen iets van God ervaart. De
Martini is al vele eeuwen lang een plaats van gebed. Bid en zing mee, en
laat u raken door Hem.
Verwelkoming en mededelingen
Introïtus (koor) Ubi caritas - Maurice Duruflé
Ubi caritas et amor, Deus ibi est.
Congregavit nos in unum Christi amor.
Exultemus, et in ipso jucundemur.
Timeamus, et amemus Deum vivum.
Et ex corde diligamus nos sincero.
Ubi caritas et amor, Deus ibi est. Amen.
Waar genegenheid en liefde zijn, daar is God.
De liefde van Christus heeft ons tot eenheid samengebracht.
Laten we juichen en ons verblijden in Hem.
Laten we de levende God vrezen en liefhebben.
En laten we uit een oprecht hart elkaar liefhebben.
Waar genegenheid en liefde zijn, daar is God.
Psalm 121 (1 koor, 2-4 allen; staande)
k 1 Ik sla mijn ogen op en zie
a 2 Uw wankle voeten zet Hij vast,
de hoge bergen aan,
als gij geen uitkomst ziet:
waar komt mijn hulp vandaan?
uw wachter sluimert niet!
Mijn hulp is van mijn HERE, die
Zijn oog wordt door geen slaap verrast,
dit alles heeft geschapen.
Hij wil, als steeds voor dezen,
Mijn herder zal niet slapen.
Israëls wachter wezen.
1
a3 De HEER brengt al uw heil tot stand,
des daags en in de nacht
houdt Hij voor u de wacht.
Uw schaduw aan uw rechterhand:
de zon zal u niet schaden,
de maan doet niets ten kwade.
a 4 De HEER zal u steeds gadeslaan,
Hij maakt het kwade goed,
Hij is het die u hoedt.
Hij zal uw komen en uw gaan,
wat u mag wedervaren,
in eeuwigheid bewaren.
Moment van stilte, bemoediging en groet
(allen gaan zitten)
Precessie (koor)
O Lord, open thou our lips;
and our mouth shall shew forth thy
praise.
O God, make speed to save us;
o Lord, make haste to help us.
Herbert Sumsion
Heer, open onze lippen;
onze mond zal zingen van uw eer.
Glory be to the Father, and to the Son,
and to the Holy
Ghost.
As it was in the beginning, is now
and ever shall be: world without end.
Amen.
Praise ye the Lord;
the Lord’s name be praised.
God kom ons snel te hulp;
Heer haast U ons te helpen.
Eer aan de Vader en de Zoon,
en de heilige Geest.
Zoals het was in het begin, en nu
is, en altijd zal zijn: de wereld
zonder einde. Amen.
Prijs de Heer;
de naam van de Heer zij geprezen
Psalm 121 ‘Levavi oculos’ Sir Henry Walford Davies (koor)
I will lift up mine eyes unto the hills : from whence cometh my help.
My help cometh even from the Lord : who hath made heaven and earth.
He will not suffer thy foot to be moved : and he that keepeth thee will not
sleep.
Behold he that keepeth Israel shall neither slumber nor sleep.
The Lord himself is thy keeper : the Lord is thy defence upon thy right
hand.
So that the sun shall not burn thee by day : neither the moon by night.
2
The Lord shall preserve thee from all evil : yea it is even he that shall keep
thy soul.
The Lord shall preserve thy going out and thy coming in : from this time
forth for ever more.
Glory be to the Father, and to the Son : and to the Holy Ghost;
As it was in the beginning, is now, and ever shall be : world without
end. Amen.
Lezing uit het Oude Testament Psalm 121 (Nieuwe Bijbelvertaling)
Een pelgrimslied.
Ik sla mijn ogen op naar de bergen,
van waar komt mijn hulp?
2 Mijn hulp komt van de H E E R
die hemel en aarde gemaakt heeft.
3
Hij zal je voet niet laten wankelen,
hij zal niet sluimeren, je wachter.
