Antwoord rondvraag PvdA rotonde Kasteellaan-Beemdstraat-14

Geachte heer Depla,
Op 16 september stelde u, naar aanleiding van eerder door u gestelde vragen over de onveilige
oversteek bij de rotonde Kasteellaan – Beemdstraat een tweetal vervolgvragen. In verband
met de afwezigheid van wethouder Jannie Visscher tijdens de commissievergadering van 16
september worden deze vragen hierbij schriftelijk beantwoord.
1.
We lezen in de antwoorden dat al diverse aanpassingen zijn gedaan. Maar het blijft verder onduidelijk voor
het college -vanwege het ontbreken van meetgegevens- of deze rotonde nu wel of niet veiliger is geworden.
Ook staat het college open voor eventueel ‘aanvullende aanpassingen” . Dat is op zich zelf positief. Echter wat
we jammer vinden is dat het college niet van zins is om het initiatief te nemen om actief met bewoners uit de
buurt, een vertegenwoordiger van het CVO en ENFB, samen te bekijken wat die “eventuele aanpassingen”
zouden kunnen zijn. Terwijl de bereidheid om mee te denken vanuit de bewoners er wel is. Derhalve de vraag:
kunt u alsnog het initiatief nemen om opnieuw samen met partijen/bewoners te kijken welke ideeën mogelijk
zijn om deze rotonde veiliger te maken voor overstekende fietsers en de raad te informeren over het resultaat?
De verkeerssituatie op de rotonde Kasteellaan – Beemdstraat wordt geagendeerd voor het
volgende Centraal Verkeers Overleg (CVO), waar veel externen waaronder ook de
fietsersbond deel van uitmaken. De meest recente verkeerstechnische aanpassingen worden
dan toegelicht, met de vraag om feedback vanuit het CVO. De fietsersbond heeft eerder
aangegeven de aanpassingen te gaan bestuderen en daarna met een reactie te zullen komen.
Op ons verzoek zijn 2 senior verkeersontwerpers van de gemeente Den Bosch de situatie ter
plaatse komen bekijken en ons feedback te geven. Wij hebben dit verzoek gedaan omdat Den
Bosch al jaren ervaring heeft met tweerichtingsfietspaden op rotondes. Zij adviseren ons als
enige aanvullende maatregel een pijlmarkering op het fietspad aan te brengen, om te
verduidelijken dat het gaat om een tweerichtingsfietspad. Deze aanvullende maatregel zullen
we in het CVO bespreken.
2.
Wat de PvdA verder opvalt aan de beantwoording van deze vragen is dat u constateert dat ‘de
ongevallenregistratie van zeer matige kwaliteit is”. Dat is geen prettige constatering. Dit zou kunnen
betekenen dat van het beleid dat wordt uitgevoerd, op basis van dergelijke cijfers, twijfelachtig wordt of het
juiste wordt gedaan. Denk bv. aan de aanpak van ‘blackspots’, dit gebeurt namelijk op basis van
ongevallenregistratie. Dat brengt ons bij de volgende vragen: - hebben we nog wel de juiste gegevens om te
oordelen of bepaalde kruisingen/rotondes nog wel het predicaat ‘blackspots’ kunnen dragen? - en andersom,
hoe kun je nu aantonen dat een kruising of verkeersplein onder handen moet worden genomen wanneer de
indruk bestaat dat deze onveilig is?
Blackspots worden gemeten naar het aantal slachtofferongevallen. Hoewel de
ongevallenregistratie (die wordt uitgevoerd door de – nu nationale – politie de laatste jaren
van een zeer matig niveau is, worden ernstige ongevallen met slachtoffers en ongevallen met
dodelijke afloop nog wel geregistreerd (registratiegraad 80 – 100 %). Daarom beschikken we
wel over de juiste gegevens om te bepalen of er sprake is van blackspots.
Op uw vraag hoe nu aangetoond kan worden dat een kruising of verkeersplein onder handen
moet worden genomen wanneer de indruk bestaat dat deze onveilig is, is het antwoord dat we
nu alleen uit kunnen gaan van slachtofferongevallen en ongevallen met dodelijke afloop.De
lichte ongevallen en ongevallen met uitsluitend materiële schade zijn de afgelopen jaren
nauwelijks door de politie geregistreerd en kunnen dus niet gebruikt worden bij de
verkeersveiligheidsanalyse van een kruispunt of wegvak.
Sinds medio 2013 is de ongevallenregistratie door de politie aanzienlijk verbeterd, waardoor
we over een paar jaar veel beter in staat zijn om de objectieve verkeersveiligheidssituatie
inzichtelijk te maken en een trend te bepalen.
Overigens wordt de onveiligheid van een wegvak of kruispunt niet alleen bepaald door de het
aantal ongevallen (objectieve verkeersveiligheid), maar ook door de perceptie van
onveiligheid (subjectieve veiligheid). Die subjectieve veiligheid wordt niet op een structurele
manier geregistreerd. Het aantal reacties/meldingen over een bepaalde verkeerssituatie is de
enige maatstaf die we hierin tot onze beschikking hebben.