WERKDRUK: VEELGESTELDE VRAGEN EN ANTWOORDEN Gaat iedereen in het onderwijs nu 40 uur werken? Ja, de 40-urige werkweek geldt voor al het personeel. Ik ben conciërge en heb nu de afspraak dat ik maar 36 uur per week werk. Moet ik nu ook 40 uur gaan werken? Nee, dat hoeft niet. In de oude cao had ondersteunend personeel zonder lesgebonden en/of behandeltaken met een functie in schaal 8 of lager de mogelijkheid te kiezen uit een werkweek van 36, 38 of 40 uur. Als je nu een werkweek van 36 of 38 uur hebt afgesproken, blijft dat gewoon zo bestaan. Maar ook als je nog niet zo’n afspraak hebt gemaakt, blijft dat mogelijk. Het enige verschil is dat je nu niet langer minder vakantieverlof krijgt, maar dat je voor de 36- of 38-urige werkweek iedere week 4 of 2 uur verlof opneemt. Waarom willen jullie die 40-urige werkweek? CNV Onderwijs, de andere bonden en de PO-Raad waren we het erover eens dat de werkdruk in de sector primair onderwijs te hoog is. Daarom zijn er in de cao afspraken gemaakt om die hoge werkdruk beheersbaar te maken. Daarvoor is het noodzakelijk zichtbaar te maken waar en wanneer die werkdruk hoog is. Gebleken is dat het werken met een jaartaak die werkdruk eigenlijk verstopt. Door te werken met een weektaak is meteen duidelijk of er in die week wel of niet teveel uren zijn gewerkt. Als er teveel uren zijn gewerkt, noemen we dat overwerk. Dan kunnen er ook meteen afspraken worden gemaakt over compensatie, het liefst zo snel mogelijk. Wat bedoelen jullie met ‘liefst zo snel mogelijk’? Als het even kan, moet de werkgever ervoor zorgen dat hij niet meer dan 40 uur per week aan werk opdraagt. Dat betekent dat, als er bijvoorbeeld op een avond oudergesprekken zijn, de werkgever het zo moet plannen dat er ergens anders in die week minder werk wordt opgedragen, zodat het totaal toch 40 uur blijft. Lukt dat niet, dan moeten de uren van de oudergesprekken op een ander moment in vrije tijd opgenomen kunnen worden. In de cao staat dat dit moet gebeuren in dezelfde periode tussen twee schoolvakanties in. Je mag de compensatie voor het overwerk ook opnemen op werkdagen die je in de twee schoolvakanties gepland hebt staan. Overwerk in bijvoorbeeld november moet dus gecompenseerd worden tussen het begin van de herfstvakantie en het einde van de kerstvakantie. Moet ik nu gaan tijdschrijven om te laten zien dat ik meer dan 40 uur in een week heb gewerkt? Dat is zeker niet de bedoeling. Het gaat namelijk om het werk dat door de werkgever wordt opgedragen. Samen met de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad moeten er afspraken zijn gemaakt over hoeveel uur er voor het uitvoeren van taken in de school beschikbaar zijn. Op basis van die afspraken ‘vult’ de werkgever jouw werkweek. Je zou dus kunnen zeggen dat het de werkgever is die goed moet bijhouden hoeveel uur hij aan werk opdraagt. Wat voor taken kunnen er eigenlijk allemaal worden opgedragen? Bij het opdragen van taken moet rekening worden gehouden met de tijd voor lessen (of lesgebonden en/of behandeltaken), het voor- en nawerk (die in sommige gevallen ‘de opslagfactor’ heet), de tijd voor professionalisering, de uren voor duurzame inzetbaarheid en de tijd voor overige taken. Bij het ondersteunend personeel zonder lesgebonden en/of behandeltaken moet bij het vullen van de weektaak ook rekening worden gehouden met de tijd voor professionalisering en de uren voor duurzame inzetbaarheid. Wat betekent de 40-urige werkweek voor mijn werktijdfactor? Werken met een 40-urige werkweek betekent ook dat de aanstelling zal worden uitgedrukt in een aantal uren per week. Dat wordt gedaan door de huidige werktijdfactor te vermenigvuldigen met 40. Dat levert