Jaarverslag 2013 en Jaarrekening 2013 - Sint

Jaarverslag 2013
en
Jaarrekening 2013
v1.2
17 april 2014
2
Inhoudsopgave
Jaarverslag
1.
2.
3.
4.
5.
Aanbieding
Inleiding
Samenvatting van de financiële resultaten
Kerngegevens
Investeringen
6
7
10
12
14
6.
Programma’s:
1.
Groene gemeente
2.
Handhaving
3.
Integrale veiligheid en bereikbaarheid
4.
Burger, Bestuur en Bedrijfsvoering
5.
Educatie, Cultuur en Welzijn
6.
Zorg en maatschappelijke dienstverlening
7.
Volksgezondheid en Milieu
8.
Ruimtelijke ordening, Volkshuisvesting en Economische ontwikkeling
9.
Financiën
18
29
45
57
75
98
109
121
136
Paragrafen:
a.
Lokale heffingen
b.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
c.
Onderhoud kapitaalgoederen
d.
Financiering
e.
Bedrijfsvoering
f.
Verbonden partijen
g.
Grondbeleid
146
150
157
159
162
163
166
Ondertekening bestuur
169
7.
8.
Jaarrekening
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
Financieel overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
Resultaat en resultaatbestemming
Overzicht van gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen
Btw-compensatiefonds
Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
De balans en toelichting op de balans
Overige gegevens
Gebeurtenissen na balansdatum, WNT
SiSa-verantwoording 2013:
Bijlage SiSa-verantwoording 2013
Bijlage SiSa-gegevens ten behoeve van regiotaxi
3
172
174
177
179
180
186
209
211
220
4
Jaarverslag 2013
5
1. Aanbieding
Voor u ligt het jaarverslag 2013 en de jaarrekening 2013, hierna jaarrekening genoemd.
De jaarrekening is het spiegelbeeld van de begroting 2013, na wijzigingen. In de jaarrekening wordt
verantwoording afgelegd en wordt verwoord wat van de (beleid)voornemens gerealiseerd is.
De jaarrekening is het sluitstuk van de totale planning & control cyclus. Over het jaar 2013 hebben de
volgende bestuursrapportages plaatsgevonden die invloed hebben gehad op de inhoudelijke en
financiële verantwoording:
Begroting 2013
Najaarsnota 2012
Voorjaarsnota 2013
Presentatie Najaarsnota 2013 volgens het ‘Helmonds model’
Met deze verantwoording is voldaan aan de wens van de gemeenteraad om periodiek op de hoogte
gebracht te worden over de voortgang en uitvoering van het geformuleerd beleid en de financiële
positie van onze gemeente.
De jaarrekening is in overeenstemming met de regelgeving opgemaakt.
Deze bestuursrapportage is als volgt opgebouwd:
Het jaarverslag
1. Aanbieding
2. Inleiding: realisatie van het collegeprogramma
3. Samenvatting van de financiële resultaten
4. Kerngegevens
5. Investeringen
6. De programma’s
7. De paragrafen
8. Ondertekening bestuur
De jaarrekening
9. Financiële overzichten van alle programma’s
10. Het resultaat en resultaatbestemming
11. Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
12. Balans en toelichting op de balans
13. Overige gegevens
14. BTW compensatiefonds
15. Bijlage SiSa
6
2. Inleiding
Als college bevinden we ons in het laatste jaar van deze zittingsperiode. In de aan uw raad
aangeboden nota “Investeren in evenwicht, evenwicht in investeren”, hebben wij ons programma voor
de jaren 2010 -2014 verwoord. In dit programma hebben wij als uitgangspunt de volgende ambities
opgenomen. Wij willen een gemeente zijn die:
- goed communiceert en interactief handelt;
- zich als groene gemeente ontwikkelt;
- aandacht geeft aan wonen voor doelgroepen;
- een prima voorzieningenniveau heeft;
- instaat voor een kwalitatief goede dienstverlening aan haar inwoners.
Ook in 2013 hebben wij de nodige stappen gezet om deze ambities waar te maken.
Als gevolg van de nog steeds aanhoudende financiële crisis heeft ook het jaar 2013 in het teken
gestaan van ombuigingen en invullen van bezuinigingsdoelstellingen. Afnemende inkomsten,
overgang van taken van het Rijk naar gemeenten, meer eigen verantwoordelijkheid voor onze
inwoners. Dit zijn geluiden die niet alleen op gemeenteniveau voorkomen maar ook op landelijk niveau
steeds vaker te horen zijn. De financiële gevolgen van de bezuinigingen bij het rijk en de overdracht
van taken naar de gemeenten zijn echter niet duidelijk en deze ontwikkelingen brengen nog steeds
financiële onzekerheden met zich mee. Ons uitgangspunt blijft dat wij de transities budgettair neutraal
kunnen uitvoeren.
Ondanks het ongunstige perspectief van de economie proberen wij door evenwicht te zoeken wat de
gemeente moet doen en wat inwoners, verenigingen en instellingen zelf kunnen doen, ook voor de
langere termijn te investeren in onze gemeenschap. Dit betekent dat wij bewuste keuzes maken om
wensen en mogelijkheden met elkaar in balans te brengen.
Op meerdere fronten hebben wij ons in 2013 sterk gemaakt voor regionale samenwerking. Denk aan
de verdere inhoudelijke ontwikkeling van PLE1N en de initiatieven rondom de Meierij.
Zonder uitputtend te willen zijn, geven wij met onderstaande samenvatting een beeld van de
belangrijkste gebeurtenissen en ontwikkelingen die zich in 2013 hebben voorgedaan.
Raadsprogramma’s
Programma 1 Groene Gemeente
Het programma Gestel Groene Gemeente is een totaalpakket dat over de jaren 2010 tot en met 2014
is uitgesmeerd. Ook in 2013 zijn er op diverse deelterreinen vorderingen te melden.
De voorbereidingen voor het deelproject “omgeving gemeentehuis en terrein Kentalis” als onderdeel
van Hart van Gestel zijn opgestart. De uitvoering en afronding zal in 2014 plaatsvinden.
Ook voor het project Keerdijk/Meerse plas zijn er in 2013 goede vorderingen geboekt. Er zijn
afspraken gemaakt met de diverse grondeigenaren waardoor de verwachting bestaat dat we ook dit
project in 2014 kunnen afronden.
Het Dynamisch Beekdal de Aa is de spil in de gebiedsontwikkeling als gevolg van de grote
infrastructurele projecten zoals de omlegging en opwaardering Zuid-Willemsvaart en de N279.
Inmiddels zijn er afspraken gemaakt tussen het waterschap en de betreffende grondeigenaren die in
contracten zijn vastgelegd. Ook is duidelijk welke aanpassingen in het bestemmingsplan Buitengebied
noodzakelijk zijn. Deze worden meegenomen in het actualisatieplan voor het buitengebied.
In het kader van de recreatie en toerisme zijn we betrokken bij een aantal projecten die onze
gemeente aantrekkelijker maken. Denk hierbij aan “genieten rond de Dommel” , “theater La
Damoiselle (Jufferschans) en “HoogeHeide”.
Met betrekking tot de concrete uitvoeringsplanning van de waterprogramma’s kan worden gemeld dat
alle beschreven maatregelen in het Dommelgebied zijn uitgevoerd.
Programma 2 Handhaving
Bij de uitvoering van het handhavingsprogramma hebben wij ons laten leiden door een aantal
bestaande beleidslijnen. De Nota Integrale Strategie en Visie op Toezicht en Handhaving (ISVTH), die
is vastgesteld in 2011, is verlengd tot 1-1-2016.
Door het rijk is een onderzoek verplicht gesteld naar de uitvoeringskwaliteit van de VTH-taken. Samen
met de gemeenten Vught, Haaren en Boxtel zijn we een verkenning gestart naar de mogelijkheden
om deze taken gezamenlijk op het gewenst niveau te gaan uitvoeren. De verkenning moet in de pas
lopen met het breed onderzoek om te komen tot een bedrijfsplan voor de ambtelijk gefuseerde
organisatie in de Meierij.
7
De ontwikkelingen in de vorming van de Omgevingsdienst (voorheen) RUD hebben ertoe geleid, dat
er in september 2013 één Omgevingsdienst Brabant Noord is opgericht.
In 2013 is de nieuwe APV vastgesteld waarin bepalingen zijn opgenomen in het kader van de nieuwe
Drank- en Horecawet. Hieraan is een uitgebreid traject vooraf gegaan waarbij het terugdringen van het
alcoholgebruik onder jongeren centraal heeft gestaan.
Programma 3 Integrale veiligheid en bereikbaarheid
Een belangrijk onderdeel van het collegeprogramma is het aspect veiligheid. In januari 2011 heeft uw
raad de Kadernota integrale veiligheid 2011- 2014 vastgesteld. In 2013 is de uitvoering van de
kadernota verder ter hand genomen. Op dit moment zijn de cijfers van de Veiligheidsmonitor 2013
nog niet beschikbaar.
Het regionaal Crisisplan is per 1 april 2013 in werking getreden. Op dit moment wordt er in regionaal
verband nog volop gewerkt aan de samenstelling van de regionale draaiboeken.
Bij het onderdeel verkeersveiligheid is op te merken dat in combinatie met het programma
wegonderhoud de bestaande 60 kilometer per uurzone in Den Dungen maatregelen op de
Bosscheweg zijn uitgevoerd door de uitbreiding met een verkeerssluis met passende fietsvoorziening.
Onderhandelingen hebben er bij de aanpassing van de Milrooijsebrug ertoe hebben geleid dat het
zuidelijk gedeelte duurzaam en fietsvriendelijk is ingericht.
Binnen de herverlichting jaarschijf 2013 zijn in lijn met het beleidsplan meer wijkontsluitingsdoorgaande wegen omgebouwd naar wit licht. Tot nu toe is 95% van de verlichting langs de
doorgaande wegen omgebouwd.
Programma 4 Burger, bestuur en bedrijfsvoering
Het jaar 2013 heeft voor een belangrijk deel in het teken gestaan van regionale samenwerking. In de
zomer hebben de raden van de 6 gemeenten in de Meierij besloten om een verdere vorm van
samenwerking te onderzoeken. Later in het jaar werd duidelijk dat de raden van Schijndel en SintOedenrode hebben besloten om een onderzoek te gaan doen naar gemeentelijke herindeling waar
eveneens de gemeente Veghel bij is betrokken. Van de overige 4 gemeenten hebben Boxtel, Haaren
en onze gemeente besloten om een onderzoek te doen naar een ambtelijke fusie. Dit ging voor de
gemeente Vught te ver. Deze gemeente is een intern onderzoek gestart naar de voors en tegens van
samenwerking.
Programma 5 Educatie, cultuur en welzijn
Op het gebied van de scholenbouw is in 2013 ook weer voortgang te melden. In april 2013 is de bouw
gestart van het educatief cluster in Den Dungen. In augustus is de Elips (educatief cluster in SintMichielsgestel) opgeleverd en in gebruik genomen.
Na de bibliotheek in Berlicum werd ook de parochiële bibliotheek in Den Dungen in een kulturhus
ondergebracht. De bibliotheek in Berlicum heeft het voorzieningenniveau uit weten te breiden. Het is
mogelijk gemaakt om binnen de openingsuren van Den Durpsherd materialen uit te lenen, ook als er
geen personeel is. Dit maakt het voor de gebruiker een stuk makkelijker.
Met alle gemeenschapshuizen is overlegd op welke wijze zij een bijdrage kunnen leveren in de
transities.
Programma 6 Zorg en maatschappelijk dienstverlening
Als gevolg van de voortdurende economische crisis zien we dat de groep inwoners die een beroep
doen op uitkeringen blijft stijgen.
Door “de Kanteling” in de WMO en door meer aandacht voor oplossingsgericht handelen is de
zelfredzaamheid verder toegenomen. Dit kantelingsproces is naar tevredenheid verlopen, doch er is
sprake van een continu proces. Het zal de komende jaren (met de transities in het sociale domein)
nog verder uitgerold moeten worden.
In regionaal verband zijn de voorbereidingen in het kader van de 3 transities verder opgepakt. Wij
nemen daar actief aan deel maar de kartrekkers hiervan zijn de gemeenten Den Bosch en Oss.
8
Programma 7 Volksgezondheid en milieu
De belangrijkste ketenpartner bij de uitvoering van het gezondheidsbeleid is de GGD Hart van
Brabant. In samenspraak met de andere deelnemers in deze gemeenschappelijke regeling zijn de
volgende zaken als speerpunt verwoord:
- gelijke kansen op gezondheid door aandacht voor kwetsbaren en laagopgeleiden. Dit gebeurt
via wijkgericht gezondheidswerk en door risicogericht werken in de jeugdgezondheidszorg.
- Aandacht voor gezondheid bij de inrichting van de fysieke en sociale omgeving.
Programma 8 Ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en economische ontwikkeling
Ondanks de problemen in de bouwsector is het verheugd te kunnen melden dat in 2013 de verkoop
van nieuwbouw woningen voorspoedig is verlopen. Dit is terug te zien in het plan Parkhagen en
Jacobskamp. Tevens zijn er positieve ontwikkelingen gesignaleerd bij de bouw van ruimte voor ruimte
woningen.
Programma 9 Financiën
Het jaar 2013 heeft evenals de voorgaande jaren in het teken gestaan van de invulling van de
bezuinigingsvoorstellen. Voor 2013 heeft een aanvullende bezuinigingsronde ervoor gezorgd dat we
per einde van het jaar uitkomen op een positief resultaat.
9
3. Samenvatting van de financiële resultaten
3.1 Het resultaat
Het boekjaar 2013 wordt afgesloten met een batig resultaat na bestemming van de resultaten.
Waar de prognose van het exploitatiesaldo bij de Najaarsnota 2013 nog € 363.900 positief bedroeg,
bedraagt het feitelijke nader te bestemmen rekeningresultaat over 2013 € 965.277 positief.
Voor een analyse van de afwijkingen verwijzen wij u naar paragraaf 3.2 afwijkingen ten opzichte van
de begroting na wijzigingen. In overeenstemming met besluitvorming (bij behandeling van de
Slotmemo 2007) en bestendige gedragslijn, wordt het nog te bestemmen rekeningresultaat gestort in
de Vrije investeringsreserve. Besluitvorming over een afzonderlijke resultaatbestemming is daardoor
niet meer noodzakelijk. Gelijktijdig wordt daarmee voldaan aan het uitgangspunt om de
vermogenspositie te versterken.
Een nadere toelichting over de vermogenspositie treft u aan in programma 9.2 vermogenspositie.
Het resultaat 2013 kan als volgt worden weergegeven:
Gerealiseerde saldo van baten en lasten (resultaat
vóór bestemming):
Reeds bestemd saldo van baten en lasten (resultaatbestemming door reserves):
Gerealiseerd resultaat (Resultaat na bestemming):
- € 1.899.869
Negatief
€ 2.865.146
Positief
€
positief
965.277
Een specificatie van het saldo van de mutaties in de reserves, de resultaatbestemming, is
weergegeven in hoofdstuk 10.
3.2 Afwijkingen ten opzichte van de begroting na wijzigingen
Ten opzichte van de begroting 2013 na wijzigingen wordt een verschil geconstateerd van € 601.400
voordelig ten opzichte van de laatste bestuursrapportage, de najaarsnota, en nadien genomen
besluiten die hebben geleid tot een wijziging van begroting 2013. Per deelprogramma treft u in het
jaarverslag 2013 een analyse van de afwijkingen ten opzichte van de begroting na wijzigingen aan.
De belangrijkste afwijkingen hebben wij hieronder voor u samengevat:
10
Analyse op hoofdlijnen
Financiële analyse exploitatieresultaat op hoofdlijnen
Analyse ten opzichte van de begroting na wijziging 2013
bedragen x € 1.000
Deelprogramma
1.1
2.4
3.2
3.2
4.2
4.2
4.7
4.7
4.7
5.1
5.2
5.3
5.6
5.7
5.7
5.8
6.1
6.2
6.3
6.3
8.1
9.1
9.1
9.1
9.1
9.1
Omschrijving
Onderhoud recreatiegebied Engelenstede
Bijdragen in en kosten leerplicht
Verkoop brandweerkazerne aan de Schijndelseweg
Bijdrage aan de Veiligheidsregio (inclusief doorschuif BTW-Compensatiefonds)
Regionale samenwerking Ple1n accountantskosten
Vertraging en niet aanwenden budgetten electronische- en project dienstverlening
Samenwerking Ple1n P&O-Belastingen-I&A
Resultaat op overige bedrijfsvoeringskosten
Extra afschrijving i.v.m. vervangen automatiseringsapparatuur
Huisvesting onderwijs vertraging realisatie educatieve clusters en huurinkomsten
Eerder realiseren taakstelling leerlingenvervoer
(nog) niet aangewende middelen invoering transitie Jeugdzorg
Budget onderhoud Den Durpsherd 1e jaar niet aangewend
Sportvoorzieningen budgetten en genereren extra inkomsten eerdere jaren
Eenmalige extra afschrijvingslasten oude complex Jacobskamp
Kunstproject niet afgewikkeld in 2013
Resultaat op bijstandsverlening
Resultaat op Uitstroombevordering
Resultaat op inburgering
Deskundigheidsbevordering CJG uitvoering doorgeschoven naar 2014
Effecten realisatie IDOP
Resultaat ontvangsten uitkering Gemeentefonds
Effecten BTW-Compensatiefonds
Effecten belastingopbrengsten
Financieringsresultaat
Verwacht resultaat na de Najaarsnota 2013
Overige afwijkingen
Totaal voor- en nadelen
voordelig
30
26
2.290
40
11
2.290
19
47
167
59
46
110
76
77
104
77
110
31
246
96
37
73
43
69
29
49
31
364
75
3.838
Voordelig resultaat / nader te bestemmen resultaat jaarrekening 2013:
nadelig
965
Positief
2.873
4. Kerngegevens per 31 december 2013
Werkelijk
2012
Begroot
2013
Werkelijk
2013
28.040
189
28.200
172
28.111
208
21
9
21
9
21
9
4
4
2
2
4
1
1
2
1
4
4
2
2
4
1
1
2
1
4
4
2
2
4
1
1
2
1
Politiek verbonden commissies
Onafhankelijke adviescommissies
3
3
3
Aantal wethouders
Aantal wethouders in fte
3
3
3
3
3
3
11.573
2,42
11.890
2,37
11.762
2,39
81
130
81
126
81
132
5
4
5
4
5
4
Lokaties kinderopvang:
Buitenschoolse opvang
Kinderdagverblijven
14
11
14
12
14
12
Lokaties onderwijs:
- Basisonderwijs
- Speciaal onderwijs
- Voortgezet onderwijs
10
2
2
9
2
2
9
2
2
5
9
7
9
3
10
Sociale structuur
Aantal inwoners
Aantal uitkeringsgerechtigden
Bestuurlijke structuur
Aantal raadsleden
Aantal fracties
Samenstelling gemeenteraad:
- CDA
- Dorpsgoed
- D'66
- Gestelsbelang
- PPA
- Lijst Gemonde
- Lijst De Wit
- PvdA
- VVD
Onroerende zaken
Woonruimten BAG/CBS
Aantal inwoners per woonruimte
Rijksmonumenten
Gemeentelijke monumenten
Culturele centra
Bibliotheken
Binnensportaccommodaties
Buitensportaccommodaties
12
Werkelijk
2012
Begroot
2013
Werkelijk
2013
5.989
4,68
757
6
5.939
4,75
757
6
5.989
4,69
757
6
37
94
37
94
37
94
297
29
5.851
297
30
5.762
297
29
5.849
137,76
1.781.696
134,76
33,60
1,47
3,44
5,89
118,80
1.826.500
131,72
50,00
1,45
3,38
5,80
99,12
1.479.779
105%
11.157
100%
11.275
88%
11.109
- stand van de reserve (in €)
1.596.450
1.583.000
1.355.332
Rioolrecht: (in €)
- basisbedrag
- bedrag per m3 verbruikt water
- opbrengsten rioolrecht
111,00
0,32
1.669.914
113,28
0,33
1.743.800
113,28
0,33
1.703.531
133%
11.622
124,00%
11.480
132%
11.622
3.722.300
3.670.400
4.276.508
0,0672
0,0986
0,1095
0,08556
0,11832
0,1162
0,07810
0,10794
0,12485
4.102.325
4.311.500
4.336.639
Fysieke structuur
Oppervlakte gemeente in ha
Aantal inwoners per ha
Oppervlakte bebouwde kom in ha
Aantal kernen
Oppervlakte bossen in ha.
Oppervlakte water in ha.
Lengte wegen in km.
Aantal bruggen
Aantal lichtpunten
Belastinggegevens
Afvalstoffenheffing: (in €)
- basisbedrag
- incidentele korting basisbedrag
- lediging 60 liter
- lediging 140 liter
- lediging 240 liter
- appartementencomplex
- opbrengsten afvalverwijdering
- dekkingspercentage
- aantal aansluitingen
- dekkingspercentage
- aantal aansluitingen
- stand van de reserve (in €)
Onroerende zaakbelastingen
als percentage van de WOZ-waarde:
tarief gebruiker niet-woningen
tarief eigenaar woningen
tarief eigenaar niet-woningen
Opbrengst OZB (in €)
1,44
3,36
5,76
*)
*) Voorlopig tarief = inclusief risicofactor
13
5. Investeringen
5.1 Belangrijkste investeringen boekjaar
In het volgende overzicht worden in 2013 gedane investeringen en kredieten weergegeven:
Programma 4 Burger, Bestuur en Bedrijfsvoering
Aanleg centrale infrastructuur Ple1n I&A
Plein I & A werkpleksystemen
Plein I & A uitvoering NUP bouwstenen 2013
872.666
732.663
124.973
15.030
Programma 5 Educatie, Cultuur en Welzijn
3.190.334
Realisatie Kulturhus Den Durpsherd
Inrichting Litserborg
Kunstgras De Dommel
Sportpark Jacobskamp
5.034
152.005
365.938
2.667.357
Programma 7 Volksgezondheid en milieu Kredieten riolering
Riolering Gemonde
26.537
26.537
Programma 9 Interne producten
221.320
Vrachtwagen met laadkraan
Pick-up met laadkraan
Dienstauto
181.056
24.305
15.959
Generaal totaal (netto)
4.310.856
14
5.2 Restantkredieten per einde boekjaar
Bij de vaststelling van de begroting 2013 zijn de investeringskredieten voor jaarschijf 2013
beschikbaar gesteld. Per 31 december 2013 zijn niet alle kredieten volledig afgewikkeld.
De restant kredietenlijst is per einde 2013 als volgt te specificeren:
Programma 4 Burger, Bestuur en Bedrijfsvoering
153.534
Aanleg centrale infrastructuur Ple1n I&A
Plein I & A werkpleksystemen
Plein I & A uitvoering NUP bouwstenen 2013
-36.663
125.027
65.170
Programma 5 Educatie, Cultuur en Welzijn
154.146
Realisatie Kulturhus Den Durpsherd
Inrichting Litserborg
Kunstgras De Dommel
Sportpark Jacobskamp
*)
*)
-26.247
147.995
49.062
-16.664
Programma 9 Interne producten
25.695
Pick-up met laadkraan
25.695
Generaal totaal (netto)
*)
333.376
Dekking krediet geheel/gedeeltelijk uit een reserve
Excl. gehonoreerde wensen.
15
16
6. De programma’s
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Groene gemeente
Handhaving
Integrale veiligheid en bereikbaarheid
Burger, Bestuur en Bedrijfsvoering
Educatie, Cultuur en Welzijn
Zorg en maatschappelijke dienstverlening
Volksgezondheid en Milieu
Ruimtelijke ordening, Volkshuisvesting en Economische ontwikkeling
Financiën
17
Programma 1.
Groene gemeente
Ontwikkeling van een gemeente die zich door aandacht voor landbouw, natuur en landschap, extensieve
recreatie en toerisme manifesteert als een “groene kamer” in een verstedelijkte omgeving en een
aantrekkelijke woonomgeving vormt voor haar inwoners.
Wat omvat het programma?
Deelprogramma’s
1.1 Groenontwikkeling, -beleid en – beheer
1.2 Recreatieontwikkeling, -beleid en –beheer
1.3 Waterontwikkeling, - beleid en – beheer
1.1
Portefeuillehouder
H.T.M. van Roosmalen/ A.H.M. Maas
H.T.M. van Roosmalen/ A.H.M. Maas
A.H.M. Maas
Groenontwikkeling, -beleid en -beheer
Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Het deelprogramma omvat de onderwerpen natuur en
landschap en openbaar groen.
Programma Gestel Groene Gemeente 2010 – 2014:
•
Inrichtingsplan Hart van Gestel
•
Ontwikkelingsvisie en Uitvoeringsprogramma
Keerdijk en Meerse Plas (2008)
•
Koepelplan Dynamisch Beekdal Aa
•
Integrale ontwikkelingsvisie op het
buitengebied (2008)
•
Bestemmingsplan buitengebied (2010)
•
Structuurvisie buitengebied in ontwikkeling
(2010)
•
Kadernota Milieu 2008 - 2011
•
Het is genieten rond de Dommel (2009)
•
Groenbeleidsplan 2000-2015
•
Herinrichting Oude AA-dal (2014)
Ontwikkeling van een gemeente die door aandacht
voor landbouw, natuur en landschap, extensieve
recreatie en toerisme zich manifesteert als een ‘groene
kamer’ in een verstedelijkte omgeving en een
aantrekkelijke woonomgeving vormt voor haar
inwoners
18
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Groene gemeente
De gemeente Sint-Michielsgestel wil een groene
gemeente van allure zijn. Binnen het programma
Gestel Groene Gemeente hebben we projecten
benoemd en in gang gezet. In de komende periode
dienen deze afgerond te zijn. Burgers en bezoekers
van onze gemeente kunnen de ‘groene allure’ zien en
beleven.
Hart van Gestel
De ecologische verbindingszone Dommel door SintMichielsgestel en de herinrichting van park Kleine
Ruwenberg zijn gereed. Het vervolg, ter hoogte van
het centrum Sint-Michielsgestel en het gedeelte op het
terrein bij het gemeentehuis en het Kentalisterrein,
moet nog gestalte krijgen.
Keerdijk/Meerse plas
De kwaliteit van het landschap is toegenomen en de
ecologische verbindingszone Keerdijk is klaar. De
Meerse Plas is een hoogwaardig recreatiepunt.
De historie van het gebied is zichtbaar in het
landschap. Het gebied is een uitloopgebied voor stad,
dorp en voor de recreant.
Dynamisch Beekdal Aa
De verschillende (water)opgaven gekoppeld aan de Aa
zoals waterberging, ecologisch verbindingszone,
beekherstel, versterken recreatief medegebruik
beekdal (ommetjes) zijn gerealiseerd.
Bestemmingsplan Buitengebied
Er is een onherroepelijk bestemmingsplan voor het
hele buitengebied dat ontwikkelingsgericht en
kaderstellend is voor nieuwe initiatieven.
Stimuleringskader Groen Blauwe diensten
Mede met ondersteuning vanuit het Stika zijn
particuliere initiatieven tot behoud, herstel en aanleg
van een waardevol en aantrekkelijk landschap
gerealiseerd.
Wat hebben we bereikt?
De voorbereiding van het deelproject ‘omgeving
gemeentehuis en terrein Kentalis’ is opgestart.
Er zijn afspraken gemaakt met de diverse
grondeigenaren in het gebied om zodoende een basis
te creëren voor een succesvolle afronding van dit
project in 2014.
In het kader van de MGA (fase 6) zijn afspraken
gemaakt tussen het waterschap en de betreffende
grondeigenaren die vervolgens in contracten zijn
vastgelegd. We hebben duidelijk gekregen welke
aanpassingen aan het bestemmingsplan noodzakelijk
zijn. Deze liften mee met het actualisatieplan voor het
buitengebied.
Het moederplan is afgerond. Voor het actualisatieplan
hebben alle initiatiefnemers een principebesluit
ontvangen. Mediationtrajecten hebben bijgedragen
aan constructieve oplossingen in conflictsituaties
Het stimuleringskader heeft onder andere bijgedragen
aan de ontwikkeling van de EVZ Keerdijk en de EVZ
Groote Wetering.
Klimaatbeleid en duurzaamheid – zie programma 7.4
Openbaar groen
Het in stand houden en beheren van duurzaam
openbaar groen in de dorpen levert een belangrijke
bijdrage aan de woon- en leefomgeving. Burgers en
organisaties zijn bij het onderhoud betrokken.
Natuur en landschap
Ons buitengebied is aantrekkelijk voor wonen, werken,
recreëren en natuur. Het landschap doet recht aan de
geschiedenis van het gebied en wordt door velen
gewaardeerd.
Het onderhoud is uitgevoerd conform het vastgestelde
beleid.
Buiten de projecten van het programma Gestel Groene
Gemeente zijn er alleen werkzaamheden uitgevoerd in
het kader van het reguliere beheer.
19
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Groene gemeente
Hart van Gestel
de
Voordat aan de 2 fase uitvoering gegeven kan
worden, moet de haalbaarheid nog verder onderzocht
worden. In de planning komt de EVZ ter hoogte van
het centrum in Sint-Michielsgestel, nadat de delen van
het centrumplan langs de Dommel zijn uitgevoerd.
Keerdijk/Meerse Plas
Met behulp van de reeds beschikte EVZ-subsidie
wordt grond aangekocht en ingericht ten behoeve van
de EVZ. Een gedeelte van de EVZ wordt ook
gerealiseerd via groene en blauwe diensten. Om de
natuur in het oude Aa-dal te realiseren wordt intensief
samen gewerkt met Rijkswaterstaat en Waterschap Aa
en Maas. Uitgangspunt is ‘met werk werk maken’
wanneer de machines er staan om het kanaal te
verbreden. In de Kloosterstraat en rondom de Ringdijk
wordt met bewoners en ondernemers gewerkt aan een
cultuurhistorisch, landschappelijk en toeristischrecreatief aantrekkelijk gebied. Dit wordt samen met
de gemeente ’s-Hertogenbosch opgepakt.
Wat hebben we daar voor gedaan?
De voorbereidingen voor het deelproject ‘omgeving
gemeentehuis en terrein Kentalis’ zijn gestart. Er is
een voorlopig inrichtingsplan en er is een projectleider
benoemd.
Gepoogd is om voor het Oude Aadal subsidie te
verkrijgen in het kader van Landschappen van Allure.
We hebben daarnaast veel gesprekken gevoerd met
eigenaren binnen het projectgebied
Dynamisch Beekdal
Als meer duidelijkheid bestaat over de grondposities in
fase 3 en 4, zal hiervoor een projectplan worden.
opgesteld en in procedure worden gebracht. Landgoed
De Rietwiel is planologisch geregeld als de Raad van
State hiervoor een uitspraak heeft gedaan.
De afspraken die voor fase 6 in het kader van de MGA
zijn gemaakt, zullen in 2013 verder worden uitgewerkt
en in procedure worden gebracht.
Voor fase 6 heeft de gemeente actief geparticipeerd in
het MGA proces. Tevens is een bijdrage geleverd aan
het projectplan voor fase 3 en 4.
Bestemmingsplan Buitengebied
Het ontwerp van het actualisatieplan zullen we in 2013
ter inzage leggen. Tevens zal een termijn worden
gesteld voor het indienen van verzoeken voor de
nieuwe actualisatieronde
Er zijn ambtelijke quickscans en principebesluiten
verstuurd aan alle initiatiefnemers. Daarnaast is veel
energie gestoken in mediationtrajecten. Er is ook
gewerkt aan concept-anterieure overeenkomsten.
Stimuleringskader Groen Blauwe diensten.
Er zal duidelijkheid worden verschaft door de provincie
of de regeling zal worden voortgezet.
Klimaatbeleid en duurzaamheid
Openbaar groen
Continuering van bestaand beleid, waarbij met het oog
op kostenbeheersing, op een sobere manier invulling
wordt gegeven aan het wensbeeld voor openbaar
groen.
Natuur en landschap
Continuering van bestaand beleid, maar met aandacht
voor kostenbeheersing.
Er is in de laatste maanden van de looptijd van de
regeling veel werk verricht door gemeente en
veldcoördinator, zodat uiteindelijk het budget voor een
groot deel is uitgeput.
zie 7.4
geen bijzonderheden
geen bijzonderheden
20
Benoemde speerpunten voor 2013
Actualisatie bestemmingsplan buitengebied, dynamisch beekdal fase 3, 4, en 6, project Keerdijk / Meerse plas.
Zie hierboven bij wat hebben we bereikt!
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Versterken van imago als
groene gemeente in de
regio.
Particuliere
initiatieven ter
versterking van het
buitengebied, zoals
aantal
accommodaties,
minicampings, etc.
Uitvoering
inrichtingsplan Hart
van Gestel.
Uitvoering
koepelplan
Dynamisch beekdal
Aa.
Faunatunnels N617
Herinrichting Oude
AA-dal
Aanwezigheid van
natuurlijke verbindingen
voor flora en fauna.
Begroting
2013
Geen
gegevens
beschikbaar
Rekening
2013
Meetbaar
doel
Geen gegevens
beschikbaar
Aantal
gerealiseerde
initiatieven.
In 2013 is met
name tijd
geïnvesteerd in
planvorming.
Uitvoering vindt
de komende
jaren plaats.
Realisering
aantal EVZ’s.
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
1.1 Groenontwikkeling, -beleid en
-beheer
Lasten
3.089,3
Baten
Saldo lasten -/- baten
2.003,9
863,1
2.867,0
2.267,2
599,8
-1.373,2
-44,7
-966,5
1.716,1
1.959,2
-103,4
-1.011,2
-333,2
-678,0
1.855,8
1.934,0
-78,2
251,4
-30,0
-732,0
-762,0
116,8
-878,8
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
21
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
1.1 Groenontwikkeling, -beleid en -beheer
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
78
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Onderhoud aan recreatiegebied Engelenstede
30
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Projecten die vallen onder de programma financiering Gestel Groene Gemeente, zoals
Keerdijk/Meerse Plas, EVZ Hart van Gestel en kleine projecten
845
Dekking uit groenfonds
857
Project afwaartse beweging als onderdeel van programma Gestel Groene Gemeente
is nagenoeg afgerond
6
Dekking uit vrije investeringsreserve
6
Project duurzaamheid als onderdeel van programma Gestel Groene Gemeente
15
Dekking uit vrije investeringsreserve
15
Overige afwijkingen:
Over een periode van 4-5 jaar zijn uitgaven en inkomsten geraamd ten behoeve van het realiseren
van Ruimte voor Ruimte (RvR) woningen. In 2012 hebben wij een voorschot van de Provincie
ontvangen van € 250.000. Bij realisering van meer dan 30 RvR-woningen ontvangen wij hiervoor
inkomsten van de Provincie per gerealiseerde RvR-woning. Deze inkomsten worden
verrekend met het voorschot. Tot op heden zijn 32 woningen gerealiseerd. De verwachting
is dat in de 2e helft van 2014 meer woningen gerealiseerd gaan worden. Dit betekent
dat er in 2013 geen inkomsten zijn gerealiseerd, maar wel voorbereidingskosten zijn gemaakt
in vorm van interne uren.
Per saldo betekent dit een nadelig resultaat in 2013 van:
141
Uren inclusief overhead (m.n. door de buitendienst verschuiving van activiteiten naar dp 3.4
wegbeheer)
33
Overige kleine verschillen
12
Totaal
941
verklaard verschil
1019
78
22
1.2
Recreatie ontwikkeling, beleid en beheer
Wat omvat het deelprogramma?
Het deelprogramma heeft betrekking op recreatie en
toerisme, kermissen en speelvoorzieningen.
Relevante beleidsnota’s
Toeristisch-recreatief ontwikkelingsplan SintMichielsgestel; Het Groene Buiten.
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Recreatie en toerisme
Wij willen onze gemeente positioneren als een
aantrekkelijke groene bestemming voor recreant en
toerist.
Speelvoorzieningen
Wij willen een gevarieerd aanbod van veilige
speelvoorzieningen op aanvaardbare afstand van de
woning, dat aansluit bij de behoefte van kinderen van
2 tot 16 jaar.
Wat hebben we bereikt?
Een aantal projecten, waar wij bij betrokken zijn, is
gericht op het aantrekkelijker maken van onze
gemeente voor inwoners en bezoekers. Daarbij is o.a.
te denken aan ‘genieten rond de Dommel’, ‘theater La
Damoiselle’ (Jufferschans), en ‘HoogeHeide’.
Het aanbod van veilige speelvoorzieningen wordt
beheerd en waar nodig ontwikkeld conform de
vastgestelde beleidsnotitie.
Activiteiten
Wat gaan we daar voor doen?
Recreatie en toerisme
Uitvoering geven aan de actieplannen van het TROP.
In samenwerking met o.a. de VVV en stichting Het
Groene Buiten.
Speelvoorzieningen
Uitvoering geven aan het speelvoorzieningenbeleid,
zoals in de nota is vastgelegd.
Wat hebben we er voor gedaan?
Met de VVV en Het Groene Buiten is overleg gevoerd
over een eigen VVVwebportal voor onze gemeente.
Begin 2014 gaat de website ‘de lucht in’.
De speelterreinen aan de Gerf en het Postpad in
Berlicum, de Fresiastraat in Sint-Michielsgestel en in
Halder zijn gerenoveerd. Daarnaast zijn op
verschillende terreinen kleinere wijzigingen
[vervangingen en een enkele aanvulling] doorgevoerd,
onder andere een extra skatetoestel in het wijkpark
Schuurkerkpad.
Eind 2013 is door een extern bureau een
hoofdinspectie van de speeltoestellen en –terreinen
uitgevoerd. De resultaten zullen als input gebruikt
worden voor het werkplan van 2014.
Benoemde speerpunten voor 2013
De speelvoorzieningen bij de nieuw ontwikkelde educatieve clusters (Berlicum - Schoolstraat, Den Dungen en
Sint-Michielsgestel).
Meer samenwerking zoeken met gemeente ’s-Hertogenbosch omdat stad en platteland van elkaar kunnen
profiteren en elkaar ook nodig hebben binnen de vrijetijdseconomie
Met de gemeente ’s-Hertogenbosch is o.a. samengewerkt binnen het project ‘Genieten rond de Dommel’
(afgerond in december 2013) en de ‘Linie 1629’. Bij dit laatste project is ook stichting de Groene Vesting
betrokken.
23
Effecten & indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Meer recreanten en toeristen
bezoeken onze gemeente
Aantal gerealiseerde
actieplannen.
Rekening
2013
6
2
Meetbaar doel
Uitvoeren van de
geplande 16
actieplannen TROP.
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
1.2 Recreatieontwikkeling, -beleid en
-beheer
Lasten
404,3
491,1
-15,4
475,7
375,6
100,1
Baten
-18,6
-4,5
-33,0
-37,5
-1,4
-36,1
Saldo lasten -/- baten
385,7
486,6
-48,4
438,2
374,3
63,9
-16,8
0,0
-33,0
-33,0
0,0
-33,0
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
24
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
1.2 Recreatieontwikkeling, -beleid en -beheer
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
63
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Voor de vervanging van de speeltoestellen is in verband met de veiligheid een inhaalslag gemaakt,
maar het beschikbare budget in 2013 was niet gehele benodigd.
50
Minder onttrokken uit de Vrije Investeringsreserve
33
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead (m.n. product recreatie en toerisme)
45
Overige kleine verschillen:
1
Totaal
96
verklaard verschil
63
25
33
1.3
Waterontwikkeling
Wat omvat het deelprogramma?
Het deelprogramma omvat waterbeheer.
Relevante beleidsnota’s
Wet Milieubeheer.
Wet gemeentelijke Watertaken (nationaal beleid).
Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2010- 2014.
(vastgesteld 20 mei 2010)
Gemeentelijk Waterplan (vastleggen visie waterbeleid
lange termijn).
Stedelijke Wateropgave (waterschappen).
e
Waterbeleid 21 eeuw (waterschappen).
Europese Kaderrichtlijn Water (KRW).
Waterhuishouding plan (provinciaal beleid).
Samenwerkingsovereenkomst Doelmatig Waterbeheer
werkeenheid De Meierij, 18 april 2013.
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Water vormt geen bedreiging voor de leefomgeving,
maar het biedt juist kansen voor recreatie, (natte)
natuurontwikkeling, ecologie in evenwicht met
landbouwdoeleinden en -belangen.
Door invulling te geven aan de gemeentelijke
watertaken en KRW bieden wij inwoners een veilige,
gezonde en schone leefomgeving waarin een
duurzaam en klimaatbestendig waterbeheer geldt.
Daarnaast willen we de ecologische en chemische
waterkwaliteit van waterlichamen verbeteren.
Wat hebben we bereikt?
Invulling van de gemeentelijke watertaken en de
resultaatsverplichting KRW heeft geleid tot een
vastgesteld waterprogramma, zowel voor het gebied
Beneden Dommel (waterschap De Dommel) als
Beneden Aa (waterschap Aa en Maas. Deze
waterprogramma’s behelzen de concrete
uitvoeringsverplichting voor onze gemeente waarbij
aan de opgelegde doelstelling met betrekking tot het
verbeteren van de waterkwaliteit, wordt voldaan.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Samen met gemeenten, waterschappen, provincies en
RWS is de door Europa opgelegde
resultaatsverplichting m.b.t. chemie en ecologie van
oppervlaktewater inzichtelijk gemaakt en vertaald in
concrete maatregelen voor de periode 2010- 2015 en
2016- 2027. Vanwege de landelijke
bezuiningsmaatregelen wordt in overleg met
waterschap Aa en Maas als kartrekker, het
vastgestelde pakket aan ecologische maatregelen in
haar beheersgebied teruggebracht tot die maatregelen
die vanwege de grondpositie tegen minder hoge
kosten zijn te realiseren. De aandacht wordt nu
gevestigd op de EVZ Groote wetering. Formeel moet
dit nog door partijen worden bekrachtigd.
We beschikken naast dit alles over een Verbreed
Gemeentelijk Rioleringsplan waarin de zorgplichten
voor afvalwater, hemelwater en ondiepe grondwater
overeenkomstig de huidige wetgeving zijn beschreven.
Als laatste wordt de invulling van het Bestuursakkoord
Water genoemd waarin met de 9 Meierij gemeenten
en 2 waterschappen middels samenwerking naar
doelmatig beheer in de (afval) waterketen wordt
gestreefd waarbij actoren als kosten, kwaliteit en
kwetsbaarheid leidend zijn.
Wat hebben we daar voor gedaan?
Met betrekking tot de concrete uitvoeringsplanning van
de waterprogramma’s kan gemeld worden dat alle
beschreven maatregelen in het Dommelgebied zijn
uitgevoerd. Formele gereed melding richting provincie
en waterschap heeft plaatsgevonden.
Met betrekking tot de vastgestelde maatregelen in het
gebied van waterschap Aa en Maas kan gemeld
worden dat als gevolg van de volgende redenen,
afwijzing provincie op subsidieverzoek;
huidige economische crisis;
hoge verwervingskosten particuliere gronden;
nut en noodzaak investeringen,
een pas op de plaats wordt gemaakt van de realisatie
van de EVZ’s langs de waterlichamen, Dungense
Loop, Leijgraaf en Groote wetering. Dit inzicht wordt
bestuurlijk door waterschap Aa en Maas gedeeld. In
regionaal verband krijgt dit de komende jaren nadere
aandacht omdat meerdere gemeenten en
waterschappen hiermee te maken hebben.
Waterschap Aa en Maas heeft in elk geval op eigen
initiatief en met eigen middelen volgens het principe
‘werk met werk maken’ beperkte maatregelen langs de
EVZ Groote wetering uitgevoerd.
Vanuit het Bestuursakkoord Water heeft de gemeente
zitting genomen in werkeenheid Doelmatig
Waterbeheer De Meierij die naast 8 andere
gemeenten en 2 waterschappen in kaart brengt hoe zij
26
hun water- en rioolbeheer op een zo doelmatig
mogelijke wijze kunnen uitvoeren. 18 April 2013 heeft
de gemeente Sint- Michielsgestel de
samenwerkingsovereenkomst met genoemde partners
getekend.
Daarnaast participeert de gemeente actief in de
watergerelateerde projecten zoals onder andere
Dynamisch Beekdal en hermeandering
Esschestroom, geschaard onder deelprogramma 1.1.
Groenontwikkeling.
Benoemde speerpunten voor 2013
In dit jaar zijn regionale afspraken vastgelegd in een Samenwerkingsovereenkomst om op het gebied van
kosten, kwaliteit en kwetsbaarheid betreffende riool- en waterbeheer te komen tot een hogere doelmatigheid.
Een en ander conform de uitgangspunten vanuit de samenwerking Doelmatig Waterbeheer De Meierij (2011)
volgend uit het landelijke Bestuursakkoord Water.
Effecten & indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Een goede kwaliteit van de
leefomgeving, waarbij geen
bedreigingen bestaan voor de
kwaliteit van het oppervlakte
water en sprake is van een
gezonde ecologische en
natuurlijke ontwikkeling van
waterbodems.
Voorbereiding EVZ
Dungense Loop
(2010- 2015)
Mogelijk uit
maatregelen
pakket
Mogelijk uit
maatregelen
pakket
(regionale
discussie)
Verbeteren
waterkwaliteit en
stimuleren natte
natuur. (KRW)
Voorbereiding EVZ
Leijgraaf (20102015)
Mogelijk uit
maatregelen
pakket
Mogelijk uit
maatregelen
pakket
(regionale
discussie)
Verbeteren
waterkwaliteit en
stimuleren natte
natuur. (KRW)
uit maatregelen
pakket
gemeente;
heeft
waterschap Aa
en Maas zelf
opgepakt.
uit
maatregelen
pakket
gemeente;
heeft
waterschap
Aa en Maas
zelf
opgepakt.
Verbeteren
waterkwaliteit en
stimuleren natte
natuur. (KRW)
Voorbereiding en
uitvoering EVZ
Groote wetering
( 2010- 2015)
Begroting
2013
27
Rekening
2013
Meetbaar doel
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
1.3 Waterontwikkeling, -beleid en
-beheer
Lasten
139,8
170,2
-30,0
140,2
153,8
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
139,8
170,2
-30,0
140,2
153,8
-13,6
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Baten
Saldo lasten -/- baten
-13,6
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
1.3 Waterontwikkeling, -beleid en -beheer
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
14
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
16
Overige kleine verschillen:
2
Totaal
2
verklaard verschil
16
14
28
Programma 2.
Handhaving
De gemeente handhaaft de door haar vastgestelde regels en de regels die zij moet uitvoeren.
Dit doen we op professionele wijze en binnen de kaders en prioriteiten zoals die door de
gemeenteraad zijn vastgesteld.
Wat omvat het programma?
Deelprogramma’s
2.1 Handhaving Bouwen en Ruimtelijke ordening
2.2 Handhaving Milieu
2.3 Handhaving Openbare orde en veiligheid
2.4 Handhaving Leerplicht
2.5 Handhaving Sociale voorzieningen
2.1
Portefeuillehouder
Mr. J.C.M. Pommer
Mr. J.C.M. Pommer
Mr. J.C.M. Pommer
A.H.M. Maas
E.H.J.M. Mathijssen
Handhaving Bouwen en Ruimtelijke ontwikkeling
Wat omvat het deelprogramma?
De handhaving van Omgevingsrecht op het gebied
van bouwen en het gebruik van bouwwerken (naleving
verleende vergunning en vergunningvrij) en ruimtelijke
ordening (strijdig gebruik, aanleggen van werken).
Relevante beleidsnota’s
Bestemmingsplannen.
Beleidslijn uitgangspunten toepassing afwijkingen van
het bestemmingsplan ex art. 2.12 lid 1a sub 3 Wabo
(2011);
Beleidslijn planologische kruimelgevallen gemeente
Sint-Michielsgestel (2011).
Nota Integrale Strategie en Visie op Toezicht en
Handhaving (ISVTH) 2011-2014, vastgesteld 29 maart
2011 en bij college besluit van 30 juli 2013 verlengd tot
1 januari 2016.
Bestuursovereenkomst handhaving in Noord-Brabant
en handhavingsstrategie: ‘zo handhaven we in
Brabant’
Afspraken binnen handhavingssamenwerking Brabant
Noord-Oost (voorheen SePh, thans ODBN)
Rapport Rekenkamercommissie Handhaving mei
2012.
Beleid en realisatie
Wat wilden we bereiken? (doeltreffendheid)
De handhaving waarborgen van algemeen en
individueel geldende rechtsregels en voorschriften die
voortkomen uit, of vastgesteld zijn in, bestemmingsplannen en landelijke wet en regelgeving (wet
ruimtelijke ordening, woningwet, bouwverordening,
bouwbesluit en de Wet Algemene Bepalingen
Omgevingsrecht).
Komen tot een samenwerkingsvorm met andere
(Meierij) gemeenten, waarbij het doel is om op basis
van afgestemd beleid – in gezamenlijkheid - te komen
effectieve en efficiënte afwikkeling van Wabo-taken
Wat hebben we bereikt?
Op basis van het beleid (ISVTH) en de operationele
vertaling daarvan in het Uitvoeringsprogramma
Toezicht en Handhaving 2012-2013, was de
handhaving in 2013 gewaarborgd
Op basis van de uitkomsten van een door het Rijk
verplicht onderzoek vaar de uitvoeringskwaliteit van
VTH taken zijn de gemeenten Vught, Haaren, Boxtel
en Sint-Michielsgestel medio 2013 gestart met een
verkenning naar samenwerkingspotentie en
mogelijkheden om VTH taken gezamenlijk en op het
vereiste kwaliteitsniveau te organiseren. De
verkenning moet in de pas lopen met het breed
onderzoek om te komen tot een bedrijfsplan voor een
ambtelijk gefuseerde organisatie in de Meierij. De
werkeenheid VTH maakt in dat verband onderdeel uit
29
van de Domein Ruimte.
De verkenning heeft in 2013 (nog) niet geleid
tot concrete (werk-)afspraken over samenwerking of
effectieve en efficiënte afwikkeling van Wabo-taken
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Versterken van de samenwerking met andere (Meierij)
gemeenten, waarbij primair wordt ingezet op
beleidsafstemming, (gezamenlijk bouw en
handhavingsbeleid) en verdere uniformering van
werkprocessen.
Wat hebben we daar voor gedaan?
Door het landelijk verplichte Kwaliteitsonderzoek naar
VTH taken is de focus verlegd van beleidsafstemming
en uniformering naar de 3 hoofdelementen van de
Kwaliteitsmeting:
•
Kritieke massa
•
Proceskwaliteit
•
Inhoud en prioriteiten
Beleidsafstemming en uniformering zijn later in het
ontwikkelingsproces van de samenwerking aan de
orde.
Benoemde speerpunten voor 2013
•
Versterken van de integraliteit tussen bouwen en milieu in het toezicht
Binnen kaders van het ISVTH zijn - in operationele zin - zoveel mogelijk combinaties gemaakt en is
samengewerkt tussen genoemde beleidsvelden
•
In samenwerking met de RUD het toezicht en handhaving bij asbest sloop en asbestverwijdering
versterken
Door de vertraagde operationalisering van de ODBN (voorheen RUD) is de ketenhandhaving (onder
andere asbest) in 2013 nog niet georganiseerd. De toezichtstaken zijn evenals voorgaande jaren en
overeenkomstig het uitvoeringsprogramma, in eigen beheer uitgevoerd.
•
Toezicht en handhaving in het buitengebied. O.a. Project samen sterk in het Buitengebied
Wij hebben in 2013 deelgenomen aan het project Samen sterk in het buitengebied.
•
Uitvoering van aanbevelingen Rapport Rekenkamercommissie Handhaving
Alle aanbevelingen uit genoemd rapport zijn afgewikkeld.
Acties voortvloeiend uit het Rekenkameronderzoek Handhaving (raadsvergadering mei 2012)
•
Het opstellen van een overkoepelend handhavingsbeleid.
•
Het aanpassen van de mandaatregeling (procesverbetering).
•
Onafhankelijke steekproefsgewijze controle van afgewerkte handhavingsdossiers (kwaliteitsbewaking).
•
Indien de raad dit wenselijk acht, eenmaal per jaar (start 2013) een thematische avond organiseren
voor de raad over een onderwerp inzake handhaving.
Alle acties voortkomend uit het Rekenkameronderzoek zijn in 2013 opgepakt en voltooid. Dit is aan de
raad via een notitie gemeld.
30
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013 (1)
Rekening
2013
Meetbaar
Doel
Binnen de kaderstelling,
de gewenste ruimtelijke
kwaliteit en wettelijke
(kwaliteits-)eisen aan
bouwwerken zoveel
mogelijk realiseren en in
stand houden.
Naleef gedrag
controles
Controles
Wabo
onderdeel
bouwen 950
Aantal uitgevoerde
controles
Controles
Wabo
onderdeel
slopen 150
Omgevingsvergunningen
- bouwen 615
- slopen 81
- monument 7
- aanleggen 14
- kappen 3
- reclame 2
- planologische
afwijking 11
Oude vergunningen
- lichte bouwvergunning 6
- reguliere bouwverg. 5
- sloopvergunning 12
- monumentenverg. 2
- aanlegvergunning 0
Totaal 758 controles
Klachten
(aantal 78)
Positief gevoel van
rechtszekerheid en
bouwveiligheid (het in
behandeling nemen van
klachten en verzoeken om
handhaving, om excessen
met betrekking tot de
fysieke leefomgeving ten
aanzien van ro en bouwen
te voorkomen)
Positief gevoel van
rechtszekerheid en
rechtsgelijkheid (door
uniforme regeltoepassing
volgens de beginselen van
behoorlijk bestuur wordt
het naleven van regels die
betrekking hebben op de
fysieke leefomgeving ten
aanzien van ro en bouwen
bevorderd)
Daadwerkelijk
sprake van het
overtreden van
de regelgeving
Klachten
(aantal 50)
Verzoek om
handhaving
(aantal 25)
Verzoek om handhaving
(aantal 44)
Constatering
door een
toezichthouder
dat sprake is
van een
overtreding
Vooraankondiging
(aantal 70)
Stuitingsbrief
(aantal 12)
Waarschuwingsbrief/
vooraankondiging
(aantal 65)
Stilleggingen
(aantal 5)
Last onder dwangsom
(aantal 14)
Rechtszekerheid voor
burgers en bedrijven (de
overtreder c.q.
belanghebbende krijgt de
gelegenheid het besluit te
laten toetsen door een
onafhankelijke instantie
Indienen van
een bezwaarof (hoger)
beroepschrift
dan wel een
voorlopige
voorziening
Rechtszekerheid / sanctieoplegging overtreder ( de
overtreder die niet aan de
last heeft voldaan, dient de
verbeurde dwangsommen
te betalen)
Controle nadat
de
begunstigingstermijn is
verstreken
Stillegging
(aantal 10)
Last onder
dwangsom
(20)
Gedogen c.q.
afwijzen
handhaving
(10)
Bezwaar
(aantal 10)
Beroep (5)
Hoger beroep
(aantal 1)
Aantal 10
Gedogen c.q. afwijzen
handhaving
(aantal 9)
Bezwaar
(aantal 18)
Beroep/voorlopige
voorziening (aantal 12)
Hoger beroep
(aantal 1)
Invorderingsbeschikking
(aantal 4)
Afname of toename
van het aantal
klachten en officieel
ingediende
verzoeken om
handhaving
Aantal
daadwerkelijk
opgestarte
handhavingszaken
conform de
algemene wet
bestuursrecht dan
wel
persoonsgebonden
gedogen c.q.
afwijzen verzoek
om handhaving
Aantal zaken waarin
gebruik is gemaakt
van de
openstaande
rechtsmiddelen
(bezwaar, beroep,
voorlopige
voorziening en
hoger beroep)
Aantal invorderingsbeschikkingen
(1) In de begroting van 2013 zijn voor de eerste maal de handhavingsproducten begroot. In de jaarrekening van 2012 is
opgenomen dat de begroting voor de producten slechts een inschatting is, vandaar dat er afwijkingen zijn tussen de begroting
en rekening.