4 Nee, hij sluimert niet,
hij slaapt niet,
de wachter van Israël.
De H E E R is je wachter,
de H E E R is de schaduw
5
aan je rechterhand:
6 overdag kan de zon je niet steken,
bij nacht de maan je niet schaden.
7
De
HEER
behoedt je voor alle kwaad,
hij waakt over je leven,
8 de H E E R houdt de wacht
over je gaan en je komen
van nu tot in eeuwigheid.
Magnificat (“Mijn ziel maakt groot de Heer …”)
In B flat (opus 10) Sir Charles Villiers Stanford
My soul doth magnify the Lord:
3
and my spirit hath rejoiced in God my Saviour.
For He hath regarded: the lowliness of His handmaiden.
For behold, from henceforth: all generations shall call me blessed.
For He, that is mighty hath magnified me: and holy is His name.
And His mercy is on them that fear Him: throughout all generations.
He hath shewed his strength with his arm:
He hath scattered the proud in the imagination of their hearts.
He hath put down the mighty from their seat:
and hath exalted the humble and meek.
He hath filled the hungry with good things:
and the rich He hath sent empty away.
He remembering His mercy hath holpen his servant Israel,
as He promised to our forefathers, Abraham and his seed, forever.
Mijn ziel prijst en looft de Heer,
mijn hart juicht om God, mijn Redder:
Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.
Want zie, van nu af aan zullen alle geslachten mij gelukkig prijzen,
Want hij die machtig is heeft mij groot gemaakt en heilig is zijn
naam. En zijn barmhartigheid is op wie hem vrezen
van geslacht op geslacht. Hij heeft de kracht van zijn arm getoond
en heeft de trotsen die zich verheven wanen uiteengedreven.
Hij heeft de heersers van hun troon gestoten
en heeft verhoogd de nederigen en de zwakken
Hij heeft de hongerigen verzadigd met goede dingen
en de rijken heeft hij leeg weggezonden.
Hij herinnerde zich zijn barmhartigheid, heeft geholpen zijn knecht
Israel zoals hij onze voorvaders beloofde, Abraham en zijn
nageslacht voor altijd.
Glory be to the Father and to the Son and to the Holy Ghost.
As it was in the beginning is now and ever shall be:
world without end. Amen.
Evangelielezing Lukas 15 (Nieuwe Bijbelvertaling)
1 Alle tollenaars en zondaars kwamen hem opzoeken om naar hem te
luisteren. 2 Maar zowel de farizeeën als de schriftgeleerden zeiden
4
morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met
hen.’ 3 Jezus vertelde hun toen deze gelijkenis: 4 ‘Als iemand van u
honderd schapen heeft waarvan er één verloren is geraakt, laat hij dan
niet de negenennegentig andere in de woestijn achter om naar het
verdwaalde dier op zoek te gaan tot hij het gevonden heeft?5 En als hij het
gevonden heeft, legt hij het vol vreugde op zijn schouders 6 en gaat hij
naar huis. Daar roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen:
“Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald
was.” 7 Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar
die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen
inkeer nodig hebben.
Nunc Dimittis (“Nu laat gij, Heer, uw knecht …”)
in B flat (opus 10) - Sir Charles Villiers Stanford
Lord, now lettest thou Thy servant depart in peace, according to Thy
Word. For mine eyes have seen Thy salvation, which Thou hast prepared
before the face of all people; to be a light to lighten the gentiles, and the
glory of thy people Israel.
Nu laat u, Heer, uw dienaar in vrede heengaan, zoals u hebt beloofd.
Want met eigen ogen heb ik de redding gezien die u bewerkt hebt
ten overstaan van alle volken: een licht dat geopenbaard wordt aan
de heidenen en dat tot eer strekt van Israel, uw volk.
Glory be to the Father and to the Son and to the Holy Ghost. As it was in
the beginning is now and ever shall be: world without end. Amen.