dan een aanstelling op in uren en minuten. Nieuwe benoemingen zullen worden uitgedrukt in een aantal hele uren per week. Een baan in het onderwijs bestaat uit minimaal acht uur (0,2 FTE) Dus je werkt straks minimaal één dag op school? Nee, dat hoeft niet. Er is niet afgesproken dat een werkdag gelijk staat aan 8 uur. Een werkdag kan meer of minder dan 8 uur zijn. Die 8 uren kunnen ook over meerdere dagen verspreid zijn. Ik ben invaller. Geldt voor mij ook dat ik een benoeming van minimaal 8 uur krijg? Nee. Er is voor invallers die maximaal één dag invallen een andere afspraak gemaakt. Voor hen geldt dat zij voor minimaal 5 uur benoemd moeten worden. Daarbij geldt wel dat niet alleen naar de lessen die worden vervangen gekeken mag worden. Ook bij invallers zit (binnen die vijf uur) tijd voor lessen (of lesgebonden of behandeltaken), voor- en nawerk, professionalisering, duurzame inzetbaarheid en overige taken. Wat betekent de 40-urige werkweek voor mijn vakantie? Al het personeel in de school (directie, onderwijsgevend en onderwijsondersteunend) heeft recht op 428 klokuren vakantieverlof (inclusief feestdagen). Dat vakantieverlof moet worden opgenomen in de schoolvakanties. Als ik 428 uur verlof deel door 40 uur per week, kom ik niet op 12 weken vakantie. Hoe zit dat? Dat klopt. In de cao wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de schoolvakanties van de leerlingen en de vakanties van het personeel. 428 uur vakantieverlof staat gelijk aan 10,7 weken vakantie. Omdat nu ook voor een feestdag die valt op een werkdag een verlofdag moet worden opgenomen. Dat betekent dat er vaker dan nu het geval is sprake zal zijn van een werkdag die valt in een schoolvakantie van de leerlingen. Voor een deel komt dat omdat de werkweek is teruggebracht van ongeveer 42 naar 40 uur. Omdat je wel 1659 uur moet blijven werken betekent dat, dat je meer werkweken nodig hebt om die uren te kunnen werken. Wanneer wordt die 40-urige werkweek eigenlijk ingevoerd? In het schooljaar 2015 – 2016 moeten alle afspraken uit de cao worden toegepast. De omzetting naar de 40-urige werkweek zal dan ook per 1 augustus 2015 plaatsvinden. De voorbereiding van het schooljaar 2015 – 2016 moet wel aan de hand van de nieuwe afspraken plaatsvinden. In de cao is sprake van twee verschillende modellen die moeten helpen de werkdruk te beheersen. Wat zijn dat voor modellen? In de cao noemen we dat het basismodel en het overlegmodel. Het basismodel is eigenlijk de ‘oude’ cao, maar dan ‘vertaald’ naar een 40-urige werkweek. Dat betekent dat de maximale lessentaak van 930 uur blijft bestaan en dat met de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad (PMR) moet worden afgesproken hoeveel tijd er voor voor- en nawerk moet worden gerekend. Als iemand dat zou willen, mag er ook meer dan 930 klokuur les worden gegeven. Dat kan alleen als er vacatureruimte is. Een startende leerkracht mag nooit meer dan 930 klokuren lesgeven. Wie bepaalt er in het basismodel wanneer ik moet werken? Ieder jaar moeten er voor de zomervakantie afspraken gemaakt worden over op welke dagen de werknemer in het komend schooljaar moet werken. Voor de collega’s met een volledige (lesgevende) baan moet ook worden afgesproken op welke dagen er les wordt gegeven. Dat gesprek moet leiden tot gezamenlijke afspraken. Als dat niet lukt wordt de inzet bepaald aan de hand van het inzetbaarheidschema. Dan is het uiteindelijk de directeur die beslist. Dat betekent wel dat er eigenlijk geen sprake meer kan zijn van terugkomdagen. Voor de zomervakantie moet er dus ook een planning zijn van vergader- en scholingsdagen. Die momenten moeten onderdeel zijn van de te maken