31
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
2.1 Handhaving Bouwen /
Ruimtelijke ordening
Lasten
447,7
448,7
25,9
474,6
476,6
-2,0
Baten
-51,0
0,0
-30,0
-30,0
-49,0
19,0
Saldo lasten -/- baten
396,7
448,7
-4,1
444,6
427,6
17,0
-31,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
2.1 Bouwen en ruimtelijke ordening
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
17
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Opgelegde dwangsommen
19
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
1
Overige kleine verschillen:
3
Totaal
20
verklaard verschil
17
32
3
2.2
Handhaving Milieu
Wat omvat het deelprogramma?
Het deelprogramma omvat de handhaving van
Omgevingsrecht op het gebied van milieu.
Relevante beleidsnota’s
Nota Integrale Strategie en Visie op Toezicht en
Handhaving (ISVTH) 2011-2014, vastgesteld 29 maart
2011 en bij college besluit van 30 juli 2013 verlengd tot
1 januari 2016.
Bestuursovereenkomst handhaving in Noord-Brabant
en handhavingsstrategie: ‘zo handhaven we in
Brabant’
Afspraken binnen handhavingssamenwerking Brabant
Noord-Oost (voorheen SePh, thans ODBN)
Rapport Rekenkamercommissie Handhaving mei
2012.
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
De handhaving waarborgen van algemeen en
individueel geldende rechtsregels en voorschriften die
voortkomen uit, of vastgesteld zijn in landelijke wet en
regelgeving op het gebied van milieu en de Wet
Algemene Bepalingen Omgevingsrecht.
Wat hebben we bereikt?
Binnen de personele mogelijkheden en op basis van
het beleid (ISVTH) en de operationele vertaling
daarvan in het Uitvoeringsprogramma Toezicht en
Handhaving 2012-2013 was de handhaving in 2013
gewaarborgd. Onderdeel hiervan is de samenwerking
‘Samen sterk in het buitengebied’.
Versterken van de samenwerking met andere (Meierij)
gemeenten, waarbij het doel is effectieve en efficiënte
afwikkeling van taken die overblijven na onderbrengen
van taken in de RUD.
Op basis van de uitkomsten van een door het Rijk
verplicht onderzoek naar de uitvoeringskwaliteit van
VTH taken zijn de gemeenten Vught, Haaren, Boxtel
en Sint-Michielsgestel medio 2013 gestart met een
verkenning naar samenwerkingspotentie en
mogelijkheden om VTH taken gezamenlijk en op het
vereiste kwaliteitsniveau te organiseren. De
verkenning moet in de pas lopen met het breed
onderzoek om te komen tot een bedrijfsplan voor een
ambtelijk gefuseerde organisatie in de Meierij.
De verkenning heeft in 2013 (nog) niet geleid
tot concrete (werk-)afspraken over samenwerking of
effectieve en efficiënte afwikkeling van taken die
achterbleven na de vorming van de Omgevingsdienst.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Versterken van de samenwerking met andere (Meierij)
gemeenten, waarbij primair wordt ingezet op
afstemming over de kwaliteit en het niveau van
uitvoering en uniformering van werkprocessen.
Wat hebben we daar voor gedaan?
Door het landelijk verplichte Kwaliteitsonderzoek naar
VTH taken is de focus verlegd van beleidsafstemming
en uniformering naar de 3 hoofdelementen van de
Kwaliteitsmeting:
•
Kritieke massa
•
Proceskwaliteit
•
Inhoud en prioriteiten
Beleidsafstemming en uniformering zijn later in het
ontwikkelingsproces van de samenwerking aan de
orde.
33
Benoemde speerpunten voor 2013
•
Operationeel maken van / taakoverdracht aan de RUD Brabant Noord uitvoeringsstation ’sHertogenbosch van het verplicht over te dragen basistakenpakket milieu
De ontwikkelingen in de vorming van de omgevingsdienst (voorheen RUD) hebben ertoe geleid, dat er in
september 2013 één Omgevingsdienst Brabant Noord is opgericht. Een groot deel van 2013 is besteed
aan de taakoverdracht van gemeente naar ODBN. Per 1 januari 2014 is één medewerker in het kader
van de afspraken over uitvoering van aan de ODBN overgedragen toezichtstaken milieu, formeel in
dienst getreden van de ODBN.
•
Uitvoer aanbevelingen Rapport Rekenkamercommissie Handhaving
Alle aanbevelingen uit genoemd rapport zijn afgewikkeld.
Acties voortvloeiend uit het Rekenkameronderzoek Handhaving (raadsvergadering mei 2012)
•
Het opstellen van een overkoepelend handhavingsbeleid.
•
Het aanpassen van de mandaatregeling (procesverbetering).
•
Onafhankelijke steekproefsgewijze controle van afgewerkte handhavingsdossiers (kwaliteitsbewaking).
•
Indien de raad dit wenselijk acht, eenmaal per jaar (start 2013) een thematische avond organiseren
voor de raad over een onderwerp inzake handhaving.
Alle acties voortkomend uit het Rekenkameronderzoek zijn in 2013 opgepakt en voltooid. Dit is aan de
raad via een notitie gemeld.
34
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk
effect
Indicator
Begroting
2013
Rekening
2013
Meetbaar doel
Binnen de kaderstelling,
de gewenste
milieukwaliteit en
wettelijke (kwaliteits-)
eisen voor inrichtingen
zoveel mogelijk
realiseren en in stand
houden.
Naleef verdrag
controles
Totaal aantal
controles categorie
Barim A en B. 150
integrale
milieucontroles en
ste
60 1 hercontroles
*)
Categorie Barim A en
B (96 integrale
milieucontroles en 25
hercontroles)
Aantal uitgevoerde
controles
Klachten
(aantal 100)
Klachten
(aantal 275)
Merendeel van de
klachten komen
slechts van een
aantal inrichtingen en
zijn herhaalde
klachten
Positief gevoel van
rechtszekerheid en
milieuveiligheid (door het
in behandeling nemen
van klachten en
verzoeken om
handhaving worden
excessen met betrekking
tot de fysieke
leefomgeving ten
aanzien van milieu
voorkomen)
Positief gevoel van
rechtszekerheid en
rechtsgelijkheid (door
uniforme regeltoepassing volgens de beginselen van behoorlijk
bestuur wordt het
naleven van regels die
betrekking hebben op de
fysieke leefomgeving ten
aanzien van milieu
bevorderd)
Rechtszekerheid voor
burgers en bedrijven (de
overtreder c.q.
belanghebbende krijgt
de gelegenheid het
besluit te laten toetsen
door een onafhankelijke
instantie
Rechtszekerheid /
sanctieoplegging overtreder (de overtreder die
niet aan de last heeft
voldaan, dient de
verbeurde dwangsommen te betalen)
Daadwerkelijk
sprake van het
overtreden van de
regelgeving
Verzoek om handhaving (aantal 5)
Constatering door
een
toezichthouder
dat sprake is van
een overtreding
Categorie Barim C
(10 integrale
controles en 7
hercontroles)
Verzoek om
handhaving (aantal 8)
Voor -aankondiging
(aantal 10)
Vooraankondiging/
waarschuwingsbrieven (aantal 55)
Last onder
dwangsom (5)
Last onder
dwangsom
(Aantal 7)
Last onder
bestuursdwang
(aantal 1)
Indienen van een
bezwaar- of
(hoger)
beroepschrift dan
wel een
voorlopige
voorziening
Bezwaar (aantal 1)
Controle nadat de
begunstigingstermijn is
verstreken
Aantal 5
Beroep
(aantal 1)
Hoger beroep
(aantal 1)
Bezwaar
(aantal 3)
Beroep
(aantal 0)
Hoger beroep
(aantal 0)
Invorderingsbesluit
(aantal 1)
Aantal
daadwerkelijk
opgestarte
handhavings-zaken
conform de
algemene wet
bestuursrecht dan
wel persoonsgebonden gedogen
c.q. afwijzen
verzoek om
handhaving
Aantal zaken
waarin gebruik is
gemaakt van de
openstaande
rechtsmiddelen
(bezwaar, beroep,
voorlopige
voorziening en
hoger beroep)
Aantal
invorderingsbeschikkingen
*) In de categorieën A en B zijn minder controles uitgevoerd. In categorie C (meest arbeidsintensieve controles) waren geen
controles begroot. Deze zouden worden uitgevoerd door de ODBN. Vanwege de vertraagde start van de ODBN zijn deze
controles zelf uitgevoerd. Daarnaast meer tijdbesteding voor milieuklachten.
35
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
Restant
2013
budget
definitief
2.2 Handhaving milieu
Lasten
170,9
221,5
-46,1
175,4
187,4
Baten
-15,1
0,0
0,0
0,0
0,0
-12,0
0,0
Saldo lasten -/- baten
155,8
221,5
-46,1
175,4
187,4
-12,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
2.2 Milieu
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
12
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
13
Overige kleine verschillen:
1
Totaal
1
verklaard verschil
13
12
36
2.3
Handhaving Openbare orde en veiligheid
Wat omvat het deelprogramma?
Het deelprogramma omvat de handhaving van de
Algemene Plaatselijke Verordening en Bijzondere
wetten, voor zover niet voorbehouden aan algemeen
politietoezicht.
Relevante beleidsnota’s
Evenementenbeleid
Integraal Horecabeleid
Algemeen Plaatselijke Verordening
Nota professionalisering van de handhaving
Kadernota Integrale Veiligheid Sint-Michielsgestel
2011 - 2014
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Sint-Michielsgestel wil een veilige gemeente zijn die
blijvend werk maakt van veiligheid en waarin publieke
en private partijen elkaar bijstaan en versterken in het
verbeteren/op peil houden van de subjectieve en
objectieve veiligheid. Dit alles met het uiteindelijke
doel een gemeente te zijn waar men graag woont,
werkt en zich recreëert.
Wat hebben we bereikt?
Uit een eerdere enquête (veiligheidsmonitor) blijkt dat
de veiligheid in de gemeente verder is toegenomen,
de inwoners beoordelen de veiligheid inmiddels met
een 7,3. In 2013 is wederom meegedaan met de
enquête van de veiligheidsmonitor. Echter, de
resultaten worden pas in 2014 bekend waardoor deze
niet in deze jaarrekening meegenomen kunnen
worden.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Implementeren en verder operationeel maken van
het geactualiseerde evenementenbeleid
Versterken van het toezicht APV en bijzondere wetten
Versterken van het toezicht bij vergunning plichtige
evenementen
Wat hebben we daar voor gedaan?
- Nieuwe APV vastgesteld met daarin opgenomen
de bepalingen in het kader van de nieuwe Dranken Horecawet
- Brabants alcohol- en horecasanctiebeleid
vastgesteld als gemeentelijk beleid
- Naar aanleiding van het evenementenbeleid vindt
meer overleg plaats met de brandweer. In overleg
met de brandweer is het toezicht bij
vergunningplichtige evenementen versterkt en zijn
vaker controles uitgevoerd.
Benoemde speerpunten voor 2013
•
Implementeren nieuwe APV en evenementenbeleid voor wat betreft toezicht en handhaving
Onderdelen zijn opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Toezicht en handhaving
37
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk
effect
Indicator
Begroting
2013
Rekening
2013
Meetbaar doel
APV: het bewaken
van de
regulering van de
maatschappelijk
gemeentelijke
huishouding ter
bevordering van de
openbare orde en
veiligheid.
Controles.
Bedrijfsbezoeken
horeca In het kader
van carnaval,
kermis en
jaarwisseling
Integraal met
brandweer 40
controles
Controles horeca
(aantal 29)
De horeca is meer
preventief
gecontroleerd en
geïnformeerd over
de regelgeving
Aantal uitgevoerde
controles
Controles
evenementen 6
Bijz. Wetten: een
veelheid die niet te
vatten valt onder
een
maatschappelijk
effect.
Aantal controles
Drank en horeca
wetgeving 10
controles
Controle
evenementen
(aantal 6)
Ook is hier meer
preventief
gecontroleerd.
Er zijn in 2013 nog
geen controles
uitgevoerd, omdat
in Meierij verband
nog geen besluit is
genomen over
inhuur van BOAcapaciteit.
Aantal uitgevoerde
controles
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
2.3 Handhaving Openbare orde
en Veiligheid
Lasten
12,4
47,3
20,9
68,2
32,3
35,9
Baten
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
12,4
47,3
20,9
68,2
32,3
35,9
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo lasten -/- baten
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
38
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
2.3 Openbare orde en veiligheid
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
36
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Overheveling van budgetten van deelprogramma 7.4 (met najaarsnota) voor inzet BOA
is niet helemaal nodig gebleken door minder BOA-taken in te huren in 4e kwartaal.
11
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
25
Overige kleine verschillen:
Totaal
36
verklaard verschil
36
39
0
2.4
Handhaving Leerplicht
Wat omvat het deelprogramma?
Het deelprogramma heeft betrekking op de Uitvoering
Leerplichtwet 1969.
Relevante beleidsnota’s
Samenwerkingsovereenkomst Regionaal Bureau
Leerplicht gemeente Sint-Michielsgestel.
Instructie leerplichtambtenaar (vastgesteld december
2005).
Handleiding Strafrechtelijke Aanpak Schoolverzuim
(oktober 2012)
Uitvoering van Wet van 6 december 2001 betreffende
de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie .
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
We willen voorkomen dat jongeren voortijdig het
onderwijs verlaten en bewerkstelligen dat zoveel
mogelijk jongeren een startkwalificatie of het hoogst
haalbare niveau behalen.
We gaan ongekwalificeerde voortijdige schoolverlaters
terugleiden naar het onderwijs, al dan niet in
combinatie met werk, om alsnog een startkwalificatie
te halen.
In de convenanten die in het kader van “Aanval op de
uitval” tussen Ministerie en scholen en andere
onderwijsinstellingen zijn afgesloten is afgesproken dat
ernaar wordt gestreefd om het aantal nieuwe voortijdig
schoolverlaters de daaropvolgende vier jaren jaarlijks
met 10% te doen afnemen.
Wat hebben we bereikt?
De (voorlopige) cijfers van het schooljaar 2012-2013
zijn nog niet bekend.
Cijfers (per 14-01-2013, Bron: JVS):
Het aantal bovenleerplichtigen van 18-23 jaar
met een startkwalificatie bedraagt: 940
(64,2%);
Het aantal bovenleerplichtigen van 18-23 jaar
zonder startkwalificatie is 525 (35,8%);
150 van hen staan niet ingeschreven op een
school (28,6%).
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
In de notitie Meerjarenplan leerplicht/voortijdig
schoolverlaten 2009-2012 is een aantal activiteiten
genoemd die in genoemde periode uitgevoerd worden.
Deze zullen voor de komende jaren worden
voortgezet. Het betreft activiteiten ter voorkoming van
nieuwe voortijdig schoolverlaters:
- handhaving van de Leerplichtwet;
- intensivering van de contacten met en voortzetting
van de schoolbezoeken buiten het werkgebied van het
RBL waar relatief veel jongeren uit onze gemeente
naar school gaan (VO);
- deelname aan de Zorg- en Adviesteams (ZAT’s) op
scholen voor voortgezet onderwijs en - op afroep - op
basisscholen;
- extra aandacht naar de aansluiting van vmbo-mbo;
- opstarten van verzuimspreekuren op scholen voor
voortgezet onderwijs om beginnend schoolverzuim
preventief aan te pakken;
- intensivering van de samenwerking met ROC’s
(Koning Willem I College in Den Bosch en De Leijgraaf
in Veghel);
- snelle interventies naar ouders van de absoluut
verzuimers;
- snelle interventie naar nieuwe vsv-ers om hen te
bewegen alsnog een startkwalificatie te behalen;
- aanbieden van trajecten zoals TOM (Traject Op
Maat).
Wat hebben we daar voor gedaan?
De activiteiten uit het Meerjarenplan 20092012 zijn ook in 2013 uitgevoerd;
Daarnaast aandacht voor de samenwerking
met het CJG en de leerplichtambtenaren uit
de regio;
Vroegtijdige interventie op beginnend
schoolverzuim door middel van het
Verzuimspreekuur in het VO (gesprek tussen
leerling en leerplichtambtenaar op school);
buitenscholen worden bezocht indien hiervoor
een aanleiding is. Voorbeelden:
verzuimspreekuur, zorg- en adviesteam,
gesprek met ouders op school,
multidisciplinair overleg;
het RBL nam ook in 2013 deel aan de pilots
RMC op het ROC en outreachend werken
(Koning Willem I College: Projectplan VSV
2012 – 2015 Maatregel 1: Toezicht en
handhaving);
wekelijkse controle van de absoluut
verzuimers;
wekelijkse mailing naar nieuwe voortijdig
schoolverlaters die hierin het TOM (Traject
Op Maat) krijgen aangeboden.
40
Benoemde speerpunten voor 2013
- Geen speerpunten benoemd.
- verantwoorde deelname aan ZAT’s, netwerkoverleggen en andere overlegsituaties: het resultaat moet
opwegen tegen de te investeren tijd;
- uitbreiding verzuimspreekuur op Maurick College naar alle klassen;
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Rekening
2013
Meetbaar doel
Voorkomen van voortijdig
schoolverlaten.
Aantal voortijdige
Schoolverlaters.
Stabilisering
van het aantal
nieuwe vsv-ers
(29)
Definitief
2011-2012:
48 vsv-ers.
42 vsv-ers: daling
van het aantal vsvers t.o.v. 2011-2012
met 10%
Voorlopige
cijfers 20122013 zijn in
het voorjaar
bekend.
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
2.4 Handhaving Leerplicht
Lasten
372,4
372,9
8,3
381,2
347,4
33,8
Baten
-350,4
-282,0
-8,3
-290,3
-341,5
51,2
22,0
90,9
0,0
90,9
5,9
85,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo lasten -/- baten
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
41
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
2.4 Leerplicht
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
85
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Onderhoud softwarepakket, abonnement verzuimmodule en kosten gegevensuitwisseling DUO
19
Uitgevoerde Traject op Maat (TOM) projecten
14
Onttrekking uit reserve RMC o.a. vanwege TOM projecten
19
Declaratie uren voor pilot outreached werken en pilot aanpak 18+ leerlingen
19
Ontvangst RMC reserve hoger dan begroot
45
Ontvangst deelnemende gemeenten lager dan begroot
24
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead door ziekte en bijzonder verlof
59
Overige kleine verschillen:
Totaal
142
verklaard verschil
85
42
57
2.5
Handhaving Sociale voorzieningen
Wat omvat het deelprogramma?
Het deelprogramma omvat handhaving van sociale
voorzieningen.
Relevante beleidsnota’s
Uitvoeringsplan Hoogwaardig Handhaven
Verordening handhaving wet werk en bijstand
Beleidsregels terugvordering en verhaal
Verordening wet inburgering
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
We willen bereiken dat uitkeringen op doeltreffende
wijze worden verstrekt zodat misbruik wordt
voorkomen en tegengegaan.
Wat hebben we bereikt?
Regulier:
55 onderzoeken
11 uitkeringen beëindigd
4 uitkeringen aangepast
11 uitkeringen ongewijzigd
6 afwijzingen aanvraag
Themaonderzoek Langdurig uitkeringsgerechtigden:
27 dossieronderzoeken
4 uitkeringen beëindigd
6 uitkeringen aangepast
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
De uitvoering van Hoogwaardige handhaving is
geborgd door toepassing van de ontwikkelde
risicoprofielen en het vastgestelde Controleplan. De
heronderzoeksfrequentie zal worden geëvalueerd en
indien nodig worden aangepast.
Uitwisseling van gegevens met de Belastingdienst,
Kadaster en DUO en bestandskoppeling met
Inlichtingenbureau en Suwinet worden verder
geïntensiveerd..
Wat hebben we daar voor gedaan?
Beleid rond invoering van de Wet aanscherping
handhaving en sanctiebeleid SZW wetgeving is
ingevoerd in 2013, en eind november is het thema
onderzoek partiële inkomsten gestart. Het
themaonderzoek Langdurig uitkeringsgerechtigden is
eind 2013 beëindigd.
Benoemde speerpunten voor 2013
•
Invulling blijven geven aan Hoogwaardige Handhaving; 1 themaonderzoek;
•
het realiseren van een incassoratio vorderingen van 15%, en specifiek voor fraudevorderingen van
10%.
Gerealiseerd:
In 2013 was de incassoratio 11,5 % en voor fraudevorderingen 3,3%.
43
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Uitkeringen verstrekken aan
hen die daarop recht
hebben. (op basis van
vastgestelde criteria)
Percentage
rechtmatig
verstrekte
uitkeringen
95%
Rekening
2013
Meetbaar doel
97,5%
Aantal beëindigde
uitkeringen
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
2.5 Handhaving Sociale
Voorzieningen
Lasten
0,3
0,0
0,0
0,0
0,1
-0,1
Baten
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo lasten -/- baten
0,3
0,0
0,0
0,0
0,1
-0,1
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
2.5 Sociale voorzieningen
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
0
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Overige kleine verschillen:
Totaal
0
verklaard verschil
0
44
0
Programma 3.
Integrale veiligheid en bereikbaarheid
De gemeente handhaaft de door haar vastgestelde regels en de regels die zij moet uitvoeren.
Dit doen wij op een professionele wijze en binnen de kaders en de prioriteiten zoals die door de
gemeente zijn vastgesteld.
Wat omvat het programma?
Deelprogramma’s
3.1 Openbare orde en veiligheid
3.2 Brandweer en Rampenbestrijding
3.3 Verkeersveiligheid
3.4 Wegbeheer
3.1
Portefeuillehouder
Mr. J.C.M. Pommer
Mr. J.C.M. Pommer
A.H.M. Maas
A.H.M. Maas /E.H.J.M. Mathijssen
Openbare orde en veiligheid
Wat omvat het deelprogramma?
Openbare Orde en Veiligheid, Politie en Bijzondere
wetten.
Relevante beleidsnota’s
Kadernota Integrale Veiligheid Sint-Michielsgestel
2011 - 2014.
Uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid 2011 2012
Korps jaarplan 2012 Politie Brabant-Noord
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Sint-Michielsgestel wil een veilige gemeente zijn die
blijvend werk maakt van veiligheid en waarin publieke
en private partijen elkaar bijstaan en versterken in het
verbeteren/op peil houden van de subjectieve en
objectieve veiligheid. Dit alles met het uiteindelijke doel
een gemeente te zijn waar men graag woont, werkt en
zich recreëert.
Een toenemend veiligheidsgevoel bij de burgers,
jaarlijks te meten met de Veiligheidsmonitor die vanaf
2010 lokaal wordt uitgevoerd.
Feitelijke verbetering van de veiligheid, zoals moet
blijken uit verlaging / vermindering van de
incidentcijfers van de managementrapportage van het
politiedistrict Meierij.
Wat hebben we bereikt?
Het veiligheidsgevoel bij de burgers in SintMichielsgestel is toegenomen. Van een rapportcijfer 7
is dit gestegen naar een 7,3.
Ook het rapportcijfer voor de leefbaarheid in de buurt
is gestegen, van een 7,6 naar een 7,7.
Het veiligheidsgevoel bij de burgers in SintMichielsgestel is toegenomen. Van een rapportcijfer 7
is dit gestegen naar een 7,3.
Het totaal aantal incidenten is in 2013 met 12,5%
gedaald ten opzichte van 2012. Toch blijft het aantal
woninginbraken en inbraken in schuren erg hoog.
Deze tendens is merkbaar in de gehele regio en blijft
prioriteit hebben.
NB: de genoemde rapportcijfers zijn rapportcijfers uit de Veiligheidsmonitor 2011. Op dit moment zijn de cijfers van de
Veiligheidsmonitor 2013 nog niet gereed.
45
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
1. Veiligheid integraal meenemen in alle
beleidsvelden / afdelingen binnen de
gemeente.
2. Tweejaarlijkse terugkoppeling stand van
zaken van kadernota Integrale Veiligheid
2011 – 2014.
3. Opstellen nieuwe kadernota Integrale
Veiligheid in 2014.
4. Op basis van kadernota Integrale Veiligheid
2011 – 2014 een jaarlijks
Uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid
(UVP) opstellen.
5. Afstemming van beleid op landelijk en
regionaal en districtelijk niveau ivm nationale
politie..
6. Deelname aan onder andere veiligheidshuis,
RIEC
Wat hebben we daar voor gedaan?
1. Dit is een lopende activiteit, waar continu
aandacht voor is.
2. Op 31 juli 2012 is de gemeenteraad reeds
geïnformeerd over de stand van zaken van
de kadernota Integrale Veiligheid.
3. De nieuwe kadernota Integrale Veiligheid
2014 kan in september/oktober van 2014
verwacht worden.
4. Voor 2013 was er een uitvoeringsprogramma,
hieraan is uitvoering gegeven.
5. Er is in verschillende gremia afstemming
geweest van beleid, mede met het oog op de
vorming van de nationale politie.
6. In 2013 is deelgenomen aan het
Veiligheidshuis en RIEC
Benoemde speerpunten voor 2013
De aanpak van overlast, woninginbraken, alcohol en drugs.
De maatregelen uit het Uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid 2013 gericht op de aanpak van de
prioriteiten overlast, woninginbraken, alcohol en drugs zijn uitgevoerd door ons en onze partners.
46
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Gevoel van veiligheid in de
gemeente
Sint-Michielsgestel.
Indicator
Begroting
2013
Rekening
2013
De leefbaarheid
in de buurt is
van een 7,6
gestegen
naar een
7,7*.
De ervaren
sociale
samenhang
is van een
6,6 gestegen
naar een
7,2*.
Meetbaar doel
% inwoners dat
(bijna) nooit rommel
op straat in de buurt
ervaart
≥55%
% inwoners dat
(bijna) nooit
hondenpoep in de
buurt ervaart
≥37%
≥8
7,7*
Rapportcijfer
≥ 7,3
7,3*
Rapportcijfer
≥ 89%
92%*
Percentage
≤ 3%
3%*
Percentage
Woninginbraken
≤ 69
127
Politiecijfers
Inbraken in boxen,
garages, schuren en
tuinhuisjes
≤ 33
44
Politiecijfers
≥ 385
401
Verleende
certificaten
≤ 58
81
Incidenten
≤40%
46% (12 tot
en met 18
jaar)**
Percentage
≤52%
4%**
Percentage
Rapportcijfer
leefbaarheid in de
buurt
Rapportcijfer
veiligheid in de buurt
% inwoners dat zich
niet onveilig voelt in
de buurt
% inwoners dat zich
zelden of nooit
onveilig voelt op
plekken waar
jongeren
rondhangen
Aantal
gecertificeerde
woningen conform
het Politiekeurmerk
Veilig Wonen
Jeugdoverlast
% jongeren tot 14
jaar dat wel eens
alcohol heeft
gedronken
% jongeren dat het
eerste alcoholische
drankje door de
ouders aangeboden
krijgt
Percentage.
Percentage
* Gebaseerd op de resultaten van de Veiligheidsmonitor 2011, de resultaten van de monitor 2013 zijn op dit moment nog niet
beschikbaar. Door het clusteren van verschillende antwoorden is het sinds 2011 niet meer mogelijk om percentages te
herleiden. Vanaf 2011 wordt er om een rapportcijfer gevraagd.
** Gebaseerd op de Jeugdmonitor 2011 van de GGD Hart voor Brabant
47
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
3.1 Openbare orde en veiligheid
Lasten
371,8
452,4
18,3
470,7
446,1
-9,1
-9,7
0,0
-9,7
-18,0
8,3
362,6
442,7
18,3
461,0
428,1
32,9
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Baten
Saldo lasten -/- baten
24,6
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
3.1 Openbare orde en veiligheid
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
33
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Bijdrage Brabant Veiliger
8
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
30
Overige kleine verschillen:
5
Totaal
38
verklaard verschil
33
48
5
3.2
Brandweer en rampenbestrijding
Wat omvat het deelprogramma?
Rampenbestrijding
Bedrijfshulpverlening
Regionale Brandweer
Relevante beleidsnota’s
Regionaal organisatieplan brandweerzorg en
rampenbestrijding
Wet op de Veiligheidsregio’s
Wet rampen en zware ongevallen (WRZO)
Regionaal Crisisplan Brabant-Noord
Meerjaren Opleiding- en Oefenbeleidsplan 2008 2011
Artikel 15 van de Arbowet omschrijft de BHV-taken
Sinds 1 januari 2011 is de brandweer
geregionaliseerd. Het regionaal vastgestelde beleid zal
worden gevolgd.
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
De voorbereiding op de bestrijding van rampen, zware
ongevallen en incidenten, de daadwerkelijke
bestrijding daarvan en de nazorg.
Wat hebben we bereikt?
Op 1 april 2013 is het Regionaal Crisisplan in werking
getreden. Dit vervangt op termijn het lokale
rampenplan.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
1. Uitvoering geven aan Regionaal Crisisplan
Brabant-Noord
2. Uitvoering geven aan afspraken zoals
omschreven in Plan van aanpak districtelijke
samenwerking crisisbeheersing district de
Meierij en komen tot poulevorming op bijna
alle processen
Wat hebben we daar voor gedaan?
1. Het regionaal Crisisplan is op 1 april 2013 in
werking getreden. Er wordt gewerkt conform
de nieuwe structuur, maar de daaraan
verbonden regionale draaiboeken waren nog
niet gereed. Dat is de reden dat het lokale
rampenplan nog van kracht is.
2. Het districtelijke plan van aanpak is door de
regionale draaiboeken vervallen.
3. De brandweerkazerne in Sint-Michielsgestel
is per 31-12-2013 overgedragen aan de
Veiligheidsregio. Per 1-1-2014 zijn de
brandweerzorgtaken een taak van de
Veiligheidsregio. Om herziening van
gecompenseerde btw op de investering in de
brandweerkazerne te voorkomen, heeft
overdracht aan de Veiligheidsregio
plaatsgevonden. Ter financiering van de
overdracht is gelijktijdig een langlopende
lening verstrekt aan de Veiligheidsregio. De
verslaglegging van de verstrekte langlopende
lening is opgenomen in het deel jaarrekening,
onderdeel balans en toelichting op de balans.
49
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Adequate rampenbestrijding.
Rampenplan voldoet
aan regelgeving; er
wordt volgens
planning opgeleid
en geoefend en
adequaat
gecommuniceerd
met burgers.
Vastgesteld
regionaal
crisisplan
Adequate bedrijfshulpverlening.
BHV organisatie
kwalitatief en
kwantitatief op
sterkte.
Voldoet
Rekening
2013
Voldoet
Meetbaar doel
Regelgeving
Rampenplan voldoet
aan gestelde weten regelgeving.
Opleiden
Opleidingen worden
uitgevoerd conform
meerjaren opleidingen oefenbeleidsplan
2012-2014.
Oefenen
Gemeentelijk
rampenplan en
deelprocessen
worden beoefend.
Communiceren
Risicokaart is gevuld
en toegankelijk voor
de burger.
Voldoet
Kwalitatief
Opleiden.
Oefenen.
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
3.2 Brandweer
en rampenbestrijding
Lasten
Baten
Saldo lasten -/- baten
1.451,2
1.539,8
-43,4
1.496,4
3.692,2
-2.195,8
-5,2
0,0
0,0
0,0
-2.304,9
2.304,9
1.446,0
1.539,8
-43,4
1.496,4
1.387,3
109,1
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
50
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
3.2 Brandweer en rampenbestrijding
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
109
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Uitruksignaleringsborden bij nieuwe brandweerkazerne. Doordat het krediet voor de nieuwe
brandweerkazerne reeds afgesloten was, komen deze kosten ten laste van de
exploitatie.
10
Meer doorgeschoven BTW terugontvangen van de Veiligheidsregio
50
Opbrengst verkoop nieuwe brandweerkazerne aan Veiligheidsregio onder gelijktijdige verstrekking
van langlopende geldlening aan de Veiligheidsregio.
2.290
Extra afschrijving boekwaarde nieuwe brandweerkazerne
2.290
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
53
Kapitaallasten
10
Overige kleine verschillen:
6
Totaal
2.409
verklaard verschil
109
51
2.300
3.3
Verkeersveiligheid
Wat omvat het deelprogramma?
Het deelprogramma heeft betrekking op verkeer,
verkeersmaatregelen, openbare verlichting en
gladheidbestrijding.
Relevante beleidsnota’s
Gemeentelijk verkeersveiligheidplan (GVVP).
Beleidsplan Openbare verlichting 2011- 2017
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
- door het uitvoeren van verkeersmaatregelen, het
aantal letselongevallen verder terugdringen;
- de doorgaande wegen en fietsroutes bij
voorkomende gladheid vóór de ochtendspits gestrooid,
sneeuw- en ijsvrij maken;
- waarborgen van de verkeersveiligheid en sociale
veiligheid. Als basis hanteren wij de NSVV-normering,
zoals vastgelegd in het beleidsplan Openbare
verlichting 2011-2017.
Wat hebben we bereik??
Het aantal slachtoffers zit al jaren lang ruim onder de
vastgestelde streefwaarde van 63 voor onze
gemeente. De cijfers voor 2013 zijn nog niet
beschikbaar. Daarom is de waarde voor 2012
ingevuld.
De gladheidbestrijding is uitgevoerd conform het
vastgesteld beleid.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
De kleine verkeersveiligheid problemen van bewoners
worden aangepakt. Deze worden eerst getoetst aan
het nieuwe gemeentelijke verkeer- en vervoersplan
(GVVP) dat in 2012 is vastgesteld.
We voeren in combinatie met het wegonderhoud
programma de opnieuw geformuleerde
aandachtpunten uit.
De scholen en schoolroutes en voorzieningen voor
gehandicapten worden altijd in nauw overleg met de
schooldirecties, hun verkeerswerkgroepen en
belangenorganisaties aangepakt.
Wat hebben we daar voor gedaan?
In combinatie met het programma wegonderhoud
hebben wij binnen de bestaande 60 kilometer per uurzone Den Dungen de maatregelen op de Bosscheweg
uitgebreid met een verkeerssluis, met passende
fietsvoorziening. Verder zijn de tijdelijke voorzieningen
op de kruising met de Bramerlandstraat vervangen
door een definitieve maatregel in de vorm van
verhoogde kruising.
Onderhandelingen hebben er bij de aanpassing van de
Milrooijsebrug toe geleid, dat het zuidelijke gedeelte
duurzaam en fietsvriendelijker is ingericht.
Rondom de basisscholen is extra aandacht gevestigd
op het halen, brengen en parkeren. Bij de Sint
Lambertusschool is in combinatie met het Idop de
schoolomgeving aangepast en maatregelen in het
Twijnmeer genomen.
In overleg met de bewoners van de Ruwenbergstraat
wordt gezocht naar beter gedragen oplossingen
binnen de 30 kilometer per uur-zone.
Voor de gladheidbestrijding wordt jaarlijks een plan
opgesteld waarin zijn opgenomen de strooiroutes, de
personele en de materiele inzet.
Voor het begin van het gladheidseizoen is een plan
opgesteld met de strooiroutes en de personele en
materiele inzet. Tijdens het seizoen is gewerkt
conform dit plan.
Voor wat betreft de openbare verlichting zal uitvoering
gegeven worden aan het beleidsplan 2011- 2017. Dit
houdt in dat de doorgaande wegen binnen en buiten
de bebouwde kom gefaseerd herverlicht worden. (wit
licht of LED)
Binnen de herverlichting jaarschijf 2013 zijn in lijn met
het beleidsplan meer wijkontsluitings-/ doorgaande
wegen omgebouwd naar wit licht. Tot nu toe is 95%
van de verlichting langs de doorgaande wegen
omgebouwd; in 2014 kunnen we deze exercitie
afronden. 2015 Zal in het teken staan van ombouw
verlichting buitengebied naar LED. Ten opzichte van
de in het beleidsplan opgenomen planning zijn we fors
ingelopen waardoor we nu al profiteren van het lagere
energieverbruik.
52
Benoemde speerpunten voor 2013
Het uitvoeringsplan voor 2012 – 2015 uit het nieuwe GVVP wordt in het derde kwartaal van 2013 benoemd. De
afzonderlijke jaarschijf wordt per jaar uitgevoerd in combinatie met het wegonderhoud programma.
Voor het seizoen 2012 – 2013 is weer een strategische voorraad zout aangekocht om problemen met de
gladheidbestrijding door zouttekort te voorkomen.
Het is niet nodig geweest om de strategische voorraad zout aan te spreken. De gemaakte afspraken hierover
zijn met een seizoen verlengd.
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Toename objectieve en
subjectieve
verkeersveiligheid
aantal
letselongevallen
Begroting
2013
Rekening
2013
Meetbaar doel
In 2012 zijn er
5 slachtoffer
ongevallen
minder
letselongevallen
380 meldingen
afgehandeld
binnen 24 uur.
557
Kapotte lamp of
aanrijdschade-/
vandalisme.
110 meldingen
binnen 1 week.
21
Verzoeken tot herof bijplaatsing.
115 meldingen
langere termijn
27
Storing door
kabelschade.
(netbeheerder)
Onder de
streefwaarde
Klachtenmeldingen
openbare verlichting
volgens Liteweb
Lichtmastenbeheer
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
3.3 Verkeersveiligheid
Lasten
879,4
902,8
25,0
927,8
952,5
Baten
-114,9
-131,1
0,0
-131,1
-132,0
0,9
764,5
771,7
25,0
796,7
820,4
-23,7
-73,2
-104,0
0,0
-104,0
-98,1
-5,9
Saldo lasten -/- baten
-24,7
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
53
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
3.3 Verkeersveiligheid
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
24
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead (m.n. door gladheidsbestrijding € 34k nadelig)
44
Overige kleine verschillen:
20
Totaal
20
verklaard verschil
44
24
54
3.4
Wegbeheer
Wat omvat het deelprogramma?
Wegbeheer, wegonderhoud en openbaar vervoer.
Relevante beleidsnota’s
Gemeentelijk verkeersveiligheidplan (GVVP)
Beleidsplan Openbare verlichting 2011- 2017
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wegen, staten en pleinen zijn zodanig onderhouden
dat ze minimaal voldoen aan de objectieve kwalificatie
‘matig’ volgens de CROW richtlijn. Er zijn ook geen
toegekende schadeclaims als gevolg van onvoldoende
onderhoud.
Wat hebben we bereikt?
Wegen, straten en pleinen zijn zodanig onderhouden
dat ze minimaal voldoen aan de objectieve kwalificatie
‘matig’ volgens de CROW richtlijn. Er zijn ook geen
toegekende schadeclaims als gevolg van onvoldoende
onderhoud.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Bij de uitvoering van het wegonderhoud geven we
prioriteit aan fiets- en voetpaden.
Wat hebben we daar voor gedaan?
Binnen het uitvoeringsjaar 2013 is voornamelijk
prioriteit gegeven aan het op peil houden van de
asfaltverhardingen. Dit in afwijking van de reguliere
prioriteitstelling. Reden voor deze afwijking betreft het
onderhoudstermijn voetpaden en trottoirs als gevolg
van de grootschalige aanleg van glasvezel.
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Borgen dat elke
weggebruiker zich op een
normale manier kan
verplaatsen van A naar B.
Aantal gehonoreerde
schadeclaims.
0
Klachtenmeldingen
wegbeheer.
Systeem is in 2011
opgebouwd waarbij
de definities zijn
opgesteld. In 2012
heeft registratie
conform opgestelde
definities
plaatsgevonden.
140
meldingen
afgehandeld
binnen 24 uur
116
24 meldingen
binnen 1 week
85
78 meldingen
langere
termijn
59
Onderhoudskwalificatie van
wegen
asfalt: Goed.
Elementen
goed
asfalt: Goed.
Elementen
goed
CROWinventarisatie
Aantal
lijnverbindingen
3 (plus
buurtbus
3(plus
buurtbus)
Geen meetbaar doel
aangewezen
Buslijnverbindingen
55
Rekening
2013
0
Meetbaar doel
Aantal
schadeclaims.
Aantal klachten en
meldingen
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
3.4 Wegbeheer
Lasten
1.615,8
1.398,5
621,7
2.020,2
1.666,6
353,6
Baten
-347,9
-5,0
-640,0
-645,0
-262,6
-382,4
1.267,9
1.393,5
-18,3
1.375,2
1.404,0
-28,8
40,0
0,0
-281,0
-281,0
284,7
-565,7
Saldo lasten -/- baten
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
3.4 Wegbeheer
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
Eenmalig beschikbaar gesteld:
29
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Extra aan degeneratievergoedingen (met name door het glasvezelnetwerk)
74
Storting in de egalisatiereserve wegbeheer
74
Uitvoering van de bestekken asfalt- en elementenverharding
42
Storting in de egalisatiereserve wegbeheer
42
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Uitvoering instandhouding asfaltverharding in woonbuurten
50
Onttrekking uit de egalisatiereserve wegbeheer
50
Bijdrage aan de provincie voor kruising Hoogstraat/Bosschebaan
400
Onttrekking uit de vrije investeringsreserve
400
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
8
Overige kleine verschillen:
8
Totaal
574
verklaard verschil
603
29
56
Programma 4.
Burger, bestuur en bedrijfsvoering
Het is belangrijk tijdig en in goede samenhang tussen de verschillende beleidsvelden in te
spelen op maatschappelijke veranderingen en veranderde vragen en eisen van de inwoners
van de gemeente. Daarnaast moeten we vorm en inhoud geven aan een integraal en gedegen
risicomanagement en aan het totaal van ondersteunende processen die op effectieve en
efficiënte wijze in dienst staan van de primaire processen.
Wat omvat het programma?
Deelprogramma’s
4.1 Dienstverlening burgerlijke stand en bevolking
4.2
4.3
4.4
4.5
4.6
4.7
4.1
Portefeuillehouder
Mr. J.C.M. Pommer/ A.H.M. Maas
E.H.J.M. Mathijssen
Mr. J.C.M. Pommer
Mr. J.C.M. Pommer
Mr. J.C.M. Pommer/ E.H.J.M. Mathijssen
E.H.J.M. Mathijssen
Mr. J.C.M. Pommer
Mr. J.C.M. Pommer/ A.H.M. Maas
H.T.M. van Roosmalen/ E.H.J.M. Mathijssen
Bestuursorganen, -ondersteuning en representatie
Bestuurlijke samenwerking
Strategisch beleid
(bedrijfsvoering) Risicobeheer
(bedrijfsvoering) Budgetcyclus
(bedrijfsvoering) Middelenbeleid
Dienstverlening burgerlijke stand en bevolking
Wat omvat het deelprogramma?
Het deelprogramma heeft betrekking op de
basisadministratie personen en adressen (GBA).
Relevante beleidsnota’s
Beveiliging- en privacyhandboek GBA,
reisdocumenten en rijbewijzen.
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
De gemeente zal zich ontwikkelen tot een
klantcontactcentrum (KCC) dat dient als frontoffice
voor burgers en bedrijven met vragen aan de overheid.
Het streven is om tijdens het eerste contact met de
gemeente 80% van alle vragen correct te
beantwoorden. Deze doelstelling moet in 2015
gerealiseerd zijn
Een ander belangrijk onderdeel is de modernisering
van de GBA (mGBA). Doel is het tot stand brengen
van de Basisregistratie Personen en migratie van
gemeenten en afnemers naar de voorzieningen van
het nieuwe stelsel (BRP). In 2015 moet de aansluiting
voltooid zijn.
Wat hebben we bereikt?
De projectgroep “Dienstverlening” is begonnen met de
ontwikkeling van het KCC.
Het streven om in het eerste contact met de gemeente
80% van de vragen correct te beantwoorden is door de
VNG bijgesteld naar beneden. Op dit moment wordt
59% van de vragen in het eerste klantencontact direct
beantwoord.
Er is meer tijd nodig voor de ontwikkeling van de
mGBA. De ontwikkeling hiervan zal tot eind 2016
duren en de invoering zal pas in 2018 volledig zijn
afgerond.
De Wet BRP is 6 januari 2014 gedeeltelijk van kracht
gegaan. Daarnaast werken wij aan de gefaseerde
invoering van het NUP (Nationaal uitvoerings
programma).
57
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Twee externe bureaus (Novostar en Fanos) zijn
gecontracteerd om het KCC te implementeren bij de
drie Plei1n gemeenten. De twee andere gemeenten
zijn Sint-Oedenrode en Haaren.
De komende jaren zal het KCC steeds meer gestalte
krijgen. In 2015 zal het KCC operationeel zijn.
Wat hebben we daar voor gedaan?
Sinds kort is bekend dat Sint-Michielsgestel een
ambtelijke samenwerking wil aangaan met de
gemeenten Boxtel en Haaren. De samenwerking met
de gemeente Sint-Oedenrode komt wellicht op termijn
te vervallen. Besluitvorming hierover volgt in 2014.
De bedrijven Novostar en Fanos ondersteunen ons
niet langer, het dienstverleningsconcept en overige
voorstellen voor zaakgericht werken, midoffice en de
website zijn opgeleverd. De verdere Implementatie zal
gaan plaatsvinden in de voorgenomen Meierijsamenwerking.
Het draaiboek “Invoering BRP” is bekend. 2015 duurt
nog even maar de VNG verwacht dat nu al stappen
worden ondernomen. Het is daarom belangrijk dat op
korte termijn een projectleider wordt aangesteld om dit
project te begeleiden.
Ook dit project wordt samen met de twee andere
Ple1n gemeenten opgepakt.
Als duidelijk is wat de bedrijfsdoelstellingen zijn van dit
samenwerkingsverband kunnen we verder met de
concrete ontwikkeling van het KCC.
Vanaf 6 januari 2014 werken we volgens de regels van
deze nieuwe wet BRP.
De opleidingen starten in de loop van 2014.
Op dit moment is geen projectleider aangesteld.
Benoemde speerpunten voor 2013
Voor het KCC wordt een plan van aanpak gemaakt. In 2012 wordt gestart met de uitvoering van dit
plan. In 2013 wordt de uitwerking verder doorgevoerd.
Voor het aansluiten van de BRP is belangrijk dat op zeer korte termijn een projectleider wordt aangesteld.
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Rekening
2013
Meetbaar doel
Inwoners kunnen vertrouwen
op juiste registratie
persoons-gegevens.
Fouten binnen
wettelijke normen.
Audit dit jaar
niet verplicht
Audit dit jaar
niet verplicht
Goedkeurende
audit
Tevredenheid inwoners t.a.v.
burgerlijke stand.
Rapportcijfer
(enquête
huwelijken).
Rapportcijfer
In 2013 is er
geen enquête
uitgezet.
Rapportcijfer
Vergelijking
dienstverlening
tussen 210
gemeenten
Rapport cijfer
Dienstverlening
19 maart 2013
7.9
Rapportcijfer
Dienstverlening
19 maart 2013
7,9
Rapportcijfer
moet voldoende
zijn
Benchmark
Waar staat je gemeente.nl
8.
58
8.
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
4.1 Dienstverlening, Burgerlijke
stand en Bevolking
Lasten
1.148,4
1.344,5
-63,9
1.280,6
1.095,9
Baten
-520,8
-655,3
129,6
-525,7
-484,1
-41,6
627,7
689,2
65,7
754,9
611,8
143,1
0,0
-68,8
0,0
-68,8
-68,8
0,0
Saldo lasten -/- baten
184,7
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
4.1 Dienstverlening, burgerlijke stand en bevolking
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
143
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Meer afdrachten betaald voor naturalisatie
12
Minder kosten voor inburgering via Optimisd vanwege afbouw van taken
66
Minder leges ontvangen dan begroot; met name voor paspoorten
Minder afdrachten aan het rijk vanwege minder inkomsten aan leges
32
11
Minder leges ontvangen voor burgerlijke stand
9
Minder salariskosten voor voltrekken huwelijk
6
Afdrachten verklaringen omtrent gedrag
17
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead vanwege langdurig zieken
160
Verdeling doorbelasting kosten belasting WBI
30
Overige kleine verschillen:
Totaal
243
verklaard verschil
143
59
100
4.2
Bestuursorganen, bestuurlijke ondersteuning en presentatie
Wat omvat het deelprogramma?
Dit deelprogramma heeft betrekking op de
gemeentelijke bestuursorganen (raad, college en
burgemeester), op de bestuurlijke communicatie en
representatie en op de (elektronische) dienstverlening.
Relevante beleidsnota’s
Protocollenboek representatie.
Beleid informatievoorziening 30-05-2006.
Intentieverklaring Raad in ontwikkeling 20-05-2010
Communicatiebeleid 2012
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wij willen een gemeente zijn die goed communiceert
en interactief handelt. Communicatie is
tweerichtingsverkeer. Hieronder verstaan we enerzijds
dat we inwoners duidelijk informeren over de keuzes
die we maken en waarom we dat doen. Anderzijds
betekent het ook dat we naar hen luisteren en kijken of
en zo ja hoe we ideeën, gedachten, voorstellen en
wensen van inwoners kunnen inpassen in ons beleid.
We betrekken inwoners bij beleidsvorming en –
uitvoering. We richten ons dus steeds meer op
burgerparticipatie en werken doelgroepgericht.
Wat hebben we bereikt?
Voor diverse projecten en voorbereiding van besluiten
zijn inwoners, instellingen en bedrijven betrokken en
geïnformeerd. Dit door middel van informatieavonden,
brieven, publicaties en keukentafelgesprekken. De
uitkomsten hiervan zijn meegenomen in het beleid.
De gemeenteraad heeft de ambitie zijn werkwijze
voortdurend te ontwikkelen. De werkgroep Raad in
ontwikkeling die daarvoor is opgericht blijft in 2013
voortbestaan.
In 2013 is de werkgroep meerdere malen bij elkaar
geweest en zijn er adviezen voorbereid voor de
gemeenteraad.
Via onze social media kanalen kunnen inwoners op
een laagdrempelige manier in contact komen met de
gemeente en zo een vraag stellen, mening geven of
een idee aandragen.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
We volgen het communicatiebeleid zoals dit in 2012 is
vastgesteld door het college. Dit beleid stoelt op de
doelen zoals hierboven beschreven.
Wat hebben we daar voor gedaan?
Lancering van nieuwe taakgerichte website.
Intensievere inzet van social mediakanalen, start
facebook.
Fietstochten college van B&W in de dorpen.
Introductie jeugdlintje.
Tegen het einde van dat jaar zal deze werkgroep,
zoals aan het einde van elke raadsperiode, een
evaluatie houden van het functioneren van de raad en
verbeterpunten voorstellen ter overdracht aan de
nieuwe gemeenteraad in 2014.
Voor de gemeenteraad gaat ook actueel worden de
intergemeentelijke samenwerking. De rol van de
gemeenteraad daarbij zal in 2013 nader vormgegeven
worden.
De werkgroep Raad in ontwikkeling is vooral actief
geweest in de tweede helft van 2013 om de
raadsperiode te evalueren en verbeterpunten aan te
dragen voor de nieuwe raad.
De raad is meerdere malen betrokken geweest bij de
intergemeentelijke samenwerking. Er zijn
daadwerkelijk besluiten genomen om te komen tot een
samenwerking en er is o.a. met de fractievoorzitters
gesproken van de deelnemende gemeenten.
Benoemde speerpunten voor 2013
Rol bepalen voor de raad bij de intergemeentelijke samenwerking
In het bedrijfsplan ambtelijke samenwerking zal aandacht worden besteed aan de rol van de gemeenteraad in de
nieuwe constructie.
Effecten & Indicatoren
Er zijn geen meetbare doelen benoemd.
60
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
4.2 Bestuursorganen, bestuurlijke
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
ondersteuning en representatie
Lasten
Baten
Saldo lasten -/- baten
2.273,6
2.587,6
684,9
3.272,5
3.125,7
146,8
-182,9
-258,3
-678,0
-936,3
-947,4
11,1
2.090,7
2.329,3
6,9
2.336,2
2.178,3
157,9
-95,5
-162,7
-678,0
-840,7
-834,2
-6,5
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
4.2 Bestuursorganen, bestuurlijke ondersteuning en presentatie
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
158
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Hogere acoountantskosten door aanvullende werkzaamheden voor jaarrekening 2012 en Ple1n
Lagere kosten voor commissies
19
10
Onderschrijding budget "dualisme"
8
Niet aangewende NUP-gelden
12
Niet aangewende gelden programma Dienstverlening
23
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Vertraging in het programma Dienstverlening
12
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
17
Minder uren besteed aan bestuurlijke ondersteuning door directie en stafafdeling (o.a. als gevolg
van ziekteverzuim)
93
Minder uren besteed aan communicatie (o.a. door ziekteverzuim)
81
Hogere kapitaallasten door extra afschrijving hardware in verband met aanschaf nieuw systeem
Overige kleine verschillen:
46
1
Totaal
240
verklaard verschil
158
61
82
4.3
Bestuurlijke samenwerking
Wat omvat het deelprogramma?
Inventarisatie van bestaande intergemeentelijke
samenwerking en uitgangspunten voor de toetsing van
nieuwe intergemeentelijke samenwerking.
