Stadsblad Nouri - Le Nobel Counseling

‘Levende hoop’ als laatste, ontbrekende puzzelstukje voor Nouri Paulus
Vluchteling en hulpimam wilde
bijna eind aan zijn leven maken
Het begint ermee dat
zijn vader, imam, wordt
vermoord als Nouri
Paulus acht jaar is en nog
in Afghanistan woont. In
Nederland kwijnt Nouri
weg in eenzaamheid
als vluchteling zonder
uitzicht op een document.
Tijd genoeg om de koran
uit het hoofd te leren.
In de cel besluit Nouri
gebroken naalden te
slikken. Dan leest hij het
evangelie. Er is toch niks
meer te verliezen...
Door Peter le Nobel
UTRECHT - “Ik was de lieve-
ling van mijn vader. Overal
ging ik met hem mee. Hij
was in Kabul een zeer gerespecteerd imam, altijd in
kostuum, seculier gekleed.
Bovendien gaf hij lessen theologie op een mbo-college.
Afghanistan was bezet door
de Sovjet Unie en jihadisten
stuurden iedereen ‘nachtbrieven’: wie niet stopte met
werken, zou gedood worden,
want in geen geval mocht de
bezetter gesteund worden.
Mijn vader kreeg ook zo’n
brief. Mijn moeder raakte
in paniek en vond dat wij
moesten verhuizen. Mijn
vader zei: ‘Iedereen krijgt
zo’n brief, dan kunnen we
wel elke dag verhuizen. En
hoe moet ik anders acht kinderen onderhouden?’ Drie
dagen later schoten vier gemaskerde mannen hem in
de tuin dood. Met twaalf
kogels.”
Het gezin moet binnen een
maand het huis naast de
Puzzelstukjes
De wederopstanding van
Jezus was voor Nouri het
ontbrekend puzzelstukje in
zijn leven. Juist omdat hij de
koran goed kent, realiseert
hij zich dat in dit boek eveneens aanwijzingen zijn voor
die verrijzenis als teken van
hoop. “Kijk bijvoorbeeld naar
het hoofdstuk Ali-Imraan,
ayah 56: ‘Toen Allah zeide:
‘O Jezus, ik zal u doen sterven en u tot Mij opheffen en
u zuiveren van de ongelovigen en zal uw volgelingen tot
de laatste dag over hen doen
zegevieren die u niet geloven;
dan zal uw terugkeer tot Mij
zijn...’ Juist ik kan moslims
uitleggen hoe Jezus zich verhoudt tot de andere profeten
die in de koran genoemd
worden. Door vrede, licht en
hoop, het Woord van God,
ingefluisterd door de Heilige Geest, is een christelijk
hart honderd procent vergevingsgezind, vrij van wrok
en vijandschap. De geest van
Liefde reinigt onze harten
van alle onreinheden. Goed
en kwaad, vriendschap en
vijandschap kan niet langer
naast elkaar bestaan. Je kunt
niet én het goede én het kwade dienen.”
“Vlak voor ik wilde sterven, begon ik weer te geloven in het leven, en vertrouw ik nu op het eeuwige leven, toen het verhaal van
Foto: Peter le Nobel
Jezus en zijn opstanding tot mij doordrong”, zegt Nouri.
moskee verlaten en belandt
op een klein flatje in Kabul. Op zijn negende wordt
Nouri als een van de tweeduizend scholieren door de
Russen uitgepikt om naar
Rusland te gaan. “Ons gezin
was heel arm en wij leefden
in een land van oorlog. Ik
hoopte op een betere toekomst. Mijn moeder is later
met haar kinderen in een
vluchtelingenkamp in Pakistan beland.”
Nouri volgt in Rusland uiteindelijk een opleiding als
doktersassistent. Later werkt
hij als tolk bij een groothandelsbedrijf. “In 1997 stopte
ik met mijn werk. De situ-
atie in Rusland verslechterde. Zo was er veel racisme.