Psalm 91
1 Heil hem wien God een plaats bereidt
in zijn verheven woning:
hij overnacht in veiligheid
bij een almachtig koning.
Ik zeg tot God: Gij zijt mijn schild,
mijn toevlucht en mijn veste,
op U vertrouw ik, HEER, Gij wilt
voor mij altijd het beste.
5
2 God redt uw ziel van nood en dood,
Hij heeft u aangenomen:
een vogel, die ternauwernood
is aan de strik ontkomen.
De HEER zal over uw bestaan
zijn sterke vleugels breiden.
Hij is, in trouw u toegedaan,
uw schild en pantser beide.
7 Omdat hij Mij zijn hart toewendt,
spreekt God, zal Ik hem leiden;
omdat hij Mij bij name kent,
hem dekken en bevrijden.
Roept hij Mij aan, dan antwoord Ik,
is hij in angst en vreze,
dan kom Ik nog dat ogenblik
om hem nabij te wezen.
Uitleg en verkondiging
Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Van reizen kun je veel leren. Je maakt veel mee en leert veel mensen
kennen. Dat is een klassiek thema, al bekend van Homerus’ Odyssee.
Reizen vormt je. Uit je bestaande leven stappen en je overgeven aan het
onbekende maakt je rijker.
Er worden veel reizen gemaakt. Soms heel gericht als een
pelgrimstocht: een reis naar een heilige plaats, met de bedoeling erdoor te
veranderen. De reis zelf is daarbij minstens zo belangrijk als de
bestemming.
We lezen en zingen vanavond een lied dat voor een dergelijke reis is
geschreven. Psalm 121 is het tweede in een reeks van pelgrimsliederen die
tot en met 134 loopt.
Ze zijn bedoeld voor tochten naar de feesten, de festivals die in
Jeruzalem jaarlijks gehouden werden, in opdracht van God. God had die
feesten ingesteld om het volk te leren dat heel hun aardse leven met Hem
te maken had. Door Hem geleid werd, door Hem bestuurd en gezegend.
De opdracht om drie keer per jaar naar Jeruzalem te gaan was een
oefening voor de Israeliet om het hele leven te zien als een reis, een reis
naar God.
De bedevaartstochten zijn ritualiseringen van het leven. De reis
symboliseert het leven, en is ook bedoeld om dat leven te vormen. De
liederenreeks waartoe Psalm 121 behoort is bedoeld voor onderweg. De
liederen dragen bij aan de vorming die met de bedevaart gegeven is.
6
Psalm 121 is een krachtig en aansprekend lied, tot op de dag van
vandaag. Het wordt op allerlei hoogte- en dieptepunten van de levensreis
gezongen en gelezen. Bij bruiloften en bij begrafenissen.
De eerste twee verzen zijn van de reiziger die op het punt staat te
beginnen aan zijn reis. Hij heft zijn ogen op en ziet de bergen, en daarmee
de gevaren onderweg.
Ergens als een berg tegenop zien, is een bekend spreekwoord. Je kunt als
een berg tegen het leven opzien. Tegen de taken die je wachten. Maar ook
gewoon tegen het leven zelf. Misschien heeft u dat ook wel, voor alles wat
er morgen weer op u wacht. Werk, gesprek met je werkgever, solliciteren.
Een afspraak in het ziekenhuis.
De reis naar Jeruzalem was gevaarlijk met wilde dieren, rovers en een
erbarmelijke infrastructuur. Onze levensreis is gevaarlijk door ziekte en
dood die je zomaar kunnen overvallen; door mensen die je tegenvallen, of
zelfs aanvallen; door het idee dat je eigenlijk niet weet wat voor zin of doel
het leven heeft. Een destructieve gedachte die je behoorlijk van het spoor
kan halen.
De reiziger herinnert zichzelf en de anderen eraan dat er hulp te
verwachten is van Hem naar wie hij zijn reis richt. De God die Hij wil
ontmoeten, woont niet alleen in Jeruzalem, maar is er ook onderweg. Hij
stelt zijn vertrouwen op de HEER die hemel en aarde gemaakt heeft. Dat is
zijn belijdenis.