Relevante beleidsnota’s
Rekenkameronderzoek Sturing en controle op
gemeenschappelijke regelingen (2007).
Kadernota’s en begrotingsvoorstellen
gemeenschappelijke regelingen (2008).
Adoptieregeling toetsing jaarstukken
gemeenschappelijke regeling.
Nota Verbonden Partijen (2008).
Visiedocument Loslaten en Vertrouwen
Rekenkameronderzoek Uitvoering op afstand: sturing
of stuurloos?
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Met samenwerking tussen gemeenten willen we
bereiken:
vermindering van kwetsbaarheid
professionalisering door schaalvergroting
spreiding van risico’s
kennisdeling
verbeterde service aan de klant
Hierin zullen kostenreductie, kwaliteit en
kwetsbaarheid (de zogenaamde 3 k’s) centraal gesteld
worden.
Hiervoor is een visie op samenwerkingsontwikkeling
opgesteld. De landelijke ontwikkelingen zijn bij de
visieontwikkeling betrokken.
Met samenwerking tussen gemeenten en met andere
partners zoals waterschappen willen we bereiken dat
de regio sterk op de kaart komt te staan zonder
daarvoor al te veel bestuurlijke drukte (geen formele
gemeenschappelijke regeling) te maken.
Wat hebben we bereikt?
De raad heeft in de vergadering van 13 juni 2013
besloten om in te stemmen met een verder onderzoek
naar de samenwerking tussen Boxtel, Haaren en SintMichielsgestel. Ook de gemeenten Schijndel en SintOedenrode zijn bij dit proces betrokken geweest. Later
in het jaar hebben deze beide raden besloten om
samen met Veghel een onderzoek op te starten naar
gemeentelijke herindeling.
Daarnaast bestaat, tot 1-1-2018 , de bestaande
ambtelijke samenwerking van Ple1n-gemeenten.
In deelprogramma 4.7 wordt de Ple1n-samenwerking
nader toegelicht.
De visie op samenwerking is door de raad
overgenomen.
Bij de uitvoering van projecten wordt waar mogelijk de
samenwerking gezocht met andere partners.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
De visie op samenwerkingsontwikkeling delen met
mogelijke samenwerkingspartners, bij voorkeur binnen
de Meierij.
Nieuwe terreinen voor samenwerking ontdekken en
ontwikkelen.
Hierbij is ook denkbaar de samenwerking met andere
partners zoals provincie en waterschappen.
Wat hebben we daar voor gedaan?
De gemeenten binnen de Meierij hebben de visie op
samenwerkingsontwikkeling aangenomen.
Bestaande samenwerkingsverbanden worden
positief/kritisch gevolgd, met name op het gebied van
de ontwikkeling van de zogenaamde 3 K’s.
Door de Rekenkamer Commissie is een onderzoek
ingesteld naar stuurbaarheid van gemeenschappelijke
regelingen. Dit rapport is door de raad vastgesteld en
het college heeft de aanbevelingen overgenomen.
Visie is opgesteld.
62
Benoemde speerpunten voor 2013
Verkenning van mogelijke terreinen van samenwerking en de ontwikkeling van juiste samenwerkingsverbanden.
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Vermindering van de
kwetsbaarheid, uitvoering
taken, het garanderen van
een acceptabel kostenniveau
met een hoog
kwaliteitsniveau van de door
de gemeente te leveren
producten.
Ontwikkeling
hoogte van de
bijdrage per
inwoner van de
verschillende
samenwerkingsverbanden ook in
overeenstemming
met
kostenontwikkeling
gemeente.
Begroting
2013
Kosten gelijke
tred met
ontwikkeling
gemeente
Rekening
2013
Kosten
gelijk aan
de begroting van de
gemeente.
Meetbaar doel
Kostenontwikkeling
maximaal gelijk aan
kostenontwikkeling
binnen gemeentelijke begroting, voor
2013 vastgesteld op
1%.
Opm.
Veiligheidsregio Brabant Noord
BHIC
+ 2,57 %
+ 6,74 %
GGD
-1,2%
RAV
0%
OptimIsd (excl. programma’s)
WSD
-2%
Door
onzekere
ontwikkelingen (Lenteakkoord) is dit
nog niet
bekend.
Stadsgewest
Nog niet
bekend
0%
63
Harmonisatie
tarieven
Taakstellende
bezuiniging
Vanaf 2011 geen
gemeentelijke
bijdrage
Afbouw Vlagheide
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
4.3 Bestuurlijke samenwerking
Lasten
62,8
237,1
-141,1
96,0
98,1
-2,1
Baten
-15,8
0,0
0,0
0,0
-51,9
51,9
47,0
237,1
-141,1
96,0
46,2
49,8
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo lasten -/- baten
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
4.3 Bestuurlijke samenwerking
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
50
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead: verschuiving uren bestuurlijke samenwerking naar bestuurlijke
ondersteuning
42
Overige kleine verschillen:
8
Totaal
50
verklaard verschil
50
64
0
4.4
Strategisch beleid
Wat omvat het deelprogramma?
Strategisch beleid.
Relevante beleidsnota’s
Zieners 2025.
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Door het ontwikkelen van een toekomstvisie spelen
we, tijdig en in goede samenhang met de diverse
beleidsvelden, in op maatschappelijke veranderingen
en veranderende vragen en eisen van inwoners.
Wat hebben we bereikt?
Meerdere malen is gesproken over het actualiseren
van de nota Zieners 2025. Uiteindelijk is in
samenspraak met het Presidium besloten om met de
nieuwe raad een evaluatie van Zieners 2025 te
houden.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
In eerste kwartaal van 2013 evalueren en actualiseren
we de visie Zieners van 2025
Wat hebben we daar voor gedaan?
Met instemming van het Presidium is gekozen voor
een andere route. Met de nieuwe raad zal een
evaluatie worden gehouden van Zieners 2025.
Benoemde speerpunten voor 2013
Actualisatie van de visie Zieners van 2025.
In overleg met de raad wordt de actualisatie in 2014 opgepakt.
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Rekening
2013
Meetbaar doel
Aan de hand van een visie
tijdig inspelen op
maatschappelijke
veranderingen.
Integrale
vastgestelde
beleidsvisie.
Geactualiseerde
visie beschikbaar
Geactualiseerde visie is
beschikbaar
Actuele
strategische
visie.
65
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
4.4 Strategisch beleid
Lasten
26,7
2,5
0,0
2,5
14,8
-12,3
Baten
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
26,7
2,5
0,0
2,5
14,8
-12,3
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo lasten -/- baten
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
4.4 Strategisch beleid
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
12
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
12
Overige kleine verschillen:
Totaal
0
verklaard verschil
12
12
66
4.5
(bedrijfsvoering) Risicobeheer
Wat omvat het deelprogramma?
Risicomanagement en het beheersbaar maken van de
risico’s.
Relevante beleidsnota’s
Nota weerstandsvermogen 2005/2006.
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wij waarborgen de continuïteit van de bedrijfsvoering
binnen de gemeente. Calamiteiten voorkomen wij en
maken deze zo nodig op voorhand beheersbaar. De
vermogenspositie van de gemeente is goed en wordt
beschermd. Daar waar risico’s zijn, worden ze tijdig
herkend, beschreven en beoordeeld en waar
noodzakelijk afdoende verzekerd.
Wat hebben we bereikt?
De continuïteit van de bedrijfsvoering is in 2013
gewaarborgd. Dit blijkt onder meer uit het rapport van
de accountant naar aanleiding van de interim-controle
2013.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
De risicoanalyse is gericht op de nieuwe zaken en
ontwikkelingen binnen de gemeente.
De risico’s van de grondexploitatie hebben bijzondere
aandacht.
Elke 2 jaar voeren wij een organisatie brede risicoinventarisatie uit.
Wat hebben we daar voor gedaan?
Regelmatig vinden er risicoanalyses plaats. In het
kader van de verbijzonderde interne controle vinden
deze continue plaats. Ten aanzien van de risico’s van
de grondexploitaties wordt de raad 2 maal per jaar
hierover geinformeerd.
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Een gemeente met een
betrouwbaar imago die geen
onverwachte financiële
tegenvallers presenteert.
Verhouding tussen
omvang van de
geïnventariseerde
risico’s tot het
beschikbare
primaire
weerstandsvermogen.
Begroting
2013
126%
67
Rekening
2013
97,25%
Meetbaar doel
100% dekking
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
4.5 Risicobeheer (bedrijfsvoering)
Lasten
79,5
63,0
0,0
63,0
84,0
Baten
0,0
0,0
-32,7
-32,7
-32,8
0,1
79,5
63,0
-32,7
30,3
51,2
-20,9
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo lasten -/- baten
-21,0
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
4.5 (bedrijfsvoering) Risicobeheer
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
21
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
21
Overige kleine verschillen:
Totaal
0
verklaard verschil
21
21
68
4.6
(bedrijfsvoering) Budgetcyclus
Wat omvat het deelprogramma?
Budgetcyclus.
Relevante beleidsnota’s
Verordeningen op basis van de artikelen 212 en 213a
van de gemeentewet. De betreffende nota’s zijn
actueel.
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Er is een gemeentebegroting en –rekening die voldoen
aan de wettelijke eisen en aan de uitgangspunten van
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en
Tijdgebonden (SMART). Hierdoor fungeert de
begroting daadwerkelijk als kaderstellende nota en de
jaarrekening als middel voor verantwoording en
controle.
We bouwen op een goede en evenwichtige wijze de
instrumenten op binnen de budgetcyclus, zodat de
raad en college tijdig, volledig en juist over zowel
beleidsinhoudelijke als bedrijfsmatige informatie
beschikken om de gemeente op hoofdlijnen te kunnen
besturen. Als blijkt dat er aanpassingen noodzakelijk
zijn zullen die door tussenkomst van een nieuw te
vormen Werkgroep Ombouw Begroting dan wel de
Controlecommissie worden doorgevoerd.
Wat hebben we bereikt?
Onze begroting en rekening voldoen aan de eisen
zoals die zijn verwoord in de BBV (besluit begroten en
verantwoorden). Een daarvan is de SMARTformulering.
In samenspraak met de raad wordt voortdurend
kritisch gekeken naar de instrumenten uit de p&ccyclus. In 2013 zijn geen nieuwe veranderingen
aangebracht.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Met de raad is de afspraak gemaakt om in deze
raadsperiode geen verandering meer aan de
instrumenten uit de p&c cyclus door te voeren. Na de
raadsverkiezingen in 2014 wordt dat opnieuw
beoordeeld.
Wat hebben we daar voor gedaan?
In 2013 zijn er geen veranderingen aan de
instrumenten aangebracht.
Uit de managementrapportage en controlerapport van
de controlerende accountant blijkt dat de instrumenten
uit de P&C-cyclus goed zijn opgezet.
Voor 2013 hanteren we de volgende instrumenten:
* voorjaarsnota 2013
mei 2013
* jaarrekening 2012
mei 2013
* begroting 2014
oktober 2013
Voorjaarsnota 2013: vastgesteld op 16 mei 2013
Jaarrekening 2012: vastgesteld op 16 mei 2013
Begroting 2014: vastgesteld op 24 oktober 2013.
De informatie over het verloop van 2013 zal mondeling
ten tijde van de vaststelling van de begroting 2014
worden verstrekt.
Door middel van een presentatie is de raad op 3
oktober 2013 geïnformeerd over het verloop van 2013.
69
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Heldere kaders voor de
uitvoering van beleid door
het college.
Begroting die
voldoet aan eisen
SMART
90%
doelstellingen
SMART
geformuleerd
Rekening
2013
90%
doelstellingen
SMART
geformuleerd
Meetbaar doel
P&Cyclus die tot
tevredenheid
functioneert van
het controlerende
orgaan.
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
4.6 Budgetcyclus (bedrijfsvoering)
Lasten
117,9
Baten
Saldo lasten -/- baten
124,7
0,0
124,7
118,1
6,6
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
117,9
124,7
0,0
124,7
118,1
6,6
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
4.6 (bedrijfsvoering) Budgetcyclus
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
7
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
7
Overige kleine verschillen:
Totaal
7
verklaard verschil
7
70
0
4.7
(bedrijfsvoering) Middelenbeleid
Wat omvat het deelprogramma?
Personeel en organisatie, informatievoorziening en
automatisering, facilitaire zaken en huisvesting.
Relevante beleidsnota’s
Visiedocument Geen groei zonder verandering.
P & O beleidsplan 2010 - 2014
Kadernota Elektronische dienstverlening.
Inrichtingsplan werkeenheid I & A PLE1N
Begroting werkeenheid I & A PLE1N
Inrichtingsplan werkeenheid P & O PLE1N
Begroting werkeenheid P & O PLE1N
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
We streven naar een effectief en efficiënt
functionerende gemeentelijke organisatie die
•
vraaggericht is en weet wat de klant wil;
•
de verantwoordelijkheden en bevoegdheden
laag in de organisatie heeft gelegd;
•
zoveel mogelijk “klaar terwijl u wacht”
producten levert;
•
flexibel is en kan inspelen op
maatschappelijke ontwikkelingen, trends en
ICT-ontwikkelingen.
Kortom, het doel van de ambtelijke organisatie is het
verlenen van een kwalitatief optimale dienstverlening
aan de burgers en het professioneel ondersteunen van
de gemeentelijke bestuursorganen.
De onderdelen Personeel en organisatie,
informatievoorziening en automatisering, facilitaire
zaken en huisvesting staan direct of indirect ten
diensten van de dienstverlening aan de burger.
Wat hebben we bereikt?
In 2013 kwam binnen PLE1N een
dienstverleningsconcept tot stand, dat betrokken gaat
worden in het onderzoek naar ambtelijke fusie tussen
onze gemeente, Boxtel en Haaren. De zorgloketten
gaan uit van dezelfde filosofie te weten: het stellen van
de vraag achter de vraag en compensatie op maat.
De dienstverlening is voorts uitgebreid met smsservice.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Personeel en organisatie
•
Uitvoeren strategische personeelsplanning,
ombuigingen op de formatie incluis;
•
Harmoniseren binnen PLE1N van
arbeidsvoorwaarden;
•
Beleid ontwikkelen en uitvoeren op thema’s,
zoals vergrijzen, binden, mobiliteit en Het
Nieuwe werken;
Wat hebben we daar voor gedaan?
Het strategisch personeelsplan 2011 t/m 2018 is v.w.b.
de jaarschijf 2013 uitgevoerd. De gemeenteraad is ook
in 2013 voortschrijdend geïnformeerd omtrent de
voortgang van het realiseren van de
ombuigingstaakstellingen op personeel.
Ten gevolge van de wijziging van de omstandigheden
i.c. de voorgenomen bestuurlijke fusie tussen SintOedenrode, Schijndel en Veghel en het onderzoek
naar een ambtelijke fusie tussen Sint-Michielsgestel,
Boxtel en Haaren, is het van een algehele
harmonisatie van arbeidsvoorwaarden binnen PLE1N
in 2013 niet gekomen. Binnen PLE1N is afgesproken
om – voor zover aan de orde - het streven naar
harmonisatie meer themagericht te gaan bepalen.
Voor wat betreft het onderzoek naar ambtelijke fusie
tussen onze gemeente, Boxtel en Haaren, is uiteraard
een algehele harmonisatie van arbeidsvoorwaarden
uitgangspunt.
In 2013 is weliswaar PLE1N-breed geen beleid
ontwikkeld op thema’s, zoals vergrijzen, binden,
mobiliteit en Het Nieuwe Werken, de onderwerpen
waren uiteraard wel regelmatig punt van aandacht.
71
•
Samen stellen van een beleidsplan P & O voor
de periode vanaf 2014;
Facilitaire aangelegenheden
•
Uitvoering geven aan de vastgestelde
ombuigingen;
•
Ontwikkeling inkoopfunctie centraal,
decentraal en intergemeentelijk
Juridische aangelegenheden
•
Afhankelijk van draagvlak, het vorm en inhoud
geven aan intergemeentelijke samenwerking
op dit terrein.
I&A
* Werkeenheid I&A voor de PLE1N-gemeenten verder
ontwikkelen en de dienstverlening aan de gemeenten
optimaliseren;
* Gebruik en inrichten van applicaties standaardiseren;
* Ondersteunen en faciliteren van de dienstverlening
aan de burgers.
De speerpunten van beleid worden opgenomen in de
kadernota’s van PLE1N P & O. Een beleidsplan P & O
voor de periode vanaf 2014, is niet samengesteld. Ook
wat dat aangaat komt de focus naar verwachting meer
en meer te liggen op de Meierijsamenwerking.
De voorgenomen ombuigingen voor 2013 op facilitair
werden volgens planning gerealiseerd door
aanpassing van programma’s van eisen en opnieuw
aanbesteden. De voorgenomen beëindiging per 1-12014 van de catering van het bedrijfsrestaurant door
WSD, is niet doorgegaan, omdat we er in zijn geslaagd
om een alternatief pakket aan ombuigingen te
implementeren.
Ook in 2013 werd de inkoopfunctie verder
geprofessionaliseerd, enerzijds met behulp van
actueel inkoopbeleid, procedures en tools en
anderzijds door doorontwikkeling van het
inkoopplatform Noordoost Brabant (INOB).
Uitgangspunt is: Regionaal inkopen als het kan.
In afwachting van fusie, bestond de samenwerking op
juridisch terrein uit kennis maken, kennis delen en
verkenning.
Het jaar 2013 stond in het teken van het
implementeren van één geautomatiseerd systeem
t.b.v. onze gemeente, Haaren en Sint-Oedenrode.
Benoemde speerpunten voor 2013
Personeel en organisatie
Harmoniseren van arbeidsvoorwaarden voor de drie PLE1N-gemeenten
Op vorige pagina is aangegeven, dat harmonisatie van arbeidsvoorwaarden, het logische gevolg zal zijn van de
in onderzoek zijnde ambtelijke fusie tussen onze gemeente en Boxtel en Haaren
Opstellen van een nieuw functieboek voor de drie PLE1N-gemeenten.
Hiervoor geldt hetzelfde.
Facilitaire aangelegenheden
Ontwikkeling inkoopfunctie, centraal, decentraal en intergemeentelijk.
Ook in 2013 werd de inkoopfunctie verder geprofessionaliseerd, enerzijds met behulp van actueel inkoopbeleid,
procedures en tools en anderzijds door doorontwikkeling van het inkoopplatform Noordoost Brabant (INOB).
Uitgangspunt is: Regionaal inkopen als het kan.
Juridische aangelegenheden
Afhankelijk van draagvlak, de vorm en inhoud geven aan intergemeentelijke samenwerking op dit terrein.
In afwachting van fusie, bestond de samenwerking op juridisch terrein uit kennis maken, kennis delen en
verkenning.
I&A
Standaardiseren van werkprocessen, applicaties en systemen.
In 2013 is de standaardisatie van systemen voor de PLE1N-gemeenten gerealiseerd voor Gestel en Haaren.
e
Afronding Sint-Oedenrode vindt plaats in het 1 kwartaal 2014.
Standaardisatie van werkprocessen en applicaties betreft fase 3 van het inrichtingsplan I & A en zal starten na
migratie van de systemen, medio 2014.
De snelheid waarmee dit gebeurt, is afhankelijk van mogelijke ontvlechting van Sint-Oedenrode en
voorgenomen samenwerking met Boxtel.
72
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Rekening
2013
Meetbaar doel
Bench 200 fpl
Een organisatie die
kwalitatief en kwantitatief in
staat is goede diensten te
leveren.
Organisatie
Facilitaire zaken
Formatie.
153
153
Ondersteunende
formatie
43
42
Verhouding
formatie/ondersteunende
formatie.
28,1 %
27,5
Leidinggeven.
6,5
6,5
Span of control.
23
23
Niet lager dan 20 fpl
Werkplekdeling
gemeentehuis
90%
90%
90%
Gecentraliseerd
facilitair
beheer en beleid.
Maximaal 30%
T.b.v. alle locaties
4
4
Huisvesting.
Kwaliteit
huisvesting
Gemeentehuis
Gemeentehuis
Nieuwbouw
Staat onderhoud
2007
goed
2007
goed
< 20 jaar
goed
Gemeentewerf
Gemeentewerf
Nieuwbouw
Staat onderhoud
1997
goed
1997
goed
< 20 jaar
goed
Brnd.w.kaz. Berl.
Brnd.w.kaz. Berl.
Nieuwbouw
Staat onderhoud
2001
goed
2001
goed
< 20 jaar
goed
Brnd.w kaz SMG
Brnd.w.kaz SMG
Nieuwbouw
Staat onderhoud
2011
goed
2011
goed
< 20 jaar
goed
73
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
Restant
2013
budget
definitief
4.7 Middelenbeleid (bedrijfsvoering)
Lasten
3.339,1
2.023,6
-15,2
2.008,4
2.454,4
-446,0
Baten
-1.076,8
-1.127,2
-43,3
-1.170,5
-875,3
-295,2
2.262,3
896,4
-58,5
837,9
1.579,1
-741,2
-1.030,4
-827,2
-43,3
-870,5
-858,2
-12,3
Saldo lasten -/- baten
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
4.7 (bedrijfsvoering) Middelenbeleid
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
741
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Hogere kosten facilitaire ondersteuning
27
Lagere studiekosten
22
Hogere vergoedingen voor reis- en verblijfkosten en hogere onkostenvergoedingen
27
Hogere brandstofkosten tractiemiddelen
15
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
- negatief effect veroorzaakt door overhead (geen raming,maar wel toerekening overhead)
- meer uren geschreven dan geraamd voor de verdere ontwikkeling van de website en VINDproductencatalogus op de website
134
78
- neer uren geschreven door de Ondernemingsraad
24
- overige afwijkingen
22
Kapitaallasten
13
Lagere bijdrage Ple1n P&O
83
Lagere bijdrage Ple1n I&A
64
Lagere bijdrage Ple1n WBI
20
Stelpost inzet menskracht op kostendekkende activiteiten wordt op programmaniveau toegelicht.
300
Verschil op saldi kostenplaatsen door toerekening overhead aan de programma's
273
Overige kleine verschillen:
17
Totaal
189
verklaard verschil
930
741
74
Programma 5.
Educatie, cultuur en welzijn
We willen bijdragen aan het welbevinden van inwoners door activiteiten op gebied van zorg,
educatie en recreatie te bevorderen.
Wat omvat het programma?
Deelprogramma’s
5.1 Huisvesting onderwijs
5.2 Lokaal Onderwijsbeleid
5.3 Kinderopvang
5.4 Sociaal Cultureel Werk
5.5 Bibliotheekvoorziening
5.6 Vormings- en ontwikkelingswerk
5.7 Sportvoorzieningen
5.8 Kunst, Cultuur en Oudheid
5.1
Portefeuillehouder
A.H.M. Maas
A.H.M. Maas
A.H.M. Maas
A.H.M. Maas
A.H.M. Maas
A.H.M. Maas / Mr. J.C.M. Pommer
A.H.M. Maas
A.H.M. Maas
Huisvesting onderwijs
Wat omvat het deelprogramma?
Het deelprogramma heeft betrekking op huisvesting
basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet
onderwijs.
Relevante beleidsnota’s
Integraal huisvestingsplan 2010 – 2014
Accommodatieplan
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Dat kinderen en jongeren in de leeftijd van 0-18 jaar in
een adequate huisvesting hun ontwikkelingsperiode in
een doorgaande lijn kunnen doorbrengen.
Voor de leeftijd van 0-12 jaar in accommodaties waarin
meerdere partners via gezamenlijk gebruik hun
activiteiten uitvoeren.
Voor de scholen voortgezet en speciaal onderwijs in
daarvoor geschikte functionele ruimten en
voorzieningen.
Wat hebben we bereikt?
Samenwerking tussen partners van de educatieve
clusters bevorderen, door ze gezamenlijk onder 1 dak
te huisvesten. De doorgaande lijn wordt daarmee
geborgd.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
In 2012 de realisering van het educatief cluster
Schoolstraat in Berlicum.
In 2012 de start van de bouw van het educatief cluster
Sint-Michielsgestel Oost en in 2013 de start van het
educatief cluster Den Dungen.
Uitvoering geven aan het IHP 2010.
Wat hebben we daar voor gedaan?
In 2012 is de Parel, het educatief cluster in Berlicum in
gebruik genomen.
In augustus 2013 is de Elips (educatief cluster SintMichielsgestel Oost) opgeleverd en in gebruik
genomen.
In april 2013 is de bouw gestart van het educatief
cluster Den Dungen.
Benoemde speerpunten voor 2013
Het in gebruik nemen van het educatieve cluster Schoolstraat.
De start van de realisatie educatief cluster Sint-Michielsgestel Oost.
Een vervolg geven aan de ontwikkeling van het educatief cluster Den Dungen.
Zie hierboven bij wat hebben we daar voor gedaan.
75
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Een ononderbroken
ontwikkeling voor kinderen
van 0 t/m 12 jaar.
Aantal educatieve
clusters
Begroting
2013
Rekening
2013
3
2
Meetbaar
doel
Realiseren van
3 educatieve
clusters.
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
5.1 Huisvesting onderwijs
Lasten
3.542,5
2.654,0
563,4
3.217,4
3.046,2
171,2
Baten
-1.125,3
-10,5
-723,9
-734,4
-640,8
-93,6
2.417,2
2.643,5
-160,5
2.483,0
2.405,4
77,6
576,6
-10,5
-723,9
-734,4
-619,5
-114,9
Saldo lasten -/- baten
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
76
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
5.1 Huisvesting onderwijs
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
78
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Bijdrage tijdelijke huisvesting de Touwladder en de Fonkel
194
Dekking via reserve tijdelijke huisvesting educatief cluster
Lagere vergoeding doordecentralisatie bijzonder onderwijs
194
80
Lagere huurkosten Theresiaschool en De Parel
21
Huurinkomsten Speelband, de Bolderburen en Beertjeshuis
16
Kosten voor het verwijderen en opslaan van de noodlokalen van het Elde College
7
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Ten behoeve van de buitenruimte van het educatief cluster Sint-Michielsgestel is een budget
beschikbaar van € 667.500. Hiervan is € 398.670 uitgegeven in 2013. Het restant dient
overgeheveld te worden naar 2014.
269
Dekking via de vrije investeringsreserve
269
Ten behoeve van de inrichting van het openbaar gebied educatief cluster Den Dungen is een budget
40
beschikbaar van € 40.000 dit is nog niet besteed in 2013 en dient te worden overgeheveld naar 2014.
Dekking via de vrije investeringsreserve
40
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
44
Kapitaallasten
20
Overige kleine verschillen:
8
Totaal
640
verklaard verschil
78
77
562
5.2
Lokaal Onderwijsbeleid
Wat omvat het deelprogramma?
Lokaal onderwijsbeleid ( zie paragraaf Jeugd) en
leerlingenvervoer.
Relevante beleidsnota’s
Nota Samen werken aan groei 2011-2014
Verordening leerlingenvervoer 2012.
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Het onderdeel “lokaal onderwijsbeleid “ wordt
weergegeven in paragraaf 5.4
Doel van participatie, meer specifiek
volwasseneneducatie, is het bieden van
mogelijkheden tot een actieve en volwaardige
deelname in de samenleving (sociaal en economisch)
voor mensen in een achterstandssituatie zoals
inburgeraars, baanlozen en autochtone volwassenen
met een taal- of leerachterstand.
Volwasseneneducatie kan enerzijds zijn
basiscursussen voor volwassenen en anderzijds
‘tweede kans-’onderwijs voor voortijdig schoolverlaters
(Vavo).
Leerlingenvervoer: veilig en doelmatig vervoer bieden
aan leerlingen die niet zelfstandig van en naar school
kunnen volgens de criteria van de Verordening
leerlingenvervoer.
Wat hebben we bereikt?
Volwasseneneducatie: het budget voor Vavo is per 1
januari 2013 toegekend aan het ROC. De gemeente
heeft daarmee dus geen bemoeienis meer.
Leerlingenvervoer:
Aantal beschikkingen: 149
Soort voorziening:
3
fiets
3
fiets met begeleiding
28
eigen vervoer speciaal basisonderwijs
12
openbaar vervoer speciaal onderwijs (art 15)
3
openbaar vervoer met begeleiding SO
14
eigen vervoer speciaal onderwijs
2
weekendvervoer speciaal onderwijs
(internaat)
1
gehandicapt kind reguliere school (taxi)
3
hardheidsclausule
74
taxivervoer
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Leerlingenvervoer: op basis van de verordening
leerlingenvervoer toetsen we aanvragen om
bekostiging van vervoerskosten. Waar nodig, regelen
we taxivervoer. Waar mogelijk, betalen we de kosten
van fiets- en autovervoer en openbaar vervoer.
Wat hebben we daar voor gedaan?
We hebben 149 beschikkingen afgegeven, met een
verdeling conform bovenstaande tabel.
Het taxivervoer is opnieuw aanbesteed voor de jaren
2013-2017.
Het college heeft opstapplaatsen ingesteld.
Volwasseneneducatie: we hebben contracten met het
Koning Willem 1 College en de Leijgraaf om mensen
zodanig op te leiden dat zij kunnen deelnemen aan de
maatschappij. We zetten in op laaggeletterdheid en
schenken aandacht aan MOE-landers.
Volwasseneneducatie: 153 trajecten ingekocht op
basis van contacturen.
Benoemde speerpunten voor 2013
Leerlingenvervoer: de verordening leerlingenvervoer 2012 en de daarmee verband houdende beleidsregels
zullen strikt worden uitgevoerd.
Volwasseneneducatie: het leerpunt dat in 2012 in samenwerking met Partis is opgestart zal worden
gecontinueerd.
78
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Zelfstandig economisch en
/of maatschappelijk
functioneren
Aantal afgeronde
opleidingen in relatie
tot aantal cursisten
Leerlingenvervoer:
Ononderbroken leerweg voor
leerlingen in het regulier en
speciaal (basis-)onderwijs,
meer verantwoordelijkheid
voor ouders en meer
zelfstandigheid voor de
leerling
Aantal
toekenningen:
-Fietsvergoeding
-Kosten openbaar
vervoer
-Vergoeding eigen
auto
-Toekenning
taxivervoer
90 %
135
Rekening
2013
Meetbaar doel
Nog niet
bekend
90% afgeronde
opleidingen
Aantal toegekende
vervoersvoorzieningen
149
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
5.2 Lokaal onderwijsbeleid
Lasten
729,8
823,8
-181,2
Baten
-148,7
-202,9
136,2
581,1
620,9
-45,0
0,0
0,0
-30,0
-30,0
Saldo lasten -/- baten
642,6
574,6
68,0
-66,7
-56,2
-10,5
575,9
518,5
57,4
-30,0
0,0
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
79
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
5.2 Lokaal onderwijsbeleid
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
57
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Lagere kosten leerlingenvoervoer vanwege nieuw beleid en nieuwe aanbesteding taxivervoer
76
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
3
Kapitaallasten
17
Overige kleine verschillen:
1
Totaal
77
verklaard verschil
57
80
20
5.3
Kinderopvang
Wat omvat het deelprogramma?
Dit deelprogramma heeft betrekking op
peuterspeelzalen, kinderopvang en buitenschoolse
opvang.
Relevante beleidsnota’s
Handhavingsbeleid Kinderopvang en buitenschoolse
opvang.
Nota jeugd- en onderwijsbeleid ‘Samen werken aan
groei’ 2011-2014
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Voor de jeugd van 0-12 jaar zijn er voldoende en
kwalitatief goede opvangmogelijkheden.
Er is een goede onderlinge samenwerking die de
doorgaande ontwikkelingslijn stimuleert.
Wat hebben we bereikt?
Het aantal locaties kinderopvang is in 2013 uitgebreid
bij Educatieve Clusters. Er zijn tijdelijke maatregelen
getroffen voor Stichting Speelband gezien hun
financiële situatie. Inmiddels is de kwaliteit van
kinderdagverblijven op het gebied van VVE verbeterd.
Daarom hebben zij aangegeven daar graag nieuwe
beleidsafspraken voor te maken. Dit wordt
meegenomen in de nieuwe ontwikkelingen rondom de
harmonisatie.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Voldoen aan onze wettelijke taak op het gebied van
toezicht en handhaving.
Daarnaast kinderopvang betrekken in Educatieve
Clustervorming.
Wat hebben we daar voor gedaan?
Door personele problemen bij de GGD zijn niet alle
kinderdagverblijven in 2013 geïnspecteerd. Die zijn
begin 2014 opgepakt.
De directeur van de basisschool is spil in de
Educatieve Clusters en betrekt de partners daarbij. Er
zijn in 2013 9 gezamenlijke pedagogische visies
opgesteld.
Het tekort van Speelband in 2013 is opgevangen met
de incidentele middelen voor educatieve
clustervorming (eerder al gemeld middels een
raadsinformatiebrief).
Benoemde speerpunten voor 2013
Speerpunt voor 2013 is het creëren van peuterarrangementen bij Educatieve Clusters (groepen combineren met
een leidster van de peuterspeelzaal en een pedagogisch medewerker van de kinderopvang).
Het ontwikkelen van formele peuterarrangementen tussen kinderopvang en peuterspeelzaal is niet gelukt door
strenge wet- en regelgeving. Maar op sommige locaties wordt praktisch wel samengewerkt.
81
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Een ononderbroken
ontwikkeling voor kinderen 012 jr.
%
kinderdagverblijven
en peuterspeelzalen
dat zorgt voor
warme overdracht
naar de basisschool
100%
Kwaliteit kinderopvang is
gewaarborgd.
%
inspectierapporten
van de GGD die niet
verontrustend zijn
85%
Rekening
2013
100%
(1 school
tijdelijk geen
contactpersoon, maar
is opgelost)
87,5%
Meetbaar doel
Controleren of voor
elk kind het
overdrachtsformulier wordt
besproken.
Handhavingsacties
die nodig zijn n.a.v.
inspectierapporten
van de GGD.
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
5.3 Kinderopvang
Lasten
287,1
301,7
-0,5
301,2
311,0
-9,8
Baten
-92,3
-21,1
-55,7
-76,8
-76,6
-0,2
Saldo lasten -/- baten
194,8
280,6
-56,2
224,4
234,4
-10,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
82
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
5.3 kinderopvang
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
10
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
7
Overige kleine verschillen:
3
Totaal
0
verklaard verschil
10
10
83
5.4
Sociaal-cultureel werk
Wat omvat het deelprogramma?
Dit deelprogramma heeft betrekking op sociaalculturele activiteiten en het jeugd- en jongerenwerk.
Relevante beleidsnota’s
Subsidieprogramma 2013-2016.
Nota Jeugd en Onderwijsbeleid 2011-2014 “Samen
werken aan groei”.
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Een samenhangend geheel aan voorzieningen en
activiteiten voor de jeugd (0-23 jaar) en hun
opvoeders.
Wat hebben we bereikt?
Er is ook een jongereninloop gecreëerd in Berlicum en
na het IDOP zijn vrijwilligers gezocht voor meidenwerk
in Gemonde. In Sint-Michielsgestel is de
jongereninloop terug verhuisd naar de Van de
Kerkhoffstraat om de binding met de wijk te herstellen.
Er zijn nieuwe afspraken gemaakt voor zorgteam
overleg 0-4 jarigen tussen jeugdgezondheidszorg en
kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. Voor de
plannen van passend onderwijs heeft WSNS ook de
voorscholen betrokken en de zorgstructuur afgestemd.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Achter de schermen werkt het CJG samen met Vught
en Haaren, maar ook steeds meer in Meierij verband.
Daardoor zijn er voor ouders meer mogelijkheden voor
informatie en advies. Daarnaast bereiden we ons voor
op de transitie jeugdzorg.
Wat hebben we daar voor gedaan?
Er is een gezamenlijke CJG site en er vindt op Meierij
niveau en in Noordoost Brabant coördinatoren overleg
plaats.
Er is een scholingsplan ontwikkeld voor
deskundigheidsbevordering van CJG teams. Hiervoor
hadden we nog provinciale middelen, evenals voor de
pilots uit het Regionale Actie Programma. Daarom zijn
er middelen van 2013 vrij gevallen en wordt er voor
2014 een nieuw voorstel gedaan, omdat die
activiteiten dan voor onze eigen rekening komen en de
meeste voorbereidingen voor de transitie plaats
moeten vinden. Bovendien duurt de procedure voor
het realiseren van een jongeren hangplek in Berlicum
langer, waarvoor in 2014 nog middelen nodig zijn.
Het Functioneel Ontwerp voor de Transitie Jeugdzorg
is opgesteld i.s.m. relevante partijen. De
invoeringsmiddelen worden verzocht over te hevelen
naar 2014 omdat dan de basisteams jeugd en gezin
opgetuigd moeten worden en de kartrekkende
gemeenten nog betaald moeten worden.
Benoemde speerpunten voor 2013
Het CJG ‘transitieproof’ maken. We zullen vooral de nul en eerste lijn versterken en een eenvoudige werkwijze
voor inzet tweede lijn (dus meer gespecialiseerde zorg) ontwikkelen. De gehele zorgstructuur optimaliseren.
Er is gewerkt met klantplannen om samen met het gezin doelen op te stellen en zonder indicatie van Bureau
Jeugdzorg enkelvoudig ambulante jeugdzorg in te zetten. En er kon gebruik gemaakt worden van een vrijwilliger
van Humanitas als maatje voor het gezin. Er is een scholingsprogramma opgesteld met Pro Education
(uitvoering in 2014).
84
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Opvoeders en kinderen zijn
beter geïnformeerd over het
ondersteuningsaanbod.
Op laagdrempelige
wijze informatie en
adviesfunctie
vormgeven en licht
pedagogische
ondersteuning
bieden
+ 10% t.o.v.
2012
Leerlingen VO
maatschappelijk bewuster
maken
Aantal vervulde
maatschappelijke
stages (per
schooljaar)
Goed afgestemde zorg voor
kinderen.
Signaalgevers en de
zorgcoördinatie zijn
op elkaar afgestemd
Rekening
2013
Meetbaar doel
+ 30%
Telefonische en
digitale vragen
afgehandeld en / of
doorverwezen
240
275
(waarvan
124
bemiddeld
door Partis)
Wettelijke verplichte
leerlingen
Gelijk aan 2012
-4%
Aantal
ketenregistraties in
‘Zorg voor Jeugd’
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
5.4 Sociaal Cultureel werk
Lasten
188,5
135,5
79,4
214,9
162,6
52,3
Baten
-67,8
-7,4
0,0
-7,4
-7,4
0,0
Saldo lasten -/- baten
120,7
128,1
79,4
207,5
155,2
52,3
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
85
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
5.4 Sociaal cultureel werk
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
52
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Voor de transitie jeugdzorg waren incidentele invoeringsmiddelen beschikbaar van € 79.400;
hiervoor is in 2013 € 2.200 uitgegeven. Het restant dient overgeheveld te worden naar 2014.
77
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
26
Overige kleine verschillen:
1
Totaal
78
verklaard verschil
52
86
26
5.5 Bibliotheekvoorziening
Wat omvat het deelprogramma?
Het deelprogramma omvat de bibliotheken
Relevante beleidsnota’s
Subsidieprogramma 2013 t/m 2016 (Stimulans tot
Meedoen)
Accommodatieplan
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Onze bibliotheken zijn bedoeld voor
informatievoorziening en als ontmoetingsplek voor
onze inwoners. Ook het bieden van ontspanning
behoort tot de basisdoelen van de bibliotheek.
Wat hebben we bereikt?
Bibliotheken doen dienst als ontmoetingsplek. In die
zin zorgen zij ook voor aanloop overdag in het
gemeenschapshuis waar zij gevestigd zijn of worden.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Daarvoor gaan wij de bibliotheken als basisvoorziening
handhaven. Zij worden ondergebracht in de
gemeenschapshuizen nieuwe stijl (Kulturhus).
Wat hebben we daar voor gedaan?
Na de bibliotheek in Berlicum wordt ook de parochiële
bibliotheek in Den Dungen in een kulturhus
ondergebracht. 2013 Was hiervoor het
voorbereidingsjaar. De mogelijkheden voor gebruikers
nemen toe omdat de bibliotheken, door selfservice,
veel langer open kunnen zijn. Die positieve ervaring is
in 2013 opgedaan in Den Durpsherd te Berlicum.
Benoemde speerpunten voor 2013
Het handhaven van de bibliotheekvestigingen in onze gemeente in de vorm van kleinere multifunctionele
voorzieningen die een plaats krijgen in het Kulturhus. De bibliotheken veranderen van karakter en worden
flexibeler door uitbreiding van het aantal (onbemande) openingsuren. Door gebruik te maken van digitale
voorzieningen als beveiliging/registratie poortjes is hiervoor geen personeelsuitbreiding nodig.
In 2013 gaat bibliotheek Den Dungen zich voorbereiden op verhuizing naar de Litserborg
Wat is gerealiseerd?
De bibliotheek in Berlicum heeft het voorzieningenniveau uit weten te breiden. Het is mogelijk geworden om
binnen de openingsuren van Den Durpsherd materiaal te lenen, ook als er geen personeel is. Dit maakt het voor
de gebruiker een stuk gemakkelijker. In 2013 hebben de vrijwilligers van de parochiële bibliotheek in Den
Dungen training gekregen om in de Litserborg op dezelfde manier te gaan werken.
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
De bibliotheek is een
ontmoetingspunt.
Aantal bezoekers
van de openbare
bibliotheek
Begroting
2013
130.000
87
Rekening
2013
Meetbaar doel
is
opgevraagd;
wordt in
week 10
bekend
gemaakt
Groei van het aantal
bezoekers tot
150.000 na
realisatie van het
kulturhusconcept
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
5.5 Bibliotheekvoorziening
Lasten
558,4
539,5
114,6
654,1
564,5
89,6
Baten
-13,3
-13,1
-115,0
-128,1
-35,9
-92,2
Saldo lasten -/- baten
545,1
526,4
-0,4
526,0
528,6
-2,6
0,0
0,0
-115,0
-115,0
-12,1
-102,9
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
5.5 Bibliotheekvoorziening
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
3
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Lagere kosten ICT bibliotheek Gemonde
3
Dekking via reserve cultuurzaken
3
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
In verband met de verhuizing van de bibliotheek in Sint-Michielsgestel was een incidenteel budget
beschikbaar van € 100.000; de verhuizing is echter vertraagd waardoor het budget dient te worden
overgeheveld naar 2014.
100
Dekking via de reserve realisatie Kulturhusconcept gebouw.
100
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
5
Overige kleine verschillen:
2
Totaal
105
verklaard verschil
108
3
88
5.6
Vormings- en ontwikkelingswerk
Wat omvat het deelprogramma?
Kunstzinnige vorming, beheer en exploitatie van
gemeenschapshuizen en vrijwilligerswerk.
Relevante beleidsnota’s
Subsidieprogramma 2013 t/m 2016.
Raadsbesluit met betrekking tot Kulturhussen
september 2009.
Accommodatieplan
Nota WMO Met elkaar en voor elkaar 2008-2011.
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Kulturhusen (gemeenschapshuizen) dienen de
ontmoeting plekken te worden in onze dorpen. Door
middel van het samenwerkingsconcept (gezamenlijk
gebruik van ruimten en organiseren van activiteiten)
wordt de betrokkenheid tussen de gebruikers onderling
maar ook voor de bezoekers / inwoners verder
versterkt. Dit draagt bij aan de leefbaarheid van de
dorpen.
Wat hebben we bereikt?
We zijn met alle gemeenschapshuizen in overleg om
te onderzoeken wat zij kunnen bijdragen in de
transities. De samenwerking tussen de gebruikers van
de kulturhusen en het ontwikkelen van nieuwe
activiteiten is minder dan verwacht. Daar zijn
afspraken over gemaakt hoe daar verder aan gewerkt
gaat worden.
Wij stellen burgers in de gelegenheid zich op een
breed terrein te ontwikkelen via het aanbod bij de
Meierijse instelling Kunsteducatie (MiK) en Partis, de
brede welzijnsinstelling, en ook via
amateurverenigingen. Toch zal hierin het accent
verschuiven naar participatie, om ervoor te zorgen dat
burgers voor wie dit niet vanzelfsprekend is ook mee
kunnen doen. Voor de gemiddelde inwoner
verwachten we dat vormings- en ontwikkelingswerk
steeds meer tot eigen verantwoordelijkheid behoort.
Het culturele aanbod van MiK en Partis is in 2013
gehandhaafd. Bij MiK ligt de nadruk op de jeugd
waarvoor de inzet van subsidie ook bestemd is. Partis
heeft een groot cursusaanbod voor volwassenen
zowel op creatief als educatief gebied. De
cursusprijzen zijn verder verhoogd maar dit heeft niet
geleid tot een daling van het aantal cursisten. De
vestiging van Partis in Berlicum (langs sporthal) trekt
steeds meer bezoekers maar verhoudingsgewijs blijft
het aantal cursisten nog achter bij de voorzieningen in
Sint-Michielsgestel.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
De ontwikkeling van drie kulturhusen in de dorpen
Berlicum, Den Dungen en Sint-Michielsgestel
uitvoeren. In Berlicum betreft het een aanpassingen en
uitbreiding van het bestaande gebouw. Voor het
kulturhus in Den Dungen is gekozen voor een
huurconstructie in Litserborg. Eigenaar van dit nieuwe
zorgcentrum is Brabant Wonen en wordt mede
gehuurd door zorginstelling Vivent. De in gebruik name
van het nieuwe kulturhus De Huif in Sint-Michielsgestel
Is gepland voor beging 2016.
Wat hebben we daar voor gedaan?
Den Durpsherd in Berlicum is in september 2012 in
gebruik genomen. De Litserborg in Den Dungen is in
december 2013 opgeleverd, waarna de inrichting start.
Begin 2014 wordt het in gebruik genomen.
Besluitvorming over de locatie van het kulturhus in
Sint-Michielsgestel wordt begin 2014 verwacht.
Partis ontwikkelt zich steeds meer als een echte Brede
Welzijnsinstelling en pakt haar rol in de maatschappelijke ondersteuning, maar zal daarnaast een breed
scala aan cursussen blijven bieden (op termijn in de
Kulturhusen).
Partis heeft voorbereidingen in Kulturhus de Litserborg
getroffen en heeft afgelopen seizoen wederom een
breed cursus aanbod ontwikkeld. Daarnaast heeft
Partis gepoogd tot nauwere samenwerking met andere
welzijns- en zorgorganisaties te komen. Ze hebben
een pilot ontwikkeld voor de boodschappendienst en
wijkgericht werken. Daarnaast worden vrijwilligers
geworven voor verschillende activiteiten.
89
Benoemde speerpunten voor 2013
Oplevering nieuwe kulturhus Den Durpsherd in Berlicum.
- Realisatie nieuwbouw Litserborg, oplevering 1e kwartaal 2014.
In samenwerking met Vivent oprichten van beheersstichting Listerborg Den Dungen.
Vervolg ontwerptraject kulturhus De Huif, afronding DO eind 2012.
-
Zie hierboven bij wat hebben we daar voor gedaan.
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Ontwikkeling en ontspanning
inwoners
Aantal cursisten MiK
Aantal cursisten
Partis
Burgers gelegenheid bieden
tot ontmoeting, ontspanning
en deelname aan activiteiten
en cursussen.
Rekening
2013
720
Bezettingsgraad
ruimten
Meetbaar doel
388
Stabilisering aantal
cursisten
751
Stabilisering aantal
cursisten
Niet bekend
Minimaal 55% na
realisatie
Kulturhussen
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
5.6 Vormings- en ontwikkelingswerk
Lasten
2.015,2
1.515,8
27,0
1.542,8
1.367,8
175,0
Baten
-754,2
-206,1
-81,9
-288,0
-310,1
22,1
1.261,0
1.309,7
-54,9
1.254,8
1.057,8
197,0
-19,6
-156,0
-81,9
-237,9
-235,7
-2,2
Saldo lasten -/- baten
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
90
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
5.6 Vormings- en ontwikkelingswerk
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
197
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Voorbereidingskosten gemeenschapshuizen Kulturhusontwikkeling
Dekking via reserve realisatie Kulturhusconcept gebouw.
74
74
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Minder stimuleringssubsidies en activiteitensubsidies
18
Dekking via reserve gemeentelijke subsidies
18
De stelpost realisatie Den Durpsherd is niet aangewend
104
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
De bijdrage in de exploitatie voor Den Durpsherd is een jaar opgeschoven; er was in 2013 € 58.200
beschikbaar; dit dient te worden overgeheveld naar 2014.
58
Dekking via reserve realisatie Kulturhusconcept gebouw.
58
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
92
Overige kleine verschillen:
1
Totaal
347
verklaard verschil
197
91
150
5.7
Sportvoorzieningen
Wat omvat het deelprogramma?
Dit deelprogramma heeft betrekking op ontwikkeling
van sportvoorzieningen en stimulering van
sportactiviteiten in de gemeente.
Relevante beleidsnota’s
Accommodatieplan.
Privatisering binnen- en buitensportaccommodaties.
Subsidieprogramma.
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Via een aanbod van sportaccommodaties en
activiteiten voor jong en oud de mogelijkheid bieden
om georganiseerd of ongeorganiseerd aan sport te
doen.
Wat hebben we bereikt?
Sjors Sportief opgestart. Dit houdt in dat op alle
basisscholen boekjes met daarin het aanbod van de
verenigingen zijn uitgedeeld. Er is veel animo vanuit
de kinderen en enthousiasme bij de ouders en
scholen.
Het haalbaarheidsonderzoek buurtsportcoaches is
uitgevoerd en heeft geleid tot een advies om te starten
in 2014.
Verenigingen via subsidies stimuleren om jeugdsport
te organiseren
Door de stimuleringssubsidie zijn er twee nieuwe
verenigingen met jeugdsport.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Kwantitatieve en kwalitatieve instandhouding van het
gemeentelijke accommodatiebestand.
Wat hebben we daar voor gedaan?
Onderhoudsinventarisatie gemaakt van alle
sportparken, dit wordt in 2014 verder uitgewerkt.
Samenwerking tussen de verenigingen gestimuleerd.
Besluit omtrent kunstgrasvelden voor de
voetbalverenigingen Rkvv Sint-Michielsgestel en SCI.
Vanaf 2013 wordt een nieuw subsidiebeleid van
kracht, met andere inhoudelijke uitgangspunten en
lagere subsidiebedragen onder invloed van de
bezuinigingen.
We hebben alle verenigingen de kans gegeven om
door middel van stimuleringssubsidie extra activiteiten
naast het bestaande aanbod te laten organiseren.
Benoemde speerpunten voor 2013
Realisering nieuw sportpark Den Dungen voor voetbal, korfbal, manege en gilde.
Definitieve besluitvorming over voortbestaan, beheer exploitatie van zwembad Zegenwerp.
Eventueel uitbreiden van gebruikscapaciteit voetbalvelden via herindeling op sportparken.
92
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Gemeentelijke en private
accommodaties bieden
mogelijkheid tot gezonde
sport en ontspanning
Aantal binnensportaccommodaties
3
3
Adequaat beheren
van de binnen- en
buitensport
accommodaties.
Aantal buitensport
accommodaties
10
10
idem
Aantal private sportaccommodaties
17
17
Toezicht houden op
kwaliteit van private
sportaccommodaties
Georganiseerde
jeugdsport in
verenigingsverband
4.100
4.100
(schatting)
Bevorderen van sociale en
maatschappelijke
vaardigheden
Begroting
2013
Rekening
2013
Meetbaar doel
36 clubs en ruim
4100 jeugdleden
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
5.7 Sportvoorzieningen
Lasten
Baten
Saldo lasten -/- baten
1.414,3
1.285,7
144,6
1.430,3
1.512,7
-82,4
-263,8
-305,4
123,8
-181,6
-194,7
13,1
1.150,5
980,3
268,4
1.248,7
1.317,9
-69,2
-55,8
-70,7
13,4
-57,3
-44,0
-13,3
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
93
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
5.7 Sportvoorzieningen
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
69
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Dakveiligheid sporthallen: meegenomen met geplande dakrenovaties volgens gebouwenonderhoud
43
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Extra inkomsten huur zegenwerp uit 2011 en 2012
16
Minder uitgaven impuls brede scholen
18
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
38
Kapitaallasten: de overschrijding wordt veroorzaakt door extra afschrijving van de boekwaarden
110
van het oude complex Jacobskamp.
Overige kleine verschillen:
2
Totaal
79
verklaard verschil
148
69
94
5.8
Kunst, cultuur en oudheid
Wat omvat het deelprogramma?
Dit deelprogramma heeft betrekking op kunst, cultuur,
monumenten en archeologie.
Relevante beleidsnota’s
Subsidieprogramma 2013 t/m 2016 (Stimulans tot
Meedoen)
Notitie kunst en cultuur.
Gemeentelijk archeologiebeleid en waardenkaarten
2010.
Subsidieverordening gemeentelijke monumenten
gemeente Sint-Michielsgestel 2008.
Erfgoedverordening gemeente Sint-Michielsgestel
2010.
Rijksmonumentenlijst.
Gemeentelijke monumentenlijst.
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Door middel van cultuureducatie willen wij leerlingen
van de basisscholen al in een vroeg stadium in contact
brengen met meerdere vormen van cultuur. Kunst
willen wij zichtbaar en toegankelijk maken voor al onze
inwoners.
Wat hebben we bereikt?
Door deelname aan de regeling Cultuureducatie met
Kwaliteit (CmK) heeft cultuur op 3 zogenoemde
voorloperscholen, extra aandacht gekregen. Dit zal
verder worden uitgerold in het basisonderwijs.
Behoud van cultuurhistorisch waardevolle waarden in
de gemeente Sint-Michielsgestel.
De aanwezige cultuurhistorische waarden zijn zo veel
mogelijk gewaarborgd. Gezien de economische
ontwikkelingen is besloten om vanaf medio 2013 geen
nieuwe gemeentelijke monumenten aan te wijzen.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Hiervoor gaan wij de marktplaats cultuureducatie
(Plaza Cultura) ondersteunen samen met het (primair)
onderwijsveld (50% - 50%).
Activiteiten binnen de amateurkunst willen wij
stimuleren vanuit het fonds kunst en cultuur.
Wat hebben we daar voor gedaan?
Met ingang van 2013 hebben de onderwijsstichtingen
een bijdrage van 50% geleverd in de kosten van de
marktplaats Plaza Cultura.
Meerdere activiteiten op het gebied van kunst en
cultuur zijn financieel ondersteund.