afspraken. Als over de inzet toch al afspraken gemaakt moeten worden, wat is dan het verschil met het overlegmodel? In het overlegmodel zit veel meer vrijheid dan in het basismodel. Zo is er geen sprake meer van een maximum lessentaak. De hoeveelheid lessen (of lesgebonden en/of behandeltaken) wordt in overleg vastgesteld. Dat geldt eigenlijk ook voor alle andere taken die binnen een school gedaan moeten worden. Een ander verschil is dat in de cao een percentage voor voor- en nawerk wordt afgesproken. In het overlegmodel heet dat ‘de opslagfactor’. Die opslagfactor ligt tussen de 35% en 45% en hoeft niet voor alle soorten les of lesgebonden en/of behandeltaken hetzelfde te zijn. De schoolleider doet de PMR een voorstel over welke percentages gehanteerd gaan worden. De PMR heeft daarbij instemmingsrecht. Ook moet de meerderheid van het personeel met de voorgestelde percentages instemmen. Wat wel gelijk is aan het basismodel is dat voor de zomervakantie afspraken gemaakt moeten worden over de dagen waarop in het volgend schooljaar gewerkt moet gaan worden. Kan mijn directeur zomaar zeggen dat het overlegmodel geldt? Nee, dat kan niet. Aan de overstap naar het overlegmodel zit een aantal strakke voorwaarden. Allereerst moet het bestuur het taakbeleid zo aanpassen, dat de overstap naar het overlegmodel ook voor alle scholen van het bestuur het voorgenomen beleid wordt. De personeelsgeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad moet daarmee instemmen. Of het overlegmodel ook daadwerkelijk op een school wordt ingevoerd, wordt per school afzonderlijk bekeken. Het kan alleen als de PMR van de school en de meerderheid van al het personeel ermee instemt. Bovendien mag de overstap naar het overlegmodel niet leiden tot vermindering van werkgelegenheid. Het aantal banen in het formatieplan van de school in het oude (basis)model en het overlegmodel moet dus gelijk blijven, als ook het aantal leerlingen gelijk blijft. Bovendien moet iedere school een eigen schoolleider hebben die de functioneringsen beoordelingsgesprekken voert. Dat laatste geldt overigens ook voor scholen die het basismodel hanteren. Als voor het overlegmodel is gekozen, geldt dat dan voor altijd? De keus voor het overlegmodel geldt voor drie jaar. Na die drie jaar moet die keus opnieuw aan de PMR en het personeel worden voorgelegd. Als daar niet de vereiste meerderheid wordt gekregen geldt automatisch weer het basismodel. Waar is het compensatieverlof gebleven? In het huidige systeem wordt iemand voor (bijvoorbeeld) 1010 uur voor de klas ingeroosterd. Omdat er maar 930 uur les mocht worden gegeven, werd er vervolgens 80 uur geschrapt. Die geschrapte uren noemden we compensatieverlof. Het ging daarbij overigens niet om verlof dat invloed had op de jaartaak. Die bleef gewoon 1659 uur, waardoor er op andere dagen extra gewerkt moest worden. In het nieuwe systeem maken de leerkracht en de werkgever afspraken over de dagen waarop de leerkracht les gaat geven. Dat mag, in het basismodel, maximaal 930 uur zijn. Er blijven daardoor nog steeds 80 uur over waarin de leerlingen wel in de klas zitten, maar de leerkracht geen les mag geven. Die 80 uur zal door een collega gegeven worden, zoals dat nu ook het geval is. Of de leerkracht die 80 uur als werkuren of als niet-werkuren mag beschouwen, hangt af van de afspraken die met de werkgever worden gemaakt. Ook hier geldt dat als die 80 uur als niet-werkuren worden beschouwd, dat geen invloed heeft op het aantal te werken uren. Als ik nog vragen heb, bij wie kan ik die dan stellen? Als er nog vragen zijn over de cao primair onderwijs kunnen die gesteld worden via [email protected]
© Copyright 2024 ExpyDoc