Het lied, zijn zingen, is een geloofsoefening. Hij spreekt die woorden uit,
om zichzelf ertoe te bergen zijn blik hoger te heffen dan de bergen.
De gemeenschap die met hem meetrekt, bemoedigt de voortrekker door
hem op hun beurt toe te zingen (3-8). Hij wordt bevestigd in zijn keuze.
Opvallend is het steeds terugkerend begrip ‘bewaren’, hier weergeven als
de wacht houden. Het ‘bewaren’ heeft een breedspectrum aan
betekenissen:
- Bescherming tegen vijanden en gevaren.
- Het geven van nieuwe kracht wanneer iemand moedeloos wordt.
- zorgen voor voedsel en water onderweg.
- het aangeven van de juiste weg in de wildernis.
7
Deze taak van God kun je ook omschrijven als: herder zijn. De gemeente
bemoedigt dus door te zingen over dit herderschap van God.

Dat woord ‘bewaren’ herinnert aan de zegen van God. Dat zijn de goede
woorden die namens God worden gesproken. Ze zijn te vergelijken met
beloften van de HEER, heel specifiek geadresseerd: voor jou is zijn
bewareing. Door te zeggen de HEER zal… en terug te grijpen op wat God
gezegd heeft, herinnert de zingende gemeente de reiziger maar ook HEER
aan wat Hij heeft beloofd!
Die zegen gaat ook ons aan: aan het einde van deze viering krijgen we hem
toegezongen: de HEER zal u behoeden of bewaren! Die woorden gaan met
je mee. Daar mogen we Hem ook aan houden.
 Het roept ook herinneringen op aan eerder ervaringen van Israel met God.
Dit ter bemoediging van de reiziger.
- Het is een woord dat gebruikt wordt in relatie met voorvader Jakob. Wanneer
deze op de vlucht is voor zijn broer Ezau krijgt hij in een droom de
bemoediging dat God hem zal behoeden op al zijn wegen. Jakob doet dan
een gelofte aan de HEER, dat hij Hem zal offeren wanneer hij behouden
terug zal keren in het land van zijn vader.
- Het is een begrip dat te maken heeft met de reis door de woestijn. In een
terugblik op de woestijnreis wordt expliciet gezegd dat God Israel heeft
behoud en bewaard onderweg.
Zo hebben wij in ons eigen leven, of mensen uit ons voorgeslacht,
misschien ook wel ervaringen waaruit de bescherming van God blijkt. Die
herinneringen en ervaringen zijn belangrijk omdat ze ons kunnen helpen in
ons vertrouwen.

Gods bescherming wordt door twee dingen bijzonder ingevuld:
Schaduw
In het Oude Oosten was schaduw een geweldige zegen. Het werd dan ook
vaak gebruikt als beeld voor bescherming. Een bekend beeld ook uit de
bijbel is: schuilen onder de schaduw van de vleugels van God. Een
moederlijk en troostend beeld: je mag schuilen in de schaduw van de
vleugels van God, zoals een kuiken bij zijn/haar moeder. Zacht en veilig.
Hier in de Psalm gaat het om bescherming tegen de kosmische krachten
van zon en maan. De zon is goed voorstelbaar: de hitte wordt ondragelijk
wanneer er geen schaduw is. De maan werd ervaren als een bron van
8
allerlei gevaren en was door haar verschijning in de nacht een sinister licht.
Tegen die gevaren beschermt God.
Er staat specifiek: Hij beschermt aan de rechterhand. Dat is taal uit het
leger: de rechterflank was een kwetsbare omdat dit de arm was waarmee
men vocht. Daar was geen schild om te beschermen tegen rondvliegend
gevaar. De HEER schermt die kwetsbare kant af.