Het groene kunstproject ‘theater la Damoiselle’ is in
2013 gestart. Realisering is voorzien in 2014. Hiervoor
dient nog budget te worden overgeheveld
Door middel van het verstrekken van informatie en
deskundige adviezen de eigenaren van monumenten
ondersteunen bij het behoud hiervan, en
initiatiefnemers ondersteunen bij de uitvoering van
plannen en projecten.
Door middel van het verankeren van cultuurhistorie in
bestemmingsplannen waardoor cultureel erfgoed een
goede bescherming krijgt.
Vanaf 2013 wordt er geen financiële ondersteuning
meer verleend in de kosten van onderhoud en
restauratie van gemeentelijke monumenten. Wel
worden eigenaars nog geadviseerd door de
Monumentenwacht.
Cultuurhistorische waarden krijgen een bescherming
door bij het opstellen van bestemmingsplannen goed
rekening te houden met de opgestelde
cultuurhistorische waardenkaarten.
95
Benoemde speerpunten voor 2013
Gezien de financiële ontwikkelingen wordt er, wat betreft kunst en cultuur, geen speerpunt benoemd. De
aandacht is er vooral op gericht om het voorzieningenniveau op peil te houden.
Gezien de financiële ontwikkelingen wordt er, voor wat betreft Monumentenzorg & Archeologie, geen speerpunt
genoemd. Doel is het huidige zorgniveau voor cultureel erfgoed te handhaven.
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Genieten van kunst.
Aantal openbaar
toegankelijke
activiteiten.
Begroting
2013
Rekening
2013
5
Aantal kunstwerken.
Gemeentelijke monumenten
blijven in stand.
Aantal
gemeentelijke
monumenten.
130
Goed advies voor eigenaren
van cultuurhistorisch
waardevolle objecten.
Aantal uitgevoerde
restauraties/
verbouwingen.
Zo min mogelijk verstoringen
op het gebied van
archeologie.
Aantal uitgevoerde
archeologische
onderzoeken.
Meetbaar doel
4
Aantal activiteiten.
1
Aantal kunstwerken.
132
Behouden van het
aantal gemeentelijke
monumenten.
13
Aantal adviezen
voor eigenaren van
cultuurhistorische
objecten.
Zorgen voor
uitvoering van
archeologische
onderzoeken.
9
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
5.8 Kunst, Cultuur en Oudheid
Lasten
297,8
Baten
Saldo lasten -/- baten
444,1
92,4
536,5
388,6
147,9
-120,8
-82,7
-203,2
-285,9
-296,4
10,5
177,0
361,4
-110,8
250,6
92,3
158,3
-22,1
-17,5
-100,7
-118,2
-85,5
-32,7
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
96
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
5.8 Kunst, cultuur en oudheid
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
158
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Minder kosten kunstproject Kunst bij de Gemeentegrenzen
5
Lagere beschikking over de reserve cultuurzaken
5
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Minder kleinde kunstprojecten dan begroot
8
Lagere beschikking over de reserve cultuurzaken
8
Bijdrageregeling monumenten niet volledig aangesproken
40
Geen onttrekking reserve monumentenzorg in verband met kosten Laan van Seldensate
19
Hogere energielasten kermissen
18
Minder inspectiekosten monumenten
25
Extra ontvangsten voor cultuureducatie
6
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Er is voor het groene kunstproject "theater la Damoiselle" in 2013 een budget van € 102.500
beschikbaar via subsidie van de provincie. Hierop is € 10.330 uitgegeven in 2013; € 61.000 is al
overgeheveld bij de najaarsnota, maar ook het restant dient te worden overgeheveld naar 2014.
31
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
92
Overige kleine verschillen:
1
Totaal
208
verklaard verschil
158
97
50
Programma 6.
Zorg en maatschappelijke dienstverlening
Zorg voor inwoners die niet zonder ondersteuning kunnen voorzien in hun eigen
levensbehoefte, in het bijzonder gericht op werk, inkomen en zorg.
Wat omvat het programma?
Deelprogramma’s
6.1 Bijstandverlening
6.2 Uitstroombevordering
6.3 Maatschappelijk werk en zorg
6.1
Portefeuillehouder
E.H.J.M. Mathijssen
E.H.J.M. Mathijssen
A.H.M. Maas / E.H.J.M. Mathijssen
Bijstandsverlening
Wat omvat het deelprogramma?
Dit deelprogramma omvat Bijstand levensonderhoud,
in het kader van de WWB, IOAW, IOAZ, Bijstand
besluit zelfstandigen (BBZ) en minimabeleid.
Per 1 januari 2010 is de wet Bundeling Uitkeringen
Inkomensvoorzieningen in werking getreden, waarmee
de financieringssystematiek van de IOAW/Z en BBZ is
gewijzigd van een declaratiesysteem naar een
outputfinanciering systeem.
Relevante beleidsnota’s
Regeling schoolkosten, de regeling pc-kosten, regeling
chronisch zieken, gehandicapten en ouderen, de
regeling maatschappelijke participatie
Nota minimabeleid 2008.
Toeslagenverordening WWB
Maatregelenverordening WWB
Toeslagenverordening WIJ
Maatregelenverordening WIJ
Verordening langdurigheid toeslag 2009
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Het klantgericht, effectief en efficiënt verstrekken van
uitkeringen voor levensonderhoud. Verder richten we
ons op het bieden van inkomensgarantie en overige
inkomensondersteunende regelingen aan hen die
tijdelijk niet of niet volledig in eigen levensonderhoud
kunnen voorzien.
Wat hebben we bereikt?
We hebben aan 195 personen een WWB-uitkering
verstrekt en aan 16 personen een IOAW/IOAZuitkering.
We hebben aan 382 personen een bijdrage in het
kader van het minimabeleid verstrekt. Dit is 62% van
het aantal huishoudens met een inkomen tot 110%
van het minimum.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
We verstrekken uitkeringen aan hen die daarop recht
hebben. We bieden inkomensondersteunende
regelingen en schuldhulp aan degenen die tijdelijk niet
of niet volledig in eigen onderhoud kunnen voorzien.
Wat hebben we daar voor gedaan?
Het beleid voor de verschillende regelingen WWB,
Bbz, IOAW en IOAZ is ook in 2013 onverkort voortgezet.
Om de kosten beheersbaar te houden is het beleid in
zijn algemeenheid blijvend gericht op: beperking van
de instroom door een stevige poortwachterfunctie, het
snel aanbieden van werk aan degenen die aan het
werk kunnen, verhoging van de inkomsten uit
debiteurenbeheer en vergroting van de uitstroom van
klanten.
In 2013 is een conferentie t.b.v. “sociale ambassadeurs” gehouden. D.m.v. deze vrijwilligers hopen wij
medio 2014 meer minima te gaan bereiken.
98
Benoemde speerpunten voor 2013
Voorbereiding Participatiewet (invoering per 1-1-2015).
Hiertoe hebben wij deelgenomen in regionale projectgroepen / themabijeenkomsten bezocht ter voorbereiding
op de invoering Participatiewet.
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Rekening
2013
Meetbaar doel
Terug dringen armoede via
minimabeleid
Aantal aanvragen
minimaregelingen
+18%
Zie tabel 1
hieronder. Er
is 9% meer
tbv minima
bereikt. Om
dit verder te
verhogen is
eind 2013
ingezet op
sociale ambassadeurs
(vrijwilligers
in de dorpen)
18 % meer bereik
minima
Mensen kunnen zelfstandig
in hun levensonderhoud
voorzien
Aantal uitkeringen
WWB
172
195
Aantal uitkeringen
WWB
Tabel 1 (toelichting)
Inw
.Inkomen
tot
Bereik
110% WML
70%
per 31 -12
%
Sint-Michielsgestel
613
429
382
62%
Totaal Optimisd
3.168
2.233
2052
65%
99
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
6.1 Bijstandsverlening
(excl. handhaving)
Lasten
3.827,1
3.576,9
625,0
4.201,9
4.225,8
-23,9
Baten
-2.460,3
-2.386,7
-117,6
-2.504,3
-2.790,1
285,8
1.366,7
1.190,2
507,4
1.697,6
1.435,7
261,9
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo lasten -/- baten
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
6.1 Bijstandsverlening
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
262
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Bijstandsverlening WWB
169
IOAW / IOAZ / BBZ
24
Bijzondere bijstand algemeen
44
Extra bijdrage uit algemene uitkering
9
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
23
Overige kleine verschillen:
7
Totaal
269
verklaard verschil
262
100
7
6.2
Uitstroombevordering
Wat omvat het deelprogramma?
Het deelprogramma heeft betrekking op
uitstroombevordering, sociale werkvoorziening en
inburgering.
Relevante beleidsnota’s
Re-integratie verordening Wet Werk en Bijstand
(WWB).
Re-integratie nota.
Maatregelenverordening Handhaving WWB.
Beleidsregel reiskosten re-integratie.
Verordening Wet inburgering.
Participatienota ‘Samen de ladder op!’
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Het beleid van OptimIsd is erop gericht dat iedere
burger in staat is zelfstandig te voorzien in zijn eigen
behoeften en naar vermogen te participeren in de
arbeidsmarkt en de Nederlandse samenleving.
OptimIsd ondersteunt mensen bij werk, activering,
inburgering en educatie. Uitgangspunt hierbij is dat
eenieder werkt naar vermogen.
Het beleid zoals dat geformuleerd is in de betreffende
nota’s en verordeningen is uitgevoerd.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Investeren In een effectieve en Integrale
werkgeversbenadering;
• Investeren in een goed bemenste front offlce waar
mensen uit de doelgroep terecht kunnen voor
Informatie, intake/diagnose en doorverwijzing;
• Mensen met een gedeeltelijk arbeidsvermogen op
basis van hun verdiencapaciteit zo snel mogelijk
bemiddelen naar regulier werk;
• Mensen met een volledig arbeidsvermogen zo snel
mogelijk en zoveel mogelijk gebruik makend
van hun eigen kwaliteiten en inzet, bemiddelen naar
duurzame arbeid;
• Investeren in en verduurzamen van een speciale
aanpak van de doelgroep jongeren.
• Waar mogelijk, gebruik maken van social return
Wat hebben we daar voor gedaan?
47% van de eigen vacatures wordt ingevuld
Alle 116 jongeren tot 27 jaar hebben in 2013 een
diagnose vanuit Competensys gekregen. Dit om hun
arbeidsperspectief en scholingsmogelijkheden in beeld
te brengen. Voor hen is een re-integratieadvies
opgesteld gericht op het verkrijgen van werk en/of
gaan volgen van een scholing.
105% van de klanten (doelstelling) is bemiddeld naar
werk en scholing.
Benoemde speerpunten voor 2013
Doelstellingen programma Participatie
•
Invoering van een digitale werkmap voor klanten;
•
80% van de vacatures die wij uit de markt halen, wordt ingevuld;
•
6 x per jaar is er een werkgevers thema-avond op Werkplein Frisselstein;
•
Jongeren tot 27 jaar blijven ondersteund worden richting het behalen van een startkwalificatie, een
werkleeraanbod of werk (in deze volgorde van prioriteit);
•
125 klanten stromen uit naar reguliere arbeid;
•
75 klanten worden met loondispensatie geplaatst bij een werkgever
•
Zorgdragen voor een praktische afbouw van uitvoeringsactiviteiten van de Wet inburgering
•
Zorgdragen voor uitvoering van het overgangsrecht van bepaalde inburgeringsplichtigen
Zie hierboven bij wat hebben we daar voor gedaan.
101
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Meer mensen zijn zichtbaar
aan het werk of bezig met
scholing
Aantal reintegratietrajecten
80%
Rekening
2013
Meetbaar doel
132
trajecten
80% van klanten met
arbeidsplicht volgt
werktraject, 40% van
klanten zonder
arbeidsplicht volgt
sociale activering
57
trajecten
80% van de
inburgeraars volgt een
inburgeringstraject
40%
Allochtonen zijn beter
ingeburgerd
Aantal inburgeraars
P.M.
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
Restant
2013
budget
definitief
6.2 Uitstroombevordering
Lasten
5.408,1
5.302,6
-42,0
5.260,6
5.456,9
-196,3
Baten
-5.315,9
-5.251,5
-9,7
-5.261,2
-5.351,6
90,4
92,3
51,1
-51,7
-0,6
105,3
-105,9
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo lasten -/- baten
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
102
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
6.2 Uitstroombevordering
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
106
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Werk en re-integratie
86
Bijdrage uitstroombevordering, kinderopvang via Optimisd
10
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
10
Overige kleine verschillen:
Totaal
0
verklaard verschil
106
106
103
6.3
Maatschappelijk werk en zorg
Wat omvat het deelprogramma?
Het deelprogramma heeft betrekking op algemeen
maatschappelijk werk (AMW), school maatschappelijk
werk (SMW), ouderenzorg en maatschappelijke
ondersteuning.
Relevante beleidsnota’s
Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning “Samen
verantwoordelijk voor samen leven” 2012-2015
Woonvisie
Subsidieprogramma 2013-2016.
Beleidsnota ”Kantelen vanuit een visie en bezuinigen
met beleid” (Wmo-individuele voorzieningen) en
Wmo-verordening (fin.besluit) 2013
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
We willen bereiken dat alle inwoners van onze
gemeente zelfredzaam zijn en volwaardig deel
kunnen nemen aan de samenleving. Inwoners
hebben in de eerste plaats zelf de
verantwoordelijkheid om dit te organiseren.
Kwetsbare burgers die de deelname niet zelf kunnen
organiseren worden hierin door de gemeente
ondersteund. We ondersteunen door het aanbieden
van algemene en individuele voorzieningen.
Wat hebben we bereikt?
Door “De Kanteling” en door meer aandacht voor oplossingsgericht handelen (i.p.v. claimgericht denken)
is de zelfredzaamheid verder bevorderd. Dit kantelingsproces verliep naar tevredenheid en is een
continue proces. Dit zal de komende jaren (met de
transities) nog verder uitgerold gaan worden. Op
basis van maatwerk en weging van zelfredzaamheid
zijn door loket WegWijs individuele voorzieningen
gerealiseerd zoals; hulp bij het huishouden, woonvoorzieningen, rolstoelen/ hulpmiddelen, vervoersvoorzieningen en gehandicaptenparkeerkaarten. Wij
hebben een sociaal sober doch humaan beleid weten
te borgen en de juridische grenzen van de compensatieplicht (art.4.Wmo) opgezocht.
“Het Gesprek” en “De Kanteling” waren daarin de
twee belangrijkste instrumenten om, in combinatie
met de intensivering van huisbezoeken, maatwerk te
kunnen blijven leveren. Het niveau van de (Wmo)
zorg (compensatie) is op een acceptabel (sober doch
humaan) peil gebleven en is betaalbaar gehouden,
Wij zijn dicht bij de 0-lijn gebleven en is (vooralsnog)
toekomstbestendig geborgd. De participatie door
ouderen is bereikt door de dienstverlening (o.a.
advies, cliëntondersteuning, personenalarmering,
maaltijdservice, activiteiten-groepen) door SWO SintMichielsgestel.
Algemene voorzieningen zijn het algemeen
maatschappelijk werk (AMW), school maatschappelijk
werk (SMW), het Steunpunt Mantelzorg en
welzijnswerk voor ouderen. Het maatschappelijk werk
dient als vangnet voor en biedt ondersteuning aan
inwoners die de controle over de zelfstandige
deelname aan het maatschappelijke leven hebben
verloren of dreigen te verliezen, met als doel het
herstellen van die controle.
Op de scholen voor basis- en voortgezet onderwijs
is schoolmaatschappelijk werk aangeboden. Uit
cijfers van het AMW blijkt dat SMW goed is geworteld
in onze gemeente en er is sprake van een
uitstekende samenwerking tussen de intern
begeleiders en de schoolmaatschappelijk werker.
Door het aanbieden van maatschappelijk werk en
bemoeizorg hebben we gezorgd voor een vangnet
voor en ondersteuning aan inwoners die de controle
over de zelfstandige deelname aan het
maatschappelijke leven hebben verloren of dreigden
te verliezen. Mede hierdoor wordt voorkomen dat
problemen gaan cumuleren en dat een enkelvoudig
probleem zich ontwikkelt tot een multiprobleem
situatie.
De individuele Wmo-voorzieningen (de huishoudelijke
hulp, vervoermiddelen, woonvoorzieningen, rolstoelen
en hulpmiddelen) vormen een vangnet om burgers te
compenseren en volwaardig te kunnen laten
deelnemen aan de samenleving.
Via loket WegWijs is er een laag- drempelige toegang
voor informatie en adviezen op de gebieden van zorg
/ welzijn / (aangepast) wonen en inkomen. Maar ook
een toegang voor collectieve voorzieningen en
individuele (Wmo) verstrekkingen. In 2013 is De
“Kanteling” en “Het Gesprek” verder doorgepakt. De
nadruk is op een “arrangement” (zelfredzaamheid
104
versus oplossing) komen liggen. D.w.z. dat niet de
wens van de burger of het aanbod voor alle
(individuele) soorten voorzieningen centraal staan,
maar het op o.b.v. maatwerk oplossen van
(participatie) problemen. Compensatie “op maat” staat
steeds centraal. De WegWijs-consulenten nemen de
regierol (sturing-aan-de-voordeur) om de kwaliteit
van dienstverlening en de Wmo-bekostiging te
borgen. Onze doelstelling een zo passend mogelijk
arrangement aanbieden om te kunnen blijven
participeren in de samenleving. In 2013 is het aantal
huisbezoeken en heronderzoeken (m.n. het eigen
auto-budget) geïntensiveerd. De 2 WegWijsdependances werden eerder gesloten (kostenaspect).
Het werken op afspraak en op huislocatie komen
hebben meer aandacht gekregen. Voor zowel de
burgers als onze organisatie betekend dit een
meerwaarde en inverdieneffecten (kostenbesparing
bij gelijkblijvende tevredenheid/dienstverlening) .
Door intensivering van de thuisgesprekken liep het
aantal gespreksmomenten op, maar daar staat
tegenover dat het aantal daadwerkelijke aanvragen
voor een Wmo-voorziening afnam (ons streven). Dit
ondanks de vergrijzing/extramuralisering bleven de
Wmo-kosten 2013 hierdoor dicht bij de 0-lijn
(betaalbaarheid).
De gehandicaptenparkeerkaarten (GPK’s) en de
gehandicaptenplaatsen (GPP)’s zijn aanvullende
individuele vervoersondersteuningsmiddelen.
Op basis van medische noodzaak werden t.b.v. gehandicapten, hun bestuurders of instelling GPK’s
verstrekt. Als er geen wijzigingen in de medische
situatie te verwachten waren zijn bij een herindicatie
(na 5 jaar) geen kosten voor een medische keuring
doorberekend (zelfindicatieWegWijs).
105
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Het algemeen maatschappelijk werk zorgt in opdracht
van de gemeente voor eerstelijns psychosociale hulp.
De dienstverlening van het algemeen maatschappelijk
werk omvat onder meer: 24-uurs crisisdienst,
bemoeizorg, internethulpverlening, cursussen,
slachtofferhulp, schoolmaatschappelijk werk, het
jeugdpreventieprogramma en de aanpak huiselijk
geweld.
Wat hebben we daar voor gedaan?
In onze gemeente is laagdrempelig algemeen
maatschappelijk werk beschikbaar voor burgers die
(tijdelijk) problemen hebben op gebieden zoals
relaties, rouwverwerking, sociale vaardigheden, geld,
school, werken en wonen. Specifiek maatschappelijk
werk is beschikbaar in geval van acute crises, voor
jongeren via het schoolmaatschappelijke werk en het
Jeugd Preventie Programma.
Door subsidiëring van ketenpartners biedt
de gemeente ouderen en mantelzorgers
maatschappelijke ondersteuning. De dienstverlening
van het Steunpunt Mantelzorg aan mantelzorgers
omvat: informatie en advies, preventie van
overbelasting, respijtzorg, buurtnetwerk voor
de ondersteuning aan dementerende en het
ondersteunen van zwaarbelaste mantelzorgers.
De dienstverlening van het Steunpunt Mantelzorg is
beschikbaar voor alle mantelzorgers die daar behoefte aan hebben. De volgende diensten en activiteiten zijn uitgevoerd: informatie, advies, doorverwijzing, preventie van overbelasting en uitval,
respijtzorg, voorlichtingsbijeenkomsten.
De dienstverlening van de Stichting Welzijn
Ouderen omvat: informatie en advies, activerend
huisbezoek, senioren Tref- en Ontmoetingspunten,
signalering, personenalarmering, maaltijdenservice,
telefooncirkels, activiteitengroepen, bezoekgroep,
zondagsoos (i.s.m. andere partijen).
De dienstverlening van de SWO is beschikbaar voor
alle inwoners van 55 jaar en ouder. De volgende
diensten en activiteiten zijn uitgevoerd: informatie en
advies, activerend huisbezoek, bemensing van het
senioren Tref- en Ontmoetings-punten (STOP),
signalering door deelname aan het Sociaal Netwerk
Overleg, personenalarmering, maaltijdenservice en
telefooncirkels, activiteitengroepen, bezoekgroep,
zondagsoos.
De gemeente Sint-Michielsgestel neemt in de dienstverlening haar regierol. We bieden een passend pakket individuele Wmo-voorzieningen aan onze burgers.
Het loket WegWijs verstrekt, naast het geven van
professionele informatie- en advies, deze voorzieningen. Er wordt ondersteuning gegeven en bemiddeling geboden op de gebieden van wonen, welzijn,
zorg en maatschappelijke ondersteuning.
De afgelopen jaren is de Wmo-dienstverlening
conform “De Kanteling” (en “Het Gesprek”) van
“claimgericht” naar “oplossingsgericht” verschoven.
Dichter naar onze burgers en/of de (professionele)
organisaties maar wel resultaatgericht. Dit om de
kwaliteit en betaalbaarheid van de Wmo naar de
toekomst te borgen. Met de transitie AWBZ op het
netvlies is vroegtijdig zowel in kennis als de personele
capaciteit bij WegWijs geïnvesteerd. Door de opschorting van de invoeringsdatum AWBZ-Wmo naar
1-1-2015 is het scholingstraject voor de WegWijsmedewerkers van 2013 naar 2014 doorgeschoven.
Wij namen in 2013 deel aan de Regionale projectgroep transitie AWBZ. Dit zullen wij in 2014 continueren. Door verdere kennistoename binnen
WegWijs is het aantal zelfindicaties toegenomen en is
aantal externe (MOzaak) adviezen afgenomen. Een
Wmo-kostenreductie en versnelling qua afwikkelingstijden van aanvragen.
Benoemde speerpunten voor 2013
Dit jaar gaan we verder met de doorontwikkeling van De Kanteling in loket WegWijs. Dit wil zeggen
oplossingsgericht werken door het gesprek met de cliënt aan te gaan.
Verder uitbouwen van het vangnet van maatschappelijk werk door:
o inzet van maatschappelijk werkers in de wijken
o integrale diensverlening aan de cliënt: o.a. door uitvoering van het principe “één gezin, één
plan”.
o meer outreachend werken
o Versterking en intensivering van de samenwerking tussen lokale (en-of regionale)
ketenpartners.
106
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Door psychosociale begeleiding en ondersteuning
kunnen inwoners weer
zelfstandig deelnemen aan
het maatschappelijke verkeer.
Aantal gerealiseerde
dossiers AMW
Aantal netto uren
bemoeizorg per jaar
Aantal dossiers
multiprobleem
huishoudens
Door schoolmaatschappelijk
werk (SMW) op scholen in te
zetten wordt zwaardere
problematiek voorkomen.
Door ondersteuning kunnen
mantelzorgers hun zorgtaken
beter uitvoeren
Wmo-vangnet bieden als alle
eigen mogelijkheden
(zelfredzaamheid) zijn
uitgeput.
Wmo-klanttevredenheid
individuele voorzieningen
waarborgen d.m.v. jaar-lijkse/
tweejaarlijkse KTO’s.
Begroting
2013
142
Rekening
2013
169
142
228
328
228
15
41
15
% dossiers succesvol
afgerond
75%
69%
75%
% dossiers zonder
wachttijd
74%
94%
74%
Totaal aantal uren SMW
per schooljaar voor alle
basisscholen.
713
716
713
Totaal aantal uren SMW
per schooljaar voor het
voortgezet onderwijs.
Aantal huisbezoeken
400
398
400
113
84
n.v.t.
Telefonische en digitale
dienstverlening
Afspraken
Aantal individuele verstrekkingen en collectieve
voorzieningen.
Bezwaarschriften
Klanttevredenheidsonderzoeken (KTO’s)
HH: 1X per 2 jaar
Hulpm: jaarlijks
Vervoer: jaarlijks
Woonvoorz: na oplevering/
maatwerk
283
419
n.v.t.
60
1.895
170
1557
n.v.t.
Bezwaarschriften Wmo
gegrond<1,5%
Gegrond: 2
De uitkomst van
de kto’s van
Wmo-aanbieders moet
steeds
voldoende zijn.
6 HV
2 Welzorg
2 PZN
1
Chambers
10
6 HV
2 Welzorg
1 Regiotaxi
1 PZN
Bij klachten: een
tevreden
klachtenafwikkeling
Klachten
minimaal
houden
Kwaliteitsonderzoek Stichting
Vraagwijzer ‘waar staat het
Wmo loket/-beleid en
dienstverlening” (TOP-100
van Wmo loketten)
Jaarlijkse graadmeter
onder 481 gemeenten
107
Deelname
in 2013 met
doel in de
top 100
blijven
Meetbaar doel
In 2013
heeft
Vraagwijzer
geen Wmoonderzoek
gehouden
Meetbaar aan
plaats in Top100 van de
andere 481
gemeenten
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
6.3 Maatschappelijk werk en -zorg
(incl. WMO)
Lasten
5.080,0
5.351,1
62,0
5.413,1
5.438,1
-25,0
Baten
-572,7
-485,8
68,1
-417,7
-548,4
130,7
4.507,3
4.865,3
130,1
4.995,4
4.889,7
105,7
24,1
0,0
0,0
0,0
104,0
-104,0
Saldo lasten -/- baten
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
6.3 Maatschappelijk werk en zorg (inclusief Wmo)
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
105
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Meer uitgaven aan huishoudelijke verzorging (HV) deels door extra-muralisering en lokale
vergrijzing bevolking
311
Meer inkomsten CAK aan eigen bijdrage HV / woonvoorzieningen / scootmobielen
220
Meer uitgaven in verband met de voorbereiding op de transities
14
Storting in de reserve Wmo als gevolg van de egalisatie van lasten en baten
Minder uitgaven voor vervoersvoorzieningen als gevolg van heronderzoeken en maatwerk
104
217
Meer uitgaven aan woonvoorzieningen als gevolg van extramuralisering en enkele dure
woningaanpassingen
60
Lager advieskosten als gevolg van meer zelfindicatie door consulenten
50
Lagere bijdrage inburgering
37
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
138
Overige kleine verschillen:
6
Totaal
631
verklaard verschil
105
108
526
Programma 7.
Volksgezondheid en milieu
Een gezonde en veilige woon-, werk- en leefomgeving waarin mens, dier en plant optimaal tot
ontwikkeling kunnen komen.
Wat omvat het programma?
Deelprogramma’s
7.1 Gezondheidszorg
7.2 Afvalverwerking en –verwijdering
7.3 Rioolbeheer
7.4 Milieu
7.1
Portefeuillehouder
A.H.M. Maas
E.H.J.M. Mathijssen
A.H.M. Maas
E.H.J.M. Mathijssen/H.T.M. van Roosmalen
Gezondheidszorg
Wat omvat het deelprogramma?
Het deelprogramma heeft betrekking op algemene
gezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg en
verslavingszorg.
Relevante beleidsnota’s
Beleidsnota maatschappelijke ondersteuning “Samen
verantwoordelijk voor samen leven” 2012-2015
Subsidieprogramma 2013-2016.
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wij streven naar het voorkómen en het vroegtijdig
opsporen van gezondheidsproblemen onder de
bevolking en naar bescherming en bevordering van
het lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden van
de bevolking.
Wat hebben we bereikt?
Door de continue uitvoering van taken op het terrein
van o.a. gezondheidsonderzoek, jeugdgezondheidszorg, publieksvoorlichting,
Bevolkingsonderzoeken, tuberculosebestrijding,
reizigerszorg en technische hygiënezorg worden
gezondheidsrisico’s geminimaliseerd en vermeden.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Op basis van de Wet Publieke Gezondheid worden
met het oog op de collectieve preventie van
gezondheidsproblemen ieder jaar, dus ook in 2013,
de volgende taken uitgevoerd:
Medische milieukunde
Technische hygiënezorg
Infectieziektebestrijding
Epidemiologie
Gezondheidsbevordering
Bevolkingsonderzoeken
Monitoren en jaarlijkse verslaglegging m.b.t. de
resultaten van het regionale gezondheidsbeleid.
Binnen het gezondheidsbeleid is er speciale aandacht
voor jeugd van 0 tot 19 jaar. In het kader van de
Jeugdgezondheidszorg voeren we jaarlijks activiteiten
uit op de terreinen: monitoring en signalering,
gezondheidsvoorlichting, vaccinatie, screening en
onderkenning van gezondheidsbedreigende factoren
in sociale en fysieke omgeving.
Wat hebben we daar voor gedaan?
In overleg met onze ketenpartners en de uitvoerders
zoals de GGD Hart voor Brabant hebben wij diensten
en producten afgenomen gericht op het voorkomen en
vroegtijdig opsporen van gezondheidsproblemen bij al
onze inwoners.
De artsen, verpleegkundigen en hygiënisten hebben
infectieziekten bestreden, zoals seksueel
overdraagbare aandoeningen, legionella en
tuberculose door onderzoek, voorlichting, advies en
vaccinaties.
Jeugdartsen, verpleegkundigen, logopedisten en
psychologen zetten zich in voor de jeugd van 0 tot 19
jaar. Het belangrijkste doel is ‘risicokinderen’ tijdig op
te sporen. Ook hebben de GGD en Vivent kinderen
ingeënt tegen de meest voorkomende ziekten, zoals
difterie, tetanus, de mazelen en polio. De GGD heeft
ouders, kinderen en scholen geadviseerd bij hun
problemen en vragen over opvoeding, gezondheid en
ontwikkeling. Binnen CJG heeft vooral voorbereiding
op transitie jeugdzorg plaatsgevonden. De
samenwerking met Vught en Haaren blijft zijn vruchten
afwerpen.
109
Benoemde speerpunten voor 2013
De belangrijkste ketenpartner bij de uitvoering van gezondheidsbeleid is de GGD Hart voor Brabant. In
samenspraak met de andere deelnemers in deze gemeenschappelijke regeling zijn o.a. de volgende
speerpunten benoemd:
Gelijke kansen op gezondheid door aandacht voor kwetsbaren en laagopgeleiden. Dit gebeurt onder andere
via wijkgericht gezondheidswerk en door risicogericht werken in de jeugdgezondheidszorg.
Aandacht voor gezondheid bij de inrichting van de fysieke en sociale omgeving.
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Bescherming en bevordering
van lichamelijk, geestelijk en
sociaal welbevinden
volwassenen 19 - 64 jaar
Ervaart eigen
gezondheid als
goed
89%
85%
n.v.t.
Voelt zich psychisch
gezond
86%
85%
n.v.t.
Bescherming en bevordering
van lichamelijk, geestelijk en
sociaal welbevinden
volwassenen 65 jaar en
ouder
Ervaart eigen
gezondheid als
goed
73%
63%
n.v.t.
Bescherming en bevordering
van lichamelijk, geestelijk en
sociaal welbevinden
jongeren 0 – 18 jaar
Gezondheid kind (011 jaar) (heel) goed
(oordeel ouder)
96%
99%
n.v.t.
Gezondheid jongere
(12-18) (heel) goed
n.v.t.
88%
n.v.t.
110
Rekening
2013
Meetbaar doel
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
Begrotings-
Begroting
2013
wijzigingen
2013
primitief
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
7.1 Gezondheidszorg
Lasten
911,1
1.014,5
34,7
1.049,2
982,0
67,2
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
911,1
1.014,5
34,7
1.049,2
982,0
67,2
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Baten
Saldo lasten -/- baten
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
7.1 Gezondheidszorg
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
67
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Minder uitgaven CJG doordat in 2013 het plan voor deskundigheidsbevordering is opgesteld, maar
73
de uitvoering is doorgeschoven naar 2014.
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
5
Overige kleine verschillen:
1
Totaal
73
verklaard verschil
67
111
6
7.2
Afvalverwerking en -verwijdering
Wat omvat het deelprogramma?
Dit deelprogramma omvat afvalverwijdering en de
daarbij horende kostendekking.
Relevante beleidsnota’s
Afvalstoffenverordening
Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2013
Verordening Afvalstoffenheffing 2004
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Huishoudelijk afval doelmatig en duurzaam inzamelen
en verwerken tegen zo laag mogelijke kosten en
volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’ met een
100% kostendekkendheid van de exploitatie.
Wat hebben we bereikt?
In 2013 zijn de bestaande contracten voor het
inzamelen en verwerken van het afval voorgezet. Er
zijn geen nieuwe contracten afgesloten.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Het aangaan dan wel behouden van goede
contracten door middel van het voortzetten ervan of
het opnieuw aanbesteden van een opdracht.
Wat hebben we daar voor gedaan?
Contracten voortgezet met inzamelaars en
verwerkers.
Benoemde speerpunten voor 2013
- Kwaliteitservice op de milieustations optimaliseren:
Inzameling van de aparte afvalstroom welke kunnen worden ingeleverd op de milieustations onder de loep
nemen, waarbij extra aandacht wordt besteed aan de stromen piepschuim, drankenkartons en vlak glas.
Onlangs kan er – naast blik – eveneens oud-ijzer en andere metalen ingeleverd worden op de eigen
milieustations.
Piepschuim kunnen de burgers vanaf medio a april 2013 gratis op de eigen milieustations (Berlicum en SintMichielsgestel) apart inzamelen
Burgers kunnen gratis drankenkarton wegbrengen op de eigen milieustations waar dit apart wordt ingezameld.
Enkele gemeenten hebben een pilot drankenkartons gehouden. De ene zamelde drankenkartons in bij het
plastic verpakkingsafval, de andere tezamen met het papier. De VNG beraadt zich over het gescheiden
inzameling en recycling van drankenkartons. Wij volgen de ontwikkelingen op de voet, maar blijven thans de
drankenkartons apart inzamelen.
Vlak glas kan enkel worden ingeleverd op het milieustation Schijndel. Na onderzoek blijkt het complexer te zijn
dan gedacht om vlak glas in te zamelen op de eigen milieustations. Er dient voldaan te worden aan enkele
eisen en voorwaarden om dit te kunnen inzamelen op de milieustations en bovendien is er geen ruimte op de
eigen milieustations die we willen creëren voor het inzamelen hiervan.
112
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk
effect
Indicator
Milieuverantwoorde
verwerking.
Het hergebruik
gesplitst in
afvalstromen
afgezet tegen
wettelijke
taakstelling.
Door een goed
functionerend
inzamelsysteem
voorkomen we stank,
overlast,
verontreiniging e.d.
Begroting
2013
Rekening
2013
Meetbaar doel
Conform
wettelijke
voorschriften
Conform
wettelijke
voorschriften
Wettelijk regime
Bij alle
aansluitingen het
huishoudelijk afval
inzamelen
100%
100%
Klachtenregistratie: minder dan
twee klachten/ meldingen per
kwartaal
Het plastic
verpakkingsafval in
toenemende mate in te
zamelen (breng- en
haalsysteem) en te
hergebruiken
Toenemende
daling van het
aantal ledigingen
van de
restcontainers
2%
gestegen tov
ingezamelde
hoeveelheid
in 2012
3% gedaald
tov
ingezamelde
hoeveelheid
in 2012.
Maar
eveneens is
het restafval
gedaald met
3% tov
ingezamelde
hoeveelheid
in 2012.
Registratie-systeem: stijging
van 2% ingezameld
verpakkings-afval in de eerste
twee jaar
Het aantal ledigingen
ieder jaar laten
afnemen
Duidelijke tendens
van afname van
het aanbieden van
restcontainers
2%
gestegen tov
ingezamelde
hoeveelheid
in 2012
Totale
afname van
2,4% over
de totale
ledigingen
tov 2012.
(Waarvan
6% tbv gftafval en 1%
tbv rest).
Registratie-systeem: daling
van 2% van de totale
ledigingen in de eerste twee
jaar
113
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
7.2 Afvalverwerking en
- verwijdering
Lasten
2.309,1
2.258,0
124,6
2.382,6
2.074,8
307,8
Baten
-2.309,1
-2.258,0
-124,6
-2.382,6
-2.074,8
-307,8
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
96,1
1,4
-354,0
-352,6
-241,1
-111,5
Saldo lasten -/- baten
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
7.2 Afvalverwerking en -verwijdering
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
0
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Minder opbrengsten: bijdragen van Nedvang (verpakkingenconvenant) overlappen dienstjaar
en laatste termijnen zullen hierdoor in 2014 uitgekeerd worden
Effecten BCF: dit heeft betrekking op de BTW-component voor gesloten exploitaties
108
48
Minder inkomsten aan afvalstoffenheffing door o.a. aanpassing tarievenbeleid in 2013
111
Lagere onttrekking uit de egalisatiereserve afvalverwerking (100% kostendekkendheid)
111
Structurele afwijking op structureel budget:
Kosten voor huis-aan-huisinzamelingen (restafval, gft, papier en plastic) en bijbehorende stortkosten
lager dan begroot (deze ramingen zijn in de begroting 2014 reeds aangepast)
59
Kosten op de eigen milieustraten lager dan begroot, vooral de stortkosten
(in begroting 2014 zijn de ramingen bijgesteld)
97
Extra inkomsten op de milieustraten
26
Kosten voor milieustraat gemeente Schijndel m.n. door variabel deel lager
15
Minder kwijtscheldingen (aangepast (strenger) beleid)
35
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
11
Overige kleine verschillen:
61
Totaal
341
verklaard verschil
0
114
341
7.3
Rioolbeheer
Wat omvat het deelprogramma?
Dit deelprogramma omvat het totale rioolbeheer en de
daarbij behorende kostendekking.
Relevante beleidsnota’s
Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2010- 2014
(vastgesteld 20 mei 2010)
Gemeentelijk Waterplan (vastleggen visie waterbeleid
lange termijn).
Water beheersplan (waterschappen).
Provinciaal Water huishouding plan.
Lozingenbesluit WVO huishoudelijk afvalwater.
Lozingenbesluit Bodembescherming.
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
De aanleg, het beheer en het onderhoud van het
rioolstelsel voldoet aan de normen van het Rijk en de
wettelijke verplichtingen.
Wat hebben we bereikt?
Het rioolstelsel van de gemeente Sint-Michielsgestel
voldoet qua functionele werking en milieubelasting
volledig aan de gestelde normen en eisen van het
Rijk en de wettelijke verplichtingen.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 20102014 is leidend voor het gemeentelijke beleid. In 2015
zal het VGRP worden herzien. In dit document zullen
regionale afspraken worden opgenomen omtrent
samenwerking binnen De Meierij en maatregelen voor
doelmatig water en rioolbeheer op het gebied van
kosten, kwetsbaarheid en kwaliteit.
Wat hebben we daar voor gedaan?
Het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 20102014 is leidend voor het gemeentelijke beleid. In 2015
zal het VGRP worden herzien. In dit document zullen
regionale afspraken worden opgenomen omtrent
samenwerking binnen De Meierij en maatregelen voor
doelmatig water en rioolbeheer op het gebied van
kosten, kwetsbaarheid en kwaliteit.
De riolering en de daarbij behorende installaties zijn
planmatig geïnspecteerd en onderhouden. De in het
VGRP opgenomen activiteiten voor 2013 zijn
uitgevoerd.
Benoemde speerpunten voor 2013
In dit jaar zijn de regionale afspraken vastgelegd om op het gebied van kosten, kwaliteit en kwetsbaarheid
omtrent riool- en waterbeheer te komen tot een hogere doelmatigheid. Een en ander conform de
uitgangspunten vanuit de samenwerking Doelmatig Waterbeheer De Meierij (2011) volgend uit het landelijke
Bestuursakkoord Water.
115
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Door een goed functionerend
rioolstelsel voorkomen we
stank, wateroverlast,
verspreiding van
besmettelijke ziekten en
water- en
bodemverontreiniging.
Alle panden zijn
aangesloten op de
riolering of lozen
hun afvalwater via
een wettelijk
voorgeschreven IBA
systeem.
100%
100%
260
binnen
24 uur
251
Verstopping riool en
drukrioolstoring
8
binnen
1 week
19
Controle functionele
werking riool,
verstopte straatkolk
6
binnen
1 maand
42
Controle functionele
werking riool
Afgekoppeld
hemelwater
9%
9%
Aantal afgekoppelde
panden t.o.v.
aanwezige panden
Rekening
Begroting
Klachtmeldingen
rioolbeheer.
Systeem is in 2011
opgebouwd waarbij
de definities zijn
opgesteld. In 2012
heeft registratie
conform opgestelde
definities
plaatsgevonden.
Rekening
2013
Meetbaar doel
Percentage
aangesloten
panden.
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
2012
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
7.3 Rioolbeheer
Lasten
1.740,8
1.767,0
0,0
1.767,0
1.718,4
48,6
Baten
-1.740,8
-1.767,0
0,0
-1.767,0
-1.718,4
-48,6
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
517,3
489,6
-71,6
418,0
554,2
-136,2
Saldo lasten -/- baten
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
116
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
7.3 Rioolbeheer
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
0
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Werkzaamheden overstortriolen Beekkant en Beekvliet en vuilafvoerstructuur
Theereheide zijn niet uitgevoerd
71
Dekking via egalisatiereserve riolering
71
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Effecten BCF: dit heeft betrekking op de btw-component voor gesloten exploitaties
Lagere opbrengst aan rioolrecht
Hogere storting in de egalisatiereserve riolering (100% kostendekkendheid)
Minder kwijtscheldingen (strenger beleid)
24
40
50
7
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Werkzaamheden afkoppelen riolering Halder
15
Dekking via egalisatiereserve riolering
15
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
30
Overige kleine verschillen:
29
Totaal
176
verklaard verschil
0
117
176
7.4
Milieubeleid
Wat omvat het deelprogramma?
Het deelprogramma omvat het uitvoeren van
algemeen milieubeleid en het uitvoeren en
ontwikkelen van lokaal milieubeleid met betrekking tot
externe veiligheid, bodem, water, lucht, geluid en
duurzame ontwikkeling (klimaatbeleid).
Vergunningverlening Wabo Onderdeel milieu en
milieumeldingen
Relevante beleidsnota’s
Projectenboek duurzaamheidsbeleid 2013 - 2014
Nota Bodembeheer en bodemkwaliteit kaart
Beleid en realisatie
Wat wilden we bereiken?
Optimale Wabo Vergunningverlening (onderdeel
milieu)
Wat hebben we bereikt?
Binnen het Wabo vergunningenproces zijn de (deel-)
processen Wabo milieu en milieumeldingen optimaal
uitgevoerd
Kwalitatief goede uitvoering van milieutaken
Adequate uitvoering van taken die voortvloeien uit de
kadernota milieu, de milieuwetgeving en de Wet
Algemene Bepalingen Omgevingsrecht. Dit om een
veilige en gezonde woon- en leefomgeving in stand te
houden, waarbij veiligheid, het behoud van een goede
milieu kwaliteit en -in algemene zin - duurzaamheid
als leidend principe gehanteerd wordt.
Binnen de personele mogelijkheden en op basis van
het bestaande beleid en wet- en regelgeving en de
operationele vertaling daarvan in het afdelingsplan
zijn de taken adequaat en kwalitatief goed uitgevoerd.
Minder geluidhinder
Sanering conform Wet geluidhinder
De taakuitvoering van het verplicht over te dragen
basistakenpakket milieu is feitelijk gestart vanaf 1
oktober 2013 en formeel (personeelsoverdracht)
vanaf 1 januari 2014. Vanaf 1 oktober 2013 voeren wij
regie over en houden wij toezicht op een adequate
taakuitvoering door de ODBN.
Activiteiten
Wat zouden we daarvoor doen?
Integratie landbouwactiviteiten in Activiteitenbesluit en
voorbereiding op Wet omgevingsrecht
Wat hebben we daar voor gedaan?
Per 1-1-2013 is het besluit landbouw geïntegreerd in
het Activiteitenbesluit. Van het merendeel van de
vergunningplichtige bedrijven vervalt de
vergunningplicht en vallen zij nu onder het
Activiteitenbesluit, waardoor meer het accent is
komen te liggen op toezicht en handhaving. Het
merendeel van de betreffende bedrijven behoort tot
het basistaken-pakket milieutaken, dat door de ODBN
wordt uitgevoerd.
Uitvoering verplichte milieutaken binnen de Regionale
Uitvoerings Diensten (RUD) en oriëntatie op de
uitvoering van de overblijvende milieutaken (PLE1N
samenwerking)
Gedurende een groot deel van 2013 zijn – i.v.m. de
vertraagde oprichting van de Omgevingsdienst – de
milieutaken volgens programma zelfstandig
uitgevoerd. De Ple1n samenwerking is in 2013
doorontwikkeld naar een Meierijsamenwerking. De
focus daarbij is niet komen te liggen op uitvoering van
overblijvende milieutaken, maar op het brede VTH
takenpakket vanuit het perspectief van het door het
Rijk verplicht gesteld Kwaliteitsonderzoek, dat zich
richt op
•
Kritieke massa
•
Proceskwaliteit
•
Inhoud en prioriteiten
Streven naar een integratie van bouwen en milieu
binnen de uitvoering van Wabo
Binnen de vastgestelde beleidskaders (ISVTH) zijn in operationele zin - zoveel mogelijk combinaties
gemaakt en is samengewerkt tussen genoemde
beleidsvelden
118
Uitvoering programma Sanering Wet geluidhinder
(verplichting om A-lijst woningen te saneren)
Maatregelen sanering verkeerslawaai zijn gefaseerd
uitgevoerd en is de aanvraag van een voorbereidingskrediet voorbereid, waarmee geluidsisolerende
maatregelen voor de rest van de gemelde woningen
uitgewerkt kunnen worden.
Benoemde speerpunten voor 2013
•
•
Operationeel maken van / taakoverdracht aan de RUD Brabant Noord uitvoeringsstation ’s-Hertogenbosch van het verplicht over te dragen basistakenpakket milieu:
De ontwikkelingen in de vorming van de omgevingsdienst (voorheen RUD) hebben ertoe geleid, dat er
in september 2013 één Omgevingsdienst Brabant Noord is opgericht. Een groot deel van 2013 is
besteed aan de taakoverdracht van gemeente naar ODBN. Per 1 januari 2014 is één medewerker
(0,9fte) in het kader van de afspraken over uitvoering van de aan de ODBN overgedragen vergunningtaken milieu, formeel in dienst getreden van de ODBN
Duurzaamheidsbeleid vaststellen en uitvoeren (onderdeel van programma 1.1 Groene Gemeente):
Duurzaamheidsbeleid is in 2013 opgesteld en toegelicht in een raadsinformatie-avond. Vervolgens is
het Projectenboek Duurzaamheidbeleid vastgesteld door gemeenteraad in september 2013 en is het
amendement en zijn moties naar aanleiding van de vaststelling beantwoord en uitgewerkt.
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Duurzame ontwikkeling Klimaatbeleid
Verminderen CO2uitstoot, percentage
duurzame energie
opgewekt in
gemeente.
Bedrijfsvoering bij
inrichtingen in
overeenstemming met Wet
milieubeheer en Wabo
Afwikkeling
aanvragen en
meldingen Wet
milieubeheer en
Wabo.
Bodembeheer.
(Historische)
bodemsaneringen.
Begroting
2013
Rekening
2013
2
1*
50
75
1
1
Meetbaar doel
Een nieuw
duurzaamheidsprogramma
vaststellen en
uitvoeren.
*)Vastgesteld. Gestart
met uitvoering
Aantal ingediende
aanvragen of
meldingen (inclusief
meldingen Besluit
bodemkwaliteit) **)
Aantal gevallen van
bodemverontreiniging, waarbij
bodemsanering
noodzakelijk is.
* Betreft verontreiniging zinkassen particuliere erven en gemeentelijke wegen.
** Betreft het aantal milieumeldingen en milieuvergunningaanvragen, dat in 2013 is ingediend. 4 aanvragen
omgevingsvergunning activiteit milieu, 50 meldingen Activiteitenbesluit, 20 meldingen Besluit bodemkwaliteit en 1 melding
Besluit mobiel puinbreken. Toename is het gevolg van het feit dat er meer inrichtingen onder het Activiteitenbesluit zijn komen
te vallen en het indienen van een melding een indieningsvereiste is voor het verkrijgen van een Omgevingsvergunning, activiteit
Bouwen. Het grote aantal meldingen Besluit bodemkwaliteit zijn met name het gevolg van infrastructurele werken rondom ZuidWillemsvaart.
119
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
Begroting
Begrotings-
Begroting
2013
wijzigingen
2013
2012
primitief
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
7.4 Milieu
Lasten
784,2
424,1
26,8
450,9
558,3
-107,4
Baten
-425,5
-1,7
-9,0
-10,7
-94,3
83,6
358,6
422,4
17,8
440,2
464,0
-23,8
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo lasten -/- baten
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
7.4 Milieu
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
24
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Uitgaven voortvloeiend uit subsidie ISV-2 en sanering geluid A-lijst wegverkeerslawaai waren niet
geraamd
46
Als dekking voor de ze kosten vrijval vanuit de reeds ontvangen en gereserveerde subsidie
voor ISV wegverkeerslawaai van de provincie
46
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Project Vlagheidefonds: gemeente voert de administratie voor dit regionale project
Storting op de streekrekening van het Vlagheidefonds
194
194
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead (overgang naar omgevingsdienst uitgesteld)
Overige kleine verschillen:
25
1
Totaal
241
verklaard verschil
265
24
120
Programma 8.
Ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en economische
ontwikkeling
Een zorgvuldige inrichting van het grondgebied van de gemeente, waarin mens, dier, plant en
duurzaamheid optimaal tot ontwikkeling kunnen komen.
Wat omvat het programma?
Deelprogramma’s
8.1 Ruimtelijke ontwikkeling
8.2 Volkshuisvesting
8.3 Economische zaken
8.4 Grondexploitatie
8.5 Grondbeheer
8.1
Portefeuillehouder
H.T.M. van Roosmalen
E.H.J.M. Mathijssen/ A.H.M. Maas
A.H.M. Maas / H.T.M. van Roosmalen
H.T.M. van Roosmalen
A.H.M. Maas
Ruimtelijke ontwikkeling
Wat omvat het deelprogramma?
Het vaststellen van een nieuwe structuurvisie, nieuwe
gedigitaliseerde bestemmingsplannen en overige
ruimtelijke plannen, actualiseren en digitaliseren van
bestemmingsplannen en coördinatie van ruimtelijke
ontwikkelingen met een zo hoog mogelijk
maatschappelijk rendement.
Daarnaast omvat het programma ook de
omgevingsvergunning onderdeel bouwen en slopen.
Relevante beleidsnota’s
Structuurvisie Sint-Michielsgestel 2025;
Structuurvisie Buitengebied (2010);
Woonvisie 2011-2025;
Nota Grondbeleid (2011);
Beleidslijn uitgangspunten toepassing
afwijkingen van het bestemmingsplan ex art.
2.12 lid 1a sub 3 Wabo (2011);
Beleidslijn planologische kruimelgevallen
gemeente Sint-Michielsgestel (2011).
Welstandsnota (2009)
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen
mogelijk maken. Ruimtelijke plannen ontwikkelen voor
een zo groot mogelijk gebied met een logische en
stedenbouwkundige samenhang en een zo ruim
mogelijke flexibiliteit die kunnen voldoen aan zich
wijzigende maatschappelijke omstandigheden.
Ruimtelijke plannen ontwikkelen die digitaal
uitwisselbaar en (intern en extern (burgers))
raadpleegbaar zijn.
Wat hebben we bereikt?
De actualisatie van de ruimtelijke plannen voor de
bebouwde kom is vertraagd vanwege de uitwerking
van de motie Woningbouwprogramma. De
voorbereiding is inmiddels gestart. Omdat de
opdrachtverstrekking in 2014 plaatsvindt, wordt
voorgesteld het daarvoor in 2013 gereserveerde
bedrag van € 75.000 door te schuiven met één jaar.
Er is gekozen voor beheersverordeningen die een zo
groot mogelijk gebied omvatten, bij voorkeur één
verordening per kern.
Alle bestemmingsplannen en de vast te stellen
beheersverordeningen voldoen aan de eisen van
flexibiliteit en digitale uitwisselbaarheid.
Optimale Wabo Vergunningverlening (onderdeel
bouwen)
Wabo: De optimalisering van het Wabo
vergunningenproces is verder ontwikkeld om
binnenkort de aanvragen geheel digitaal te
verwerken.
Welstandsnota: De actualisatie van de welstandsnota
is afgelopen jaar afgewikkeld.
Leges: De terugloop van leges is in eerdere
rapportages gemeld. De terugloop is een gevolg van
de deregulering van de bouwregelgeving en vooral
ook een gevolg van de economische crisis.
121
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
•
Actualisatie van 5 bestemmingsplannen die
ouder zijn dan 10 jaar in de vorm van een
bestemmingsplan of beheersverordening.
•
Bestemmingsplannen voldoen aan de
digitale standaarden voor ruimtelijke plannen
2012.
•
Samenvoegen van bestemmingsplannen tot
uiteindelijk één per kern.
•
Beschikbaar stellen van ruimtelijke plannen
op de landelijke voorziening
www.ruimtelijkeplannen.nl.
•
Implementatie van de nieuwe omgevingswet.
Versterken van de samenwerking met andere
gemeenten (PLE1N+) , waarbij primair wordt ingezet
op beleidsafstemming (gezamenlijk bouwbeleidsplan )
en toetsingsprotocol en verdere uniformering van
werkprocessen.
Wat hebben we daar voor gedaan?
•
De beheersverordening voor de bebouwde
kom van Den Dungen is in voorbereiding.
•
•
•
Alle recente en nog vast te stellen
ruimtelijke plannen voldoen aan de digitale
standaarden.
Bij de in uitvoering zijnde actualisatie van de
ruimtelijke plannen voor de bebouwde
komgebieden is gekozen voor de aanpak dat
de beheersverordening voor de kern Den
Dungen successievelijk wordt aangevuld met
de komgebieden van Gemonde en
Berlicum/Middelrode. Voor het centrum van
Berlicum wordt aan de hand van een nog uit
te voeren DPO bekeken of moet worden
gekozen voor opname in de
beheersverordening of een afzonderlijk
bestemmingsplan.