Ik kon niet naar Pakistan; ik
had geen reisdocumenten
om bij mijn moeder te kunnen zijn. Vrienden waren
‘IK WILDE MJN VADER
VOLGEN. HIJ, MIJN
MOEDER, IEDEREEN ZOU
TROTS OP MIJ ZIJN’
naar Nederland gegaan en ik
besloot dat ook te doen. Daar
zou ik kunnen doorstuderen.” Nouri vraagt asiel aan.
“In de tijd van Rita Verdonk,
de moord op Theo van Gogh
en Pim Fortuyn was de po-
litieke situatie in Nederland
verslechterd.” Zijn verblijfsvergunning werd samen met
16.000 andere asielzoekers
ingetrokken. Drie jaar lang
heeft Nouri geen uitkering
en geen recht om te werken
of te studeren. Hij slijt zijn
dagen in de Taibah moskee
in
Amsterdam-Zuidoost.
“Ik begon de koran te bestuderen. Dag in dag uit las
ik erin. De imam zag mij
elke dag in de moskee. Toen
zag ik er heel mager uit. Hij
vroeg wat er met mij aan de
hand was en ik vertelde hem
het hele verhaal. Na drie jaar
werd ik benoemd tot hulpimam. Zo mocht ik voorgaan
in het gebed, kwade geesten
uitdrijven en huwelijken
sluiten. Ik was blij dat ik
mijn roeping gevonden had.
Ik genoot ervan het voorbeeld van mijn vader te volgen. Hij, mijn moeder, mijn
broers en zussen, iedereen
zou trots op mij zijn.”
Alle hoop wordt echter de
bodem ingeslagen als Nouri
hoort dat hij geen verblijfsvergunning krijgt. Hij besluit naar Denemarken te
gaan. “Daar zit ik, in een
taxi, met mijn baard, een
djellaba en in de achterbak
een tas vol religieuze boeken. Het was net in de tijd
van de cartoonrellen...”
‘Ik wil een dialoog met andere gelovigen’
Nouri Paulus wil graag in
dialoog gaan met andere gelovigen, van joden tot moslims. Nu hij zich en in de
bijbel en in de koran heeft
verdiept, kan hij zich aardig
inleven in mensen die andere godsdiensten aanhan-
gen. “Het is mijn nieuwe
levenstaak: vertellen wat ik
heb ondervonden en hoe ik
de Heilige Geest en Christus ervaar.” Hij vindt het
ook interessant om op de
waarden van andere religies
in te gaan. “Kan iemand op
aarde voor honderd procent
volgens alle regels naleven?
Vergeving vragen als je een
regel breekt en het geloof
volgen naar het hart van God
kan een bijzondere waarde
van het christendom zijn
en het leven lichter maken.
Wie weet dat ik met respect
voor ieders geloof anderen
in ieder geval kan inspireren. Samen vinden wij wijsheid. Het woord Gods, vrede
en heiliging!” Napraten met
Nouri? E-mail: n.a.paykar@
gmail.com
De Deense politie plukt hem
uit de auto en stuurt hem
uiteindelijk terug naar Nederland. “Er was in 2007 een
generaal pardon. Wrang genoeg kreeg ik te horen dat ik
mijn rechten had verspeeld
door naar Denemarken te
gaan.” In het asielzoekerscentrum klampt Nouri zich
nog meer vast aan de islam.
Hij is fanatiek: hij verbiedt
moslims om de bijbel open
te slaan en declameert dat
bekeerlingen tot het christendom beter levend begraven kunnen worden dan de
islam te verraden. Iedereen
moet terug naar de zuivere
leer van de islam om gered
te worden. Ondertussen
constateren artsen dat hij
lijdt aan een post traumatische stress stoornis. “Ik bad
vijf keer per dag, maar mechanisch.” Nouri geeft koranlessen, aan alle moslims.
“Juist moslims van mijn eigen stroming keerden zich
tegen mij. Ze verboden mij
om koranles te geven aan de
sjiieten. Toen ik doorging,
maakten zij mij het leven
zo zuur dat ik de politie
belde voor overplaatsing.