waakzaamheid
Heel erg sterk benadrukt de Psalm de waakzaamheid van de Bewaarder
van Israel. In het oude oosten wat dit een gewaagde uitspraak. Voor veel
van de volken rondom Israel was het nog maar de vraag of de goden
waakten of sliepen. Slapen was een goddelijk recht. De nacht werd
beschouwd als het moment waarop de goden ook even vrijaf hebben en
het hemelse kantoor gesloten is. De goden konden ook maar beter niet
gestoord worden. De zondvloed was in de overlevering van de volkeren
rondom Israël ontstaan uit chagrijn van de goden over het feit dat ze in
hun goddelijke slaap en rust verstoord waren.
Deze bemoediging is dus ook een uitdagende, een provocerende ten
opzichte van de omgeving. De HEER, de God van Israel slaapt niet. Hij
houdt de wacht. Dat is een uitspraak die gebaseerd is op de ervaring van
Israel in de loop van de eeuwen en die afweek van de ervaring van de
zwijgende en onberekenbare goden van de volkeren.
Degene die kiest om in vertrouwen op God te reizen wordt hierdoor
bemoedigd. Maar, het is ook een provocatie aan het adres van mensen die
hun vertrouwen stellen op andere goden. Er zit een waarschuwing in om je
vertrouwen niet op andere goden te stellen. Dat gebeurde toen en gebeurt
nog. Je geeft je over aan slaapkoppen, aan goden die oren hebben en niet
horen, ogen maar niet zien.
De uitdagende woorden van de Psalm klinken ook in onze oren.
Wat kan je redden wanneer je de weg kwijt bent?
Je geld, je successen? Het gaf je even een goed gevoel, maar brengt je niet
thuis.
Kun je vreugde kopen? Kun je voorspoed afdwingen?
Kun je zelf zin geven aan je leven?
Kun je de bergen van ziekte en tegenslag op eigen kracht aan?
9
Zijn al onze goden niet weerloos tegen de chaos en leegte die zich van tijd
tot tijd voordoen?
Krijg je gehoor wanneer je om hulp roept? Of slapen ze?
Er is meer dan je kunt zien.
Meer dan de echo van je eigen roepen om hulp.
Meer dan alleen de verwarring.
Meer dan het verloren zijn, of het hulpeloze.
Hij is er, wanneer we ons omdraaien en ons leven toevertrouwen aan
Hem..
God is Herder in het onzekere bestaan.
In Jezus is Hij tot ons afgedaald om ons te redden uit de greep van het
kwaad.
Hij zoekt zelf hen die zijn afgedwaald en de kudde zijn kwijt geraakt.
Hij viert feest wanneer Hij er een vindt.
Laat je vinden door Hem.
Amen
Gezang 170 1-2a, 4 k, 6 a
a 1 Meester, men zoekt U wijd en zijd,
komend langs velerlei wegen.
Oudren gaan rustig welbereid
jongeren aarzlend U tegen.
Maar vroeg of laat, 't zij dag of nacht,
eens vindt Ge ons moe en zonder kracht,
hunkerend naar uwe zegen.
a 2 Arts aller zielen, 't is genoeg,
als Gij ons neemt in uw hoede.
Heel toch de wond, die 't leven sloeg,
laat ons niet hooploos verbloeden.
Spreek slechts één woord, één woord met macht,
dan krijgt ons leven nieuwe kracht.
Spreek, dan keert alles ten goede.
10
k 4 Heer, onze mond heeft U gesmaad,
toch heeft ons hart U gebeden.
Wijzen der wereld zag men laat
heimlijk uw drempel betreden.
Hoogmoed, die voor geen wet zich buigt,
heeft door uw ootmoed overtuigd,
U als zijn meester beleden.
a 6 Koning, verheugd geloven wij
wat uw getuigen verkonden:
slechts onder uwe heerschappij
heeft ons hart vrede gevonden.
Daarom zoekt U elk mensenkind;
zoek, Herder, mij, opdat ik vind;
anders zo ga ik te gronde.