Alle recente en nog vast te stellen ruimtelijke
plannen zijn digitaal raadpleegbaar op
www.ruimtelijkeplannen.nl.
De nieuwe omgevingswet is
geïmplementeerd.
Op basis van de uitkomsten van een door het Rijk
verplicht onderzoek naar de uitvoeringskwaliteit van
VTH taken zijn de gemeenten (Vught) Haaren, Boxtel
en Sint-Michielsgestel medio 2013 gestart met een
verkenning naar samenwerkingspotentie. De
verkenning moet in de pas lopen met het breed
onderzoek om te komen tot een bedrijfsplan voor een
ambtelijk gefuseerde organisatie in de Meierij.
Door het landelijk verplichte Kwaliteitsonderzoek naar
VTH taken is de focus verlegd van beleidsafstemming
en uniformering naar de 3 hoofdelementen van de
Kwaliteitsmeting:
•
Kritieke massa
•
Proceskwaliteit
•
Inhoud en prioriteiten
Beleidsafstemming is later in het ontwikkelingsproces
van de samenwerking aan de orde. Er is geen
gezamenlijk toetsingsprotocol opgesteld maar wel
door onze gemeente. Deze is in werking.
Benoemde speerpunten voor 2013
•
Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied.
•
Start actualisatie bestemmingsplannen bebouwde kom.
•
Vaststelling bestemmingsplan Beekveld Berlicum.
Stand van zaken:
•
Voor bestemmingsplan Buitengebied
zie programma 1 Groene Gemeente.
•
Met de voorbereiding van de beheersverordening voor Den Dungen is gestart.
•
Het bestemmingsplan Beekveld is in procedure en de vaststelling is gepland medio 2014.
122
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Rekening
2013
Meetbaar doel
Minder administratieve
lasten voor bedrijven en
burgers.
Verbetering van
dienstverlening.
Aantal afgegeven
(geïntegreerde)
Omgevingsvergunningen
(bouwen, wonen,
monumenten,
ruimte, natuur en
milieu)
Wabovergunningen
totaal 445
Wabo
vergunningen
totaal 388 stuks
Activiteiten:
Bouwen 325
Activiteiten:
Lopende
voorbereid.
plannen 23
Bouwen 174
Sloop(melding):
100
Afwijking best.
plan 22.
Monumenten 8
Kap/Aanleg 42
Brandveiligh. 6
Gebruikswijz. 7
Reclame 6
Aantal verwerkte
aanvragen
omgevingsvergunning conform
de wettelijke
voorschriften.
Slopen 60
Afwijking best.
plan 20
Monum. 10
Kap/Aanleg 25
Brandveil 5
Ruimtelijke kaders
waarbinnen de plaatselijke
samenleving zich zo
optimaal mogelijk kan
ontwikkelen.
Actuele
structuurvisies
Vastgestelde
bestemmingsplannen < 10 jaar
2
2
Actuele ruimtelijke
structuurvisie.
100%
80%
Alle vigerende
bestemmingsplannen zijn
gedigitaliseerd en
< 10 jaar.
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
Restant
2013
budget
definitief
8.1 Ruimtelijke ontwikkeling
Lasten
1.711,5
1.654,4
-328,7
1.325,7
2.194,2
-868,5
Baten
-1.241,8
-964,5
-40,5
-1.005,0
-1.792,7
787,7
469,8
689,9
-369,2
320,7
401,5
-80,8
41,4
0,0
-538,0
-538,0
95,5
-633,5
Saldo lasten -/- baten
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
123
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
8.1 Ruimtelijke ordening
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
81
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Onderschrijding budget bestemmingsplanprocedures
21
Hogere opbrengsten leges bouwvergunningen
78
Dit wordt geëgaliseerd via de reserve bouwvergunningen
78
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
De actualisatie van de komplannen is uitgesteld door gebrek aan capaciteit ten gevolge van
uitwerking motie Woningbouwprogramma.
75
Deze kosten zouden gedekt worden uit de vermogensreserve
75
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead, dit betreft voornamelijk uren van de afdeling Uitvoering voor bestemmingsen facilitaire plannen
109
Uren inclusief overhead ten behoeve van IDOP Gemonde, deze zijn in beginsel subsidiabel
21
Kosten t.b.v. IDOP Gemonde
122
Subsidie IDOP Gemonde
100
Opbrengsten facilitaire overeenkomsten (excl. Kosten uren inclusief overhead)
Overige kleine verschillen:
46
4
Totaal
324
verklaard verschil
405
81
124
8.2
Volkshuisvesting
Wat omvat het deelprogramma?
Het deelprogramma heeft betrekking op het
volkshuisvestingsbeleid.
Relevante beleidsnota’s
Woonvisie 2011-2025;
Verdiepingsslag op de Woonvisie (woningbouwen toetsingskader voor de dorpen, 12 april 2012);
Structuurvisie 2011-2025.
Ontwikkelkader Wonen-Welzijn en Zorg in SintMichielsgestel
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Doel is een gedifferentieerd woningaanbod in de
gemeente Sint-Michielsgestel dat voldoet aan
de wensen en eisen van deze tijd. Vraaggericht
bouwen in plaats van aanbod gericht, met extra
aandacht voor de verschillende doelgroepen zoals
starters, huishoudens met een beperkt inkomen en
senioren.
Wat hebben we bereikt?
Bij nieuwbouwprojecten wordt doorlopend
gestreefd naar een gedifferentieerd
woningbouwprogramma. Het afgelopen jaar zijn
in het project Jacobskamp in Den Dungen ruim
70 woningen in aanbouw genomen. De
oplevering daarvan wordt in 2014 verwacht.
Verder zijn in Den Dungen binnen het project
Hoptuinen in Den Dungen in totaal 8 woningen in
aanbouw genomen of opgeleverd. De precieze
cijfers zijn te vinden in de tabel onder “effecten en
indicatoren”.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
In april 2012 is de Verdiepingsslag op de Woonvisie
vastgesteld, inclusief een Woningbouw- en
toetsingskader en Uitvoeringsnota voor de korte
en lange termijn. Hierin is de behoefte aan (type)
woningen per dorp vastgesteld. De komende
periode worden hierop (indien mogelijk) bestaande
plannen aangepast en nieuwe plannen getoetst.
Verder:
communicatie met de markt verder
uitbouwen;
onze positie in de regio versterken
(samenwerking met regiogemeenten);
sterk inzetten op de koppeling wonen, zorg
en welzijn i.v.m. de toekomstige vergrijzing.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Naar aanleiding van de aangenomen motie van
25 oktober 2012 inzake woningbouw en
grondexploitaties, is op 16 mei 2013 de
uitwerking hiervan vastgesteld. Hierin zijn onder
andere alle woningbouwplannen inhoudelijk en
financieel uitgewerkt, en zijn mogelijke scenario’s
voorgelegd aan de gemeenteraad;
Er is veel energie gestoken in de relatie met de
provincie inzake de woningbouwprogrammering;
In verband met de prioriteit die wordt gegeven
aan het thema Wonen, welzijn en zorg, is
aansluiting gezocht bij de regionale werkgroep
die is geïnitieerd vanuit de provincie;
Met de woningcorporaties Huis & Erf, Kleine
Meierij en Brabant Wonen is op 15 januari 2014
de Samenwerkingsovereenkomst 2014-2018
gesloten, om de samenwerking te verduurzamen
en afspraken voor de toekomst vast te leggen;
We maken ook dit jaar weer deel uit van de
behoeftemonitor die is opgesteld door de
gemeente ’s-Hertogenbosch;
Eind dit jaar is een project opgestart om de
kennis over de woningmarkt in onze gemeente
verder te versterken. Elk half jaar wordt de stand
van zaken van de woningmarkt per dorp in beeld
gebracht.
125
Benoemde speerpunten voor 2013
In het voorjaar van 2013 worden de volgende rapporten (ter kennisgeving) aangeboden aan de raad:
Een verdere verdieping op het gebied van wonen, zorg en welzijn en de behoefte daaraan per dorp.
Dit wordt samen met de kernpartners op dit gebied (zorginstellingen, woningcorporaties e.d.) in het
najaar van 2012 opgepakt;
De Uitvoeringsnota 2013. Hierin wordt de stand van zaken m.b.t. het woningbouwprogramma
omschreven en worden de speerpunten voor het aankomend jaar bepaald.
Aanvullend op de Verdiepingsslag van de Woonvisie is op 17 december het Ontwikkelkader Wonen-WelzijnZorg door het college vastgesteld. Het Ontwikkelkader wordt in het voorjaar van 2014 ter kennisname aan de
raad gestuurd. De Uitvoeringsnota wordt in 2014 geüpdatet.
Effecten & Indicatoren
Hoe gaan we dit meten?
Onderstaande tabel brengt de woningbouwplanning en realisatie in 2013 in beeld. Deze cijfers zijn exclusief
particuliere sloop en nieuwbouw.
In totaal staan er, op basis van de gegevens in de Uitvoeringsnota 2013, tot 2025 nog 1277 woningen op de
planning, waarvan 827 harde (groene) plannen, 285 (oranje) plannen met een principebesluit tot medewerking,
en 109 zachte (rode) plannen. Jaarlijks wordt gemonitord welke plannen daadwerkelijk zijn gerealiseerd en welke
niet (en waarom niet). Dit wordt uitgewerkt in de jaarlijkse Uitvoeringsnota’s voor de woningbouw.
Segment
Gerealiseerd
2013
Begroting
2013
huur
sociaal EGZ (<665)
sociaal MGZ (<665)
vrije sector EGZ (>665)
vrije sector MGZ (>665)
koop
44
95
goedkoop EGZ (<215k)
goedkoop MGZ (<215k)
Middelduur EGZ (215k-350k)
Middelduur MGZ (215k-350k)
Duur EGZ (>350k)
Duur MGZ (>350k)
6
6
11
21
-
24
36
35
-
TOTAAL
44
95
Gereedgekomen projecten 2013:
Sint-Michielsgestel, Parkhagen: 7 woningen
Sint-Michielsgestel, Nieuwstraat: 6 woningen
Berlicum, Schuurkerkpad: 2: woningen
Berlicum, diverse projecten: 2 woningen
Den Dungen, Hoptuinen: 4 woningen
Den Dungen, Jacobskamp: 18 woningen
Den Dungen, Hooidonk: 3 woningen
Buitengebied: 2 woningen
Totaal 44 woningen
In 2013 gestarte projecten; nog niet gerealiseerd:
Sint-Michielsgestel, Parkhagen: 7 woningen
Berlicum: 3 woningen
Den Dungen, Jacobskamp: 43 woningen
Den Dungen, Hooidonk: 3 woningen
Gemonde, ‘t Hof: 5 woningen
Totaal 61 woningen
126
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
8.2 Volkshuisvesting
Lasten
336,9
351,4
-19,0
332,4
338,6
Baten
-303,9
-292,0
-9,0
-301,0
-305,5
4,5
33,1
59,4
-28,0
31,4
33,1
-1,7
-75,4
-75,4
0,0
-75,4
-75,4
0,0
Saldo lasten -/- baten
-6,2
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
8.2 Volkshuisvesting
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
2
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
6
Overige kleine verschillen:
4
Totaal
4
verklaard verschil
6
2
127
8.3
Economische Zaken
Wat omvat het deelprogramma?
Markten en Standplaatsen en Economische
aangelegenheden.
Relevante beleidsnota’s
Standplaatsenbeleid.
Marktverordening.
Nota detailhandel en horeca kern Sint-Michielsgestel.
Horecabeleidsplan.
Ruimtelijke plannen.
Toeristisch-recreatief ontwikkelingsplan.
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Een goed ondernemersklimaat waarbij de relatie
tussen ondernemers en de gemeente wordt versterkt
en meer bereidheid tot samenwerking ontstaat. Op
deze manier wordt er een belangrijke bijdrage
geleverd aan de lokale werkgelegenheid en het
welzijn van de bevolking.
Wat hebben we bereikt?
De relatie tussen ondernemers en gemeente is
versterkt. Er wordt structureel samen opgetrokken in
de uitwerking van visies, plannen, verordeningen,
regelingen en er worden beter onderlinge afspraken
gemaakt zodat beslissingen kunnen rekenen op
groter draagvlak bij ondernemers en beter aansluiten
bij de praktijk.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Het zorgdragen voor een goede bezetting van de
weekmarkten met instandhouding van een
gevarieerde branchering.
Wat hebben we daar voor gedaan?
De weekmarkten zijn conform het gemeentelijk beleid
in stand gehouden met behoud van een gevarieerde
branchering.
-
Verbeteren van de gemeentelijke dienstverlening
naar ondernemers; inrichting diensten en
bedrijvenloket via de website.
Het ondernemersloket is ingericht via de nieuwe
gemeentelijke website.
Deze blijft in ontwikkeling zodat diverse processen en
trajecten waar ondernemers mee te maken krijgen
beter en sneller worden doorlopen.
-
Bewustwording van ondernemersbelangen
binnen de gemeentelijke organisatie verhogen,
zodat beslissingen op groter draagvlak bij
ondernemers kunnen rekenen.
Belangrijke beslissingen voor ondernemers zijn mede
in het ondernemersplatform en andere
overlegstructuren met ondernemers genomen.
Ondernemers konden vrijuit vragen, meedenken,
meedoen en mee beslissingen nemen. Er wordt door
de gemeente al meer vanuit de ondernemer gedacht
met een ‘Ja mits’- houding.
-
Verdere versterking van de organisatiegraad van
ondernemers per branche (o.a. starters,
ZZP’ers, winkeliers, bouwbedrijven) of
geografisch (centrum, bedrijventerrein) zodat er
een goed klankbord ontstaat voor economische
ontwikkelingen binnen de gemeente.
- Er is een speciale startersavond georganiseerd.
- Door fysieke netwerkbijeenkomsten is het
ledenaantal van de ondernemersverenigingen verder
toegenomen in 2013.
- Het bestuur van Ondernemers Vereniging Berlicum
heeft branchespecifieke contactpersonen
aangewezen voor winkeliers, starters/ ZZp’ers,
bedrijventerreinen etc.
- In het proces van de totstandkoming van het
economisch actieplan is besloten dat het
ondernemersplatform uitgebreid wordt met
contactpersonen van de bedrijventerreinen, het
onderwijs en intermediaire organisaties. Hiermee is
de organisatiegraad nog meer versterkt.
128
Benoemde speerpunten voor 2013
Het ondernemersgedeelte van de gemeentelijke website is volledig en actueel zodat ondernemers altijd
gebruik kunnen maken van de dienstverlening en informatievoorziening van de gemeente.
Bereikte organisatiegraad in het centrumgebied.
Bereikte organisatiegraad op bedrijventerrein.
Avond(en) organiseren voor startende ondernemers.
Stimuleren van lokale werkgelegenheid bij bedrijven.
Bovengenoemde speerpunten 2013 zijn opgenomen in het op 14 november 2013 vastgestelde economisch
actieplan 2013 -2018
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Een goed
ondernemersklimaat waarbij
ondernemers de gemeente
als partner ervaren waardoor
er een aanzienlijke bijdrage
wordt geleverd aan de lokale
werkgelegenheid en welzijn
van de bevolking.
Een proactieve
accountmanager
bedrijven, die
regisseert, faciliteert
en ondernemers
ondersteunt.
Deelname in het
ondernemersplatform
Sterkere
ondernemersverenigingen.
Rekening
2013
1
1
9
9
400
Inrichten diensten en
bedrijvenloket via de
gemeentelijke
website
Meetbaar doel
Structurele inzet van
de accountmanager
bedrijven
Dekkingsgraad
aantal
ondernemersorganis
aties in het platform.
Aantal ondernemers
lid van een
ondernemersverenig
ing
415
1
Actuele en volledige
informatie op de
website
1
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
8.3 Economische Zaken
Lasten
151,2
175,9
14,0
189,9
211,1
Baten
-41,8
-48,3
0,0
-48,3
-40,7
-21,2
-7,6
Saldo lasten -/- baten
109,4
127,6
14,0
141,6
170,4
-28,8
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
129
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
8.3 Economische zaken
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
29
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
31
Overige kleine verschillen:
2
Totaal
2
verklaard verschil
31
29
130
8.4
Grondexploitatie
Wat omvat het deelprogramma?
Het deelprogramma omvat (strategische)
grondverwerving en grondexploitatie.
Relevante beleidsnota’s
Nota Grondbeleid.
Rapportage grondexploitaties.
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Door middel van ruimtelijke ontwikkelingen en
grondexploitaties verwezenlijken wij gemeentelijke
doelstellingen op het gebied van volkshuisvesting
(woningdifferentiatie en voldoende betaalbare
woningen), economie (groei werkgelegenheid),
recreatieve voorzieningen en het veiligstellen van
natuurgebieden.
Verder kan de gemeente winstgevende projecten
verevenen met onrendabele projecten in bestaand
stedelijk gebied. Dit past bij onze ambitie om als
initiator en katalysator op te treden bij ontwikkelingen
die vanuit de markt niet of nauwelijks tot stand komen,
bijvoorbeeld bij een forse herontwikkel opgave of de
aanleg van sportvoorzieningen.
Wat hebben we bereikt?
De doelstellingen op het gebied van wonen, werken
en recreatie worden verwezenlijkt door het ruimtelijke
ordeningsbeleid en volkshuisvestingsbeleid.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
De gemeente voert conform de Nota Grondbeleid
voornamelijk een passieve grondpolitiek.
De gemeente verhaalt alle exploitatiekosten
(kostenverhaal). Naast de exploitatiekosten vraagt de
gemeente aan de initiatiefnemer een financiële
bijdrage voor ruimtelijke ontwikkelingen (groen- en
cultuurfonds).
Evalueren en actualiseren van het vastgestelde
prijzenbeleid.
Wat hebben we daar voor gedaan?
De gemeente voert een passieve grondpolitiek.
Anterieure overeenkomsten zijn gesloten waarin
afspraken zijn gemaakt over planning, kwaliteit,
woningdifferentiatie, kosten en financiële bijdragen.
Voor de lopende grondexploitaties voert de gemeente
een actieve grondpolitiek. Het betreft de volgende
plannen: Centrumplan Sint-Michielsgestel, GrinselTriestpad, Milrooijseweg, De Zeelder, Schoolstraat en
Jacobskamp.
Het prijzenbeleid is ongewijzigd vastgesteld.
Benoemde speerpunten voor 2013
In het bijzonder uitvoering geven aan de plannen Jacobskamp en Centrumplan.
Uitvoering is gegeven aan de actieve en facilitaire plannen. In het bijzonder de projecten Centrumplan SintMichielsgestel, Schoolstraat, Jacobskamp en Beekveld.
131
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Rekening
2013
Meetbaar doel
Ruimtelijke ontwikkelingen
met een zo hoog mogelijk
maatschappelijk rendement.
Aantal te verwerven
gronden (per
locatie)
0
0
Verwerven van
gronden op
tenminste twee
locaties t.b.v.
nieuwe
ontwikkelingen.
Ruimtelijke ontwikkelingen
met een zo hoog mogelijk
maatschappelijk rendement.
Aantal
grondexploitaties
6
6
Actief werken met
exploitatieopzetten
bij gebiedsontwikkelingen.
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
8.4 Grondexploitatie
Lasten
5.754,7
17.706,5
-13.460,7
4.245,8
3.822,6
423,2
Baten
-5.597,4
-17.493,7
13.463,8
-4.029,9
-3.790,2
-239,7
157,4
212,8
3,1
215,9
32,4
183,5
2.753,1
1.991,9
-2.763,9
-772,0
-772,8
0,8
Saldo lasten -/- baten
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
132
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
8.4 Grondexploitatie
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
183
De analyse van de grondexploitaties betreft verschillen tussen de werkelijke bedragen 2013 en
begrote bedragen 2013 op basis van de vastgestelde grondexploitaties van 24 oktober 2013.
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Centrumplan:
Minder advieskosten als gevolg van de ontstane vertraging ten aanzien van het Albert Heijn blok.
36
De afrondende werkzaamheden aan de Schijndelseweg worden pas uitgevoerd na realisatie van
het Albert Heijn blok.
100
Grinsel Triestpad:
Doorgeschoven werkzaamheden in kader van het woonrijpmaken.
42
Milrooijseweg:
De Zeelder:
Tot en met 2014 is monitoring van de verontreiniging aan de Sassenheimseweg 10 ivm de sanering
ter plaatse noodzakelijk. In de grondexploitatie De Zeelder is een budget opgenomen voor
eventuele aanvullende saneringskosten. In 2013 is dit niet aan de orde geweest op basis van deze
monitoring.
15
Schoolstraat:
De sloopkosten van de oude Norbertusschool worden conform overeenkomst op een later tijdstip
20
door de ontwikkelaar vergoed.
Jacobskamp:
Advieskosten: als gevolg van discussies met ontwikkelaars is een hogere inzet van adviseurs
noodzakelijk geweest.
34
De eerste gronden van fase 2 zijn eerder dan verwacht getransporteerd (eind 2013 ipv begin 2014).
423
Inbreng boekwaarde oud sportpark is afhankelijk van de sloop. Dit staat nu gepland voor 2014.
155
Verhuizing schuttersgilde in 2014: daarmee verschuift ook de bijdrage naar 2014.
87
Het notarieel transport van een grondtransactie voortvloeiend uit één van de koopovereenkomsten
was gepland eind 2013, wordt begin 2014.
390
De financiële bijdrage in de realisering van het nieuwe sportcomplex Jacobskamp zal gebeuren bij
het afsluiten van het betreffende krediet.
416
De eerste woningen van fase 1 zijn pas in november 2013 opgeleverd. Het woonrijp maken van het
gebied is zodoende pas gestart in december 2013.
602
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead als gevolg van de vertragingen in de diverse grondexploitaties.
Voordelige rente als gevolg van eerdere realisatie van grondopbrengsten en het doorschuiven van
186
57
budgetten naar 2014 en later.
Voorraadmutaties (in verband met sluitende exploitatie).
2.278
Overige kleine verschillen:
6
Totaal
2.515
verklaard verschil
183
133
2.332
8.5
Grondbeheer
Wat omvat het deelprogramma?
Het deelprogramma heeft betrekking op het beheer
van gemeentelijke eigendommen.
Relevante beleidsnota’s
Nota Grondbeleid.
Beleidsnotitie Reststroken.
Rapportage pachtzaken.
Rapportage onrechtmatig grondgebruik.
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Gemeentelijke eigendommen verhuren of verpachten
als daarmee een publiek belang is gediend. Dit doen
we op verantwoorde wijze en tegen een
marktconforme prijs. Eigendommen waarmee geen
publiekbelang is gediend, verkopen we.
Wat hebben we bereikt?
Gemeentelijke gronden zijn verpacht, verkocht en
verhuurd tegen marktconforme prijzen.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Reststroken, waarmee geen publiek belang is
gediend, aanbieden aan de aangrenzende eigenaar.
Tegen wederrechtelijk gebruik van gemeentegrond
treden we op.
Wat hebben we daar voor gedaan?
Pachtgronden
Landbouwgronden in eigendom van de gemeente zijn
verpacht aan agrariërs.
Reststroken
Een aantal reststroken en/of groenstroken zijn
verhuurd of verkocht.
Onrechtmatig grondgebruik
Net als voorgaande jaren zijn weer een aantal
personen die onrechtmatig grond in gebruik hadden
aangeschreven. Om het onrechtmatig grondgebruik te
beëindigen zijn de gronde ontruimd, verhuurd of
verkocht.
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Agrariërs kunnen gronden
pachten tegen vergoeding.
Aantal verpachte
gronden
Begroting
2013
Rekening
2013
Meetbaar doel
14
14
Eenjarige
pachtovereenkomst
en aangaan met
agrariërs.
9
8
Zesjarige
pachtovereenkomst
en aangaan.
Burgers beschikken over
extra tuinoppervlak.
Aantal verkochte
reststroken
5
2
Verzoeken om
reststroken te
kopen, honoreren.
Burgers realiseren een
woning op eigen kavel
Aantal verkochte
bouwkavels
0
0
Bouwkavels
verkopen aan
inwoners.
134
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
8.5 Grondbeheer
Lasten
284,7
180,7
42,9
223,6
170,0
Baten
-238,1
-96,8
-45,0
-141,8
-143,2
1,4
46,7
83,9
-2,1
81,8
26,7
55,1
139,9
0,0
45,0
45,0
55,7
-10,7
Saldo lasten -/- baten
53,6
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
8.5 Grondbeheer
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
55
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead door verschuiving naar andere deelprogramma's
61
Overige kleine verschillen:
6
Totaal
61
verklaard verschil
55
135
6
Programma 9.
Financiën
Een solide en reëel meerjarige exploitatie- en vermogenspositie in relatie tot een evenwichtige
ontwikkeling op alle gemeentelijke beleidsterreinen.
Wat omvat het programma?
Deelprogramma’s
9.1 Budgettaire positie
9.2 Vermogenspositie
9.1
Portefeuillehouder
E.H.J.M. Mathijssen/ A.H.M. Maas
E.H.J.M. Mathijssen
Budgettaire positie
Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Het deelprogramma heeft betrekking op de
budgettaire positie, de risico’s en het
weerstandsvermogen, de lokale heffingen en
treasury.
Financiële verordening gemeente Sint-Michielsgestel
(raadsbesluit november 2011) en geformuleerde
beleidskaders Kadernota 2012. In 2013 worden
uitvoeringsnota’s vastgesteld.
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat hebben we bereikt?
Evenwichtige begroting in relatie tot alle
gemeentelijke beleidsvelden.
Het jaar 2013 wordt afgesloten met een nader te
bestemmen resultaat van € 965.277 positief.
Bij de primitieve begroting werd uitgegaan van een
resultaat van € 928.700 negatief. Het negatieve
resultaat volgens begroting 2013 is als gevolg van
diverse bezuinigingen omgebogen naar een begroot
resultaat van € 363.900 positief na wijziging.
Een analyse van het resultaat van jaarrekening 2013
ten opzichte van begroting 2013 na wijziging is
opgenomen in hoofdstuk 3 van het jaarverslag onder
‘analyse op hoofdlijnen’.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Wat hebben we daar voor gedaan?
Jaarlijks worden in de Kadernota (mei van elk jaar) de
beleidskaders vastgesteld. Hierbij wordt een integrale
afweging gemaakt tussen de (beleids-)wensen en de
financiële positie van onze gemeente.
De gemeenteraad heeft met de vaststelling van de
kadernota 2012 de uitgangspunten en kaders voor de
(meerjaren) begroting 2013 vastgesteld. In de P&Ccyclus is uw raad periodiek geïnformeerd over de
financiële positie en voortgang van te realiseren
ombuigingen en bezuinigingen.
Daarnaast is 2013 een raadsinformatieronde en
raadsinformatieavond georganiseerd, specifiek
gericht op toekomstige ombuigingen op de
gemeentelijke begroting.
136
Benoemde speerpunten voor 2013
Met het vaststellen van de Financiële verordening van de gemeente Sint-Michielsgestel en de Kadernota 2012
en afzonderlijke nota’s (Grondbeleid en grondexploitatie, Subsidies, Verbonden partijen, Inkoop en
aanbesteding) zijn de beleidskaders geformuleerd en vastgesteld.
De beleidskaders hebben betrekking op:
Waarderen en afschrijven, Rente, Reserves, Voorzieningen, Weerstandsvermogen, Lokale heffingen,
Financiering en treasury, Grondbeleid en grondexploitatie, Subsidies, Verbonden partijen, Inkoop en
aanbesteding en Misbruik en oneigenlijk gebruik.
Waar het noodzakelijk is, worden uiterlijk in 2013 uitvoeringsregels vastgesteld.
In 2013 zijn door het college van burgemeester en wethouders uitvoeringsregels vastgesteld voor waardering
& afschrijving van activa en is door het college de geactualiseerde nota inkoop- en aanbestedingen
vastgesteld.
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Evenwichtige begroting in
relatie tot alle gemeentelijke
beleidsvelden.
Een positief
begrotingsbeeld.
Tekort:
€ 928.700
(primitieve
begroting)
Rekening
2013
Overschot
€ 965.300
Meetbaar doel
Positief
exploitatieresultaat.
Overschot:
€ 363.900
(begroting na
wijziging)
Geformuleerde
autonome
ontwikkelingen en
eigen beleid zijn in
de begroting
ingebed.
Terughoudend
toezicht provincie.
Gemiddelde
belasting in onze
provincie per
woonruimte.
Alles ingebed
Ja
Alles ingebed.
Ja
Ja
Ja
Gemeente:
€ 578 (werkelijk
€ 568
Minder dan € 671.
€ 1.400.000
Geen taakstellingen
jaarrekening 2012)
Provincie N-Br:
€ 671 (werkelijk
2012)
Omvang
taakstellingen
structureel.
Dekkingspercentage
door primaire en
secundaire
risicoreserves
Rente risiconorm
€ 1.200.000
Per 2018 obv
Najaarsnota
2013
126%
97,25%
2,4% (dit is
12,1% van de
risiconorm
3,0%
Ofwel:15,2%
van de norm
137
Minimaal
100%
<20%
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
Begroting
2012
2013
Begrotings-
Begroting
wijzigingen
primitief
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
9.1 Budgettaire positie
Lasten
664,8
2.843,8
-1.148,1
1.695,7
1.564,3
131,4
Baten
-28.075,1
-29.633,0
270,5
-29.362,5
-29.167,2
-195,3
Saldo lasten -/- baten
-27.410,3
-26.789,2
-877,6
-27.666,8
-27.602,9
-63,9
-41,0
-737,5
576,5
-161,0
-132,0
-29,0
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
9.1 Budgettaire positie
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
64
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Hogere opbrengst grafrechten
11
Hogere opbrengst toeristenbelasting 2012 (is opgelegd in 2013)
20
Voor 2013 wordt rekening gehouden met een hogere opbrengst van de toeristenbelasting
Hogere opbrengst o.z.b.
7
11
Financieringsresultaat op rente kortlopende geldleningen
108
Financieringsresultaat op rente langlopende geldleningen
18
Financieringsresultaat op doorbelasting kapitaallasten activa
95
Algemene uitkering gemeentefonds:
Nagekomen effecten afrekening Rijk algemene uitkering voorgaande jaren
3
Saldo BCF-effect exploitatie en reservemutatie van gesloten exploitaties afval en riolering
72
Geen onttrekking egalisatiereserve BCF tbv dekking investeringen kostendekkende activiteit riolering
Geen storting in egalisatiereserve BCF voor investeringen in kostendekkende activiteit riolering
60
31
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead, voornamelijk veroorzaakt doordat de belastingen meer aandacht
vergden dan aangenomen was na het ontstaan van Ple1n
39
Overige kleine verschillen:
Overige kleine verschillen product Algemene uitkering
3
Overige kleine verschillen
10
Totaal
212
verklaard verschil
276
64
138
9.2
Vermogenspositie
Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Dit deelprogramma omvat de vermogenspositie.
Financiële verordening gemeente Sint-Michielsgestel
(op basis van art. 212 gemeentewet)
Vastgestelde beleidskaders bij Kadernota 2012
Nota weerstandsvermogen/risicomanagement 2005
Beleid en realisatie
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat hebben we bereikt?
Wij streven naar voldoende vermogen om onze
maatschappelijke doelstellingen te realiseren,
inclusief een solide financiële positie.
Bij de vaststelling van kadernota 2012, waarin
opgenomen de uitgangspunten voor de op te stellen
(meerjaren) begroting 2013, heeft de gemeenteraad
de afweging gemaakt voor welke maatschappelijke
doelstellingen de reserves ingezet worden. Per
deelprogramma komt dit tot uiting in het onderdeel
resultaatbestemming.
Activiteiten
Wat zouden we daar voor doen?
Wat hebben we daar voor gedaan?
Rekening houdende met de verder verslechterde
financiële positie zien wij geen mogelijkheden onze
vermogenspositie te versterken.
In de primitieve begroting 2013 was sprake van een
aanzienlijk tekort. Besluitvorming over terugdringen
van dit tekort heeft voor begroting 2013 geleid tot:
• aanvullende bezuinigingen en:
• inzet van vermogen ter dekking van het
tekort
Het resultaat van 2013 laat het volgende verloop zien
bij (bedragen x € 1.000) :
• de primitieve begroting: € 928,7 tekort
• de begroting na wijziging: € 363,9 positief
• de jaarrekening € 965,3 positief
De inzet van de vermogenspositie voor dekking van
het verwacht e begrotingstekort laat dan het volgende
verloop zien (bedragen x € 1.000):
• de primitieve begroting: € 456 storting
• begroting na wijziging: € 5.657 onttrekking
• jaarrekening werkelijk: € 2.865 onttrekking
(excl. storting resultaat jaarrekening 2012)
Wij willen wel vasthouden aan het geformuleerde
beleid om eventuele (positieve) resultaten op basis
van het vastgestelde beleidskader voor 50% te
storten in de Vrije investeringsreserve ter versterking
van onze vermogenspositie.
Op basis van bestaand beleid wordt bij de
jaarrekening een positief nader te bestemmen
resultaat gestort in de Vrije investeringsreserve.
Benoemde speerpunten voor 2013
De vermogens benchmark wordt niet gezien als doel op zich maar meer als een indicatie hoe wij ervoor staan
in vergelijking met de vermogenspositie van andere gemeenten.
Beoordeling en voorkomen van negatieve reserves in de planperiode.
De indicatie van het vermogen per inwoner is opgenomen in de tabel effecten & indicatoren.
Beoordeling van eventuele negatieve reserves heeft voor boekjaar 2013 plaatsgevonden bij het opstellen van
de jaarrekening. Per einde 2013 zijn geen negatieve reserves aanwezig.
139
Verloop van de reservepositie
In onderstaande tabel is het verloop van de reservepositie opgenomen. De tabel geeft informatie over
het verloop van de reservepositie en een vergelijking met de benchmark ‘vermogen per inwoner’. Voor
het jaar 2013 wordt een norm van € 1.285 per inwoner gehanteerd.
Per einde 2013 wordt een vermogen van € 1.153 gerealiseerd. Dit is lager dan het gemiddelde
vermogen van € 1.285 per inwoner van gemeenten in de grootteklasse 20-50.000 inwoners.
Verloop van de reservepositie
Stand per 31 december
Bedragen in € 1.000
Rekening Rekening
2012
2013
2014*
2015*
2016*
2017*
2018*
Risicoreserve (primair)
Vermogensreserve (sec.)
Totaal risicoreserves
4.410
6.346
10.756
4.410
3.950
8.361
4.410
3.438
7.849
4.410
4.480
8.890
4.410
4.205
8.615
4.477
4.005
8.481
4.611
3.805
8.415
Vrije investeringsreserve
Overige reserves
Rekeningresultaat
1.713
21.078
756
2.935
20.142
965
3.553
18.634
3.106
18.071
2.000
15.857
1.126
15.286
800
15.076
Totaal vermogenspositie
34.302
32.403
30.035
30.067
26.472
24.893
24.291
# inwoners
28.040
28.111
28.141
28.171
28.201
28.231
28.261
1.223
1.501
82%
1.153
1.285
90%
1.067
1.285
83%
1.067
1.285
83%
939
1.286
73%
882
1.286
69%
860
1.277
67%
Vermogen per inwoner:
Benchmark:
%-age t.o.v. benchmark
* Voorlopige berekening ten behoeve van de Kadernota 2014 bijgewerkt tot versie d.d. 21 februari 2014
Reservepositie per einde boekjaar
Jaarrekening 2013 wordt afgesloten met een nader te bestemmen resultaat van € 965.300 positief.
Vanuit begroting 2013 (en nadien verwerkte begrotingswijzigingen) heeft in jaarrekening 2013 al voor
een deel van de resultaatbestemming plaatsgevonden: de mutaties in de reserves.
In jaarrekening 2013 bestaat de verwerkte resultaatbestemming uit:
Storting in de reserves:
Storting rekeningresultaat 2012 in de reserves:
Onttrekking uit reserves:
Saldo mutatie reservepositie:
€ 2.808.911 (ten laste van de exploitatie)
€ 756.581
€ -5.674.058 (ten gunste van de exploitatie)
€ -2.108.566 Afname
Dit betekent per einde boekjaar per saldo een afname van de reservepositie ten gunste van de
exploitatie.
Voor een nadere toelichting over de resultaatbestemming verwijzen wij u naar het onderdeel
jaarrekening 2013 waarin opgenomen een toelichting op het verloop van de reserves en de
resultaatbestemming bij de (deel)programma’s in het onderdeel jaarverslag.
140
Vermogensbenchmark
In het beleidskader voor reserves & voorzieningen is de doelstelling opgenomen voor de beoordeling
van de vermogenspositie. Het realiseren van vermogen is daarbij niet tot een specifieke doelstelling
benoemd. Uitgangspunt in het beleidskader is om, zoveel als mogelijk, een vergelijkbare vermogensontwikkeling met gemeenten uit dezelfde grootteklasse te realiseren. De vermogensbenchmark is
daarbij informatief van aard.
Onderstaande tabel geeft de vergelijking weer tussen het gerealiseerde vermogen per inwoner en de
benchmark ‘vermogen per inwoner van grootteklasse 20-50.000 inwoners’.
Vermogensvergelijking
Eigen vermogen per inwoner
1.600
1.500
1.400
1.300
Bench gemeenten 20.000-50.000
inwoners
1.200
Gemeente Sint-Michielsgestel
1.100
1.000
900
800
Einde jaar
Uit de grafiek valt te concluderen dat de vermogensontwikkeling van onze gemeente achterblijft bij de
vermogensontwikkeling van gemeenten in de grootteklasse 20-50.000 inwoners.
Hierbij dient echter te worden opgemerkt dat de benchmarkgegevens van gemeenten 20-50.000
inwoners zijn weergegeven zijn op basis van extrapolatie van gegevens uit 2012, waar het vermogen
per inwoner van onze gemeente is gebaseerd op actuele inzichten van onze reservepositie volgens
de meerjarenbegroting 2014 en de gegevens van kadernota 2014.
141
Effecten & Indicatoren
Maatschappelijk effect
Indicator
Begroting
2013
Rekening
2013
Meetbaar doel
Voldoende vermogen om
onze maatschappelijke
doelstellingen te realiseren,
inclusief een solide financiële
positie.
Eigen vermogen per
inwoner
’13: € 1.124
€ 1.153
Informatief
73%
90%
Vergelijking met
Nederland en
vergelijkbare
gemeenten
2013: 87%
98,5%
Maximaal 75%
Redelijk*)
Zwak **)
Sterk
Sterk
Sterk
Redelijk*)
Zwak **)
Sterk
Sterk
Sterk
Sterk
Sterk
Sterk
Sterk
Sterk
Jaarschijfpercentage ten
opzichte van de
benchmark
Structurele inzet
bespaarde rente ten
gunste van de
exploitatie
Functies van de
reserves:
Risicofunctie
Bestedingsfunctie
Financieringsfunctie
Inkomensfunctie
Egalisatiefunctie
*De omvang van de algemene risicoreserve (de primaire risicoreserve) is niet afdoende om de geïnventariseerde risico’s
volledig af te dekken. De primaire en secundaire risicoreserves samen zorgen voor een dekking van 97,25% van het
risicobeslag. Een uitgebreide toelichting is opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen.
**Op basis van actuele gegevens over de benchmark en reserves zoals opgenomen in de tabel reservepositie.
Wat heeft het gekost?
Bedragen x € 1.000
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
2013
Rekening
2013
Restant
budget
definitief
9.2 Reserve positie
Lasten
Baten
Saldo lasten -/- baten
232,5
235,6
-201,9
33,7
32,4
1,3
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
232,5
235,6
-201,9
33,7
32,4
1,3
231,8
233,4
-201,9
31,5
31,5
0,0
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
Saldo:
142
Financiële toelichting en analyse op hoofdlijnen
9.2 Vermogenspositie
Alle bedragen x 1.000 euro.
Voordelig
Nadelig
Redenering rekening ten opzichte van de begroting
Saldo ten opzichte van de begroting
1
Eenmalig beschikbaar gesteld:
Eenmalige afwijking op structureel budget:
Structurele afwijking op structureel budget:
Afwijking door overheveling incidenteel budget naar volgende dienstjaar:
Overige afwijkingen:
Uren inclusief overhead
1
Overige kleine verschillen:
Totaal
1
verklaard verschil
1
143
0
144
7. De paragrafen
A. Lokale heffingen
B. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
C. Onderhoud kapitaalgoederen
D. Financiering
E. Bedrijfsvoering
F. Verbonden partijen
G. Grondbeleid
145
Paragraaf A. Lokale heffingen
De paragraaf lokale heffingen biedt een overzicht van het beleid voor de lokale lasten. Rekening
houdend met de geldende voorschriften ingevolge het Besluit begroting en verantwoording
gemeenten en provincies (BBV) komen achtereenvolgens de volgende aspecten aan de orde.
1. Geraamde inkomsten
2. Beleid voor de lokale heffingen
3. Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen
4. Lokale lastendruk
5. Kwijtscheldingsbeleid
Algemeen
De gemeente draagt een maatschappelijke verantwoordelijkheid om te voorkomen dat de
gemeentelijke belastingdruk als geheel en/of de jaarlijkse stijgingen afzonderlijk de als zodanig
aanvaardbare normen overschrijden en leiden tot negatieve beeldvorming. De normen als zodanig
worden bepaald door het tijdsbeeld.
Samenwerking
Per 1 januari 2012 is de samenwerking PLE1N-belastingen operationeel. Deze werkeenheid is
ondergebracht bij de gemeente Sint-Oedenrode. De aanslagoplegging en invordering van de
volgende belastingen zijn ondergebracht in de werkeenheid:
•
Onroerende zaakbelastingen
•
Hondenbelasting
•
Toeristenbelasting
•
Rioolheffing
•
Afvalstoffenheffing
De voorgenomen harmonisatie van aanslagoplegging, invorderingsregels en kwijtscheldingsregels
heeft niet plaatsgevonden. De overgang naar één heffingenpakket om een geïntegreerde
aanslagoplegging te realiseren is in 2013 niet gerealiseerd. Hiernaast is in 2013 besloten om de
invordering van de afvalstoffen en het rioolrecht tot nadere besluitvorming te handhaven door deze te
beleggen bij Brabant Water en niet mee te laten lopen bij de aanslagoplegging zoals deze door Ple1n
belastingen wordt opgelegd. De overgang naar een een-aanslagoplegging zal hierdoor voorlopig niet
gerealiseerd worden.
1.
Inkomsten
Omschrijving
In €
Gerealiseerde Geraamde
inkomsten
Inkomsten *)
2013
Onroerende
zaakbelastingen
Hondenbelasting
Toeristenbelasting
Toeristenbel.afwikkeling ’12
Afvalstoffenheffing
Rioolheffing
Bouwleges
Secretarieleges
Marktgelden
4.336.639
103.781
69.800
20.544
1.479.779
1.703.531
544.522
375.536
40.667
4.356.500
105.000
62.600
Totaal
8.674.799
8.788.200
*) na wijzigingen
146
1.591.000
1.743.800
467.000
416.400
45.900
2.
Beleid voor de lokale heffingen
Op 10 november 2011 heeft de gemeenteraad de “Financiële verordening gemeente SintMichielsgestel” vastgesteld. Hierin is vastgesteld dat de gemeenteraad in het eerste jaar na aanvang
van een nieuwe raadsperiode - of zo spoedig mogelijk daarna - in de kadernota de (bijgestelde)
beleidskaders en regels vaststelt, als bedoeld in artikel 212 van de gemeentewet. Deze beleidskaders
zijn voor de eerste keer in de Kadernota 2012 opgenomen en vastgesteld.
Ten aanzien van de verschillende belastingen zijn de volgende kaders gesteld en van toepassing voor
de Begroting 2013:
De tarieven Onroerende zaakbelastingen worden gebaseerd op een opbrengstentaakstelling. De
opbrengst werd voor 2013 met 3,5% verhoogd. Door waardedalingen stegen de tarieven procentueel
meer om de taakstellende opbrengst te kunnen realiseren. De feitelijke tariefsverhoging bedroeg voor
woningen 11,3% en voor niet-woningen 18.5%:
Macronorm
Op basis van regelgeving mag de macro-opbrengststijging voor de OZB voor het jaar 2013 3% (bron:
meicirculaire 2013) bedragen. De feitelijke opbrengststijging bedroeg 5,65%. Deze afwijking wordt
voornamelijk veroorzaakt door effecten van areaaluitbreiding, verschuivingen tussen woningen en
niet-woningen en effecten uit gemengd gebruik van objecten.
De tarieven Hondenbelasting zijn met 2% verhoogd en passen binnen/sluiten aan op het landelijke
beeld.
Het tarief Toeristenbelasting was gebaseerd op het gemiddelde tarief Toeristenbelasting in
Nederland.
In 2013 is het tarief echter op landelijk niveau met 10% gestegen. Deze stijging is niet in het tarief
2013 opgenomen. Een nader onderzoek wordt opgestart.
De tarieven Afvalstoffenheffing zijn gebaseerd op het bijgestelde tarievenbeleid en is van toepassing
voor de jaren 2013-2023.
Het tarief Rioolheffing is verhoogd met het inflatiepercentage van 2% en gebaseerd op het in mei
2012 vastgestelde GRP.
De grondslagen die voortvloeien uit toepassing van de legesverordening zijn maximaal
kostendekkend.
De leges bouwvergunningen (omgevingsvergunningen) worden geëgaliseerd ten opzichte van de
hiervoor begrote bedragen. Begrotingstechnisch is de raming voor het jaar 2013 bijgesteld.
147
3.
Overzicht op hoofdlijnen diverse heffingen
Hieronder wordt een overzicht gegeven van het verloop van de tarieven en de basis van de in de
Begroting 2013 verwerkte opbrengsten.
Alle tarieven in €
Belasting
Besluit tarieven
2013
Hondenbelasting
Voor de eerste hond
Voor elke tweede en volgende hond
Per kennel voor geregistreerde
honden bij de raad van beheer op
kynologisch gebied in Nederland
Raad 25-12-2012
Toeristenbelasting per persoon
Per overnachting
Groepen > 10 personen 12-18 jaar
Groepen > 10 personen 0-12 jaar
Raad 25-12-2012
Afvalstoffenheffing:
- basisbedrag
- incidentele korting basisbedrag
- per lediging 60 liter container
- per lediging 140 liter container
- per lediging 240 liter container
- appartementencomplex
Raad 25-12-2012
Rioolrecht:
- basisbedrag
- bedrag per m3 verbruikt water
Raad 25-12-2012
Onroerende zaakbelastingen
als percentage van de WOZ-waarde:
tarief gebruiker niet-woningen
tarief eigenaar woningen
tarief eigenaar niet-woningen
2013
46,20
67,92
227,40
1,38
0,21
0,12
131,72
50,001,45
3,38
5,80
99,12
113,28
0,33
Raad 9-2-2013
0,07810
0,10794
0,12485
148
4.
Lokale lastendruk
Bij de beoordeling van de gemiddelde belastingdruk worden de Afvalstoffenheffing, de Rioolheffing
onderdeel woningen en de Onroerendezaakbelasting woning betrokken. Het gemiddelde wordt
gebaseerd op het aantal woonruimten in de gemeente.
Tenzij bij afzonderlijk raadsbesluit hiervan wordt afgeweken, mag de lokale lastendruk niet meer
bedragen dan het gemiddelde in de provincie Noord-Brabant.
Belastingdruk 2013:
De belastingdruk voor Noord-Brabant bedroeg : Laatst bekende gegevens Coelo 2011: € 681 (er zijn
(nog) geen cijfers bekend over de jaren 2012 en 2013).
De belastingdruk voor onze gemeente bedroeg in 2013: € 568 per woonruimte
Grondslag: 11.839 woonruimten (bron: CBS juni 2013) en opbrengst woningen € 6.732.555.
e
In Nederland staat onze gemeente op basis van alle vergeleken belastingen op de 149 plaats (bron:
Coelo digitale atlas 2013). Hierbij is plaats 1 de gemeente met de laagste lokale lasten.
5.
Kwijtscheldingsbeleid
Het gemeentelijke kwijtscheldingbeleid is vastgelegd in de Leidraad Invordering gemeentelijke
heffingen 2010. Vanaf het belastingjaar 2011 is er sprake van geautomatiseerd verleende
kwijtschelding. Dat wil zeggen dat diegenen, die in 2012 kwijtschelding kregen, voor de belastingjaren
2011 en 2012 óók automatisch kwijtschelding krijgen voor 2013. Dit echter onder het voorbehoud dat
in periode 01-01-2013 tot en met 31-12-2015 een herbeoordeling kan plaatsvinden indien:
in deze periode een inkomen boven bijstandsniveau is verkregen of de financiële situatie is
verbeterd;
de gezinssamenstelling wijzigt;
men binnen een jaarlijkse, steekproefsgewijze controle valt.
e
In de 1 twee gevallen is men verplicht dit te melden.
Mede door een bijstelling van de wettelijke maxima (norm maximaal 110% in plaats van 120% van het
bijstandsniveau) zijn er minder aanvragen gehonoreerd in 2013.
Voor 2013 bedroeg het aantal kwijtscheldingen 86 waarvan ook 6 voor de hondenbelasting (geraamd
op 130, waarvan +/- 15 ook voor de hondenbelasting) .
De kwijtscheldingsbedragen 2013:
Belastingsoort
Werkelijk
Geraamd
Hondenbelasting:
Afvalstoffenheffing:
Rioolheffing:
€
231
€ 13.529
€ 12.193
€
700,€ 48.600,€ 19.000,-
149
Paragraaf B. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Het beleid
Op 10 november 2011 heeft de gemeenteraad de “Financiële verordening gemeente SintMichielsgestel” vastgesteld. Hierin is opgenomen dat de gemeenteraad in het eerste jaar na aanvang
van een nieuwe raadsperiode – of zo spoedig mogelijk daarna – in de kadernota de (bijgestelde)
beleidskaders en regels vaststelt, als bedoeld in artikel 212 van de gemeentewet. Op basis van die
vastgestelde beleidskaders en regels draagt het college zorg voor de uitvoering. Uitvoeringsnota’s
worden ter kennisname aan de gemeenteraad gebracht.
Wat is een risico
In de literatuur en in de praktijk zijn er verschillende opvattingen over wat een risico is. Het is dan ook
noodzakelijk om een eenduidige definitie te geven. Voor de risicoanalyse wordt er vanuit gegaan dat
een risico bestaat uit drie elementen:
•
•
•
Gebeurtenis: activiteit of gegeven met (financiële) gevolgen
Kans: de inschatting of deze gebeurtenis zich zal voordoen
Effect: de consequentie(s) van het optreden van het risico
Risico: Het verschil tussen uitgangspunten en de afwijking op die uitgangspunten dat zich, gegeven
een bepaald reëel scenario, op termijn kan voordoen.
Het risicomanagement
Met betrekking tot het risicomanagement zijn de volgende doelstellingen geformuleerd:
a. de continuïteit van de bedrijfsvoering binnen de gemeente waarborgen;
b. het voorkomen en beheersbaar maken van calamiteiten;
c. bescherming van de vermogenspositie van de gemeente;
d. de verzekerbaarheid van de gemeente garanderen en/of vergroten en
e. het beschermen van het imago van de gemeente.
Inmiddels zijn stappen gezet voor de verdere ontwikkeling van het risicomanagement. De stappen die
eerder geformuleerd zijn, bestaan uit de volgende fasen:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
risico-inventarisatie opstellen;
analyseren en beoordelen van risico’s;
risicoprofiel van de gemeente opstellen;
verdieping op specifieke risicogebieden;
risicobeheer uitvoeren met gekozen maatregelen;
verzekeringsbeleid bepalen;
invullen van het organisatorische kader en
implementatie.
Al bij de presentatie van de nota “weerstandsvermogen en risicomanagement 2005” is een aanzet
gemaakt om de bekende risico’s weer te geven en te beheersen. Ook in 2013 wordt invulling gegeven
aan de realisering van de verschillende fasen, te weten:
Periodiek worden de risico’s geïnventariseerd en in een risicomatrix opgenomen en bewaakt. Deze
matrix ziet er als volgt uit:
Beoordeling gebied
Omschrijving voorval
Gevolgen
Frequentie
Verantwoordelijke
Maatregel
Op basis van de geformuleerde uitgangspunten zijn de risico’s gekwantificeerd en gekwalificeerd. Het
weerstandsvermogen is in relatie gebracht met de omvang van de risico’s.
150
Het weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen wordt omschreven als het vermogen om financiële risico’s op te kunnen
vangen om zo het structurele takenpakket (het bestaande beleid, de normale bedrijfsvoering) van de
gemeente te kunnen voortzetten. Het gaat hierbij om de waarborgen van de continuïteit. De gevolgen
van nieuw beleid vallen hier niet onder. Het minimale weerstandsvermogen bestaat uit de relatie
tussen weerstandscapaciteit en de risico’s waarvoor geen voorzieningen of bestemmingsreserves zijn
gevormd. Het minimale of gewenste weerstandsvermogen is vaak een politieke keuze.
Beleidskader
Voor het percentage risicodekking wordt in meerjarig perspectief naar een dekking van minimaal
100% gestreefd.
Het primaire weerstandsvermogen:
De Algemene (risico)reserve.
Het secundaire weerstandsvermogen: De Vermogensreserve.
Beleidskader
Het streven is om het risicobeslag te kunnen dekken door het primaire weerstandsvermogen. Omdat
dit nog niet mogelijk is, kan/mag gebruik gemaakt worden van het secundaire weerstandsvermogen.
Weerstandscapaciteit.
De weerstandscapaciteit bestaat uit de incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Bij de
incidentele capaciteit gaat het om de mogelijkheid tot opvangen van calamiteiten en eenmalige
tegenvallers zonder dat het invloed heeft op voortzetting van taken op het vastgestelde niveau.
Met de structurele capaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om
tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen zonder dat dit ten koste gaat van uitvoering van de
bestaande taken.
De volgende middelen worden tot de weerstandscapaciteit gerekend:
*
Incidenteel:
post onvoorzien, algemene (risico) reserve en stille reserves
*
Structureel:
eventuele begrotingsruimte en onbenutte belastingcapaciteit.
Post Onvoorzien
Een eventueel exploitatieresultaat wordt in overeenstemming met bestaand beleid gestort in de Vrije
Investeringsreserve.
