Knutselgesprek “zalig”

Knutselgesprek “zalig”
Soort activiteit
Thema(„s)
Aantal deelnemers
Creatief, gesprek
Zaligsprekingen
Min. 2 / max. 15 spelers
Leeftijd
begeleiders
Locatie
Binnen
Duur
120 minuten
Intensiteit
Rustig
Materiaal
Bijbel, Bijbeltekst van de zaligsprekingen voor iedere
deelnemer, stiften, oude kranten en magazines, lijm,
scharen, grote flappen (A1-formaat of groter),
zaligsprekingen (bijlage 1), kaartjes met definitie
“zalig” (bijlage 2), balpennen
Doel / samenvatting activiteit
De bedoeling van het spel is om de begeleiders even inhoudelijk te laten stilstaan bij het jaarthema.
Samen in gesprek gaan over de zaligsprekingen, geloof… is een dankbare manier om nadien aan de
slag te kunnen gaan met jongeren. Daarnaast is het ook verrijkend voor het eigen geloofsleven van de
begeleiders.
Samenvatting: We gaan in deze werkvorm aan de slag met het begrip “zalig”. Nadien werken we
tijdens een knutselgesprek met de Bijbeltekst (Matteüs 5, 1 - 12) rond de zaligsprekingen.
Verloop
Voorbereiding
Leg verspreid in het lokaal 8 grote flappen (A1-formaat) met op iedere flap één zaligspreking. Je kan
de zaligsprekingen uit bijlage 2 afdrukken en in het midden van de flap plakken. Leg bij iedere flap ook
oude magazines of/en kranten, lijm en een schaar. Voorzie ook voor iedere begeleider een stift. Druk
de kaartjes (bijlage 2) met de definitie van het woordje „zalig‟ af op dikker papier. Zorg dat iedere
begeleider een kaartje heeft. Druk ook voor iedere begeleider de Bijbeltekst af.
Instap
Laat de begeleiders in een cirkel in het lokaal zitten. Geef hen elk een vel papier en een balpen. Vraag
hen nu om op te schrijven wat het woord “zalig” voor hen betekent. Geef hen hier even de tijd voor.
Laat de begeleiders nu hun antwoord voorlezen. Deel nadien aan iedere begeleider het kaartje met
daarop de definitie van woord “zalig” op. Vraag hen om op de achterzijde een lijstje te maken met wat
zij zalig vinden. Als ze hiermee klaar zijn, laat hen dan het kaartje even opzij leggen en geef aan
iedere begeleider de Bijbeltekst.
Knutselgesprek “zalig”
Activiteit
Geef de begeleiders de tijd om in stilte de Bijbeltekst met de zaligsprekingen te lezen. Vraag hen om
het stil te houden en geef hen voldoende tijd om stil te staan bij de tekst.
De begeleiders krijgen nu de opdracht om rond te lopen in het lokaal en een eerste flap te kiezen
waarrond ze willen werken. De begeleiders lezen de zaligspreking op de flap en nemen een tijdschrift,
krant… Ze plakken nu ieder woord, foto, artikel dat bij hen opkomt bij het lezen van de zaligspreking
op de flap. Ze doen dit individueel zonder met elkaar te overleggen. Geef hen hier even de tijd voor,
ongeveer 10 à 15 minuten. Vraag hen nu om naar een andere zaligspreking te gaan en hetzelfde te
doen. Vraag hen na 10 à 15 minuten om opnieuw naar een andere zaligspreking te gaan en nog
eenmaal hetzelfde te doen.
Vraag na deze laatste zaligspreking om opnieuw naar het midden te komen. Geef aan iedere
begeleider nu een stift en vraag hen om rond te wandelen bij het lokaal en alle flappen te bekijken. Ze
krijgen nu een 20-tal minuten de tijd om stil te staan bij de zaligsprekingen en wat er reeds op de flap
staat. Ze kunnen nu woorden, bedenkingen, gedachten, vragen… op de flap schrijven. Dit kan gaan
over de zaligsprekingen, maar ook over wat anderen op de flap geplakt hebben. Ze mogen ook
reageren op wat anderen op de flap geschreven hebben. De begeleiders doen dit in stilte.
Nabespreking
Vraag na een 20-tal minuten om alle flappen in het midden te leggen en er in stilte rond te gaan zitten.
De begeleiders hebben nu een hele tijd in stilte gewerkt. Het is belangrijk dat ze nu met elkaar in
gesprek kunnen gaan. De volgende richtvragen kunnen daarbij helpen.







Bij welke zaligspreking heb je het langst stil gestaan? Waarom?
Welke zaligspreking sprak jou het meest aan? Waarom?
Zijn er zaligsprekingen waarmee je het moeilijk hebt? Waarom?
Hoe zou je de zaligsprekingen kunnen toepassen in het dagelijkse leven?
Als je jouw lijstje met zaligheden bekijkt en je legt dit naast de zaligsprekingen, merk je dan
iets op?
Kunnen de zaligsprekingen voor jou een leidraad zijn om op een andere manier in het leven te
staan? Hoe?
Zijn er nog vragen, opmerkingen die je kwijt wil?
Sluit de bespreking af door het nog even stil te laten worden en de Bijbeltekst nog eenmaal hardop
voor te lezen.
Opmerkingen/bijlagen
Opmerking
De duur van deze werkvorm hangt sterk af van het aantal deelnemers. Als je werkt met het minimum
aantal deelnemers, dan volstaat 90 minuten voor deze werkvorm. Werk je met het maximum aantal
deelnemers voor deze werkvorm dan moet je toch zeker op 120 minuten rekenen zodat iedere
deelnemer voldoende aan het woord kan komen.
Knutselgesprek “zalig”
Bijlage 1
Zalig de armen van
geest
want aan hen behoort
het Rijk der hemelen.
Knutselgesprek “zalig”
Zalig de treurenden
want ze zullen
getroost worden.
Knutselgesprek “zalig”
Zalig de
zachtmoedigen
want zij zullen het
land bezitten.
Knutselgesprek “zalig”
Zalig die hongeren en
dorsten naar
gerechtigheid,
want zij zullen
verzadigd worden.
Knutselgesprek “zalig”
Zalig de barmhartigen,
want zij zullen
barmhartigheid
ondervinden.
Knutselgesprek “zalig”
Zalig de zuiveren van
hart,
want zij zullen God
zien.
Knutselgesprek “zalig”
Zalig die vrede
brengen,
want zij zullen
kinderen van God
genoemd worden.
Knutselgesprek “zalig”
Zalig die vervolgd
worden om de
gerechtigheid,
want hun behoort het
Rijk der hemelen.
Knutselgesprek “zalig”
Bijlage 2
Knutselgesprek “zalig”