Gebeden: Gezongen en gesproken
I. Gezongen gebeden
Responsies
The Lord be with you,
and with thy spirit.
Let us pray:
Lord, have mercy upon us,
Christ, have mercy upon us,
Lord, have mercy upon us.
Herbert Sumsion
De Heer zij met u
En met uw geest
Laat ons bidden.
Heer, ontferm u over ons,
Christus, ontferm u over ons,
Heer, ontferm u over ons.
Onze Vader
Our Father, which art in heaven,
hallowed be thy name;
Thy kingdom come;
Thy will be done
on earth as it is in heaven.
Give us this day our daily bread.
And forgive us our trespasses,
as we forgive those who trespass against us.
11
And lead us not into temptation;
but deliver us from evil. Amen.
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw koninkrijk kome,
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood.
En vergeef ons onze schulden
zoals ook wij onze schuldenaars vergeven.
En leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van de boze. Amen
O Lord, show thy mercy upon us
and grant us thy salvation.
O Lord, save the king
and mercifully hear us, when we call upon thee.
Endue thy ministers with righteousness
and make thy chosen people joyful.
O Heer, schenk ons uw genade
en geef ons verlossing
O Heer, bewaar de koning
en hoor ons in genade aan als wij u aanroepen
Bekleed uw dienaren met gerechtigheid
en laat uw volk zich in U verblijden
O Lord save thy people,
and bless thine inheritance.
Give peace in our time, O Lord.
because there is none other that fighteth for us,
but only thou, O God.
O God, make clean our hearts within us;
and take not thy Holy Spirit from us
O Heer, red uw volk
en zegen uw erfdeel
12
Geef vrede, Heer, in onze dagen
want niemand strijdt voor ons dan Gij alleen
O Heer, wil in ons een zuiver hart scheppen
ontneem ons niet uw heilige Geest
Collect of the day
Merciful God, who sent thy messengers the prophets to
preach repentance and prepare the way for our salvation:
Give us grace to heed their warnings and forsake our sins,
that we may greet with joy the coming of Jesus Christ our
Redeemer; who liveth and reigneth with thee and the Holy
Spirit, one God, now and for ever. Amen.
Genadige God, die uw boodschappers de profeten
gezonden hebt om berouw te verkondigen en de weg voor
Uw redding te bereiden: Geef ons genade om aandacht te
schenken aan hun waarschuwingen en onze zonden te
verzaken, zodat we met vreugde de komst mogen
begroeten van Jezus Christus onze Redder, die leeft en
regeert met U en de Heilige Geest, één God, nu en voor
immer. Amen.
collect for peace
God, from whom all holy desires, all good counsels,
and all just works do proceed:
Give unto thy servants that peace
which the world cannot give;
that both our hearts may be set to obey
thy commandments, and also that by Thee
we being defended from the fear of our
enemies may pass our time in rest and quietness;
through the merits of Jesus Christ our Saviour.
Amen.
O God, uit wie alle heilige verlangens, alle goede raad,
alle goede werken voortkomen,
13
geef aan uw dienaren die vrede, die de wereld niet kan
geven;
dat onze harten uw wetten mogen gehoorzamen,
en ook dat wij door U beschermd worden voor de angst
voor onze vijanden. Moge onze tijd in rust en vrede
voorbijgaan,
dankzij de verdiensten van Jezus Christus, onze Redder.
collect for Aid against all Perils
Lighten our darkness, we beseech thee, O Lord;
and by thy great mercy defend us from
all perils and dangers of this night;
for the love of thy only Son, our Saviour Jesus Christ. Amen.
Verlicht onze duisternis, zo smeken wij U, o Heer;
en bescherm ons door Uw grote genade,
tegen alle verschrikkingen en gevaren van deze nacht,
omwille van de liefde van Uw enige Zoon, onze Redder
Jezus Christus. Amen
II. Gesproken gebeden
Inzameling van vrijwillige gaven bestemd voor de onkosten
Anthem (Koor)
Rejoice in the Lord alway - Henry Purcell
Rejoice in the Lord alway, and again I say rejoice.