Stille reserves
In theorie behoren de stille reserves tot de weerstandscapaciteit. Met vaststelling van de vorige nota’s
reserves & voorzieningen is besloten om de stille reserves niet langer tot de weerstandscapaciteit te
rekenen om o.a. de volgende redenen:
De waardering van de stille reserves is vaak discutabel en op basis van schattingen
Stille reserves zijn vaak niet op korte termijn in geld om te zetten.
Deze argumenten zijn nog steeds van toepassing. Om deze reden wordt in deze herziening van het
beleidskader geadviseerd om dit beleidskader ongewijzigd voort te zetten.
Onbenutte belastingcapaciteit
Toen de gemeente Sint-Michielsgestel een bovengemiddelde belastingheffer was, was als doelstelling
geformuleerd: een gemiddelde belastingheffer te zijn in Noord-Brabant. Nu Sint-Michielsgestel onder
dat gemiddelde is beland wil de gemeente dit niveau vasthouden en/maar zeker niet hoger uitkomen
dan het Brabants gemiddelde. Tot het Brabantse gemiddelde is er een belastingcapaciteit van
ongeveer € 500.000,00. Deze wordt achter de hand gehouden ten behoeve van eventuele
crisismaatregelen. Daarmee wordt, voor de weerstandscapaciteit, de ruimte van de onbenutte
belastingcapaciteit eigenlijk teruggebracht tot nul.
Beoordeling weerstandsvermogen
Het primaire weerstandsvermogen bedroeg per 31 december 2013: € 4.410.000,00. Het secundaire
weerstandsvermogen bedroeg per 31 december 2013: € 3.950.000,00 De benoemde risico’s zijn
gekwantificeerd en gekwalificeerd. De risico-omvang wordt becijferd op € 8.596.000,00.
151
Conclusie
De benoemde risico’s kunnen niet in zijn geheel opgevangen worden door het primaire en secundaire
weerstandsvermogen. Het totaal benoemde weerstandsvermogen is niet op niveau.
Door de gemeenteraad is de Algemene reserve aangemerkt als primair weerstandsvermogen. De
Vermogensreserve is aangemerkt als secundair weerstandsvermogen.
Het dekkingspercentage bedraagt 97,25. Het uitgangspunt is 100% dekking. Dit wordt veroorzaakt
door de afname van de Vermogensreserve. € 1.000.000,00 is overgeheveld naar de Vrije
Investeringsreserve. De winsten op de grondexploitatie zijn lager dan in eerdere instantie werd
aangenomen. Bij de kadernota 2013 is € 1.000.000,00 onttrokken in verband met de bevriezing in
tranche 5 en 6. Om weer op het gewenste niveau van 100% te komen verdient de versterking van de
Vermogenspositie in de komende jaren extra aandacht.
Weerstandsvermogen telkens per 1 januari van het jaar:
Bedragen in € 1.000
% van
% van
het
het
risico
risico
2013
2014
Risicoreserve
4.410 52,34
4.410 44,57
Vermogensreserve
6.346 75,31
3.950 39,92
10.756 127,65
Totaal
97,25
8.360
% van
het
risico
2015
4.410
3.438
44,57
34,75
7.848
91,30
% van
het
risico
2016
4.410
4.480
44,57
44,28
8.890 103,42
Een overzicht van het verloop van alle reserves en voorzieningen –inclusief toelichting- is opgenomen
in het ter inzage liggende bijlagenboek.
Kwalificering en kwantificering van de risico’s
Zoals in de nota “weerstandsvermogen en risicomanagement 2005” is beschreven, hebben de
volgende uitgangspunten aan de kwalificering en kwantificering ten grondslag gelegen:
* Kwalificatie van de risico’s volgens een laag/midden en hoog risicoprofiel;
Om tot een kwalificatie te kunnen komen worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Hoog risicoprofiel:
Het risico heeft zich vanaf 2003 tot heden meer dan 2 keer voorgedaan en er
zijn verwachtingen/prognoses dat het risico zich ook na 2013 zal voordoen
.
Midden risicoprofiel: Het risico heeft zich vanaf 2003 tot heden wel voorgedaan. Er zijn geen
concrete verwachtingen dat het risico zich na 2013 zal voordoen.
Laag risicoprofiel:
1.
2.
3.
Het risico heeft zich van vanaf 2003 niet voorgedaan maar kan niet worden
uitgesloten.
Gelet op het ontbreken van voldoende structurele middelen worden de risico’s financieel
vertaald in incidentele omvang;
Risico’s met een structureel karakter nominaal baseren op een periode van 6 jaren en hierbij
uitgaan van de stelling dat na die periode structurele dekkingsmiddelen beschikbaar zullen
zijn;
Het noodzakelijke weerstandsvermogen baseren op de kwantificering van de risico’s rekening
houdende met de kwalificatie en weging van die risico’s (laag 25%, midden 50% en hoog
75%).
Het totale gekwantificeerde noodzakelijke weerstandsvermogen wordt becijferd op ongeveer € 8,6
miljoen. Dit geeft een dekkingspercentage van 97%.
Dit kan als volgt worden onderbouwd:
152
Benoeming en bepaling omvang van de risico’s:
Op grond van de in de nota “weerstandsvermogen en risicomanagement 2005” geformuleerde
uitgangspunten zijn risico’s geïnventariseerd, gekwalificeerd en gekwantificeerd.
Risico kwantificering en kwalificatie jaarrekening 2013
Programma
Deelprogramma
Laag
Midden
3.400.000
1.500.000
Hoog
Product
Algemeen
Taakstellingen
Burger, bestuur en bedrijfsvoering
4 4.2 1 Wisseling bestuur
4 4.4 1 Ontwikkelingen strategisch beleid
4 4.5 1 Algemene prijsontwikkeling
4 4.7 1 Ziekterisico's
4 4.7 2 Civiele procedures
4 4.7 3 Aansprakelijkheid eigenaar
4 4.7 4 Onderhoud gebouwen
4 4.7 5 Onderhoud- en beheersplannen
4 4.7 6 Eerder realiseren investeringen
div.
p.m.
p.m.
1.200.000
700.000
p.m.
100.000
1.126.000
1.000.000
Educatie, cultuur en welzijn
5 5.1 1 Huisvesting onderwijs
606.000
RO, VHV en economische aangelegenheden
8 8.1 1 Planschade claims
211
601
881
622
625
625
627
651
661
307
p.m.
501
Financiën
9
9
9.1 1 Algemene uitkering
9.1 2 Garanties instellingen/verenigingen
Div. Div.
Gemeenschappelijke regelingen
2.500.000
750.000
650.000
600.000
Omvang benoemde risico's
Div.
6.932.000
4.000.000
Wegingsfactoren risico’s
25%
50%
Gewogen risico-omvang
1.733.000
2.000.000
8.4 2 Grondexploitatie
3.200.000
75%
2.400.000
2.463.000
Totaal
8.596.000
153
870
883
771
Taakstellingen:
De door de raad vastgestelde ombuigingsoperatie is ter uitwerking in handen gesteld van het college.
De taakstellingen dienen gerealiseerd te worden op de navolgende onderdelen:
• Personeel
• Reguliere budgetten
• Bestaand beleid
• Saneren subsidies
• Overig
Risicoprofiel: laag/midden
Omvang van het risico € 4.900.000,00
(2013 – 2018)
Programma Burger, Bestuur en Bedrijfsvoering
4.2
01: Wisseling van bestuur en nabestaandenverplichtingen
Wisselingen van het bestuur kunnen leiden tot wachtgeldverplichtingen. Voor de lopende
verplichtingen zijn financiële middelen beschikbaar. Voor nieuwe gevallen is geen budget
beschikbaar.
Risicoprofiel: laag.
Omvang van het risico p.m.
4.4
01: Ontwikkeling strategisch beleid
Een nieuwe visienota 2025 wordt samengesteld. Nieuw beleid wordt niet als risicofactor aangemerkt..
Risicoprofiel: laag.
Omvang van het risico p.m.
4.5
01 Beheersing van de prijsontwikkelingen
Het gemiddelde inflatiepercentage van de afgelopen jaren bedraagt 2,3%. In de meerjarenbegroting
2013 is rekening gehouden met een percentage van 0. De afwijking ten opzichte van de raming van
2,3 % geeft een structureel effect van € 200.000,00. Het risico bedraagt 6 x € 200.000,00
De vigerende CAO heeft een looptijd tot 1-1-2013. Onderhandelingen zijn gaande. De uitkomsten
kunnen wij op dit moment niet inschatten. Daarom ramen wij dit risico pro memorie.
Risicoprofiel: hoog.
Omvang van het risico € 1.200.000,00
4.7
01 Ziekterisico's
De gemeente kent als werkgever het zogenaamde eigen risico bij ziekte, dat wil zeggen dat bij
langdurige ziekte van personeel de doorbetaling van salaris voor rekening van de gemeente komt.
Normaal ziekteverzuim (± 4%) is binnen de planning van de werkzaamheden opgevangen.
Bovenmatig ziekteverzuim ± 1% (met gedeeltelijke vervanging) wordt opgevangen binnen het budget
incidentele loonruimte.
Voor de eventuele vervanging van langdurig ziek personeel zijn geen middelen gereserveerd.
Mede door een aangescherpt ziekteverzuimbeleid wordt het risico kleiner. Het totale ziekteverzuim
wordt geschat op 6-7%
In 2013 bedroeg het ziekteverzuimpercentage 6,52% (2012: 6,92%). Hierdoor is 1,0 -2,0% niet
gedekt. Ofwel 154 fte a € 55.000 * 1, 375% * 6 jaren.
Risicoprofiel: hoog.
Omvang van het risico € 700.000,00
4.7
02: Civiele procedures
Naar verwachting zijn er op jaarbasis 10-15 claims. Het risico wordt p.m. geraamd
Er waren in 2013 geen claims in behandeling. De 2 jaren daarvoor ook niet.
Risicoprofiel: midden
Omvang van het risico p.m.
154
4.7
03: ·Aansprakelijkheid als eigenaar
Gelet op de maatschappelijke ontwikkelingen moeten we er van uitgaan, dat de gemeentelijke
overheid als eigenaar, onderhoudsplichtige en dergelijke steeds vaker geconfronteerd wordt met
aansprakelijkstellingen.
De gemeente heeft een verzekering afgesloten tegen Wettelijke Aansprakelijkheid.
In 2013 zijn wij 34 (2012: 39) maal aansprakelijk gesteld.
Risicoprofiel: hoog.
Omvang van het risico € 100.000,00
4.7
04 Onderhoud gebouwen
Op basis van de nieuwe meerjarenplanning (eind 2009) zijn de voorzieningen op niveau. Periodiek zal
beoordeeld moeten en blijven worden of het onderhoud bekostigd kan worden uit de voorziening en
de stortingen. Nieuwe wetgeving kan leiden tot onderhoudsbijstellingen.
De visie op het onderhoud is gebaseerd op het uitvoeren van het onderhoudsniveau zoals eerder
vastgesteld. Nieuwe ontwikkelingen kunnen van invloed zijn op het onderhoudsniveau.
Om een goed inzicht te kunnen verkrijgen of de voorziening voldoende is en blijft zou er een meerjarig
(30/40 jaar) onderhoudsplan opgesteld moeten worden. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat de
voorziening niet structureel toereikend is. Deze bedraagt per 01-01-2013 € 1.126.554,00
Risicoprofiel: laag. Omvang van het risico € 1.126.000,00
4.7
05 Opstellen/operationaliseren/afstemmen/integreren van onderhouds-/beheersplannen
Voor de belangrijkste taakvelden zoals beheer van riolering, onderhoud van wegen, onderhoud van
gebouwen en groenonderhoud zijn beheers/-onderhoudsplannen in voorbereiding dan wel opgesteld.
Met de komst en verplichting van de Basisregistratie heeft de implementatie grotendeels
plaatsgevonden.
Het risico vervalt.
Afgevoerd
4.7
06 Voorgenomen investeringen en achterblijven realisatie
Alle voorgenomen investeringen zijn doorgeschoven naar 2016. Door de gemeenteraad is
uitgesproken dat de oorspronkelijke planning toch zoveel als mogelijk gerealiseerd moet worden. Dit
kan leiden tot incidentele tekorten in de komende jaren (periode 2013 t/m 2015).
De restant kredietlijst per 31-12-2013 bedroeg ongeveer € 333.000,00
Risicoprofiel: hoog.
Omvang van het risico € 1.000.000,00 (gecumuleerd effect)
Programma Educatie, cultuur en welzijn
5,1
01 Integraal huisvestingsplan onderwijs
Het Integrale Huisvestingsplan Onderwijs is laatstelijk in 2011 vastgesteld. De onderhoudsprognose
voor het primair onderwijs is geactualiseerd voor deze planperiode. Nieuw beleid wordt niet als
risicofactor aangemerkt
Om een goed inzicht te kunnen verkrijgen of de voorziening voldoende is en blijft zou er een meerjarig
(30/40 jaar) onderhoudsplan opgesteld moeten worden. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat de
voorziening niet structureel toereikend is.
De stand van de voorziening per 31-12-2013 bedroeg € 605.600,00
Risicoprofiel: laag Omvang van het risico € 606.000,00
155
Programma RO, VHV en economische aangelegenheden
8.1
01 Claims waardevermindering als gevolg van wijziging bestemmingsplannen
Een groeiend aantal claims planschade worden ingediend. Bureaus die als bemiddelaar optreden, op
basis van het no-cure-no-pay principe, zijn daar mede debet aan.
Getracht wordt eventuele claims af te wentelen op de aanvragers van de wijziging van
bestemmingsplannen. De risico’s zijn beperkt.
In 2013 zijn 11 planschades uitbetaald. Totaal bedrag € 116.000,00
Risicoprofiel: laag.
Omvang van het risico p.m.
8.4
02 Grondexploitatie
In het Meerjarenprogramma Grondbedrijf functie (MPG) zijn de risico’s geïnventariseerd. De
uitgevoerde risicoanalyse heeft geleid tot een totaal gewogen risicobeslag van 2.463.000,00. Voor de
onderbouwing van dit bedrag wordt verwezen naar de risicoanalyse MPG van maart 2014.
Risicoprofiel: gewogen
Omvang van het risico € 3.761.000,00
Programma Financiën
9.1
01 Algemene Uitkering
De mutaties in de Algemene Uitkering worden steeds omvangrijker. De risico’s nemen hiermee toe.
De gevolgen van de economische situatie blijken een steeds grotere invloed te hebben op de omvang
van het gemeentefonds. In de berekening zijn de gevolgen van de meicirculaire 2013 verwerkt.
Binnen de Algemene Uitkering staat de verdeling steeds meer onder druk.
In het bijzonder wordt gewezen op:
• Herverdeling van het gemeentefonds op basis van gewijzigde kosten oriëntatie (verwachting
in 2014)
• Herverdeling als gevolg van de wijziging van de omschrijving woongebouw (verwacht in 2014)
• Discussie over het opheffen/wijzigen van het BTW compensatiefonds
• Rijksbezuinigingen en de effecten hiervan op gemeentelijk niveau
• De effecten van de Wet HOF 9 (Houdbaarheid overheidsfinanciën ; zie de paragraaf
Financiering onderdeel 1.2.2)
• De drie doordecentralisaties
Wijzigingen in verdelingen of overheveling leveren in principe maximaal een effect op van € 15,00
e
per inwoner per jaar. Oplopend naar € 30,00 in het 2 jaar en € 45,00 in het derde jaar en daarna
volledig op te vangen in de eigen begroting. Dit is een totaal risicobeslag van € 2.500.000,00 met een
profiel midden. Daarnaast is de winstwaarschuwing voor het accres 2014 van dien aard dat we een
risico willen opnemen van € 750.000,00 met een hoog risicoprofiel.
Risicoprofiel: midden.
hoog
Omvang van het risico
€ 2.500.000,00
€ 750.000,00
9.1
02 Garanties instellingen/verenigingen
De gemeente heeft zich in het verleden garant gesteld voor de betaling van rente en aflossingen van
door instellingen en verenigingen afgesloten geldleningen. Weliswaar wordt het risico door de
gemeente geminimaliseerd door de jaarlijkse toetsing van de jaarstukken, maar het is een toetsing
achteraf.
Een reserve/voorziening voor eventuele verliezen is niet gevormd. De totale garantiestelling bedraagt
ongeveer
€ 13.000.000,00. Het risico wordt becijferd op 5% van de totale garanties.
Risicoprofiel: hoog.Omvang van het risico € 650.000,00
Div.
0.1 Gemeenschappelijke regelingen
Voor de Veiligheidsregio wordt een risico opgenomen van € 100.000,00
De taakstelling is hierboven verwerkt.
Risicoprofiel: laag
Omvang van het risico € 600.000,00
156
Paragraaf C. Onderhoud Kapitaalgoederen
1. De paragraaf betreffende het onderhoud van kapitaalgoederen bevat tenminste de volgende
kapitaalgoederen:
a. wegen;
b. riolering;
c. water;
d. groen;
e. gebouwen.
2. Van de kapitaalgoederen, bedoeld onder 1 worden aangegeven:
a. het beleidskader
b. de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties;
c. de vertaling van de financiële consequenties in de begroting.
Onze gemeente heeft een groot buitengebied. Ook zijn er in het binnengebied veel gemeentelijke
voorzieningen te vinden die van belang zijn bij de wijze waarop mensen hun woon- en werkomgeving
of hun omgeving om te recreëren beleven. De kwaliteit van de kapitaalgoederen zoals gebouwen,
wegen, riolering, openbare verlichting en groen worden mede bepaald door de wijze waarop deze
worden beheerd en onderhouden. Het beleid van onze gemeente op dit terrein is vastgelegd in
diverse beleid- en beheerplannen.
Wegen
Het jaarlijks onderhoud van wegen is gekoppeld aan een periodieke controle van het wegenbestand.
De bedragen zoals die in de begroting waren opgenomen waren voldoende om de kwaliteit te
handhaven. De lasten voor het deelprogramma wegbeheer bedroegen in 2013 € 1.090.804 (inclusief
inzet uren en kapitaallasten)
Openbare verlichting
Het beleid en beheer op het gebied van openbare verlichting is verwoord in het herverlichtingsplan.
De lasten die hieruit voortkomen zijn opgenomen in de exploitatie. Het beheer van de openbare
verlichting is vertaald in een bestek. De uitvoering van het bestek is door derden verricht.
Voor 2013 waren bij het deelprogramma verkeersveiligheid onder het product openbare verlichting de
totale netto lasten € 303.271,- (inclusief eigen uren en kapitaalslasten).
Riolering
Het beleid en beheer van de riolering is vertaald in het Gemeentelijk Riolering Plan (GRP). Dit plan is
vastgesteld in de raadsvergadering van 20 mei 2010 en dient als basis voor de bepaling van de
hoogte van het riool afvoerrecht. Het totaal van de lasten gekoppeld aan de riolering bedroegen in
2013 € 1.164.242,-. Daar staat tegenover dat de opbrengst van het rioolafvoerrecht in principe een
gelijk bedrag is. Ten behoeve van een eventueel saldo (positief dan wel negatief) is een egalisatiereserve in het leven geroepen, waarin in 2013 een bedrag van € 554.208,- is gestort.
De in 2013 geplande investering voortkomend uit het GRP is uitgevoerd; aanleg van een riool in ’t Hof
in Gemonde.
Openbaar groen
Het Groenbeleidsplan, dat is vastgesteld op 23 december 1999 en een periode omvat van 2000 –
2015, geeft op beleidsmatige wijze inhoud aan de inzichten die er op het terrein bestaan. Verder wordt
er inzicht geboden in het beheer van de groenvoorzieningen. In totaliteit rekenen we met een
oppervlakte van circa 47 hectare. De reguliere uitgaven voor het beheer zijn jaarlijks in de begroting
geraamd gebaseerd op bestekken. De uitvoering van deze bestekken is uitbesteed. Daar waar sprake
is van renovatie zijn de investeringen opgenomen in het meerjaren investeringsplan.
Voor het reguliere onderhoud en beheer is in de productgroep ‘openbaar groen’ als onderdeel van het
programma groene gemeente voor 2013 een bedrag uitgegeven van € 1.471.664,- (inclusief inzet
eigen uren en kapitaallasten).
157
Gebouwen
Voor het beheer van de gemeentelijke gebouwen (behalve woningen) is een onderhoudsplan
opgesteld. Jaarlijks vindt er een storting in de onderhoudsvoorziening plaats die is gebaseerd op het
onderhoudsplan. De hoogte van de storting is toereikend.
De stortingen bedragen over het jaar 2013:
- Gebouwen
€ 562.700,- Schoolgebouwen
€ 116.500,-
158
Paragraaf D.
Financiering
De paragraaf betreffende de financiering bevat in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van
het risicobeheer en de financieringsportefeuille.
1. Inleiding
Met ingang van 1 januari 2001 en laatstelijk gewijzigd 1 januari 2009) is de Wet Financiering
Decentrale Overheden (Wet FIDO) in werking getreden. In het besluit Begroting en Verantwoording
Provincies en Gemeenten is de gemeente verplicht om een zogenaamde treasury paragraaf op te
nemen.
1.1 Treasury
Treasury, het beheren van geld- en kapitaalstromen, neemt bij de decentrale overheden een
belangrijke plaats in. De Ceteco-affaire maar ook de financiële crisis eind 2008/begin 2009 (zoals de
IJslandaffaire en DSB-Bank) hebben het belang benadrukt dat het bestuur heeft bij een verantwoorde
uitvoering van de treasuryfunctie. De Wet FIDO stelt regels voor het beheer van de treasury. Deze wet
bevat normen voor het beheersen van risico’s op kort- en langlopende geldleningen, de kasgeldlimiet
en de rente risiconorm. Voorts worden de decentrale overheden verplicht een treasurystatuut op te
stellen en moet een treasuryparagraaf in de begroting en het jaarverslag opgenomen worden.
Hiermee wordt het belang van de treasuryfunctie door de wetgever bevestigd.
In de Financiële verordening van de gemeente Sint-Michielsgestel is bepaald dat er kaders gesteld
moeten worden in het kader van de treasury. In de Kadernota 2012 zijn deze benoemd. Het college
zal een uitwerkingsnota vaststellen.
1.1.1 Ontwikkelingen
Naar aanleiding van de Wet op het Verplicht Schatkistbankieren, is er een wijziging van de Wet Fido,
de Wet Hof en de Uitvoeringregeling financiering decentrale overheden, aangenomen op 11
december 2013. Deze zijn van kracht met ingang van 1 januari 2014.
1.1.2 Overzicht bankrekeningen Gemeente Sint-Michielsgestel
Wij bezitten drie lopende bankrekeningen bij de Bank Nederlandse Gemeenten, een voor het
algemene betalingsverkeer, een voor de te ontvangen belastingen en een voor de mutatie in verband
met het verplicht schatkistbankieren/-beleggen.
Ook zijn wij nog in het bezit van een bankrekening voor het algemene betalingsverkeer bij de
Rabobank. De spaarrekening voor het Vlagheidefonds is in 2013 opgeheven.
De Ing-rekening (voorheen girorekening) is in 2010 opgezegd en vervangen door een soort van
“tussenrekening” met de Bank Nederlandse Gemeenten t.b.v. pin-betalingen.
In verband met een het schatkistbankieren/-beleggen is een rekening geopend bij de ’s Rijks
schatkist.
2. Financieringspositie
Het geïnvesteerde vermogen, de boekwaarden van alle geactiveerde investeringen, bedroeg per 31
december 2013 € 44,5 miljoen waarvan voorraad grondexploitatie 11 mln euro en strategische
gronden € 1 mln.( 31 december 2012 € 45,5 miljoen).
Het schuldrestant van de van derden aangetrokken langlopende geldleningen bedroeg per 31
december 2013 € 10,4 miljoen (31 december 2012 € 12 miljoen).
Het schuldrestant van de aan derden verstrekte langlopende geldleningen bedroeg per 31 december
2012 € 5 miljoen.(31 december 2012 € 2,7 miljoen)
3. Risicobeheer
In de Wet FIDO wordt gestreefd naar het beheersen van risico’s. Onder risico’s worden verstaan
koersrisico’s en valutarisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s en renterisico’s.
3.1 Koers- en valutarisico’s
Koers- en valutarisico’s speelden in 2013 en spelen in onze gemeente geen enkele rol. Transacties in
vreemde valuta hebben zich niet voorgedaan. Wij namen deel in het aandelenvermogen van de Bank
Nederlandse Gemeenten en NV Brabant Water. Dit aandelenbezit is niet gebaseerd op winstoogmerk.
159
De risico’s op deze aandelen vinden wij te verwaarlozen. De aandelen zijn gewaardeerd tegen de
historische kostprijs.
3.2 Vorderingenpositie
De risico’s die voortvloeien uit een mogelijke waardedaling van de vorderingenpositie door het (niet)
tijdig na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij (kredietrisico) zijn beperkt. In het
treasurystatuut is bepaald dat alleen gelden uitgezet mogen worden bij financiële instellingen die
minimaal een zogenaamde dubbele A-rating (+AA) hebben. In 2013 zijn geen gelden uitgezet.
3.3 Garantstellingen
Aan diverse verenigingen en instellingen zijn garantstellingen en waarborgen afgegeven voor
betalingsverplichtingen die voortvloeien uit geldleningen. Ook in 2013 zijn de exploitaties en balansen
van de instellingen beoordeeld. Per 31 december 2013 bedroeg het totaal aan gewaarborgde
geldleningen ruim € 12,4 miljoen euro.
In 2013 zijn de geen nieuwe garanties verstrekt.
Hiernaast hebben wij achtervang overeenkomsten afgesloten met de Stichting Waarborgfonds
Sociale Woningbouw (WSW). Deze borgstellingen hebben betrekking op het aantrekken van vaste
langlopende geldleningen door woningstichtingen in het kader van (her)financiering van bestaande
gewaarborgde geldleningen. Nieuwe kapitaaluitbreidingen worden door de corporaties aangetrokken
met een borgstelling in de vorm van een achtervang overeenkomst tussen de gemeente en het WSW.
Het totaal aan gewaarborgde geldleningen bedroeg per 31 december 2013 ongeveer € 24 miljoen.
Ook worden en zijn gemeentegaranties door het Hypotheekfonds Nederlandse Gemeente (HNG)
verstrekt voor hypotheken aan particulieren. Met dit fonds zijn achtervang overeenkomsten afgesloten.
e
De gemeente is bij deze garanties 2 borgsteller. Wij zijn in 2013 niet aangesproken op onze
borgstellingen. Het rijk neemt de garanties over. Hiervoor is in 2010 de overgang geregeld.
3.4. Debiteurenbeheer
Wij hebben in 2013 een actief debiteurenbeheer gevoerd op grond van een gestructureerd
invorderingsproces. Voor wat betreft de publieke vorderingen is in 2006 een leidraad invordering
gemeentelijke belastingen vastgesteld. Hiermee wordt de rechtszekerheid van de belastingbetaler
geborgd omdat er sprake is van een transparant en eenduidig beleid. Deze leidraad wordt jaarlijks
geactualiseerd. Voor wat betreft de civiele vorderingen is op 16 november 2004 een reglement
invordering openstaande civiele vorderingen vastgesteld.
Jaarlijks wordt de omvang van de voorziening dubieuze debiteuren bepaald. De omvang van de
oninbare debiteuren en de voorziening is beperkt van omvang. De voorziening bedroeg per 31
december 2013 ongeveer € 93.000 (31 december 2012 ongeveer € 85.000).
De voorzieningen debiteuren ISD OptimIsd bedroeg € 330.000 (€298.000).
4. Kasgeldlimiet
Voor het beheersen van de renterisico’s op korte termijn moet de gemeente de uitgangspunten van de
kasgeldlimiet hanteren. De kasgeldlimiet is het bedrag dat de gemeente maximaal als gemiddeld netto
schuld over een periode van 3 maanden mag hebben. Deze bedraagt maximaal 8,5% van de
jaarbegroting. De jaarbegroting, na wijziging, bedroeg in 2013 € 56,4 miljoen. Op basis hiervan mocht
de kasgeldlimiet ongeveer € 4,8 miljoen bedragen.
Ten einde aan onze betalingsverplichtingen te kunnen blijven voldoen, hebben wij in 2013 drie maal
een korte geldlening afgesloten (€ 3 miljoen tegen 0,01 %, € 5 miljoen tegen 0,02 % en € 2 miljoen
tegen 0,25%)
5. Renteontwikkelingen
De rentes op de kapitaalmarkt van Eurozone zijn in 2013 gestegen. Korte kapitaalmarktrente en
geldmarktrente zijn minder gestegen. De rentecurve is steiler geworden.
In 2013 is de kans op een goede afloop van de Europese schuldencrisis verder toegenomen. De
renteverschillen van de landen uit de periferie van de Eurozone t.o.v. Duitsland, dat in de markt als het
meest veilige land wordt gezien, zijn afgelopen jaar sterk afgenomen. Er was positief nieuws over
diverse perifere landen.
160
In de Eurozone was sprake van economisch herstel, na een lange periode van negatieve groei. In het
derde kwartaal 2013 is Nederland heel voorzichtig uit de recessie gekomen. In mei en november
verlaagde de ECB haar belangrijkste rentetarief, de zgn. refi-rente, naar 0,25%. De Centrale Bank
gaat uit van een verdere verbetering van de economie, maar de voorzitter vertelde dat de ECB zo lang
als nodig is een ruim monetair beleid zal voeren en bereid is nadere actie te ondernemen als de
economische omstandigheden mochten verslechteren.
De inflatie bedroeg 2,5% op jaarbasis.
Men verwacht dat de ECB haar rentetarieven voor korte en lange rentevaste periodes in 2014 in maart
voor het eerst zal verhogen. Deze stap is nodig om de inflatie tegen te gaan.
6. Rente risiconorm
De rente risiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen.
De rente risiconorm is gerelateerd aan het budgettaire risico. De (nieuwe) rente risiconorm houdt in
dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van
het begrotingstotaal.
Per saldo bedroeg onze netto aflossingsverplichting afgerond positief € 1.651.000
(aflossingsverplichting per 31 december 2013 opgenomen geldleningen € 1.553.000 en
aflossingsrechten verstrekte geldleningen € 98.000). Het exploitatietotaal bedroeg ruim € 54,3 miljoen
(primitief begroot € 53,8 miljoen). Wij bleven binnen de vastgestelde norm. In het ter inzage liggende
bijlagenboek is een overzicht opgenomen van de langlopende opgenomen en langlopende verstrekte
geldleningen.
Berekening rente risiconorm
Bedragen * 1.000 euro
1
2
3
4
Renteherzieningen
Aflossingen
Renterisico (1+2)
Rente risiconorm
5a Ruimte onder rente risiconorm (4>3)
5b Overschrijding rente risiconorm (4<3)
2013
0
1.651
1.651
10.860
9.209
4a Rekening totaal
4b Percentage regeling
54.300
20%
4 Rente risiconorm (4a*4b/100
10.860
Renterisico uitgedrukt in een percentage van de norm: 12,8 %
7. EMU-saldo
In 2013 bedroeg het Emu-saldo € 328.000 positief (2012:€ 1,4 miljoen positief (overschot).
8. Liquiditeitspositie
In het begrotingsproces wordt begrotingsruimte geclaimd en het is in het belang van een solide
begroting deze lasten op te nemen. Door omstandigheden (procedures, personele capaciteit,
economische omstandigheden e.d.) vertragen voorgenomen plannen regelmatig, waardoor een
afwijkend financieringsbeeld ontstaat.
161
Paragraaf E. Bedrijfsvoering
De bedrijfsvoering heeft betrekking op zowel het ambtelijk als ook het bestuurlijk deel van onze
gemeentelijke organisatie. De bedrijfsvoering is een ondersteunende activiteit voor de uitvoering van
de overige programma’s.
Een belangrijk onderdeel is een meer bedrijfsmatige benadering van de ondersteuning. Hierdoor is het
mogelijk om op een efficiënte wijze met de door het bestuur beschikbaar gestelde hulpmiddelen om te
gaan. Het inrichten en bewaken van een doelmatig management planning en control systeem is hier
onmisbaar.
Relatie met het Programma Burger, Bestuur en Bedrijfsvoering.
Onder het programma Burger, Bestuur en Bedrijfsvoering begroten we de specifieke kosten van
bedrijfsvoering. Dit is nodig omdat het niet mogelijk is in een paragraaf.
Het onderscheid tussen het programma en deze paragraaf is:
• het programma beantwoordt de vraag of op de diverse deelterreinen de kwantitatieve en
kwalitatieve inzet van middelen door het college is gewaarborgd.
• De paragraaf vermeldt de speerpunten van inhoudelijk beleid met betrekking tot de
bedrijfsvoering en is daardoor breder, gedetailleerder en beschouwelijker van opzet dan het
programma.
1. Personeel en organisatie.
Ook in 2013 is een update gemaakt van het personeelsplan. Dit was noodzakelijk omdat als gevolg
van de bezuinigingen ook op dit vlak ombuigingen noodzakelijk waren. De taakstelling op het
personeel wordt nauwlettend in de gaten gehouden en waar mogelijk wordt snel gehandeld om die
taakstelling ook te effectueren. Einde 2013 is besloten tot het aangaan van een gentlemen’s
agreement met de gemeenten Boxtel en Haaren. Dit betekent onder meer dat er geen vacatures meer
worden ingevuld voordat er binnen de drie gemeenten naar passende oplossingen is gezocht.
2. Informatisering en automatisering.
In 2013 is vanuit PLE1N-ict een begin gemaakt met het vernieuwen van de infrastructuur bij de drie
gemeenten. Voor onze gemeente is de migratie in het najaar uitgevoerd en heeft nagenoeg tot geen
problemen geleid. Voor onze gemeente is in 2013 een ict-audit uitgevoerd door onze accountant.
Hieruit is gebleken dat we de zaak goed op orde hebben. Voor de andere gemeenten wordt de audit
in 2014 uitgevoerd nadat de migratie naar het nieuwe systeem is uitgevoerd.
3. Financieel beheer: administratieve organisatie en interne controle.
Het bewaken van de administratieve organisatie is een continu proces. Tijdens de controle door de
accountant wordt ook hier voortdurend aandacht aan besteed. Ook voor 2013 kunnen we concluderen
dat we beheersmatig de zaak op orde hadden. De opzet van de interne controle wordt ieder jaar
aangepast aan de steeds veranderende eisen van de accountant. Dit betekent dat we ieder jaar op
basis van voortschrijdend inzicht het proces aanscherpen.
4. Processen.
Onder meer door de intensivering van de interne controle worden ook periodiek diverse processen
beoordeeld. Daarnaast is het zo dat in het kader van de vergaande digitalisering processen ook
steeds onderhevig zijn aan veranderingen.
5. Benchmark: Waarstaatjegemeente.nl.
Eind 2012 hebben we deelgenomen aan dit onderzoek. De uitkomst is hiervan in 2013 bekend
gemaakt. De conclusie was dat we boven het gemiddelde scoren van onze groep gemeenten.
6. Interne beheersing.
Onze inzet is erop gericht om de interne beheersing op orde te hebben. Zoals gemeld onder 3 is onze
accountant van mening dat we daar ook aan voldoen. Wel hebben we geconstateerd dat door de
samenwerking in PLE1n-verband het noodzakelijk is om goede afspraken te maken en deze ook na te
komen. Doordat we nu ook zijn gestart met de samenwerking in Meierij-verband wordt de druk op de
interne beheersing nog groter.
162
Paragraaf F. Verbonden partijen
Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente
een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Bestuurlijk belang betekent zeggenschap, hetzij uit
hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht.
Onder deelneming verstaan wij een participatie in een besloten of naamloze vennootschap, waarin de
gemeente aandelen heeft.
Van een financieel belang is sprake als bij een faillissement van de verbonden partij het ter
beschikking gestelde bedrag niet verhaalbaar is en als er aansprakelijkheid bestaat tot een bepaald
bedrag als de verbonden partij zijn verplichtingen niet nakomt.
In de paragraaf F. verbonden partijen bij de begroting 2013 is ingegaan op:
• nieuwe verbonden partijen
• het beëindigen van verbonden partijen
• het wijzigen van verbonden partijen
• eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen.
Nieuwe verbonden partijen
De intergemeentelijke samenwerking Ple1n ontwikkelde zich in 2013 niet verder. Duidelijk is geworden
dat de samenwerking uiterlijk tot 2018 voortduurt.
De drie werkeenheden, elk georganiseerd door één van de deelnemende gemeenten, zullen naar
verwachting in 2018 samen met de gemeente Veghel opgaan in een nieuwe vorm. Immers, de
gemeenten Schijndel, Veghel en Sint-Oedenrode streven een gemeentelijke fusie na per die datum.
De gemeenten Boxtel, Haaren en Sint-Michielsgestel onderzoeken intensief of de samenwerking kan
leiden tot een ambtelijke fusie, waarvan ook de gemeente Vught gebruik kan maken. Het jaar 2014 zal
in het teken staan van onderzoek en implementatie van een nieuw te vormen ambtelijke organisatie.
Tot 2018 blijven de werkeenheden hun diensten aanbieden aan de andere gemeenten in Ple1n op
basis van Dienstverleningsovereenkomsten.
Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van intergemeentelijke samenwerking zijn verkend. Daarbij zijn
verschillende niveau’s te onderscheiden:
Op regionaal niveau is met name de samenwerking in de Regionale Uitvoerings Dienst geformaliseerd
in een gemeenschappelijke regeling: Omgevingsdienst Brabant Noord.
Op regionaal niveau valt verder te melden dat de samenwerking binnen het Inkoopbureau Noordoost
Brabant een ontwikkeling op het gebied van professionalisering doormaakt.
De samenwerking met de Meierijgemeenten Boxtel, Haaren en Vught heeft in 2013 meer gestalte
gekregen door besluiten van raden en college’s. Het opstellen van een bedrijfsplan is opgestart en
aan de nieuwe raden zal een besluit tot verdergaande samenwerking worden gevraagd.
De samenwerking met de Ple1n-gemeenten blijft ongewijzigd voortgezet worden tot 2018.
Intergemeentelijke samenwerking is een dynamisch proces. In de loop van 2013 hebben wij de raad
regelmatig geïnformeerd over actuele ontwikkelingen.
Uitgangspunt was, is en blijft dat samenwerking geen doel op zich is, maar een middel om met name
op bedrijfseconomische schaal voordeel te behalen. Met name op de onderdelen:
kwaliteitsverbetering, kostenreductie en continuïteitsgarantie.
Beëindiging bestaande verbonden partijen
Stadsgewest ’s-Hertogenbosch
In paragraaf F. bij de begroting 2013 gaven wij aan, dat het Stadsgewest nog slechts één beheertaak
heeft en dat deze taak in aanmerking komt voor overname.
Het is in 2013 niet gelukt om de overname te realiseren.
Gewijzigde Gemeenschappelijke Regelingen
In 2013 is de Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Bureau Leerplichtzaken opnieuw voor twee
jaren verlengd, tot 31 december 2015
163
Problemen bij verbonden partijen
Er hebben zich in de loop van 2013 geen problemen met verbonden partijen aangediend.
In de loop van 2013 heeft een rekenkameronderzoek plaatsgevonden naar de mate van invloed en
sturing welke de raad heeft op verbonden partijen.
Het rekenkameronderzoek is in december 2013 aan de raad aangeboden en de raad heeft hierover
kunnen debatteren.
De raad heeft besloten de aanbevelingen uit het rapport ‘Uitvoering op afstand: sturing of stuurloos?’
van de rekenkamercommissie over te nemen en aan het college de opdracht te geven om de
aanbevelingen uit te voeren en na een jaar te evalueren op welke wijze deze in de praktijk zijn
gebracht.
Het college heeft inmiddels enkele aanbevelingen in uitvoering genomen.
Overzicht Verbonden partijen
Per verbonden partij geven wij een kort inzicht in ontwikkelingen
BNG
Visie: De gemeente neemt deel in en bankiert bij voorkeur bij een financiële instelling die bekend is
met het lokale openbaar bestuur en die als zodanig van financiële soliditeit getuigt in de vorm van een
triple A-rating.
Wijziging: Er was geen voornemen tot wijziging van het belang in BNG.
Wijziging: De Triple A-rating is, in lijn met de ontwikkeling van de rating voor Nederland, enigszins
verlaagd naar AA+ (overigens allen bij Standard en Poor) Voor de overige ratingbureaus behield BNG
de Triple A-status
Brabant Water
Visie: Deelneming in een instelling die het tot zijn kerndoel rekent te voorzien in een van de meest
essentiële levensbehoeften, namelijk water, dient het openbaar belang.
Wijziging: Er was geen voornemen om de deelneming van de gemeente Sint-Michielsgestel in het
bedrijf te wijzigen.
Brabants Historisch Informatie Centrum
Visie: De samenwerking in de regeling Brabants Historisch Centrum levert een schaalvoordeel,
waardoor het realiseren van efficiencyvoordeel, verbetering van de doeltreffendheid en de
vermindering van het risico duidelijk aanwezig zijn.
De samenwerking levert meerwaarde op door het beter benutten van kennis en expertise.
Wijziging: de deelneming is ongewijzigd voortgezet.
RAV Brabant Middel, West en Noord
Visie: Het verlenen van spoedeisende ambulancezorg is een openbaar belang.
Wijziging: De huidige samenwerking op het gebied van spoedeisende ambulancezorg is voortgezet.
Regionaal Bureau Leerplicht
Visie: De samenwerking op het gebied van Leerplichtwet en de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie
bevordert de kwaliteit en de mate van dienstverlening. Door samenwerking wordt ook een eenduidige
handhaving strategie gevolgd in het samenwerkingsgebied.
Wijziging: De huidige lichte vorm van samenwerking, waarbij de gemeente Sint-Michielsgestel
optreedt als centrumgemeente is gecontinueerd. De gemeenschappelijke regeling liep af per 31
december 2013. In overleg met de deelnemende gemeenten is besloten om de regeling te verlengen
met 2 jaren.
164
GGD Hart voor Brabant
Visie: De samenwerking levert een schaalvoordeel, waardoor het realiseren van efficiencyvoordeel,
verbetering van de doeltreffendheid en de vermindering van heet risico duidelijk aanwezig zijn.
De samenwerking levert meerwaarde op door het beter benutten van kennis en expertise.
Met de samenwerking vermindert de kwetsbaarheid van het openbaar belang dat ermee gediend is
In de gekozen vorm van samenwerking bestaat een mate van differentiatie door het aanbieden van
keuzepakketten. Hierdoor wordt heel specifiek ingespeeld op de eigen behoefte van de deelnemende
gemeenten.
Wijziging: De huidige vorm van samenwerking binnen deze Gemeenschappelijke Regeling is
gecontinueerd.
Stadsgewest ’s-Hertogenbosch
Visie: De samenwerking met gemeenten in de regeling Stadsgewest is eindig. De gemeenten streven
gezamenlijk naar een zo spoedig mogelijk overdracht van de nog resterende beheertaken.
Wijziging: het is helaas in 2013 niet gelukt om de beheertaak over te dragen.
In de bestuurlijke relatie is een geringe wijziging gekomen in 2013: de burgemeester van SintMichielsgestel is secretaris van het Dagelijks Bestuur van het Stadsgewest ’s-Hertogenbosch
geworden.
Veiligheidsregio Brabant Noord
Visie: De samenwerking levert een schaalvoordeel, waardoor het realiseren van efficiencyvoordeel,
verbetering van de doeltreffendheid en de vermindering van het risico duidelijk aanwezig zijn.
De samenwerking levert meerwaarde op door het beter benutten van kennis en expertise.
Met de samenwerking vermindert de kwetsbaarheid van het openbaar belang dat ermee gediend is.
De samenwerking vloeit deels voort uit een opgelegde verplichting.
Wijziging: De huidige vorm van samenleving binnen de Veiligheidsregio Brabant Noord is
gecontinueerd.
Intergemeentelijke Sociale Dienst Optimisd
Visie: De samenwerking levert een schaalvoordeel, waardoor het realiseren van efficiencyvoordeel,
verbetering van de doeltreffendheid en de vermindering van het risico duidelijk aanwezig zijn.
De samenwerking levert meerwaarde op door het beter benutten van kennis en expertise.
Met de samenwerking vermindert de kwetsbaarheid van het openbaar belang dat ermee gediend is.
Met de samenwerking wordt een intergemeentelijke rechtsgelijkheid gerealiseerd.
Wijziging: De samenwerking op het gebied van uitvoering sociale wetgeving binnen het huidige
samenwerkingsverband is gecontinueerd.
WSD Boxtel
Visie: De uitvoering van Sociale Werkvoorziening en andere vormen van gesubsidieerde arbeid dient
een openbaar belang. Samenwerking levert voordelen op gebied van professionalisering, risicospreiding, continuïteit, rechtsgelijkheid in het deelnemersgebied.
Wijziging: De huidige samenwerking met gemeenten op het gebied van sociale werkvoorziening is
ongewijzigd voortgezet. Op het moment van het opstellen van deze paragraaf bij de jaarrekening 2013
waren de effecten van het Rijksbeleid ten aanzien van sociale werkvoorziening (transities sociaal
domein) nog onvoldoende bekend.
Omgevingsdienst Brabant Noord
Visie: met samenwerking kan deskundigheid worden gebundeld en eenduidige uitvoering worden
gegeven aan toezicht en handhavingstaken.
Wijziging: De Omgevingsdienst is in 2013 opgericht als regionale uitvoeringsdienst handhavingstaken.
Aan de regeling wordt deelgenomen door de Provincie Noord-Brabant, de gemeenten in Noord-oost
Brabant en enkele waterschappen.
165
Paragraaf G. Grondbeleid
De paragraaf grondbeleid geeft nadere informatie over de grondexploitatie, grondbeleid en de
uitgangspunten voor winst- en verliesneming op grondexploitaties.
Drie fasen in exploitatie
Conform de Nota Grondbeleid gaan we uit van drie fasen voor de ontwikkeling van gronden.
Gronden niet in exploitatie
• Er bestaat nog geen duidelijk beeld van de feitelijke ontwikkelingen.
• De gemaakte kosten in de fase gaan rechtstreeks ten laste van de exploitatie in hetzelfde jaar.
• De kosten/opbrengsten worden niet geactiveerd op de balans.
In 2013 zijn er geen gronden ‘niet in exploitatie’.
Gronden nog niet in exploitatie
• Binnen de planperiode (periode van de gemeentelijke begroting) zal zowel een exploitatieopzet
als een bestemmingsplan gerealiseerd worden.
• De gronden zullen op korte termijn naar de volgende fase ‘gronden in exploitatie’ overgaan.
• De kosten/opbrengsten worden geactiveerd op de balans.
In 2013 zijn de volgende gronden onderdeel van de balanspost NIEGG (gronden nog niet in
exploitatie):
- Grienselhof
- Dommeloevers
- De Brand
Gronden in exploitatie
• Er ligt een exploitatieopzet en een bestemmingsplan aan ten grondslag.
• De kosten/opbrengsten worden geactiveerd op de balans.
In 2013 waren de complexen in onderstaande tabel in exploitatie:
Com plexen
Laatst vast-
Reeds
geteld door
geboekte reeds
Verliezen Verliezen Winsten Verw acht
de raad
w insten
in 2013
in 2013
gedekt
Verw achte
resultaat
einddatum
per com plex
voor 2013
o.b.v.
eindw aarde
Grinsel Triestpad 2e fase Jaarrek 2007
373.000
Grinsel Triestpad 3e fase
okt-13
Milrooijsew eg
okt-13
De Zeelder
okt-13
Centrumplan
okt-13
Schoolstraat
okt-13
1.342.000
2015
Jacobskamp
okt-13
153.000
2020
1.290.300
2015
87.800
2015
0
2019
11.300
6.413.500
2013
Grinsel Triestpad
Het bestemmingsplan is onherroepelijk. Het plangebied is bouwrijp. Alle uitgeefbare gronden zijn
overgedragen aan de ontwikkelaar. De bouw van de woningen is nagenoeg afgerond. Het complex
wordt in 2015 afgesloten.
Risico’s
De mogelijkheid bestaat nog dat er planschadeverzoeken ingediend worden.
166
Milrooijseweg
Besloten is om het project op de lange termijn (na 2022) tot uitvoering te brengen. Het complex is
afgesloten.
Risico’s
Er zijn geen risico’s.
De Zeelder
De voorbereidende werkzaamheden voor de verkoop van de woning zijn opgestart. Het complex wordt
in 2015 afgesloten.
Risico’s
Vertraging in de verkoop van de kavel als gevolg van de situatie op de woningmarkt.
Centrumplan
Het bestemmingsplan is onherroepelijk. Met de (mede)grondeigenaar binnen het bouwblok ‘Albert
Heijn’ is een intentieovereenkomst gesloten om de ontwikkeling van het blok gezamenlijk op te
pakken, waarbij een corporatie is betrokken voor de afname van een deel van de woningen. Het
complex wordt in 2019 afgesloten.
Risico’s
- Leegstand van het voormalig gemeentehuis en van de winkels in het Hoefijzer.
- De effecten van de economische crisis en de situatie op de woningmarkt.
- Onduidelijkheid over de programmatische invulling op de plaats van de huidige
brandweerkazerne.
Schoolstraat
Met de ontwikkelende partij is een overeenkomst ondertekend op basis van het aangepast
woningbouwprogramma. De oude Norbertusschool is gesloopt. Het complex wordt in 2015 afgesloten.
Risico’s
Er zijn geen risico’s.
Jacobskamp
Het bestemmingsplan is onherroepelijk. Het sportcomplex is in 2013 door de sportverenigingen in
gebruik genomen. De gronden ten oosten van het tennispad zijn bouwrijp gemaakt. Bouwrijpe
gronden zijn door de ontwikkelende partijen afgenomen waarop is gestart met de bouw van woningen.
De eerste woningen zijn reeds eind 2013 opgeleverd. Het complex wordt in 2020 afgesloten.
Risico’s
- Hoogte opbrengsten als gevolg van residuele grondwaardeberekening.
- De effecten van de economische crisis en de situatie op de woningmarkt.
- Gezien de omvang van het project wordt er planschade geclaimd.
Samenvattend
Er zijn zes exploitatieopzetten. Het complex Milrooijseweg is afgesloten en kent een positief resultaat.
De complexen Jacobskamp, Grinsel Triestpad, De Zeelder en Schoolstraat hebben naar verwachting
positieve resultaten. Het complex Centrumplan heeft naar verwachting een negatief resultaat
(vanwege verliezen uit het verleden die reed gedekt zijn uit diverse reserves).
Nota Grondbeleid
Volgens de actuele Nota Grondbeleid voert de gemeente een passieve grondpolitiek. De
doelstellingen op het gebied van wonen, werken en recreatie worden verwezenlijkt door het ruimtelijke
ordeningsbeleid en volkshuisvestingsbeleid. Afspraken over de planning, kwaliteit,
woningdifferentiatie, kosten en de financiële bijdrage, worden in een anterieure overeenkomst
opgenomen. Voor de lopende actieve projecten voert de gemeente een actieve grondpolitiek.
167
Structuurvisie
Op basis van de structuurvisie kan er naast een exploitatiebijdrage ook een financiële bijdrage worden
verhaald. De gemeente int bij de initiatiefnemers van ruimtelijke projecten een financiële bijdrage. De
hoogte van de financiële bijdrage (groen- en cultuurfonds) is in het grondprijzenbeleid opgenomen en
door burgemeester en wethouders vastgesteld.
Winst- en verliesneming
Voor het nemen van winst in die gevallen waarbij zekerheid bestaat dat de opbrengsten zijn
gegarandeerd, houdt de gemeente Sint-Michielsgestel de volgende criteria aan:
1. Winstneming kan slechts plaatsvinden per individueel complex indien een vastgesteld
(onherroepelijke) bestemmingsplan voor de betreffende exploitatieopzet beschikbaar is.
2. Winstneming kan slechts plaatsvinden indien geen of beperkt afzetrisico aanwezig is, indien
meer dan 70% van de verkopen van het betreffende complex gerealiseerd zijn, en/of als
gerealiseerd aangemerkt kan worden (voldaan aan contractuele verplichtingen).
3. Van de nog te maken en de gemaakte kosten per complex moet een goede en degelijke
kostenraming beschikbaar zijn.
4. Verliezen worden direct genomen in het dienstjaar wanneer zij voorzienbaar zijn. Bij de
beoordeling van tussentijdse winstneming wordt rekening gehouden met in het verleden
genomen verliezen op het betreffende complex.
5. Bij de samenstelling van de jaarrekening wordt de te nemen winst bepaald/genomen. Bij de
begroting geldt als uitgangspunt dat geen winsten genomen kunnen worden, er wordt wel
rekening gehouden met reeds genomen winsten zoals bij de jaarrekening is bepaald.
Winsten en verliezen in relatie met reserves/voorzieningen
Een eventueel batig saldo van de grondexploitatie wordt toegevoegd aan de Vrije Investerings
Reserve. Verliezen worden direct (wettelijk verplicht) genomen in het dienstjaar wanneer zij
voorzienbaar zijn.
Grondprijzen
Afhankelijk van de situatie en de ligging van het plangebied kiest de gemeente voor een
taxatiemethode om de marktconforme waarde van de grond te bepalen. In 2013 zijn de vaste
grondprijzen en fondsbijdragen ongewijzigd ten opzichte van 2012 vastgesteld.
Pachtgronden
Alle aan pacht gerelateerde zaken zijn uitbesteed aan een derde. Alle niet te ontwikkelen agrarische
gronden, in eigendom van de gemeente Sint-Michielsgestel, zijn verpacht.
168
8. Ondertekening bestuur
Wij, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel, erkennen
onze verantwoordelijkheid voor de getrouwheid van het jaarverslag en de jaarrekening, in
overeenstemming met de wettelijke bepalingen betreffende het jaarverslag en de jaarrekening zoals
opgenomen in de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten
(BBV). Wij hebben het jaarverslag en de jaarrekening conform deze vereisten opgemaakt.
Met betrekking tot de (totstandkoming van) in het jaarverslag en jaarrekening opgenomen lasten en
baten alsmede de balansmutaties erkennen wij onze verantwoordelijkheid voor de naleving van de
wet- en regelgeving. In dit kader zijn wij verantwoordelijk voor de implementatie en de werking van de
interne beheersingssystemen en maatregelen die zijn ontworpen en getroffen om de naleving van
wet- en regelgeving (waaronder provinciale en door de raad vastgestelde verordeningen) en daarmee
de rechtmatigheid van het financiële beheer te waarborgen. Naar onze mening zijn de lasten, baten
en balansmutaties rechtmatig.
