Bekijk het artikel - Delta Lloyd Groep

Blijft technologie ons
leven ­verbeteren? Open de
‘Jouw wereld in 2035’-app
OPINIE
Leven
als
Lodewijk
XIV
of
hoe onze welvaart blijft
toenemen dankzij de groei van
ons collectieve brein.
T E K S T: J E R O E N H O P S T E R
BEELD: ANNEKE HYMMEN
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , NOV E M BER 2014 31
5x
horen
MIDDENKLASSE IN MUZIEK
Door popjournalist Menno Pot
A WELL RESPECTED MAN
The Kinks (1965)
Over de zelfingenomenheid van
de Engelse middenklasse: “He’s oh
so good and he’s oh so fine/ He’s a
well respected man about town.”
LES BOURGEOIS
Jacques Brel (1962)
Jacques Brel, de respectabele chansonnier,
schopt de bourgeoisie tegen de schenen:
“Les bourgeois c’est comme les cochons”.
De middenklasse? Het zijn varkens.
heen laten transporteren – zelfs zonder 498 bedienden
in ons kielzog. Een Toyota Prius rijdt bovendien een stuk
comfortabeler dan het paard van de Zonnekoning.
Mislukte broodrooster
G
evulde kalkoen en diepzeeoesters als
­hors-d’oeuvre. Daarna kastanjesoep met
­Italiaanse truffels, wilde zalm, kaas, fruit en
ten slotte – een van Lodewijks eigenaardig­
heden – een hardgekookt ei. Voor de maal­
tijden aan het hof van Lodewijk XIV (1638-1715) werden
kosten nog moeite gespaard: naar verluidt werkten 498
importeurs, koks en bedienden mee aan de bereiding van
le grand couvert, het koninklijk diner. Bij autopsie van de
Zonnekoning constateerden artsen dat zijn maag driemaal de omvang had van die van een doorsneeburger.
Jaloersmakende extravagantie? Lodewijk XIV was het
boegbeeld van de vroegmoderne one percent: hij kon er
een levensstijl op nahouden die voor geen ander bereikbaar was. Maar tegenwoordig is zijn koninklijke buffet
niet meer zo uniek: vergelijkbare gangen worden dagelijks
in volle restaurants geserveerd. Oosterse specerijen,
verse groenten en avondmaaltijden uit verre oorden zijn
eerder regel dan uitzondering in modale huishoudens.
De moderne westerse bevolking – en een uitdijende kring
daaromheen – leidt massaal een leven als Lodewijk XIV,
schrijft de Britse wetenschapsjournalist Matt Ridley in zijn
boek The Rational Optimist (2010). Exotische vruchten?
De supermarktschappen puilen ervan uit. Nieuwe kleren?
Minder dan één procent die zich dat nooit veroorlooft. Wij
hebben onze eigen kapper en dokter en kunnen ons overal
32 DELTA L LOY D M AGA ZI N E , NOV E M BER 2014
Waar hebben wij die onvoorstelbare welvaart aan te
­danken? Volgens Ridley is ruilhandel de motor van de
menselijke vooruitgang. Ruilhandel maakt arbeidsdeling
mogelijk, werkt perfectionering in de hand en leidt tot
enorme technologische vooruitgang. Wie deel uitmaakt
van een handelende gemeenschap hoeft niet langer zelfvoorzienend te zijn. Integendeel: wij leveren doorgaans
slechts een enkel product – sesamzaad, pensioenhulp,
­tijdschriftartikelen – terwijl we er vele consumeren.
In zekere zin staat aan ieder van ons een veelvoud van 498
bedienden ter beschikking: in een wereldwijd netwerk van
product- en dienstverlening profiteren wij van de arbeid van
duizenden anderen. Die op hun beurt weer van duizenden
anderen profiteren, waardoor ieder zijn eigen Zonnekoningleven kan leiden.
Wat als dat handelsnetwerk ophield te bestaan? In 2009
poogde de ontwerper Thomas Thwaites om op eigen
kracht een broodrooster te maken. Zijn oefening in zelfvoorzienendheid faalde jammerlijk: het kostte Thwaites
maanden om de juiste materialen te winnen, met een
­i nferieur product als resultaat. Thwaites wilde met zijn
‘toaster project’ waarschuwen voor de extreme afhankelijkheid die het gevolg is van onze moderne productiewijze. Maar het experiment leent zich ook voor een
optimistische lezing: Thwaites’ mislukte broodrooster
vormt tastbaar bewijs voor het succes van de ruileconomie.