Let your moderation be known unto all men.
The Lord is at hand. Be careful for nothing,
by prayer and supplication with thanksgiving,
let your requests be known unto God.
And the peace of God, which passeth
all understanding, shall keep your hearts and minds
through Jesus Christ our Lord.
Tekst: Filipp. 4 : 4 - 7
Slotgezang 483 (1 a, 2k, 3-4 a staande)
14
a 1 Gij die alle sterren houdt
in uw hand gevangen,
Here God, hoe duizendvoud
wekt Gij ons verlangen!
Ach, ons hart
is verward,
leer het op uw lichte
hoge rijk zich richten.
k 2 Want de lichten die wij zelf
aan de hemel stelden,
glinstrend in het zwart gewelf,
sterren, ongetelde, al hun glans
dooft nochtans,
dan is heel ons leven
door de nacht omgeven.
a 3 God, is dan wat U verliet
uit uw hand gevallen?
Mist Gij onze wereld niet
bij uw duizendtallen?
Blijf niet ver,
doe één ster
in de nacht ons gloren,
of wij zijn verloren!
a 4 Christus, stille vaste ster,
o Gij licht der lichten,
waarnaar wij van her en der
onze schreden richten, geef ons moed;
't is ons goed
U te zien, Getrouwe,
uw hoog rijk te aanschouwen.
Uitzending en zegen
Gesproken zegen beantwoord met gezongen ‘amen’
The Lord bless thee, and keep thee (koor)
Music: Colin Mawby
The Lord bless thee, and keep thee,
The Lord make his face shine upon thee,
and be gracious unto thee :
The Lord lift up his countenance upon thee,
and give thee peace.
Tekst: Num. 6 : 24 - 26
Uittocht van het koor en orgelspel
Bij de uitgang worden vrijwillige gaven ingezameld voor de Protestantse
gemeente Groningen
15
C o n ta c t
Na afloop van de dienst zijn er mensen beschikbaar voor een gesprek.
Deze dienst wordt geleid door de wijkpredikant dr. J.A. (Sjaak) van den
Berg. Ook hij is na afloop van de dienst beschikbaar voor reacties en
vragen. Mocht u op een ander moment met hem willen praten, neem
gerust contact op via 050-5418205 of [email protected].
Voor meer informatie: www.wijkgemeente-martinikerk.nl.
16
Psalmenvespers in de Martinikerk
Iedere 2de zondag om 17.00 uur
Toegang vrij, met vrijwillige collecten, iedereen welkom
Deze Psalmenvespers worden gehouden om de blijvende verbondenheid
met de Synagoge tot uitdrukking te brengen, in continuïteit met de
christelijke traditie in kloosters en kathedralen, en als inspiratie voor onze
eigen spiritualiteit in verhouding tot God, onszelf, onze naaste en onze
cultuur in het heden.
Rooster januari-juni 2014
Datum
9-2
9-3
13-4
11-5
8-6
Koor
RJK
MKK
AC
RGC
RJK
Voorganger
Dr. J.A. van den Berg
Dr. J.A. van den Berg
Ds. O.C. Kerssen
Dr. J.A. van den Berg
Dr. J.A. van den Berg
Psalm
121
122
123
124
125
Mkk Martinikerkkoor - RJK Roder Jongenskoor - AC Arezzo Consort- RGC
Roden Girl Choristers. Diensten kunnen worden meegeluisterd of
nageluisterd via www.kerkomroep.nl > provincie Groningen > Groningen,
Martinikerk
Vanaf januari 2014 maken de Psalmenvespers deel uit van het programma
Schoonheid met een Ziel (zie: www.schoonheidmeteenziel.nl).
De eerstvolgende viering van ‘Schoonheid met een ziel’ is een choral
evensong op zondagmiddag 16-2, om 17 uur in de Nieuwe Kerk.
17