Wij, het college van burgemeester en wethouders, hebben dit jaarverslag- en jaarrekening 2013 in
onze vergadering van 22 april 2014 opgemaakt en vastgesteld. Vervolgens bieden wij de
gemeenteraad het jaarverslag- en jaarrekening 2013 ter vaststelling aan.
Hoogachtend,
College van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel,
Origineel getekend door:
de secretaris,
de burgemeester,
Mevrouw Drs. D. van Deurzen – van der Schrier
mr. J.C.M. Pommer
169
170
Jaarrekening 2013
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
Financieel overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
Resultaat en resultaatbestemming
Overzicht van gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen
Btw-compensatiefonds
Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
De balans en toelichting op de balans
Overige gegevens
Bijlage SiSa
171
9. Financieel overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
In de onderstaande tabel is de programmarekening van 2013 opgenomen. Per programma wordt
eerst het totaal van de lasten en baten weergegeven exclusief mutaties in de reserves. Vervolgens
wordt per programma een overzicht gegeven van de mutaties in de reserves. Tot slot wordt als
resultante hiervan het gerealiseerde resultaat (het nader te bestemmen resultaat) weergegeven.
Totalen programma's exploitatie:
exclusief mutaties in de reserves
Programma
Rekening
Begroting
2012
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
Rekening
Restant
2013
2013
budget
definitief
Lasten
1. Groene gemeente
3.215,1
2.665,2
817,7
3.482,9
2.671,3
811,6
2. Handhaving
1.003,7
1.090,4
9,0
1.099,4
1.043,7
55,7
3. Integrale veiligh. en bereikbaarheid
4.272,0
4.293,5
452,6
4.746,1
6.472,7
-1.726,6
4. Burger, bestuur en bedrijfsvoering
6.938,4
6.288,0
464,7
6.752,7
6.895,9
-143,2
5. Educatie, cultuur en welzijn
8.155,1
7.700,1
839,7
8.539,8
7.928,1
611,7
14.291,1
14.230,6
645,0
14.875,6
15.016,8
-141,2
7. Volksgezondheid en milieu
5.131,8
4.974,0
257,7
5.231,7
4.779,3
452,4
8. RO, Volkshuisvesting, en
6.942,7
17.745,6
-11.473,2
6.272,4
6.122,3
150,1
628,8
1.815,0
-1.148,1
666,9
565,2
101,7
50.578,5
60.802,4
-9.134,9
51.667,5
51.495,3
172,2
72,4
6. Zorg en maatsch. dienstverlening
Economische ontwikkeling
9. Financiën
Baten
1. Groene gemeente
-1.208,1
-19,2
-234,5
-253,7
-326,1
2. Handhaving
-385,5
-282,0
-38,3
-320,3
-390,5
70,2
3. Integrale veiligh. en bereikbaarheid
-397,9
-41,8
-190,0
-231,8
-2.619,4
2.387,6
4. Burger, bestuur en bedrijfsvoering
-560,7
-887,1
96,9
-790,2
-535,2
-255,0
115,2
5. Educatie, cultuur en welzijn
-2.186,8
-594,5
118,4
-476,1
-591,3
6. Zorg en maatsch. dienstverlening
-8.348,9
-8.124,0
-59,2
-8.183,2
-8.690,1
506,9
7. Volksgezondheid en milieu
-4.475,5
-4.028,1
220,4
-3.807,7
-3.646,4
-161,3
8. RO, Volkshuisvesting, en
-8.985,4
-18.488,5
14.347,9
-4.140,6
-4.761,1
620,5
-27.997,3
-27.864,5
-306,0
-28.170,5
-28.035,2
-135,3
-54.545,9
-60.329,7
13.955,6
-46.374,1
-49.595,4
3.221,3
-3.967,4
472,7
4.820,7
5.293,4
1.899,9
3.393,5
Economische ontwikkeling
9. Financiën
Saldo lasten -/- baten:
Resultaat voor bestemming
172
In onderstaande overzicht worden per programma de stortingen in de reserves en onttrekkingen aan
de reserves (de reeds bestemde resultaten) weergegeven:
Programma
Rekening
2012
Begroting
2013
Begrotingswijzigingen
primitief
Begroting
Rekening
Restant
2013
2013
budget
definitief
Mutatie reserves:
Storting in reserves:
1. Groene gemeente
418,4
0,0
0,0
0,0
125,3
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
3. Integrale veiligh. en bereikbaarheid
46,1
0,0
169,0
169,0
284,7
-115,7
4. Burger, bestuur en bedrijfsvoering
109,6
95,0
0,0
95,0
95,0
0,0
5. Educatie, cultuur en welzijn
878,5
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
24,1
0,0
0,0
0,0
104,0
-104,0
2. Handhaving
6. Zorg en maatsch. dienstverlening
7. Volksgezondheid en milieu
8. RO, Volkshuisvesting, en
-125,3
613,4
489,6
-71,6
418,0
554,2
-136,2
1.296,5
2.323,3
-2.278,3
45,0
614,1
-569,1
268,6
1.264,4
-201,9
1.062,5
1.031,5
31,0
3.655,1
4.172,3
-2.382,8
1.789,5
2.808,9
-1.019,4
-786,5
Economische ontwikkeling
9. Financiën
Beschikking over reserves:
1. Groene gemeente
-183,8
-30,0
-765,0
-795,0
-8,5
2. Handhaving
-31,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
3. Integrale veiligh. en bereikbaarheid
-79,3
-104,0
-450,0
-554,0
-98,1
-455,9
-1.235,5
-1.153,7
-721,3
-1.875,0
-1.856,2
-18,8
-399,4
-254,7
-1.038,1
-1.292,8
-1.026,8
-266,0
6. Zorg en maatsch. dienstverlening
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
7. Volksgezondheid en milieu
0,0
1,4
-354,0
-352,6
-241,1
-111,5
1.562,5
-406,8
-978,6
-1.385,4
-1.311,2
-74,2
4. Burger, bestuur en bedrijfsvoering
5. Educatie, cultuur en welzijn
8. RO, Volkshuisvesting, en
Economische ontwikkeling
9. Financiën
Saldo mutatie reserves/
-77,8
-1.768,5
576,5
-1.192,0
-1.132,0
-60,0
-444,3
-3.716,3
-3.730,5
-7.446,8
-5.674,1
-1.772,7
3.210,8
456,0
-6.113,3
-5.657,3
-2.865,2
-2.792,1
-756,6
928,7
-1.292,6
-363,9
-965,3
601,4
positief
positief
mutatie
positief
positief
resultaat
resultaatbestemming
Saldo programma
na resultaatbestemming/
gerealiseerde resultaat
incl. mutatie reserves
173
10. Resultaat en resultaatbestemming (mutatie reserves)
In het onderstaande overzicht worden in de jaarrekening verwerkte mutaties in de reserves toegelicht.
Deelprogramma
Onttrekking
Storting
Reserve
1.1 Groenontwikkeling, -beleid en -beheer
Reconstructiedoelen
8.542
Vrije investeringsreserve
125.309 Reserve groenfonds
Project groene gemeente (saldo projectkosten)
3.3 Verkeersveiligheid
Gemeentelijk verkeersveiligheidsplan
55.651
Vrije investeringsreserve
Herverlichtingsplan
42.483
Vrije investeringsreserve
3.4 Wegbeheer
Egalisatie kosten wegbeheer
284.726 Reserve wegbeheer
4.1 Dienstverlening, burgerlijke stand en bevolking
Inzet reserve t.b.v samenwerking
68.800
Reserve WOZ
4.2 Bestuursorganen, -ondersteuning en representatie
Jaarlijkse onttrekking pensioenverplichtingen bestuurders
94.432
Jaarlijkse storting ten laste van exploitatie
Storting in voorziening wachtgeldverplichtingen uitkering vanaf
2014
Res. pensioenverpl. bestuurders
45.000 Res. pensioenverpl. bestuurders
678.000
Onttrekking i.v.m. uitgaven wachtgelden bestuurders 2013
81.777
Egalisatie automatisering
75.000
Vermogensreserve
Res. wachtgeldverpl. bestuurders
50.000 Reserve automatisering
4.7 Middelenbeleid
Aanwending budget economische crisis dekkingsplan 2010
450.000
Wachtgelduitkeringen 2013
19.323
Afschrijvingslast nieuwbouw gemeentehuis
239.600
Uitrol verseon (van 2012 naar 2013)
29.300
Egalisatie kostendekkende activiteiten
120.000
Reserve economische crisis
Res. wachtgeldverpl. personeel
Reserve afschrijvingen
Vrije investeringsreserve
Reserve personeel en organisatie
5.1 Huisvesting onderwijs
Uitvoering jeugd- en jongerenbeleid 2011-2014
30.000
Reserve onderwijs
Afschrijvingslasten noodunits Eldecollege
26.900
Reserve afschrijvingen
Realisatie EC SMG-Oost openbare ruimte
398.670
Vrije investeringsreserve
Realisatie EC SMG-Oost en Den Dungen
193.948
Educatieve clusters gebouwelijk
5.5 Bibliotheekvoorziening
Bijdrage ICT Bibliotheek Den Dungen
12.075
Reserve cultuurzaken
Egalisatie functie exploitatie gemeentelijke subsidies
94.500
Reserve gemeentelijke subsidies
Dekking resultaat 2013 (ivm onderuitputting gem. subs.)
25.000
Reserve gemeentelijke subsidies
5.6 Vormings- en ontwikkelingswerk
Afschrijvingslast De Moerkoal t/m 2024
5.000
Reserve afschrijvingen
Aanwending reserve realisatie (voorbereidingsbudget)
74.152
Kulturhusconcept gebouwelijk
Oplossing knelpunten De Huif
37.000
Reserve gemeentelijke subsidies
174
Deelprogramma
Onttrekking
Storting
Reserve
(vervolg)
5.7 Sportvoorzieningen
Afschrijvingslast verplaatsing Jong Nd./Dupke t/m 2029
15.700
Reserve afschrijvingen
Afschrijvingslast verplaatsing GEKO t/m 2034
28.300
Reserve afschrijvingen
24.500
Reserve cultuurzaken
4.300
Reserve cultuurzaken
5.8 Kunst, cultuur en oudheidkunde
Kunstproject 2012
Kleine kunstprojecten
Subsidieverordening egalisatie
11.292
Dekking afschrijvingslast renovatie toren SMG
5.000
Vrijval reserve monumentenzorg/dorpvernieuwing
40.455
Mon.zorg/dorpsvernieuwing
Reserve afschrijvingen
Mon.zorg/dorpsvernieuwing
6.3 Maatschappelijk werk en zorg
Egalisatie exploitatie WMO
104.026 Reserve WMO/WVG
7.2 Afvalverwerking en -verwijdering
Egalisatie saldo exploitatie afval 2012
241.118
Res. afvalverwijdering/-verwerking
7.3 Rioolbeheer
Egalisatie saldo exploitatie riolering 2012
554.208 Reserve rioolbeheer
8.1 Ruimtelijke ontwikkeling
Bijdragen anterieure overeenkomsten
480.945 Reserve groenfonds
Dekking resultaat 2013
200.000
Res. inkomsten bouwvergunningen
Egalisatie inkomsten bouwvergunningen t.o.v. begroting
263.000
77.522 Res. inkomsten bouwvergunningen
8.2 Volkshuisvesting
Rente/aflossing 2010
75.404
Reserve HNG
8.4 Grondexploitatie
Afwaardering strategische grondaankopen
772.836
Vermogensreserve
8.5 Grondbeheer
Saldering lasten/baten verkoop gronden algemeen
55.675 Vermogensreserve
175
Deelprogramma
Onttrekking
Storting
Reserve
(vervolg)
9.2 Reservepositie
Overheveling naar Vrije investeringsreserve van vermogensreserve
Overheveling naar Vrije investeringsreserve van vermogensreserve
1.000.000 Vrije investeringsreserve
1.000.000
Vermogensreserve
Dekking resultaat 2013
41.000
Reserve WOZ
Dekking resultaat 2013
50.000
Reserve automatisering
Inzet stelpost renovatie toren SMG
27.000
Reserve afschrijvingen
Inzet subsidie fietspad Hoogstraat dekkingsmaatregel
14.000
Storting inflatie/budgetcompensatie
Reserve afschrijvingen
31.500 Div.
Totalen
5.674.057
Saldo resultaatbestemming boekjaar 2013:
2.865.146
Resultaat jaarrekening 2013 vóór bestemming
-1.899.869
2.808.911
Baat exploitatie
Tekort
965.277 Overschot, nader te bestemmen
Resultaat jaarrekening 2013 na bestemming
resultaat jaarrekening 2013
Saldo mutaties reserves in exploitatie 2013
2.865.146
Storting rekeningresultaat 2012
Baat exploitatie
756.581 Vrije investeringsreserve
2.108.565
Saldo mutatie reservepositie per 31-12-2013
0 Afname reservepositie
t.o.v. 31-12-2012
176
11. Overzicht van gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen
In het onderstaande overzicht is het overzicht van algemene dekkingsmiddelen opgenomen van de
inkomsten en de lokale heffingen waarvan de besteding niet gebonden is aan specifieke regelgeving.
Onvoorzien en algemene dekkingsmiddelen
bedragen x € 1.000
Jaarrekening
Begroting
Feitelijk resultaat 2013 (na reeds bestemde resultaten)
Onvoorzien
Opbrengsten onroerende zaakbelastingen
Opbrengsten Toeristenbelasting
Opbrengsten Hondenbelasting
Algemene uitkering Gemeentefonds
Dividend
BCF aan kostendekkende activiteiten
Saldo financieringsfunctie
965,0
0,0
4.336,6
90,3
103,8
21.048,2
32,7
390,7
-
0,0
363,9
4.356,7
62,6
105,0
21.044,9
32,7
463,0
-
Totaal onvoorzien en algemene dekkingsmiddelen
26.967,3
26.428,8
Lokale heffingen
Onder de lokale heffingen vallen de onroerdende zaakbelastingen, toeristenbelasting en de hondenbelasting.
Onroerende zaakbelastingen
De totale opbrengst OZB is gebaseerd op de vastgestelde WOZ-waarden van alle panden per 1
januari van het belastingjaar en de vastgestelde tarieven voor dit belastingjaar. Op basis van
belsuitvorming bij de Kadernota 2013 wordt een jaarlijkse stijging van 3,5% van de opbrengst
voorzien.
Toeristenbelasting
Vanaf 2005 wordt toeristenbelasting geheven.
Hondenbelasting
Vanaf 2006 wordt hondenbelasting geheven
Voor een meer uitgebreide toelichting over de lokale heffingen verwijzen wij u naar de ‘Paragraaf
lokale heffingen’.
Algemene uitkering Gemeentefonds
De opbrengsten van de algemene uitkering gemeentefonds zijn verantwoord op basis van laatst
bekende gegevens met betrekking tot het jaar 2013.
Dividend
Deze opbrengsten betreffen dividend van Bank Nederlandse Gemeenten en NV Brabant Water.
BCF aan kostendekkende activiteiten
Voor een toelichting op het Btw-compensatiefonds verwijzen wij u naar navolgende hoofdstuk 12.
177
Saldo financieringsfunctie
Zowel tet financieringsresultaat als de toevoeging van compensatie aan reserves wordt via de
programma’s verantwoord.
Onvoorzien
Het aanwezige tekort of overschot na reeds bestemde resultaten maakt onderdeel uit van het
programma Financiën. De post onvoorzien is in de begroting niet onderverdeeld per programma. Er
heeft in werkelijkheid geen aanwending van de post onvoorzien plaatsgevonden. Afwijkingen van de
realisatie ten opzichte van de begroting na wijziging zijn verantwoord bij de diverse programma’s.
178
12. BTW-compensatiefonds
1. Algemeen
De werking van het BTW-compensatiefonds is geen nieuw fenomeen meer.
Op basis van de ervaringscijfers 2003, 2004 en 2005 zijn de percentages over de zogenaamde
gemengde activiteiten aangepast. Voor die activiteiten was de BTW voor 84% compensabel en 3%
verrekenbaar. Per 1 januari 2006 zijn de percentages respectievelijk 94% en 1%. De belastingdienst
heeft hiermee ingestemd. Deze percentages zijn niet gewijzigd in 2013.
Samenwerking
Binnen de gemeente Sint-Michielsgestel is PLE1N I&A ondergebracht. Hiervoor zijn wij ondernemer
geworden in de zin van de Wet omzetbelasting. Voor de deelnemers Sint-Oedenrode en Haaren
leveren wij belaste prestaties. Met de Belastingdienst is overeengekomen dat de BTW op gezamenlijk
uit te voeren activiteiten 60% (verdeelsleutel 2012 en 2013) aangemerkt wordt als ondernemers-BTW
en dat de overige activiteiten de hiervoor gemengde percentages gelden.
In verband met de huidige samenwerking (Ple1n) zal na 2013 een nieuwe berekening opgesteld
worden voor de gemengde percentages.
Tarieven afvalstoffenheffing en rioolrecht
De tarieven afvalstoffenheffing en rioolrecht zijn inclusief compensabele BTW vastgesteld.
In 2013 is gecompenseerd:
Afvalstoffenheffing exploitatie:
€ 311.700,- (2012: € 301.300,-)
Rioolrecht exploitatie:
€
74.500,- (2012: € 81.800,-)
Afvalstoffenheffing investeringen:
€
0,- (2012: € 22.800 -)
Rioolrecht investeringen:
€
4.300,- (2012: € 14.000,-)
2. De fiscale effecten voor het jaar 2013
Per saldo is voor ruim € 2,3 miljoen (2012: ruim € 2,3 miljoen) aangemerkt als compensabele BTW.
3. Het budgettaire effect
Bij de diverse bestuursrapportages is het BCF onderwerp van bespreking geweest.
De BCF op afval en riolering wordt ten laste gebracht van die producten en komt ten gunste van de
algemene exploitatie. Daarmee wordt voldaan aan het uitgangspunt om de tarieven inclusief
compensabele BTW vast te laten stellen.
In overeenstemming met de besluitvorming wordt:
• het BCF-resultaat op investeringen riolering en afvalstoffenheffing gestort in de BCF reserve.
• ter compensatie jaarlijks een bedrag onttrokken aan de BCF-reserve.
In verband met de omvang van de reserve en de storting 2013 heeft geen storting en onttrekking
plaatsgevonden.
4. Nieuwe ontwikkelingen
De werking van het BTW-compensatiefonds blijft gehandhaafd. Het fonds wijzigt van een open einde
regeling naar een gelimiteerd fonds. Het maximum bedrag wordt vooraf bepaald. Daarbij geldt het
niveau van 2014 als norm dat vervolgens jaarlijks wordt geïndexeerd met het accrespercentage
volgens de normeringsmethodiek (samen de trap op, samen de trap af) in het gemeentefonds.
Afwijkingen van het plafond worden verrekend met de uitkering uit het gemeentefonds en
provinciefonds, dus zowel de onderschrijding als de overschrijding.
179
13. Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
Inleiding
Onderstaande samenvatting van de grondslagen, waarop de financiële verslaglegging is gebaseerd,
is bedoeld als leidraad voor een juiste interpretatie van de financiële overzichten. De uitgangspunten
die bij het opstellen de jaarrekening gehanteerd zijn hebben betrekking op:
• wettelijke bepalingen jaarverslaggeving in o.a. het Besluit begroting en verantwoording;
• waarderingsgrondslagen;
• grondslagen ter bepaling van het saldo van de rekening van baten en lasten.
Waarderingsgrondslagen balans
ACTIVA
Vaste activa
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden gewaardeerd op basis van verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De
verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingsprijs omvat de
aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, die rechtstreeks
aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts worden
opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten. Rentekosten ten behoeve van vervaardiging
van het actief worden niet geactiveerd. Vaste activa worden voor het bedrag van de investering
geactiveerd. Daarnaast wordt bij de waardering van materiële vaste activa rekening gehouden met
verminderingen in de vorm van ontvangen subsidies en bijdragen van derden, en onder aftrek van de
afschrijvingen, en voor investeringen van voor 2003 onder aftrek van compensabele BTW zoals
opgenomen in de beleidsnotitie invoering Wet BCF. Investeringen vanaf 2004 zijn opgenomen
exclusief compensabele BTW. Bij de materiële vaste activa wordt ten aanzien van activering en
toegepaste afschrijvingen onderscheid gemaakt in investeringen met een economisch nut en
investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut.
Investeringen met een economisch nut worden jaarlijks afgeschreven op basis van de verwachte
gebruiksduur. Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden afgeschreven
op basis van verwachte nuttigheidsduur en de afschrijvingstermijn hiervan wordt -indien mogelijk- zo
kort mogelijk gehouden. Afschrijvingen en naar verwachting duurzame waardeverminderingen van
vaste activa vinden plaats onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Voor de financiële
verwerking van activa, het beleid van activeren en afschrijven, zijn in boekjaar 2012 bij het vaststellen
van de Kadernota 2012 de financiële beleidskaders herzien op basis van de in 2011 herziene
financiële verordening (op basis van artikel 212 Gemeentewet). Dit heeft in beperkte mate geleid tot
wijzingen ten opzichte van het financiële beleid in voorgaande jaren.
Financiële vaste activa
De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Het bedrag verantwoord onder
verstrekte geldleningen betreft het langlopende deel van de verstrekte leningen, conform de indeling
naar rentetypische looptijd volgens de Wet Fido. Voor het overige verwijzen wij u naar de toelichting
op de balans van de financiële vaste activa.
Een gedetailleerd overzicht van alle vaste activa is opgenomen in het bijlagenboek jaarrekening 2013,
onderdeel Staat van Investeringen.
Vlottende activa
Voorraden
De in exploitatie genomen gronden en de onderhanden werken van de grondexploitatie zijn
opgenomen tegen de historische aankoopprijs vermeerderd met de vervaardigingkosten inclusief
bijgeschreven rente en overige exploitatiekosten en daarna verminderd met de opbrengst wegens
gerealiseerde verkopen. De voorraden (Nog) niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) zijn
gewaardeerd tegen historische aankoopprijs of verkrijgingprijs, eventueel inclusief bijkomende kosten.
De overige voorraden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs.
180
Winsten en verliezen grondexploitatie
Er zijn geen specifieke reserves of voorzieningen met betrekking tot de grondexploitatie. De winsten
worden conform de Nota grondbeleid tussentijds genomen. De gemeente neemt winst nadat de
opbrengsten zijn gegarandeerd. Indien wij verliezen verwachten, nemen wij deze direct. Er wordt pas
winst genomen indien aan onderstaande criteria wordt voldaan:
1. Winstneming kan slechts plaatsvinden per individueel complex indien een vastgesteld
(onherroepelijk) bestemmingsplan voor de betreffende exploitatieopzet beschikbaar is;
2. Winstneming kan slechts plaatsvinden indien geen of beperkt afzetrisico aanwezig is, indien
meer dan 70% van de verkopen van het betreffende complex gerealiseerd zijn, en/of als
gerealiseerd aangemerkt kan worden (voldaan aan contractuele verplichtingen);
3. Van de nog te maken en gemaakte kosten per complex moet een goede en degelijke
kostenraming beschikbaar zijn;
4. Verliezen worden direct genomen in het dienstjaar wanneer zij voorzienbaar zijn. Bij
beoordeling van tussentijdse winstneming wordt rekening gehouden met in het verleden
genomen verliezen op het betreffende complex;
5. Bij samenstelling van de jaarrekening worden te nemen winsten/verliezen genomen. Bij de
begroting geldt als uitgangspunt dat geen winsten genomen kunnen worden, wel wordt
rekening gehouden met in de jaarrekening verrekenende winsten.
Uitzettingen, liquide middelen en overlopende activa
De vorderingen, liquide middelen en overlopende activa worden gewaardeerd tegen de nominale
waarde. Debiteurenvorderingen worden gewaardeerd onder aftrek van een voorziening voor dubieuze
debiteuren. De liquide middelen zijn vrij beschikbaar, tenzij uit de balans en toelichting op de balans
anders blijkt.
PASSIVA
Vaste passiva
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserves (zonder bepaalde bestemmingen), de
bestemmingsreserves en het resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening.
Voor de indeling in algemene- en bestemmingsreserves zijn de uitgangspunten gevolgd conform in
2012 vastgestelde beleidskaders Reserves en voorzieningen en voorschriften opgenomen in het BBV.
Voorzieningen
1. De voorzieningen worden gevormd wegens:
a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker is, doch
redelijkerwijs te schatten;
b. op balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of
verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten;
c. kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die
kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar
en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren
zijn gevormd ter gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.
2. Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed
moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen ontvangen van Europese en
Nederlandse overheidslichamen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter
dekking van lasten van volgende begrotingsjaren en waarop bij niet-besteding een
terugbetalingsverplichting rust;
3. Er worden geen voorzieningen gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde
verplichtingen van vergelijkbaar volume.
Ten aanzien van voorzieningen worden de uitgangspunten gevolgd conform in 2012 herziene
financiële beleidskaders opgenomen in Kadernota 2012. De voorzieningen zijn gewaardeerd tegen
nominale waarde. Conform artikel 44 lid 2 van het BBV worden (voorschot)bedragen met een
specifiek bestedingsdoel ontvangen van Europese en Nederlandse overheidslichamen, en waarop
een terugbetalingsverplichting rust, verantwoord onder de overlopende passiva. Overige ontvangen
middelen van derden die niet aan deze criteria voldoen, blijven verantwoord onder de voorzieningen
ontvangen middelen van derden ter specifieke besteding.
181
Vaste schulden
De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Tot jaarrekening 2011 zijn de
aflossingsverplichtingen op opgenomen langlopende geldleningen van het boekjaar volgende op het
verslagjaar opgenomen als aflossingsverplichting onder de kortlopende schulden. Vanaf boekjaar
2012 wordt voor de presentatie aangesloten bij de rentetypische looptijd volgend uit de Wet Fido en
het BBV. Het bedrag verantwoord onder de vaste schulden betreft dan het langlopende deel van
opgenomen geldleningen.
Als gevolg van gewijzigde regelgeving ten aanzien van de langlopende verplichting spaarcontracten
worden per 2006 niet langer gespaarde uren van deelnemers toegevoegd aan de verplichting,
opgebouwde rechten tot 1 april 2006 blijven bestaan. Wel wordt deze langlopende verplichting jaarlijks
herzien ten aanzien van de waardering van gespaarde verlofuren op basis van actuele loonsom van
de deelnemers.
Vlottende passiva
Netto vlottende schulden en Overlopende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Conform artikel 44 lid 2 van het BBV worden (voorschot)bedragen met een specifiek bestedingsdoel
ontvangen van Europese en Nederlandse overheidslichamen, en waarop een terugbetalingsverplichting rust, verantwoord onder de overlopende passiva.
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen en activa
- Borg- en garantstellingen
Buiten de balanstelling is, onder de niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen en activa,
het bedrag genoemd waarvoor de gemeente borg- of garantstellingen heeft afgegeven voor door
derden op te nemen langlopende geldleningen.
- Leaseverplichtingen
Per 1 januari 2012 worden door de gemeente Sint-Michielsgestel, binnen het samenwerkingsverband
Ple1n, de taken op het gebied van ICT verzorgd voor de deelnemende gemeenten Haaren, SintOedenrode en Sint-Michielsgestel. Voor de uitvoering van deze dienstverlening zijn met de
deelnemende gemeenten dienstverleningsovereenkomsten afgesloten. Bij de start van de samenwerking per 1 januari 2012 zijn in het verleden afgesloten leaseovereenkomsten voor ICT-middelen
overgenomen van de deelnemende gemeente Sint-Oedenrode.
Grondslagen ter bepaling van het saldo van de rekening van baten en lasten
De lasten en baten worden tegen nominale waarde zoveel mogelijk toegerekend aan de periode
waarop ze betrekking hebben (matching principe). De lasten in de programmarekening zijn
opgenomen op basis van historische kosten. Verliezen zijn verantwoord op het moment dat deze
voorzienbaar zijn.
Winsten worden eerst verantwoord nadat deze daadwerkelijk gerealiseerd zijn (voorzichtigheidsbeginsel). De afschrijvingen worden conform de afschrijvingstermijnen berekend zoals geformuleerd in
de financiële beleidskaders, vastgesteld bij de Kadernota 2012. De rentelasten over de vaste activa
worden berekend over de actuele boekwaarde. De rentelasten worden ten laste van de rekening van
baten en lasten gebracht. Als rentepercentage is 4,0 aangehouden. Het verschil met het renteomslag
percentage is verantwoord op het programma Financiën.
De reserves zijn, op basis van besluitvorming over diverse bezuinigingsvoorstellen, per 1 januari 2013
niet verhoogd met een percentage voor inflatie. Uitzonderingen hierop is de reserve hypotheekfonds
H.N.G. waaraan 7% is toegevoegd.
Transitorische rente over leningen is opgenomen onder de nog te betalen bedragen. De verdeling van
overheadkosten (o.a. apparaatskosten) van de kostenplaatsen over de diverse deelprogramma’s vindt
plaats via kosten verdeelsleutels. Deze verdeelsleutels zijn op consistente wijze bepaald en worden
nader toegelicht bij de diverse kostenplaatsen.
182
Toelichting jaarrekening OptimIsd
Gemeenschappelijke regeling OptimIsd
Per 1 januari 2007 vormt de gemeenschappelijke regeling OptimIsd op grond van wetswijziging niet
langer één-entiteit voor de uitvoering van de regelingen WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2004. Dit betekent
dat het Rijk de budgetten voor deze regelingen rechtstreeks aan de deelnemende gemeenten
verstrekt. De verantwoording van de budgetten en daarmee samenhangende balansposten vindt
plaats in de gemeentelijke jaarrekening door consolidatie van delen van de jaarrekening van de
gemeenschappelijke regeling OptimIsd. Het saldo van de onderlinge vorderingen en schulden is
verantwoord in de balans in het onderdeel rekening-courantverhouding niet-financiële instellingen, als
onderdeel van de balanspost uitzettingen en de overige schulden, onderdeel van de netto-vlottende
schulden.
Voor de regelingen Win, Kinderopvang, Tijdelijke stimuleringsregeling Klantmanagement en Roa, voor
zover voor de gemeente van toepassing, gold de één-entiteit methodiek en de genoemde wijze van
financiering niet. De door het Rijk hiervoor beschikbaar gestelde budgetten worden per deelnemende
ISD-gemeente verstrekt. OptimIsd heeft met de deelnemende gemeenten de afspraak gemaakt dat de
geoormerkte budgetten voor deze regelingen aan OptimIsd worden overgemaakt.
Met ingang van 2007 is de WI ingevoerd. Hiervoor is door de deelnemende gemeenten een
gezamenlijk budget aangevraagd en worden de deelnemende gemeenten voor de financiering als
één-entiteit beschouwd. Vanaf 1 januari 2009 is de WI echter onderdeel geworden van de financiering
in het kader van de Wet Participatiebudget. Dit heeft tot gevolg dat financiering en verantwoording per
1 januari 2009 weer per gemeente plaatsvindt. OptimIsd heeft in 2011 als één-entiteit verantwoording
afgelegd over de WI-middelen over de jaren 2007 – 2009.
Met de uitvoering door OptimIsd van de bovengenoemde regelingen zijn de volgende hiermee
samenhangende posten door consolidatie van gegevens in de jaarrekening van OptimIsd opgenomen
in de balans:
- Overlopende passiva: Voormalige voorziening WWB-werkdeel
- Debiteuren en voorziening periode voor 1-1-2005 (juridisch/economisch eigendom van de gemeente)
- Debiteuren en voorziening periode na 1-1-2005 (economisch eigendom gemeente)
- Nog te ontvangen en nog te betalen bedragen van/aan het Rijk (afrekeningen regelingen)
Alle mutaties met betrekking tot deze balansposten zijn in de jaarrekening van OptimIsd via haar
exploitatie verwerkt. De overige vlottende activa en vlottende passiva zijn in de balans geconsolideerd,
waarbij te verrekenen bedragen en het resterende saldo van de vlottende activa en vlottende passiva
zijn verwerkt via de balanspost rekening-courant gemeenschappelijke regeling OptimIsd.
183
184
14. Balans en toelichting op de balans
185
GEMEENTE SINT-MICHIELSGESTEL
ACTIVA
31-12-2013
31-12-2012
31.365.208
640.232
32.005.440
30.937.058
717.303
31.654.361
55.146
2.289.772
2.427.381
249.676
673.715
55.044
5.750.734
55.146
0
2.525.823
257.829
450.258
63.348
3.352.404
37.756.174
35.006.765
319.737
11.033.339
10.424
11.363.500
1.092.573
12.136.301
5.545
13.234.419
2.981.356
1.825.970
4.807.326
2.674.812
1.530.579
4.205.391
22.090
903.402
981.123
981.589
Totaal vlottende activa
17.174.039
19.324.801
TOTAAL GENERAAL
54.930.213
54.331.566
VASTE ACTIVA
Materiële vaste activa
Investeringen met een economisch nut
Investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut
Totaal materiële vaste activa
Financiële vaste activa
a.1. Kapitaalverstrekking aan deelnemingen
2. Kapitaalverstrekking aan gem. regelingen
b. Leningen aan woningbouwcorporaties
c. Overige langlopende geldleningen
d. Overige uitzettingen met rentetypische looptijd >1 jaar
e. Bijdragen aan activa in eigendom van derden
Totaal financiële vaste activa
Totaal vaste activa
VLOTTENDE ACTIVA
Voorraden
(Nog) Niet in exploitatie genomen gronden
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
Voorraden gereed product en handelsvoorraden
Totaal voorraden
Uitzettingen
Vorderingen op openbare lichamen
Overige vorderingen
Totaal uitzettingen
Liquide middelen
Overlopende activa
186
BALANS PER 31 DECEMBER 2013 in euro
PASSIVA
31-12-2013
31-12-2012
A. Reserves
1. Algemene reserves
2. Bestemmingsreserves
Totaal reserves
4.410.378
27.027.440
31.437.818
4.410.378
29.136.005
33.546.383
B. Resultaat
Gerealiseerde totaal van saldo van baten en lasten
Reeds bestemd saldo van baten en lasten
Gerealiseerd resultaat:
-1.899.869
2.865.146
965.277
3.967.405
-3.210.824
756.581
Totaal eigen vermogen
32.403.095
34.302.964
2.581.948
1.883.595
VASTE SCHULDEN
Onderhandse leningen van binnenlandse banken
Onderhandse leningen van overige binnenlandse sectoren
Totaal vaste schulden:
10.434.773
96.289
10.531.062
11.987.416
180.841
12.168.257
Totaal vaste passiva
45.516.105
48.354.816
Netto vlottende schulden
Banksaldi
Overige schulden
Totaal netto-vlottende schulden
4.164.538
2.922.389
7.086.927
0
2.501.052
2.501.052
Overlopende passiva
2.327.181
3.475.698
Totaal vlottende passiva
9.414.108
5.976.750
54.930.213
54.331.566
Niet in de balans opgenomen rechten & verplichtingen en activa
-Gewaarborgde geldleningen:
12.422.846
Gemeentegarantie
38.817.000
Garantie Waarborgfonds Sociale Woningbouw
-Leaseverplichtingen
179.939
12.817.665
39.831.000
368.144
VASTE PASSIVA
EIGEN VERMOGEN
VOORZIENINGEN
VLOTTENDE PASSIVA
TOTAAL GENERAAL
187
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2013 in euro
ACTIVA
VASTE ACTIVA
Verloop boekwaarde vaste activa
Materiële
vaste activa
Aanschafwaarde per 31 december 2012
Cumulatieve afschrijving/aflossing per 31 december 2012
Boekwaarde per 31 december 2012
Investeringen boekjaar
Afschrijving/aflossing/afwaardering boekjaar
Aanschafwaarde desinvesteringen boekjaar
Cumulatieve afschrijving desinvesteringen boekjaar
Aanschafwaarde per 31 december 2013
Cumulatieve afschrijving / aflossing per 31 december 2013
Boekwaarde per 31 december 2013
Financiële
vaste activa
Totaal
vaste activa
67.544.330
-35.889.969
31.654.361
4.758.880
-1.406.476
3.352.404
72.303.209
-37.296.445
35.006.765
4.310.855
-3.959.776
-2.808.478
2.808.478
351.079
2.513.873
-115.543
-2.599
2.599
2.398.330
6.824.728
-4.075.319
-2.811.077
2.811.077
2.749.409
69.046.707
-37.041.267
32.005.440
7.270.154
-1.519.420
5.750.734
76.316.860
-38.560.687
37.756.174
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut
Met de invoering van voorschriften opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording (hierna: BBV)
bestaat voor investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut
de mogelijkheid tot activeren.
Voor de geactiveerde investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut zijn
indien noodzakelijk ter dekking van afschrijving de volgende reserves beschikbaar:
- de vrije investeringsreserve
- reserve groenfonds
- reserve cultuurzaken
- egalisatiereserve afschrijvingen
De investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden gedurende de
resterende economische levensduur lineair afgeschreven.
Voor een uitgebreide specificatie van de individuele activa verwijzen wij u naar de in het
bijlagenboek 2013 opgenomen Staat van Investeringen.
Stille reserves materiële vaste activa
Volgens voorschriften opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording dienen
stille reserves te worden toegelicht. De stille reserves bestaan aan het einde van het rekeningjaar
uit een positief verschil op de boekwaarde van de voorraad woningen in eigendom.
De stille reserve woningen is ontstaan doordat de woningen administratief volledig afgeschreven zijn en
dus een boekwaarde hebben van € 0,00.
Indien deze activa op voorzichtige wijze op marktwaarde gewaardeerd worden, geeft dit een indicatie
van de aard en omvang van de stille reserves. Voor de waardering wordt de Woz-waarde gehanteerd,
onder aftrek van een geschat bedrag voor bewoonde staat en verlies van toekomstige gekapitaliseerde
huuropbrengsten.
188
De stille reserves worden per 31 december 2013 als volgt toegelicht:
Woningen in verhuurde staat
Vermoedelijke marktwaarde (woz-waarde 1-1-2013)
Aftrek wegens verkoop in bewoonde staat (25%)
Aftrek verlies toekomstige gekapitaliseerde huuropbrengsten (25%)
Stille reserves voorraad woningen per het einde van het rekeningjaar:
2.335.000
-583.750
-583.750
1.167.500
1.167.500
Totaal stille reserves per het einde van het boekjaar 2013:
Specificatie vaste activa
De volgende specificaties kunnen gegeven worden van de vaste activa per 31 december:
Materiële vaste activa
31-12-2013
31-12-2012
2.265.769
20.572.596
6.051.021
399.714
940.049
1.136.059
31.365.208
2.794.086
22.166.559
4.475.025
221.614
165.652
1.114.122
30.937.058
31-12-2013
31-12-2012
87.126
92.112
263.828
197.166
640.232
87.126
97.112
311.128
221.937
717.303
32.005.440
31.654.361
a. Investeringen met een economisch nut
Gronden en terreinen
Bedrijfsgebouwen
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
Vervoermiddelen
Machines, apparaten en installaties
Overige materiële vaste activa
Totaal
b. Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut
Gronden en terreinen
Bedrijfsgebouwen
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
Overige materiële vaste activa
Totaal
Totaal materiële vaste activa:
189
Toelichting mutaties materiële vaste activa
a. Investeringen met een economisch nut
Gronden en terreinen
Aanschafwaarde per 1 januari:
Cumulatieve afschrijving per 1 januari:
Boekwaarde per 1 januari
Investeringen boekjaar:
Afschrijving boekjaar:
Afwaardering/duurzame waardevermindering boekjaar:
Desinvesteringen boekjaar *:
Afschrijving m.b.t. desinvesteringen boekjaar:
Aanschafwaarde per 31 december:
Cumulatieve afschrijving per 31 december:
Boekwaarde per 31 december:
31-12-2013
31-12-2012
3.139.430
-345.344
2.794.086
3.139.430
-344.301
2.795.129
0
0
-528.316
-528.347
528.347
-528.316
0
-1.044
0
0
0
-1.044
2.611.083
-345.313
2.265.769
3.139.430
-345.344
2.794.086
* In de post desinvesteringen is begrepen een post van € 389.232 voor ondergronden van de brandweerkazerne in de kern Sint-Michielsgestel. Per 31 december 2013 heeft overdracht tegen boekwaarden
plaatsgevonden van de brandweerkazerne Sint-Michielsgestel aan de Veiligheidsregio Brabant-Noord.
Voor de financiering hiervan door de Veiligheidsregio, is gelijktijdig een langlopende
geldlening verstrekt aan gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord.
De verstrekte langlopende geldlening is opgenomen onder de financiële vaste activa.
Bedrijfsgebouwen
31-12-2013
31-12-2012
Aanschafwaarde per 1 januari
Cumulatieve afschrijving per 1 januari
Boekwaarde per 1 januari
38.244.628
-16.078.069
22.166.559
38.002.052
-16.282.053
21.719.999
1.206.951
-820.076
-1.980.838
-2.147.716
2.147.716
-1.593.963
1.648.872
-838.561
-363.750
-1.406.295
1.406.295
446.561
37.303.863
-16.731.267
20.572.596
38.244.628
-16.078.069
22.166.559
Investeringen boekjaar:
Afschrijving boekjaar:
Afwaardering/duurzame waardevermindering boekjaar:
Desinvesteringen boekjaar *:
Afschrijving m.b.t. desinvesteringen boekjaar:
Aanschafwaarde per 31 december:
Cumulatieve afschrijving per 31 december
Boekwaarde per 31 december:
* In de post desinvesteringen is begrepen een post van € 1.980.838 voor het casco, de inrichting- en installaties
van de brandweerkazerne in de kern Sint-Michielsgestel.
Per 31 december 2013 heeft overdracht tegen boekwaarden plaatsgevonden van de brandweerkazerne
in de kern Sint-Michielsgestel aan de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Voor de financiering hiervan door
de Veiligheidsregio, is gelijktijdig een langlopende geldlening verstrekt aan gemeenschappelijke
regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord. De verstrekte langlopende geldlening is opgenomen onder
de financiële vaste activa.
190
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
31-12-2013
31-12-2012
Aanschafwaarde per 1 januari
Cumulatieve afschrijving per 1 januari
Boekwaarde per 1 januari
12.451.059
-7.976.034
4.475.025
12.377.314
-7.699.301
4.678.013
1.852.821
-274.125
-2.700
-17.351
17.351
1.575.996
73.745
-276.733
0
0
0
-202.988
Aanschafwaarde per 31 december:
Cumulatieve afschrijving per 31 december
Boekwaarde per 31 december:
14.286.529
-8.235.508
6.051.021
12.451.059
-7.976.034
4.475.025
Vervoermiddelen
31-12-2013
31-12-2012
504.718
-283.104
221.614
436.761
-277.313
159.448
221.320
-43.220
0
0
0
178.100
102.466
-40.300
0
-34.509
34.509
62.166
726.038
-326.324
399.714
504.718
-283.104
221.614
Machines, apparaten en installaties
31-12-2013
31-12-2012
Aanschafwaarde per 1 januari
Cumulatieve afschrijving per 1 januari
Boekwaarde per 1 januari
1.864.074
-1.698.422
165.652
1.864.074
-1.667.845
196.229
857.635
-17.668
-65.571
-109.971
109.971
774.396
0
-30.577
0
0
0
-30.577
2.611.738
-1.671.690
940.049
1.864.074
-1.698.422
165.652
Investeringen boekjaar:
Afschrijving boekjaar:
Afwaardering/duurzame waardevermindering boekjaar:
Desinvesteringen boekjaar:
Afschrijving m.b.t. desinvesteringen boekjaar:
Aanschafwaarde per 1 januari
Cumulatieve afschrijving per 1 januari
Boekwaarde per 1 januari
Investeringen boekjaar:
Afschrijving boekjaar:
Afwaardering/duurzame waardevermindering boekjaar:
Desinvesteringen boekjaar:
Afschrijving m.b.t. desinvesteringen boekjaar:
Aanschafwaarde per 31 december:
Cumulatieve afschrijving per 31 december
Boekwaarde per 31 december:
Investeringen boekjaar:
Afschrijving boekjaar:
Afwaardering/duurzame waardevermindering boekjaar:
Desinvesteringen boekjaar:
Afschrijving m.b.t. desinvesteringen boekjaar:
Aanschafwaarde per 31 december:
Cumulatieve afschrijving per 31 december
Boekwaarde per 31 december:
191
Overige materiële vaste activa
Aanschafwaarde per 1 januari
Cumulatieve afschrijving per 1 januari
Boekwaarde per 1 januari
Investeringen boekjaar:
Afschrijving boekjaar:
Afwaardering/duurzame waardevermindering boekjaar:
Desinvesteringen boekjaar:
Afschrijving m.b.t. desinvesteringen boekjaar:
Aanschafwaarde per 31 december:
Cumulatieve afschrijving per 31 december
Boekwaarde per 31 december:
31-12-2013
31-12-2012
2.679.747
-1.565.625
1.114.122
2.336.039
-1.431.006
905.033
172.128
-145.098
-5.093
-5.093
5.093
21.937
343.707
-134.619
0
0
0
209.089
2.846.782
-1.710.723
1.136.059
2.679.747
-1.565.625
1.114.122
31-12-2013
31-12-2012
87.158
-32
87.126
87.158
-32
87.126
0
0
0
0
0
0
87.158
-32
87.126
87.158
-32
87.126
31-12-2013
31-12-2012
121.598
-24.486
97.112
24.486
-24.486
0
0
-5.000
-5.000
97.112
0
97.112
121.598
-29.486
92.112
121.598
-24.486
97.112
b. Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut
Gronden en terreinen
Aanschafwaarde per 1 januari:
Cumulatieve afschrijving per 1 januari:
Boekwaarde per 1 januari:
Investeringen boekjaar:
Afschrijving boekjaar:
Aanschafwaarde per 31 december:
Cumulatieve afschrijving per 31 december
Boekwaarde per 31 december:
Bedrijfsgebouwen
Aanschafwaarde per 1 januari:
Cumulatieve afschrijving per 1 januari:
Boekwaarde per 1 januari
Investeringen boekjaar:
Afschrijving boekjaar:
Aanschafwaarde per 31 december:
Cumulatieve afschrijving per 31 december
Boekwaarde per 31 december:
192
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
Aanschafwaarde per 1 januari
Cumulatieve afschrijving per 1 januari
Boekwaarde per 1 januari
Investeringen boekjaar:
Afschrijving boekjaar:
Afwaardering/duurzame waardevermindering boekjaar:
Aanschafwaarde per 31 december:
Cumulatieve afschrijving per 31 december
Boekwaarde per 31 december:
Overige materiële vaste activa
Aanschafwaarde per 1 januari
Cumulatieve afschrijving per 1 januari
Boekwaarde per 1 januari
Investeringen boekjaar:
Afschrijving boekjaar:
Afwaardering/duurzame waardevermindering boekjaar:
Aanschafwaarde per 31 december:
Cumulatieve afschrijving per 31 december
Boekwaarde per 31 december:
31-12-2013
31-12-2012
7.324.812
-7.013.684
311.128
7.447.419
-7.009.617
437.802
0
-47.300
0
-47.300
-122.607
-4.067
0
-126.674
7.324.812
-7.060.984
263.828
7.324.812
-7.013.684
311.128
31-12-2013
31-12-2012
1.127.107
-905.170
221.937
1.127.107
-880.399
246.708
0
-24.771
0
-24.771
0
-24.771
0
-24.771
1.127.107
-929.941
197.166
1.127.107
-905.170
221.937
Financiële vaste activa
Waardering
De financiële vaste activa bestaan uit:
- Kapitaalverstrekking aan deelnemingen
- Kapitaalverstrekking aan gemeenschappelijke regelingen
- Verstrekte leningen aan woningbouwcorporaties
- Overige verstrekte langlopende geldleningen
- Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd > 1 jaar
- Bijdragen in activa van derden
De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
De verstrekte leningen aan woningbouwcorporaties zijn gewaarborgd door het Waarborgfonds
Sociale Woningbouw. In 2013 zijn geen afwaarderingen of duurzame waardeverminderingen
van financiële vaste activa ten laste van het resultaat gebracht.
Rentebaten verstrekte geldleningen
Uit verstrekte leningen aan woningbouwcorporaties voorvloeiende rentebaten bedragen
voor boekjaar 2013 € 120.647 en voor boekjaar 2012 € 125.321. Voor begrotingsjaar 2014
bedragen de verwachte rentebaten € 115.835
Tegenover de verstrekte geldleningen aan woningbouwcorporaties staan in zelfde verhouding
opgenomen langlopende geldleningen verantwoord onder de langlopende schulden met
daaruit voortvloeiend een gelijke rentelast als de bovengenoemde rentebaten.
193
Voor een meer uitgebreide specificatie van de financiële vaste activa verwijzen wij u naar de in het
bijlagenboek 2013 opgenomen Staat van Investeringen en Staat van Geldleningen.
Specificatie financiële vaste activa:
A. Kapitaalverstrekking:
1. aan deelnemingen
Aandelen BNG
Overige
31-12-2013
31-12-2012
52.650
2.496
55.146
52.650
2.496
55.146
2.289.772
0
2. aan gemeenschappelijke regelingen
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Per 31 december 2013 heeft overdracht plaatsgevonden van de brandweerkazerne in de kern
Sint-Michielsgestel aan de Veiligheidsregio Brabant-Noord.
De overdracht heeft plaatsgevonden tegen de resterende boekwaarde van de ondergronden, installaties en
casco van het gebouw. Voor de financiering van de overdracht door de Veiligheidsregio, is gelijktijdig
een langlopende geldlening verstrekt aan gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord.
Betaling van rente en aflossing vindt plaats volgens een aflossingsschema, op basis van de
resterende afschrijvingstermijnen van betreffende installaties en casco van het gebouw, met een
minimum looptijd van 10 jaar.
B. Leningen aan woningbouwcorporaties
31-12-2013
31-12-2012
Aanschafwaarde per 1 januari
Cumulatieve aflossing per 1 januari
Saldo boekwaarde langlopend deel 1 januari
3.598.478
-1.072.655
2.525.823
3.598.478
-977.159
2.621.319
0
-98.442
0
0
0
-98.442
0
-95.496
0
0
0
-95.496
3.598.478
-1.171.097
2.427.381
3.598.478
-1.072.655
2.525.823
Kapitaalverstekking in het dienstjaar
Aflossingen in het dienstjaar
Vervroegde aflossingen in het dienstjaar
Desinvesteringen in het dienstjaar
Aflossingen desinvesteringen in het dienstjaar
Saldo mutaties
Aanschafwaarde per 31 december
Cumulatieve aflossing per 31 december
Saldo langlopend deel geldleningen per 31 december
194
C. Overige langlopende geldleningen
31-12-2013
31-12-2012
432.645
-174.816
257.829
438.669
-89.984
348.685
645
-8.797
-2.599
2.599
-8.152
2.130
-92.986
-8.154
8.154
-90.856
430.691
-181.014
249.676
432.645
-174.816
257.829
31-12-2013
31-12-2012
Aanschafwaarde per 1 januari
Vrijval in het boekjaar
Saldo aanschafwaarde per 31 december
450.258
-43.885
406.373
491.273
-41.015
450.258
Vooruitbetaald meerjarig onderhoud Ple1n-I&A
267.342
0
Aanschafwaarde per 1 januari
Cumulatieve aflossing per 1 januari
Boekwaarde per 1 januari
Kapitaalverstekking in het dienstjaar:
Aflossingen in het dienstjaar
Desinvesteringen in het dienstjaar
Aflossingen desinvesteringen in het dienstjaar
Saldo mutaties
Aanschafwaarde per 31 december
Cumulatieve aflossing per 31 december
Saldo boekwaarde per 31 december
D. Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd > 1 jaar
Verkoopsom HNG
Betreft een onderhoudscontract afgesloten in 2013 voor de periode van 4 jaren. Jaarlijks vindt
vrijval ten laste van exploitatie plaats.
Totaal van de overige uitzettingen
E. Bijdragen aan activa in eigendom van derden
673.715
450.258
31-12-2013
31-12-2012
222.352
-159.004
63.348
222.352
-150.700
71.652
0
-8.304
0
0
-8.304
0
-8.304
0
0
-8.304
222.352
-167.308
55.044
222.352
-159.004
63.348
5.750.735
3.352.404
Verstrekte investeringsbijdragen aan derden
Aanschafwaarde per 1 januari
Cumulatieve afschrijving per 1 januari
Kapitaalverstekking in het dienstjaar
Afschrijving in het dienstjaar
Desinvesteringen in het dienstjaar
Afschrijving m.b.t.desinvesteringen in het dienstjaar
Saldo mutaties
Aanschafwaarde per 31 december
Cumulatieve afschrijving per 31 december
Saldo boekwaarde per 31 december
Totaal Financiële vaste activa:
195
VLOTTENDE ACTIVA
VOORRADEN
31-12-2013
31-12-2012
(Nog) Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG)
Onderhanden werk inzake grondexploitatie
Voorraden gereed product en handelsgoederen
319.737
11.033.339
10.424
11.363.500
1.092.573
12.136.301
5.545
13.234.419
Totaal
(Nog) Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG)
In het BBV zijn o.a. in artikel 38 en 63 de voorwaarden voor het activeren van grond opgenomen.
Door de commissie BBV is in februari 2008 de Notitie grondexploitatie gepubliceerd. Hierin
zijn o.a. opgenomen een aantal aanbevelingen en stellige uitspraken ten aanzien van de
financiële verwerking van grondaankopen en grondexploitatie in de jaarverslaggeving. Dit ter
verduidelijking van de wetgeving opgenomen in het BBV.
Met ingang van boekjaar 2008 worden aankochte gronden waarvoor nog geen exploitatieopzet
is vastgesteld, maar waarvoor in de toekomst een voornemen bestaat tot bebouwing
(en daarmee onderdeel gaan vormen van de grondexploitatie), geactiveerd op de balans
onder de post voorraden- (nog) niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) .
Het betreft o.a. de verwerving van strategische grondaankopen.
Over inzet in de toekomst van deze verworven gronden heeft in 2013 besluitvorming
plaatsgevonden.