Zij kwam, maar tot mijn
stomme verbazing hoorde ik
dat de Afghanen mij zwart
maakten. Ik zou zijn opgegroeid op een koranschool
in Pakistan, ik zou bij de
Talibanstrijders hebben gevochten, ik zou aanslagen
op NAVO-troepen hebben
uitgevoerd. Van angst en
stress schreeuwde ik het uit.
Het werd een scene. De politie besloot mij geboeid af te
voeren naar de gevangenis.”
Dieper kan Nouri niet gaan.
“Uit een vaag verlangen
naar Gods woord nam ik
het evangelie mee uit de gevangenisbibliotheek. Geen
bijbel, dus het zou mogen.”
Hoeveel hij ook leest in de
koran en hoeveel hij ook
bidt, zijn depressie wordt
steeds dieper. 24 uur lang
staat de tv aan opdat hij niet
naar de ruis in zijn hoofd
hoeft te luisteren. “Angst
hield me wakker en overdag
viel ik vaak kort in slaap, om
dan weer wakker te schrikken. Als ik aan mijn moeder
in het vluchtelingenkamp
dacht, deed mijn hele borstkas pijn bij het ademen.” Hij
besluit een eind aan zijn leven te maken. “Als doktersassistent weet ik dat naalden
inslikken dodelijk is. Vroeg
of laat raakt de punt een orgaan, bijvoorbeeld je hart.”
Lees verder driekolommer ‘Ik heb
die levende hoop...’ onderaan.
‘Ik heb die levende hoop nooit gekend’
Vervolg hoofdverhaal
Aan de bewaking vraagt hij
twee naalden voor verstelwerk. Die breekt hij in tweeen en stopt hij in broodjes.
Aan de bewakers schrijft hij
een brief; zijn lichaam moet
naar zijn moeder worden gebracht. “Ik wilde dat ze haar
zoon nog eenmaal zou zien.
“Ik keek mijn cel rond als
afscheid. Mijn oog viel op
de kledingkast. Toen kwam
er een koranvers in mijn gedachten: ‘Wie gestorven is, is
vrij van de wet’. “Ik besloot
het evangelie te pakken en
bladerde het zo nonchalant
door. Mijn oog viel op de
Bergrede. Bergen boeien
me als Afghaan altijd, en ze
spelen een grote rol in Gods
verhalen.” Hij leest de rede
van Jezus aan zijn discipelen: ‘Zalig zijn de armen
van geest, want van hen is
het Koninkrijk der hemelen.
Zalig zij die treuren. Want
zij zullen vertroost worden.’
Hier begon ik over mijn hele
lijf te trillen. Mijn ziel leek
wel mee te trillen. ‘Zalig zijn
de reinen van hart, want zij
zullen God zien. Zalig zijn
de vredestichters, want zij
zullen kinderen van God
genoemd worden.’ Ik voelde
de stress met mijn tranen
wegvloeien. Moslims geloven dat Jezus in de hemel is,
maar ze geloven niet dat hij
als zoon van God is gekruisigd, gedood en opgestaan.
Die wederopstanding, als
teken van hoop, kende ik
niet. En die troost heeft
mijn leven veranderd. Het
was echt een opluchting!”
Hij valt in slaap en wordt
‘s ochtends wakker, zonder
druk op zijn hoofd. “Wat
voelde ik me zorgeloos en
vrij. Na twee dagen vielen
mijn haren niet meer uit.
Mijn medicijnen had ik niet
meer nodig. Mijn bewakers
vroegen verbaasd: ‘Wat is er
met jou gebeurd? Je straalt
helemaal vrede en rust uit!’
Ik antwoordde: ‘God heeft
mij gezalfd.’ En satan is blij
dat moslims er niet in geloven, want de verlossing is
door God teweeggebracht
door het sterven en opstaan
van Christus.”
De schatten van Nouri
Nouri met zijn onafscheidelijke tas, met zijn boek waarin
hij passages uit de bijbel van het Perzisch tot Nederlands
heeft overgeschreven, een foto van zijn vader en allerlei
documenten, waardoor hij bijvoorbeeld na beschuldigingen
in het asielzoekerscentrum zijn onschuld kon aantonen.