Dommere landen?
Ridley’s visie op de evolutie van onze welvaart sluit aan bij
een populair concept uit de moderne wetenschap en filo-
In zekere zin staat aan ieder
van ons een veelvoud van 498
bedienden ter beschikking
ONDER ONS
Boudewijn de Groot (1967)
Uithaal van Boudewijn de Groot naar het
‘klootjesvolk’ “met zijn eigen televisie en
zijn eigen borreltent, in zijn eigen kleine
stadje waar hij alle mensen kent.”
SUBURBIA
Pet Shop Boys (1986)
Een keurige buurt met alleen maar ons
soort mensen. Veilig, maar ook een
“suburban hell, in the distance a police
car to break the suburban spell.”
sofie: collectieve intelligentie. Om de moderne mens te
begrijpen volstaat het niet om de aandacht te vestigen op
het individu; mensen functioneren als radertjes in een
groter netwerk. Vergelijk het met een kolonie van sociale
insecten: de ene mier werpt zich op als werker, een
tweede als verkenner en een derde als soldaat. Op individueel niveau lijkt zo’n specialisme onhandig – heeft een
generalist geen grotere overlevingskansen? Maar als we
de mierenkolonie als een genetisch ‘superorganisme’
Een Toyota Prius rijdt een
stuk comfortabeler dan het
paard van de Zonnekoning
beschouwen, dan blijkt de arbeidsverdeling juist een
slimme evolutionaire aanpassing.
Grote getallen maken het verschil: hoe omvangrijker
de global market is, des te groter is het potentieel voor
arbeidsdeling en specialisatie. De geschiedenis wijst dan
ook uit dat het gemeenschappen die hun contact met de
buitenwereld verliezen doorgaans slecht vergaat.
­Tasmanië raakte ongeveer 8000 jaar geleden afgescheiden van het Australische vasteland; in de millennia die
volgden verloor de eilandbevolking veel van haar
­technische vernuft. Nachtelijke satellietfoto’s bewijzen
het gebrek aan ontwikkeling van Noord-Korea in ver­
gelijking met helder oplichtende buurlanden. Als een
bevolking raakt afgesloten van het netwerk, slinkt het
potentieel voor collectieve intelligentie.
En de toekomst? Hoewel de omvang van ons globale brein
niet meer zo sterk toeneemt – de snelheid waarmee de
wereldbevolking groeit daalt – komen er steeds meer
onderlinge verbindingen. Net zoals in een echt brein zijn
die verbindingen cruciaal: zij zorgen ervoor dat informatie zich snel en efficiënt kan verspreiden. We zouden het
internet kunnen zien als onze gedeelde ‘neocortex’: een
nieuwe en overkoepelende verbindingsstructuur, die ons
in staat stelt producten, diensten en kennis in een oog-
THE SUBURBS
Arcade Fire (2010)
Magistraal album over een jeugd in een
nette buitenwijk. De toon is liefdevol:
“If I could have it back, all the time that
we wasted, oh I’d only waste it again.”
wenk uit te wisselen. Zolang het internet blijft uitdijen, is het
toppunt van onze collectieve intelligentie nog niet in zicht.
300 dagen licht
Terug naar Versailles, waar Lodewijk XIV tijdens het
­nuttigen van zijn avondmaal werd bijgeschenen door
96 kandelaars. Een dure onderneming? Toen wel: voor de
18e-eeuwse werker stond 1 arbeidsuur gelijk aan grofweg
10 minuten leeslicht. Tegenwoordig levert een uur werken
ons 300 dagen licht op – en besparen wij ons tevens de
moeite om 96 kandelaars aan het branden te krijgen.
Dat is nou welvaart, zegt Ridley: de toename van de
­hoeveelheid goederen of diensten die je met dezelfde
­hoeveelheid werk kunt verdienen. De groei van welvaart
loopt als rode draad door de menselijke geschiedenis en
zolang ons collectieve brein zich verder blijft vertakken,
is het aannemelijk dat dat patroon voortduurt. De
moderne middenklasse mag zich gelukkig prijzen:
die steekt de Zonnekoning naar de kroon. ◆
Jeroen Hopster is freelance journalist, essayist, promovendus filosofie en auteur van het boek Boedhisme
voor denkers (2014).
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , NOV E M BER 2014 33