De balanspost voorraden - NIEGG wordt als volgt toegelicht:
Balans per 1 januari
Afwaardering strategische grondaankopen
Saldo mutaties
Balans per 31 december:
31-12-2013
31-12-2012
1.092.573
1.092.573
-772.836
-772.836
0
0
319.737
1.092.573
In 2013 heeft afwaardering van strategische grondaankopen Dommeloevers en Grienselhof
plaatsgevonden, als gevolg van besluitvorming in de gemeenteraad van mei 2013 over de motie strategische
grondaankopen, en om deze gronden voorlopig niet te gaan ontwikkelen. Met de Najaarsnota 2013
is de gemeenteraad geïnformeerd over de financiële gevolgen van de besluitvorming.
Tot en met boekjaar 2012 waren deze gronden gewaardeerd tegen aanschafwaarde.
Na financiële verwerking van de afwaardering, bedraagt de boekwaarde NIEGG per einde 2013
gemiddeld € 11,29 per m2. Per einde 2012 was de boekwaarde NIEGG gemiddeld € 38,58 per m2.
Onderhanden werk inzake grondexploitatie
De boekwaarde per 31 december 2013 is ten opzichte van 31 december 2012 afgenomen
met € 1.102.962. Een nadere specificatie van de grondexploitatie per complex is opgenomen
in het bijlagenboek onder Staat van in exploitatie zijnde gronden.
196
Het verloop van onderhanden werk grondexploitatie is (in totalen) als volgt te specificeren:
2013
Boekwaarde per 31 december 2012
12.136.301
Kosten grondverwerving
Grondwerk, verharding en riolering
Sloopkosten
Groenvoorziening
Verlichting
Kosten voorbereiding en toezicht
Diversen
Opslag groenfonds
Opslag cultuurfonds
Niet verrekenbare btw
Rente
Apparaatskosten
Advieskosten
Overige kosten
0
396.837
20.000
3.405
23.155
4.620
7.749
0
0
0
459.889
395.617
256.385
31.468
1.599.125
Schadeclaims
Afboeking negatief resultaat/(tussentijdse) winstneming
Overige bijdragen
51.198
11.287
-173.433
-110.948
Grondverkopen
Overige opbrengsten
-2.591.139
0
-2.591.139
Boekwaarde per 31 december 2013
11.033.339
(Tussentijdse) winst- en verliesneming
Conform de nota grondbeleid kan onder bepaalde voorwaarden (tussentijds)
winst- of verlies genomen worden.
De resultaten in een boekjaar van afgesloten grondexploitaties of tussentijdse
winst- of verliesneming, komen conform de bestendige gedragslijn ten gunste/laste van de
vrije investeringsreserve. In jaarrekening 2013 zijn voor de volgende complexen tussentijdse
winsten genomen of negatieve resultaten afgeboekt:
Resultaat na afsluiting complex Milrooijseweg
Totaal resultaat:
11.287
11.287 positief
Voorraden gereed product en handelsgoederen
Eigen verklaringen
Totaal
197
31-12-2013
31-12-2012
10.424
10.424
5.545
5.545
UITZETTINGEN
De uitzettingen worden als volgt gespecificeerd:
Vorderingen op openbare lichamen
Debiteuren openbare lichamen
Debiteuren openbare lichamen ISD OptimIsd
Nog te ontvangen wegens BCF
Overige vorderingen
Debiteuren overige
Voorziening dubieuze debiteuren overige
Debiteuren Sociale Zaken (vorderingen voor 1-1-2005)
Voorziening dubieuze debiteuren Sociale Zaken (voor 1-1-2005)
Debiteuren ISD OptimIsd (vorderingen na 1-1-2005)
Voorziening dubieuze debiteuren ISD OptimIsd (na 1-1-2005)
Overige vorderingen
31-12-2013
31-12-2012
600.920
74.179
2.306.257
2.981.356
340.009
6.901
2.327.902
2.674.812
31-12-2013
31-12-2012
1.305.567
-92.662
205.048
-50.949
734.240
-279.333
4.059
1.825.970
1.186.385
-85.546
213.045
-56.215
525.505
-256.654
4.059
1.530.579
4.807.326
4.205.391
31-12-2013
31-12-2012
11.282
0
8.326
2.068
0
414
22.090
13.557
139.460
-3
2.039
748.349
0
903.402
Een specificatie van de uitzettingen is op de administratie aanwezig.
Totaal van de uitzettingen:
LIQUIDE MIDDELEN
Het totaal van de liquide middelen is als volgt te specificeren:
Kas
B.N.G. 28.50.07.769
B.N.G. 28.50.40.472
Rabo 13.36.92.000
Rabo streekrekening .918
Kruisposten
Vanwege de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet HOF) en daarmee samenhangende verplichting
tot schatkistbankieren, is per einde 2013 de Rabo streekrekening .918 opgeheven. Het saldo van de
streekrekening is toegevoegd aan de BNG rekening.
198
OVERLOPENDE ACTIVA
Volgens artikel 40a van het BBV bestaan de overlopende activa bestaan uit:
a. de van Nederlandse en Europese overheidslichamen nog te ontvangen
voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen
met een specifiek bestedingsdoel;
b. overige nog te ontvangen bedragen en vooruitbetaalde bedragen die
ten laste van volgende begrotingsjaren komen.
Het totaal van de overlopende activa is als volgt te specificeren:
b. Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen
Nog te ontvangen bedragen
Vooruitbetaalde bedragen
Een specificatie van de overlopende activa is op de administratie aanwezig.
199
31-12-2013
31-12-2012
623.854
357.269
981.123
981.649
-60
981.589
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2013 in euro
PASSIVA
EIGEN VERMOGEN
Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording bestaat het eigen vermogen uit de reserves
en het resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening. Het resultaat na bestemming in de
programmarekening is het resterende resultaat na de reeds bestemde mutaties in de reserves
en wordt ook wel het (nog) nader te bestemmen resultaat genoemd.
Het eigen vermogen wordt als volgt gespecificeerd:
31-12-2013
31-12-2012
a. Reserves
Algemene reserves
4.410.378
4.410.378
Bestemmingsreserves
27.027.440
29.136.005
31.437.818
33.546.383
b. Resultaat na bestemming
Gerealiseerde totaal van saldo van baten en lasten
Reeds bestemd saldo van baten en lasten
Gerealiseerd resultaat (nader te bestemmen resultaat):
-1.899.869
2.865.146
965.277
3.967.405
-3.210.824
756.581
Totaal eigen vermogen:
32.403.095
34.302.964
Voor een nadere toelichting op de samenstelling en analyse van het rekeningresultaat verwijzen wij u
naar het onderdeel 'Verklaring op hoofdlijnen van het saldo van de rekening van baten en lasten
2013'.
Voor een uitgebreide specificatie van de reserves verwijzen wij u naar de in het bijlagenboek 2013
opgenomen Staat van reserves en Toelichting mutaties in de reserves. Gezien de omvang van
het aantal reserves en mutaties in de reserves, wordt hierna volstaan met een korte samenvatting
van het verloop van de reserves.
Met de vaststelling van Kadernota 2012 zijn de financiële kaders voor o.a. het beleid rondom reserves &
voorzieningen door gemeenteraad vastgesteld.
Van het verloop van de reserves kan het volgende totaaloverzicht gegeven worden:
200
Algemene reserves
In boekjaar 2013 bestaat de algemene reserve uit de Algemene risicoreserve:
31-12-2013
31-12-2012
Stand per 1 januari:
Bij:
Toevoeging inflatiecorrectie:
Toevoeging door resultaatbestemming ten laste van exploitatie:
Subtotaal toevoegingen:
Af:
Onttrekking door resultaatbestemming ten gunste van exploitatie:
Onttrekking ten gunste van andere reserves:
Subtotaal onttrekkingen:
4.410.378
4.281.878
0
128.500
0
128.500
0
0
0
0
0
0
Stand per 31 december:
4.410.378
4.410.378
31-12-2013
31-12-2012
Openingsbalans per 1 januari:
Bij:
Toevoeging door bestemming van het rekeningsaldo van het vorige jaar:
Toevoeging inflatiecorrectie:
Toevoeging door resultaatbestemming ten laste van exploitatie:
Toevoeging ten laste van andere reserves:
Subtotaal toevoegingen:
Af:
Onttrekking door resultaatbestemming ten gunste van exploitatie:
Onttrekking ten gunste van andere reserves:
Subtotaal onttrekkingen:
29.136.005
25.618.990
756.581
31.500
1.777.411
1.000.000
3.565.492
434.691
103.300
5.113.364
0
5.651.355
-4.674.058
-1.000.000
-5.674.058
-2.134.340
0
-2.134.340
Stand per 31 december:
27.027.440
29.136.005
Bestemmingsreserves
Het verloop van de bestemmingsreserves wordt als volgt toegelicht:
201
VOORZIENINGEN
Voor een uitgebreide specificatie van de voorzieningen verwijzen wij u naar de in het
bijlagenboek 2013 opgenomen staat van voorzieningen en de hierna opgenomen toelichting.
Het verloop van de voorzieningen wordt als volgt toegelicht:
31-12-2013
31-12-2012
Openingsbalans per 1 januari:
Bij:
Toevoegingen ten laste van exploitatie
Subtotaal toevoegingen:
Af:
Ten gunste van exploitatie vrijgevallen bedragen
Verminderingen wegens aanwendingen:
Subtotaal verminderingen:
1.883.595
2.119.107
1.388.200
1.388.200
812.400
812.400
-9.000
-680.847
-689.847
-14.903
-1.033.009
-1.047.912
Stand per 31 december:
2.581.948
1.883.595
De mutaties in de voorzieningen worden als volgt per voorziening toegelicht:
Voorziening pensioenverplichtingen bestuurders (Appa)
Het BBV geeft aan dat voor arbeidsgerelateerde verplichtingen van jaarlijks niet-gelijkblijvend volume
een voorziening gevormd dient te worden. Vanaf jaarrekening 2013 is daartoe een voorziening gevormd.
De voorziening wordt jaarlijks opnieuw beoordeeld. Waardering van de voorziening vindt plaats
op basis van actuariële waarde berekening, rekening houdend met de sterftekansen.
De mutaties in de voorziening worden als volgt toegelicht:
31-12-2013
Stand per 1 januari:
Bij:
Toevoegingen ten laste van exploitatie:
Subtotaal:
Af:
Ten gunste van exploitatie vrijgevallen bedragen
Verminderingen wegens aanwendingen:
Stand per 31 december:
0
678.000
678.000
0
0
678.000
Voorziening Onderhoud gebouwen (geen scholen)
Ter egalisatie van kosten wegens (groot)onderhoud gebouwen is een onderhoudsvoorziening gevormd.
Conform begroting en meerjaren onderhoudsplan vinden stortingen in de voorziening plaats ten
laste van de exploitatie. Onttrekkingen vinden plaats op basis van het onderhoudsplan.
Per einde 2013 is de toereikendheid van de voorziening opnieuw beoordeeld door actualisering van het
onderhoudsplan. De voorziening is gewaardeerd tegen nominale waarde.
202
De mutaties in de voorziening worden als volgt toegelicht:
Stand per 1 januari:
Bij:
Toevoegingen ten laste van exploitatie:
Subtotaal:
Af:
Ten gunste van exploitatie vrijgevallen bedragen
Verminderingen wegens aanwendingen:
Stand per 31 december:
31-12-2013
1.126.554
31-12-2012
1.126.554
562.700
1.689.254
0
1.126.554
-444.186
1.245.068
0
0
1.126.554
Voorziening Onderhoud schoolgebouwen
Ter egalisatie van kosten (groot)onderhoud en functie verbeterende aanpassingen van schoolgebouwen
is een onderhoudsvoorziening gevormd. Conform begroting en meerjaren onderhoudsraming vinden
stortingen in de voorziening plaats ten laste van de exploitatie.
Per einde 2013 is de toereikendheid van de voorziening beoordeeld. Daarbij is rekening
gehouden met nieuwe regelgeving over overdracht groot onderhoud van gemeente naar de
schoolbesturen van het primair onderwijs. De voorziening is gewaardeerde tegen nominale
waarde.
De mutaties in de voorziening worden als volgt toegelicht:
Stand per 1 januari:
Bij:
Toevoegingen ten laste van exploitatie:
Subtotaal:
Af:
Ten gunste van exploitatie vrijgevallen bedragen
Verminderingen wegens aanwendingen:
Stand per 31 december:
31-12-2013
31-12-2012
605.610
605.610
116.500
722.110
0
605.610
-211.007
511.103
0
0
605.610
Voorziening Renovatie sportvelden/-banen
Ter egalisatie van kosten wegens (groot)onderhoud en renovatie van sportvelden en sporthallen/-zalen is
een onderhoudsvoorziening gevormd. Op basis van verwachte toekomstige uitgaven voor onderhoud en
renovatie vinden conform begroting stortingen in de voorziening plaats ten laste van de exploitatie.
Per einde 2013 is de toereikendheid van de voorziening beoordeeld door actualisering van het
onderhoudsplan. De voorziening is gewaardeerd tegen nominale waarde.
De mutaties in de voorziening worden als volgt toegelicht:
Stand per 1 januari:
Bij:
Toevoegingen ten laste van exploitatie:
Subtotaal:
Af:
Ten gunste van exploitatie vrijgevallen bedragen
Verminderingen wegens aanwendingen:
Stand per 31 december:
203
31-12-2013
31-12-2012
126.951
101.995
31.000
157.951
31.000
132.995
0
-25.654
132.297
0
-6.044
126.951
Voorziening Bodemsanering Sassenheimseweg
Voor de kosten van bodemsanering Sassenheimseweg is in boekjaar 2000 een voorziening
gevormd. Per einde 2013 is de toereikendheid van de voorziening opnieuw beoordeeld.
De voorziening is gewaardeerd tegen nominale waarde.
De mutaties in de voorziening worden als volgt toegelicht:
31-12-2013
31-12-2012
24.480
24.480
0
24.480
0
24.480
-9.000
0
15.480
0
0
24.480
31-12-2013
31-12-2012
Saldo langlopende leningen per 1 januari:
11.987.416
13.537.113
Kapitaalopname in het dienstjaar:
Aflossingen in het boekjaar:
Desinvesteringen in het dienstjaar
Aflossingen desinvesteringen in het dienstjaar
Saldo mutaties:
0
-1.552.643
0
0
-1.552.643
0
-1.549.697
0
0
-1.549.697
Saldo langlopende leningen per 31 december:
10.434.773
11.987.416
Stand per 1 januari:
Bij:
Toevoegingen ten laste van exploitatie:
Subtotaal:
Af:
Ten gunste van exploitatie vrijgevallen bedragen
Verminderingen wegens aanwendingen:
Stand per 31 december:
LANGLOPENDE SCHULDEN
Leningen o/g
- Rentelasten opgenomen geldleningen
De rentelasten van de opgenomen langlopende leningen bedragen voor boekjaar 2013 € 349.284
en voor boekjaar 2012 € 412.988. Voor begrotingsjaar 2014 bedragen de verwachte
rentelasten € 323.070.
Een aantal opgenomen geldleningen wordt in dezelfde verhouding doorgeleend aan
woningbouwcorporaties waardoor de rentelasten voor een deel budgettair neutraal verlopen.
De uitgeleende geldleningen aan woningbouwcorporaties zijn verantwoord onder de financiële
vaste activa. Voor een meer uitgebreide specificatie van de opgenomen geldleningen verwijzen
wij u naar de in het bijlagenboek 2013 opgenomen Staat van geldleningen.
204
Langlopende verplichting spaarcontracten
Met een aantal medewerkers zijn in het verleden spaarcontracten afgesloten en als langlopende
schuld in de balans opgenomen voor een bedrag van € 96.289 in 2013 en € 180.841 in 2012.
Door wijziging in regelgeving ten aanzien van de langlopende verplichting spaarcontracten
worden per 1 april 2006 niet langer gespaarde uren van deelnemers toegevoegd aan de
verplichting.
Opgebouwde rechten tot 1 april 2006 blijven bestaan. De verplichting wordt jaarlijks herzien
ten aanzien van waardering van gespaarde verlofuren tot en met 1 april 2006 op basis van
actuele
loonsom van de deelnemers. In 2013 heeft door een medewerker opname van het tegoed
plaatsgevonden.
Een nadere specificatie van deze bedragen is op de administratie aanwezig.
VLOTTENDE PASSIVA
De vlottende passiva bestaan uit de netto-vlottende schulden en de overlopende passiva.
De netto-vlottende schulden bestaan uit schulden met een rentetypische looptijd korter dan een jaar.
Afzonderlijk worden hierin opgenomen de kasgeldleningen, (negatieve) bank- en girosaldi en de
de overige schulden.
Netto-vlottende schulden
De netto-vlottende schulden worden als volgt gespecificeerd:
Kasgeldleningen en/of (negatieve) banksaldi
B.N.G. 28.50.07.769
Overige schulden
Crediteuren
Vooruitbetaalde bedragen crediteuren
Waarborgsommen grondexploitatie
Rekening-courantverhouding ISD OptimIsd
Aan Min. van Sociale Zaken af te dragen vorderingen OptimIsd
Aan Min. van Sociale Zaken af te dragen vorderingen
31-12-2013
31-12-2012
4.164.538
4.164.538
0
0
31-12-2013
31-12-2012
2.108.108
-9.661
750
684.836
120.062
18.294
2.922.389
2.299.696
-21.936
750
130.429
74.725
17.388
2.501.052
7.086.927
2.501.052
Een nadere specificatie van deze schulden is op de administratie aanwezig.
Totaal van de netto-vlottende schulden:
205
Overlopende passiva
In de balans worden onder de overlopende passiva afzonderlijk opgenomen:
a. verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en in het volgende jaar tot betaling komen,
met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van
vergelijkbaar volume;
b. de van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen
met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren;
c. overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen.
Op basis van het nieuwe artikel 52a van het BBV wordt in de toelichting op de balans
het verloop gedurende het jaar van ontvangen voorschotbedragen met een specifiek
bestedingsdoel in een overzicht weergegeven.
De overlopende passiva worden als volgt gespecificeerd:
Nog te betalen bedragen
Nog te betalen lonen en salarissen
Nog te betalen bedragen WMO
Nog af te wikkelen btw fiscus
RMC-gelden bureau Leerplicht
ISV-gelden provincie Noord-Brabant
Vlagheidefonds
WWB-Werkdeel van OptimIsd
Overige ontvangen voorschotten specifieke uitkeringen
Totaal
31-12-2013
31-12-2012
1.003.970
-1.498
252.107
163.132
212.050
78.103
545.691
67.268
6.358
2.327.181
1.404.779
445.362
41.928
437.721
230.980
84.353
740.107
84.110
6.358
3.475.698
Een nadere specificatie van deze schulden is op de administratie aanwezig.
Het verloop van ontvangen voorschotbedragen van Nederlandse overheidslichamen
met een specifiek bestedingsdoel wordt als volgt toegelicht:
RMC-gelden bureau Leerplicht
Het verloop van deze post wordt als volgt toegelicht:
Saldo per 1 januari
Toevoegingen:
Vrijgevallen bedragen:
Saldo per 31 december
31-12-2013
31-12-2012
230.980
0
-18.930
212.050
244.688
0
-13.708
230.980
ISV-gelden provincie Noord-Brabant
In de periode 2003 - 2011 zijn voor sanering van geluidsoverlast door onze
gemeente ISV-gelden ontvangen van de provincie Noord-Brabant. Voor de
regeling ISV wordt de gemeente als een projectgemeente beschouwd.
Het verloop van deze post wordt als volgt toegelicht:
Saldo per 1 januari
Toevoegingen:
Vrijgevallen bedragen:
Saldo per 31 december
206
31-12-2013
31-12-2012
84.353
40.000
-46.250
78.103
136.887
40.000
-92.534
84.353
Vlagheidefonds
Het Vlagheidefonds bestaat uit, na opheffing in 2001 van de voormalige vuilstortplaats Vlagheide,
ontvangen middelen van de deelnemende gemeenten aan dit fonds. De regeling bestaat uit het verstrekken
van subsidies aan de inwoners van deelnemende gemeenten voor het aanbrengen van energiebesparende maatregelen. De administratieve afhandeling en beheer van de middelen Vlagheidefonds
wordt uitgevoerd door de gemeente Sint-Michielsgestel.
Het verloop van deze post wordt als volgt toegelicht:
Openingsbalans per 1 januari
Toevoegingen:
Vrijgevallen bedragen:
Saldo per 31 december
31-12-2013
31-12-2012
740.107
35.320
-229.736
545.691
827.782
51.891
-139.566
740.107
WWB-Werkdeel van OptimIsd
Als gevolg van opheffing van de een-entiteit per 1 januari 2007 van de gemeenschappelijke regeling
OptimIsd worden jaarlijks de balansposten voor het deel van de gemeente Sint-Michielsgestel,
opgenomen in de jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling OptimIsd, geconsolideerd
in de jaarrekening van de gemeente.
Het verloop van deze post wordt als volgt toegelicht:
Openingsbalans per 1 januari
Toevoegingen:
Vrijgevallen bedragen:
Saldo per 31 december
31-12-2013
31-12-2012
84.110
0
-16.842
67.268
95.811
0
-11.701
84.110
Overige ontvangen voorschotten specifieke uitkeringen
Betreft diverse ontvangen voorschotten voor specifieke uitkeringen met een terugbetalingsverplichting aan het Rijk. Per einde 2013 betreft het enkel nog afwikkeling van BOS-impuls
van voorgaande jaren.
Het verloop van deze post wordt als volgt toegelicht:
Saldo per 1 januari:
Toevoegingen:
Vrijgevallen bedragen:
Saldo per 31 december
207
31-12-2013
31-12-2012
6.358
0
0
6.358
97.039
0
-90.681
6.358
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN EN ACTIVA
Gewaarborgde geldleningen
Aan diverse instellingen en verenigingen zijn garantstellingen en waarborgen afgegeven voor
betalingsverplichtingen voortvloeiend uit opgenomen langlopende leningen door instellingen en
verenigingen. Deze langlopende leningen zijn gewaarborgd in het kader van het maatschappelijke
belang van de investeringen die hiermee door derden verricht zijn. Jaarlijks neemt het totale bedrag
van gewaarborgde geldleningen af met door derden gedane aflossingen. Er zijn
in 2013 geen betalingen gedaan aan derden op afgegeven waarborgen.
Het bedrag aan gewaarborgde geldleningen op basis van schuldrestant per einde boekjaar bedraagt :
Saldo gewaarborgd per 1 januari:
Nieuw verstrekte waarborgen
Vervallen waarborgen
Door derden gedane aflossingen in het boekjaar:
Saldo gewaarborgd per 31 december:
31-12-2013
31-12-2012
12.817.665
0
0
-394.819
12.422.846
5.350.071
7.837.588
-45.127
-324.867
12.817.665
Voor een meer uitgebreide specificatie van de gewaarborgde geldleningen verwijzen wij u naar de
in het bijlagenboek 2013 opgenomen Staat van gewaarborgde geldleningen.
Gewaarborgde geldleningen via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw
Onderstaande geldleningen zijn gewaarborgd met een achtervangconstructie via het Waarborgfonds
Sociale Woningbouw. Toetsing en bewaking van verstrekte achtervangposities en financiële positie
van de betreffende aanvragers vindt plaats door het waarborgfonds. De risico's ten aanzien van het
aangaan van achtervangovereenkomsten voor waarborgen van geldleningen zijn bij een Wsw-garantie
beperkt. Indien een aanvrager niet langer aan zijn verplichtingen kan voldoen is het financiële vangnet
als volgt:
1. Het eigen vermogen van alle bij het Wsw aangesloten woningbouwverenigingen- en corporaties;
2. Het risicodragende vermogen van het Wsw;
3. Verstrekte gemeentegarantie door achtervangovereenkomst tussen gemeente en Wsw.
Er zijn in 2013 geen betalingen aan derden gedaan op afgegeven waarborgen.
Het bedrag aan gewaarborgde geldleningen via het waarborgfonds op basis van schuldrestant
per einde boekjaar bedraagt (bedragen x € 1.000):
31-12-2013
31-12-2012
Bouwvereniging Huis en Erf
Woningstichting De Kleine Meierij
Woonzorg Nederland
17.249
20.493
1.075
38.817
17.518
21.210
1.103
39.831
Leaseverplichtingen
Per 1 januari 2012 worden door de gemeente Sint-Michielsgestel binnen het samenwerkingsverband
Ple1n de taken op het gebied van ICT verzorgd voor de deelnemende gemeenten Haaren, SintOedenrode en Sint-Michielsgestel. Voor de uitvoering van de dienstverlening zijn bij de start van de
samenwerking per 1 januari 2012 de in het verleden afgesloten leaseovereenkomsten ten aanzien
van ICT-middelen overgenomen van gemeente Sint-Oedenrode. Daarnaast bestaat de leaseverplichting
uit een contract voor afdruksystemen voor de drie gemeenten.
Totale leaseverplichting ICT contractperiode 2013 - 2016
De verplichting neemt jaarlijks af en eindigt in 2016.
208
31-12-2013
31-12-2012
179.939
368.144
15. Overige gegevens
15.1 Gebeurtenissen na balansdatum
Artikel 29 en 58 van het BBV schrijven voor dat inzichten van belang voor de financiële positie dienen
te worden verwerkt in de programmarekening en de balans, ook als deze inzichten zijn verkregen na
31 december van het verslagjaar, maar vóór het vaststellen van de jaarstukken.
Dit betekent dat gebeurtenissen met een materiële omvang (ten opzichte van het totaal van de baten
of de lasten) die plaatsvinden in het tijdspad opstellen en vaststellen van de jaarrekening en nadere
informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum, in de jaarrekening dienen te worden
verwerkt als dit onontbeerlijk is voor het inzicht van de gemeenteraad bij de vaststelling van de
programmarekening.
Er zijn geen feiten of omstandigheden bekend, die op deze plaats vermeld zouden moeten worden.
Alle bekende feiten en omstandigheden betrekking hebbende op rekeningjaar 2013 die zich hebben
voorgedaan in de periode 31 december 2013 en het moment van vaststellen van het jaarverslag en
jaarrekening 2013, hebben wij overeenkomstig verwerkt in het jaarverslag en jaarrekening 2013.
15.2 Wet Normering Topinkomens (WNT)
Tot en met jaarrekening 2012 was de ‘Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde
topinkomens’ (WOPT) van toepassing. Onder de regelgeving van de WOPT is bepaald dat
openbaarmaking van individuele salarissen dient plaats te vinden in het geval deze uitstijgen boven de
zogenaamde ‘Balkenende-norm’ van € 193.000 (bedrag 2012 voor belastbaar loon incl. belaste
vergoedingen, werkgeversdeel sociale lasten en werkgeversdeel pensioenen).
Tot en met boekjaar 2012 was in de gemeente Sint-Michielsgestel géén sprake van individuele
beloningen die boven de norm van € 193.000 uitstijgen.
Voor boekjaar 2013 heeft wijziging van regelgeving plaatsgevonden. Vanaf 2013 is de ‘Wet normering
bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi publieke sector’ (WNT) van kracht. De WNT voert
verder dan de WOPT. Onder de WNT dient openbaarmaking plaats te vinden van de bezoldiging
(salarissen, ontslagvergoedingen e.d.) van topfunctionarissen.
Volgens de WNT worden onder te vermelden topfunctionarissen in ieder geval bedoeld:
• De gemeentesecretaris
• De griffier
De strekking van de WNT is dat openbaarmaking plaatsvindt van bezoldiging van topfunctionarissen
belast met de dagelijkse leiding van de organisatie op het hoogste niveau. In geval van meerhoofdige
leiding dient openbaarmaking plaats te vinden van het centrale managementteam of directie.
Daarnaast wordt een maximering van de individuele bezoldiging per jaar voorgeschreven, met een
terugvorderingsplicht in geval van overschrijding van de WNT-norm.
Toelichting WNT-verantwoording
Bij de samenstelling van de in deze paragraaf opgenomen verantwoording uit hoofde van de WNT zijn
de Beleidsregels toepassing WNT d.d. 27 februari 2014, inclusief de wijziging van 12 maart 2014, van
het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als uitgangspunt gehanteerd.
De gemeente herkent de door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties in zijn
kamerbrief d.d. 27 februari 2014 onderkende uitvoeringsproblemen met betrekking tot externe niettopfunctionarissen. In lijn met paragraaf 6 van de (gewijzigde) Beleidsregels toepassing WNT legt de
gemeente geen verantwoording af over externe niet-topfunctionarissen.
209
Voor 2013 is sprake van de volgende bezoldiging van topfunctionarissen in de gemeente SintMichielsgestel:
WNT - overzicht jaarrekening 2013
Naam
Functie
periode
parttime
factor
bezoldigings
maximum
jaartotaal
vaste
bezoldiging
Belastbare
vaste en
variabele
onkostenvergoeding
Voorzieningen
tbv
beloningen
betaalbaar op
termijn
totaal
bezoldiging
boekjaar
motivering
overschrijding
bezoldigingsmaximum
D. van Deurzen - van
der Schrier
Gemeentesecretaris/
algemeen directeur
1/131/12
1,00
228.599
104.327
-
-
104.327
-
N.A. Hoogerbrug - van
de Ven
Griffier
1/131/12
0,67
152.399
57.847
-
-
57.847
-
Volgens de WNT geldt voor het jaar 2013 een maximale bezoldiging van € 228.599 voor topfunctionarissen. Voor het boekjaar 2013 wordt door de gemeente Sint-Michielsgestel aan de eisen ten
aanzien van de gestelde maximering van de bezoldiging volgens de WNT.
210
16. Bijlage SiSa
Met ingang van verantwoordingsjaar 2006 geldt dat voor ontvangen specifieke uitkeringen via een
SiSa-bijlage verantwoording wordt afgelegd aan het rijk.
Op de volgende bladzijden is, in tabelvorm, de SiSa-bijlage opgenomen voor het afleggen van
verantwoording over ontvangen specifieke uitkeringen in het jaar 2013.
Onderstaande nummering van specifieke uitkeringen volgt de indeling van de bijlage met in te dienen
verantwoordingsinformatie:
C7C
D9
E27B
Investering stedelijke vernieuwing (ISV) projectgemeenten SiSa tussen medeoverheden
Onderwijs achterstanden beleid 2011-2014
Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverheden
G1
G1A
Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Gemeentedeel 2013
Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Gemeente + WGR-deel totaal jaar 2012
G2
G2A
Gebundelde uitkering WWB Gemeentedeel 2013
Gebundelde uitkering WWB Gemeente + WGR-deel totaal jaar 2012
G3
Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende
zelfstandigen) Gemeentedeel 2013
Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende
zelfstandigen) Gemeente + WGR-deel totaal jaar 2012
G3A
G5
G5A
Wet Participatiebudget (WPB) Gemeentedeel 2013
Wet Participatiebudget (WPB) Gemeente + WGR-deel totaal jaar 2012
Verzameling en controle van gegevens als het jaarverslag, de jaarrekening en de SiSa-bijlage vindt
namens het ministerie van Binnenlandse Zaken plaats door het CBS. Het CBS vervult voor
informatieverstrekking de intermediaire rol tussen medeoverheden en departementen.
In de navolgende bijlage 1 is de SiSa-verantwoording 2013 voor het ministerie van Binnenlandse
Zaken opgenomen.
e
In bijlage 2 is, conform de SiSa-methodiek, een 2 bijlage opgenomen ten behoeve van
verantwoording besteding van ontvangen gelden in het samenwerkingsverband CVV Servicepunt
Regiotaxi ’s-Hertogenbosch, voor het onderdeel van de gemeente Sint-Michielsgestel.
Dit betreft specifieke uitkering E27 Brede doeluitkering verkeer en vervoer.
211
Bijlage 1: SiSa-verantwoording 2013 specifieke uitkeringen ten behoeve van het Rijk
Bijlage 2: SiSa-verantwoording 2013 BDU-gelden voor CVV Regiotaxi ’s-Hertogenbosch
212
Ontvanger
Juridische
grondslag
Nummer
Specifieke
uitkering
Departement
Bijlage 1: SiSa-verantwoording 2013 gemeente Sint-Michielsgestel
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
BZK
C
7
C
Investering
stedelijke
vernieuwing
(ISV) II
Hieronder per regel één
beschikkingsnummer en in
de kolommen ernaast de
verantwoordingsinformatie
Besteding (jaar T) ten laste
van provinciale middelen
I N D I C A T O R E N
Overige bestedingen (jaar
Cumulatieve bestedingen
T)
ten laste van provinciale
middelen tot en met (jaar T)
Deze indicator is bedoeld
voor de tussentijdse
afstemming van de juistheid
en volledigheid van de
verantwoordingsinformatie
Provinciale
beschikking
en/of
verordening
Cumulatieve overige
bestedingen tot en met
(jaar T)
Toelichting afwijking
Deze indicator is bedoeld
voor de tussentijdse
afstemming van de
juistheid en volledigheid
van de
verantwoordingsinformatie
Projectgemeenten
(SiSa tussen
medeoverhed
en)
1
2
1
2
OCW
D
9
Onderwijsacht
erstandenbele
id 2011-2014
(OAB)
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: C7C / 01
Indicatornummer: C7C / 02
Indicatornummer: C7C / 03
Indicatornummer: C7C / 04
Indicatornummer: C7C / 05
Indicatornummer: C7C /
06
1167656/1172122
€0
€0
€ 270.500
€ 871.075
sanering
wegverkeerslawaai tijdvak 1
en 2
€0
€0
€ 269.918
€0
Kopie beschikkingsnummer
Eindverantwoording Ja/Nee
Activiteiten stedelijke
vernieuwing (in aantallen)
Activiteiten stedelijke
vernieuwing (in aantallen)
Activiteiten stedelijke
vernieuwing (in aantallen)
Afspraak
Realisatie
Toelichting afwijking
Alleen in te vullen na afloop
project
Alleen in te vullen na afloop
project
Alleen in te vullen na
afloop project
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: C7C / 07
Indicatornummer: C7C / 08
Indicatornummer: C7C / 09
Indicatornummer: C7C / 10
Indicatornummer: C7C / 11
Besteding (jaar T) aan
afspraken over voor- en
vroegschoolse educatie met
bevoegde gezagsorganen
van scholen, houders van
kindcentra en
peuterspeelzalen (conform
artikel 167 WPO)
Opgebouwde reserve ultimo
(jaar T-1)
1167656/1172122
Nee
sanering
wegverkeerslawaai tijdvak 1
en 2
Nee
Besteding (jaar T) aan
voorzieningen voor
voorschoolse educatie die
voldoen aan de wettelijke
kwaliteitseisen (conform
artikel 166, eerste lid WPO)
Besteding (jaar T) aan
overige activiteiten (naast
VVE) voor leerlingen met
een grote achterstand in de
Nederlandse taal (conform
artikel 165 WPO)
Gemeenten
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: D9 / 01
Indicatornummer: D9 / 02
Indicatornummer: D9 / 03
Indicatornummer: D9 / 04
€ 54.284
€0
€ 9.095
€ 241
M&I
E
27
B
Brede
doeluitkering
verkeer en
vervoer SiSa
tussen
medeoverhed
en
Hieronder per regel één
beschikkingsnummer en in
de kolommen ernaast de
verantwoordingsinformatie
Besteding (jaar T) ten laste
van provinciale middelen
Overige bestedingen (jaar
T)
Correctie ten opzichte van
tot jaar T verantwoorde
bestedingen ten laste van
provinciale middelen
Indien de correctie een
vermeerdering van
bestedingen betreft, mag
het alleen gaan over nog
niet eerder verantwoorde
bestedingen
Provinciale
beschikking
en/of
verordening
Correctie ten opzichte
van tot jaar T
verantwoorde overige
bestedingen
Indien de correctie een
vermeerdering van
bestedingen betreft, mag
het alleen gaan over nog
niet eerder verantwoorde
bestedingen
Gemeenten en
Gemeenschap
pelijke
Regelingen
1
2
3
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: E27B / 01
Indicatornummer: E27B / 02
Indicatornummer: E27B / 03
Indicatornummer: E27B / 04
Indicatornummer: E27B /
05
H-N-189-13
€ 21.474
€ 5.369
H-O-190-13
€0
€0
meerdere bushaltes
€0
€0
Kopie beschikkingsnummer
Cumulatieve besteding ten
laste van provinciale
middelen
tot en met (jaar T)
Cumulatieve overige
bestedingen tot en met (jaar
T)
Deze indicator is bedoeld
voor de tussentijdse
afstemming van de juistheid
en volledigheid van de
verantwoordingsinformatie
1
2
3
SZW
G
1
Wet sociale
werkvoorziening
(Wsw)_
gemeente
2013
Wet sociale
werkvoorziening (Wsw)
Toelichting
Eindverantwoording
Ja/Nee
Als u kiest voor ‘ja’,
betekent dit dat het project
is afgerond en u voor de
komende jaren geen
bestedingen meer wilt
verantwoorden
Deze indicator is bedoeld
voor de tussentijdse
afstemming van de juistheid
en volledigheid van de
verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E27B / 06
Indicatornummer: E27B / 07
Indicatornummer: E27B / 08
Indicatornummer: E27B / 09
Indicatornummer: E27B /
10
H-N-189-13
€ 21.474
€ 5.369
nvt
Ja
alleen opgevoerd, omdat
eindverantwoording in 2012
op Nee stond
Ja
H-O-190-13
€0
€0
meerdere bushaltes
€ 169.319
€0
Nee
Het totaal aantal
geïndiceerde inwoners van
uw gemeente dat een
dienstbetrekking heeft of op
de wachtlijst staat en
beschikbaar is om een
dienstbetrekking als
bedoeld in artikel 2, eerste
lid, of artikel 7 van de wet te
aanvaarden op 31
december (jaar T)
Het totaal aantal inwoners
dat is uitgestroomd uit het
werknemersbestand in (jaar
T), uitgedrukt in
arbeidsjaren
Volledig zelfstandige
uitvoering Ja/Nee
Zie de toelichting in de
invulwijzer voor hulp bij het
invullen en de mogelijke
consequenties van een
verkeerde keuze
Alle
gemeenten
verantwoorden hier het
gemeentedeel
over (jaar T),
ongeacht of er
in (jaar T)
geen, enkele
of alle
inwoners
werkzaam
waren bij een
Openbaar
lichaam o.g.v.
de Wgr.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: G1 / 01
Indicatornummer: G1 / 02
Indicatornummer: G1 / 03
13,50
2,45
Nee
214
SZW
G
1
A
Wet sociale
werkvoorziening
(Wsw)_totaal
2012
Hieronder per regel één
gemeente(code) uit (jaar T1) selecteren en in de
kolommen ernaast de
verantwoordingsinformatie
voor die gemeente invullen
Wet sociale
werkvoorziening (Wsw)
Alle
gemeenten
verantwoorden hier het
totaal (jaar T1). (Dus: deel
Openbaar
lichaam uit
SiSa (jaar T-1)
regeling G1B
+ deel
gemeente uit
(jaar T-1)
regeling G1C1) na controle
door de
gemeente.
1
SZW
G
2
Gebundelde
uitkering op
grond van
artikel 69
WWB_
gemeente
2013
Het totaal aantal
geïndiceerde inwoners per
gemeente dat een
dienstbetrekking heeft of op
de wachtlijst staat en
beschikbaar is om een
dienstbetrekking als
bedoeld in artikel 2, eerste
lid, of artikel 7 van de wet te
aanvaarden op 31
december (T-1);
Het totaal aantal inwoners
dat is uitgestroomd uit het
werknemersbestand in
(jaar T-1), uitgedrukt in
arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar
lichaam
inclusief deel openbaar
lichaam
Het totaal aantal
gerealiseerde
arbeidsplaatsen voor
geïndiceerde inwoners in
(jaar T-1), uitgedrukt in
arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar
lichaam
Het totaal aantal
gerealiseerde begeleid
werkenplekken voor
geïndiceerde inwoners in
(jaar T-1), uitgedrukt in
arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar
lichaam
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G1A / 01
Indicatornummer: G1A / 02
Indicatornummer: G1A / 03
Indicatornummer: G1A / 04
Indicatornummer: G1A / 05
0845 (Sint-Michielsgestel)
270,00
24,33
193,27
20,61
Besteding (jaar T)
algemene bijstand
Baten (jaar T) algemene
bijstand (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) IOAW
Baten (jaar T) IOAW
(exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) IOAZ
Baten (jaar T) IOAZ
(exclusief Rijk)
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.1 Wet werk en bijstand
(WWB)
I.1 Wet werk en bijstand
(WWB)
I.2 Wet
inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte
werkloze werknemers
(IOAW)
I.2 Wet
inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte
werkloze werknemers
(IOAW)
I.3 Wet
inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen
(IOAZ)
I.3 Wet
inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen
(IOAZ)
Alle
gemeenten
verantwoorden hier het
gemeentedeel
over (jaar T),
ongeacht of
de gemeente
in (jaar T)
geen, enkele
of alle taken
heeft
uitbesteed aan
een Openbaar
lichaam
opgericht op
grond van de
Wgr.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G2 / 01
Indicatornummer: G2 / 02
Indicatornummer: G2 / 03
Indicatornummer: G2 / 04
Indicatornummer: G2 / 05
Indicatornummer: G2 /
06
€0
€0
€0
€0
Besteding (jaar T) Bbz 2004
levensonderhoud
beginnende zelfstandigen
Baten (jaar T) Bbz 2004
levensonderhoud
beginnende zelfstandigen
Baten (jaar T) WWIK
(exclusief Rijk)
Volledig zelfstandige
uitvoering Ja/Nee
€0
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.4 Besluit bijstandverlening
zelfstandigen 2004
(levensonderhoud
beginnende zelfstandigen)
(Bbz 2004)
I.4 Besluit bijstandverlening
zelfstandigen 2004
(levensonderhoud
beginnende zelfstandigen)
(Bbz 2004)
I.6 Wet werk en inkomen
kunstenaars (WWIK)
Zie de toelichting in de
invulwijzer voor hulp bij het
invullen en de mogelijke
consequenties van een
verkeerde keuze.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: G2 / 07
Indicatornummer: G2 / 08
Indicatornummer: G2 / 09
Indicatornummer: G2 / 10
€0
€0
€0
Nee
215
€0
SZW
G
2
A
Gebundelde
uitkering op
grond van
artikel 69
WWB_totaal
2012
Gemeenten
die uitvoering
in (jaar T-1)
geheel of
gedeeltelijk
hebben
uitbesteed aan
een Openbaar
lichaam o.g.v.
Wgr
verantwoorde
n hier het
totaal (jaar T1).
(Dus: deel
Openbaar
lichaam uit
SiSa (jaar T-1)
regeling G2B
+ deel
gemeente uit
(jaar T-1)
regeling G2C1)
1
Hieronder per regel één
gemeente(code) uit (jaar T1) selecteren en in de
kolommen ernaast de
verantwoordingsinformatie
voor die gemeente invullen
SZW
G
3
Besluit
bijstandverlening
zelfstandigen
2004
(exclusief
levensonderhoud
beginnende
zelfstandigen)
_gemeente
2013
Baten (jaar T-1) algemene
bijstand (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T-1) IOAW
Baten (jaar T-1) IOAW
(exclusief Rijk)
inclusief geldstroom
openbaar lichaam
inclusief geldstroom
openbaar lichaam
inclusief geldstroom
openbaar lichaam
inclusief geldstroom
openbaar lichaam
I.1 Wet werk en bijstand
(WWB)
I.1 Wet werk en bijstand
(WWB)
I.2 Wet
inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte
werkloze werknemers
(IOAW)
I.2 Wet
inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte
werkloze werknemers
(IOAW)
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: G2A / 01
Indicatornummer: G2A / 02
Indicatornummer: G2A / 03
Indicatornummer: G2A / 04
Indicatornummer: G2A / 05
0845 (Sint-Michielsgestel)
€ 2.267.722
€ 43.848
€ 98.136
€0
Hieronder verschijnt de
gemeente(code) conform
de keuzes gemaakt bij
indicator G2A / 01
Besteding (jaar T-1) IOAZ
Baten (jaar T-1) IOAZ
(exclusief Rijk)
Besteding (jaar T-1) Bbz
2004 levensonderhoud
beginnende zelfstandigen
Baten (jaar T-1) Bbz 2004
levensonderhoud
beginnende zelfstandigen
inclusief geldstroom
openbaar lichaam
inclusief geldstroom
openbaar lichaam
inclusief geldstroom
openbaar lichaam
inclusief geldstroom
openbaar lichaam
I.3 Wet
inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen
(IOAZ)
I.3 Wet
inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen
(IOAZ)
I.4 Besluit bijstandverlening
zelfstandigen 2004
(levensonderhoud
beginnende zelfstandigen)
(Bbz 2004)
I.4 Besluit
bijstandverlening
zelfstandigen 2004
(levensonderhoud
beginnende zelfstandigen)
(Bbz 2004)
In de kolommen hiernaast
de
verantwoordingsinformatie
voor die gemeente invullen
1
Besteding (jaar T-1)
algemene bijstand
Baten (jaar T-1) WWIK
(exclusief Rijk)
inclusief geldstroom
openbaar lichaam
I.6 Wet werk en inkomen
kunstenaars (WWIK)
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: G2A / 06
Indicatornummer: G2A / 07
Indicatornummer: G2A / 08
Indicatornummer: G2A / 09
Indicatornummer: G2A / 10
Indicatornummer: G2A /
11
0845 (Sint-Michielsgestel)
€ 49.856
€0
€ 22.521
€ 3.599
€0
Besteding (jaar T)
levensonderhoud
gevestigde zelfstandigen
(exclusief Bob)
Besteding (jaar T)
kapitaalverstrekking
(exclusief Bob)
Baten (jaar T)
levensonderhoud
gevestigde zelfstandigen
(exclusief Bob) (exclusief
Rijk)
Baten (jaar T)
kapitaalverstrekking
(exclusief Bob) (exclusief
Rijk)
Besteding (jaar T) aan
onderzoek als bedoeld in
artikel 56 Bbz 2004
(exclusief Bob)
Besteding (jaar T) Bob
Besluit
bijstandverlening
zelfstandigen
(Bbz) 2004
Alle
gemeenten
verantwoorden hier het
gemeentedeel
over (jaar T),
ongeacht of
de gemeente
in (jaar T)
geen, enkele
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G3 / 01
Indicatornummer: G3 / 02
Indicatornummer: G3 / 03
Indicatornummer: G3 / 04
Indicatornummer: G3 / 05
Indicatornummer: G3 /
06
€0
€0
€0
€0
216
€0
€0
of alle taken
heeft
uitbesteed aan
een Openbaar
lichaam
opgericht op
grond van de
Wgr.
SZW
G
3
A
Besluit
bijstandsverlening
zelfstandigen
2004
(exclusief
levensonderhoud
beginnende
zelfstandigen)
_totaal 2012
Baten (jaar T) Bob
(exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) aan
uitvoeringskosten Bob als
bedoeld in artikel 56 Bbz
2004
Volledig zelfstandige
uitvoering Ja/Nee
Zie de toelichting in de
invulwijzer voor hulp bij het
invullen en de mogelijke
consequenties van een
verkeerde keuze.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: G3 / 07
Indicatornummer: G3 / 08
Indicatornummer: G3 / 09
€0
€0
Nee
Hieronder per regel één
gemeente(code) uit (jaar T1) selecteren en in de
kolommen ernaast de
verantwoordingsinformatie
voor die gemeente invullen
Besteding (jaar T-1)
levensonderhoud
gevestigde zelfstandigen
(exclusief Bob)
Besteding (jaar T-1)
kapitaalverstrekking
(exclusief Bob)
inclusief geldstroom
openbaar lichaam
inclusief geldstroom
openbaar lichaam
Baten (jaar T-1)
levensonderhoud
gevestigde zelfstandigen
(exclusief Bob) (exclusief
Rijk)
inclusief geldstroom
openbaar lichaam
Baten (jaar T-1)
kapitaalverstrekking
(exclusief Bob) (exclusief
Rijk)
Besteding (jaar T-1) aan
onderzoek als bedoeld in
artikel 56 Bbz 2004
(exclusief Bob)
inclusief geldstroom
openbaar lichaam
inclusief geldstroom
openbaar lichaam
Besluit
bijstandverlening
zelfstandigen
(Bbz) 2004
Gemeenten
die uitvoering
in (jaar T-1)
geheel of
gedeeltelijk
hebben
uitbesteed aan
een Openbaar
lichaam o.g.v.
Wgr
verantwoorde
n hier het
totaal (jaar T1).
(Dus: deel
Openbaar
lichaam uit
SiSa (jaar T-1)
regeling G3B
+ deel
gemeente uit
(jaar T-1)
regeling G3C1)
1
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G3A / 01
Indicatornummer: G3A / 02
Indicatornummer: G3A / 03
Indicatornummer: G3A / 04
Indicatornummer: G3A / 05
Indicatornummer: G3A /
06
0845 (Sint-Michielsgestel)
€ 6.100
€ 23.600
€ 2.135
Hieronder verschijnt de
gemeente(code) conform
de keuzes gemaakt bij G3A
/ 01
Besteding (jaar T-1) Bob
Baten (jaar T-1) Bob
(exclusief Rijk)
Besteding (jaar T-1) aan
uitvoeringskosten Bob als
bedoeld in artikel 56 Bbz
2004
inclusief geldstroom
openbaar lichaam
inclusief geldstroom
openbaar lichaam
In de kolommen hiernaast
de
verantwoordingsinformatie
voor die gemeente invullen
1
€ 4.490
inclusief geldstroom
openbaar lichaam
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G3A / 07
Indicatornummer: G3A / 08
Indicatornummer: G3A / 09
Indicatornummer: G3A / 10
0845 (Sint-Michielsgestel)
€0
€0
€0
217
€ 19.469
SZW
G
5
Wet
participatiebudget
(WPB)_
gemeente
2013
Wet
participatiebudget (WPB)
Alle
gemeenten
verantwoorden hier het
gemeentedeel
over (jaar T),
ongeacht of
de gemeente
in (jaar T)
geen, enkele
of alle taken
heeft
uitbesteed aan
een Openbaar
lichaam
opgericht op
grond van de
Wgr.
Het aantal in (jaar T) bij een
ROC ingekochte
contacturen
Let op: Dit is de enige
gelegenheid om
verantwoording af te leggen
over deze taakuitvoering
Let op: Deze
verantwoording kan niet
door een
gemeenschappelijke
regeling worden uitgevoerd,
ongeacht de keuze van de
gemeente bij indicator
G5/02
Aard controle D1
Indicatornummer: G5 / 01
450
Volledig zelfstandige
uitvoering Ja/Nee
Besteding (jaar T)
participatiebudget
Waarvan besteding (jaar T)
van educatie bij roc's
Baten (jaar T) (niet-Rijk)
participatiebudget
Waarvan baten (jaar T)
van educatie bij roc’s
De zelfstandige uitvoering
betreft de indicatoren G5/03
tot en met G5/07
Besteding (jaar T)
Regelluw
Dit onderdeel is
uitsluitend van
toepassing op
gemeenten die in (jaar T1) duurzame plaatsingen
van inactieven naar werk
hebben gerealiseerd en
verantwoord aan het Rijk
Zie de toelichting in de
invulwijzer voor hulp bij het
invullen en de mogelijke
consequenties van een
verkeerde keuze
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G5 / 02
Indicatornummer: G5 / 03
Indicatornummer: G5 / 04
Indicatornummer: G5 / 05
Indicatornummer: G5 / 06
Indicatornummer: G5 /
07
Nee
€ 56.400
€ 56.400
218
€0
€0
G
5
A
Wet
Participatiebudget
(WPB)_totaal
2012
Hieronder per regel één
gemeente(code) uit (jaar T1) selecteren en in de
kolommen ernaast de
verantwoordingsinformatie
voor die gemeente invullen
Besteding (jaar T-1)
participatiebudget
Waarvan besteding (jaar T1) van educatie bij roc's
Baten (jaar T-1) (niet-Rijk)
participatiebudget
Waarvan baten (jaar T-1)
van educatie bij roc’s
Besteding (jaar T-1)
Regelluw
inclusief geldstroom
openbaar lichaam
inclusief geldstroom
openbaar lichaam
inclusief geldstroom
openbaar lichaam
inclusief geldstroom
openbaar lichaam
Dit onderdeel is
uitsluitend van
toepassing op
gemeenten die in (jaar T1) duurzame plaatsingen
van inactieven naar werk
hebben gerealiseerd en
verantwoord aan het
Rijk.
Wet
participatiebudget (WPB)
Gemeenten
die uitvoering
in (jaar T-1)
geheel of
gedeeltelijk
hebben
uitbesteed aan
een Openbaar
lichaam o.g.v.
Wgr
verantwoorden hier het
totaal (jaar T1).
(Dus: deel
Openbaar
lichaam uit
SiSa (jaar T-1)
regeling G5B
+ deel
gemeente uit
(jaar T-1)
regeling G5C1)
1
inclusief deel openbaar
lichaam
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G5A / 01
Indicatornummer: G5A / 02
Indicatornummer: G5A / 03
Indicatornummer: G5A / 04
Indicatornummer: G5A / 05
Indicatornummer: G5A /
06
0845 (Sint-Michielsgestel)
€ 406.251
€ 85.910
219
€ 11.746
€0
M&I
Ontvanger
Juridische
grondslag
Nummer
Specifieke
uitkering
Departement
Bijlage 2: SiSa-verantwoording 2013 voor CVV Regiotaxi te ’s-Hertogenbosch
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
E27
Brede
doeluitkering
verkeer en
vervoer
Eindsaldo/-reservering
(jaar T-1)
Rentebaten (jaar T)
I N D I C A T O R E N
Ontvangen BDU-bijdrage
Terugbetaling door
V&W (jaar T)
derden vanuit BDUbijdrage verstrekte
middelen in (jaar T)
Besteding (jaar T)
Correctie over besteding (T-1)
Wet BDU Verkeer
en Vervoer (art.
10)
Provincies en
stadsregio's
(Wgr+)
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: E27 /
01
Indicatornummer: E27
/ 02
Indicatornummer: E27 /
03
Indicatornummer: E27
/ 04
Indicatornummer: E27 / 05
Indicatornummer: E27 / 06
€0
€0
€ 22.464
Eindsaldo/-reservering
(jaar T)
Aard controle R
Indicatornummer: E27 /
07
€0
Individuele bestedingen
(jaar T) die meer dan 20%
van de totaal ontvangen
BDU bedragen
Omschrijving
Individuele
bestedingen (jaar T)
die meer dan 20%
van de totaal
ontvangen BDU
bedragen
Bedrag
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Indicatornummer: E27 /
08
Indicatornummer: E27
/ 09
1
220
€0
€ 192.380
€0