nummer 4 - VCLB Leuven

Nieuwsbrief voor keuzebegeleiders eind S.O.
2014-2015 (4)
1. Grondplan SID-in
Het grondplan van SID-in Vlaams-Brabant en Brussel is momenteel helaas nog altijd niet
beschikbaar op de website van de onderwijsadministratie. Men kondigt aan dat het grondplan op
deze webpagina geplaatst wordt van zodra het beschikbaar is.
De lijst met de aanwezige instellingen en hun standnummer is wel al beschikbaar via deze link.
2. Nieuw op Onderwijskiezer
 Contactgegevens diensten voor studieadvies of -begeleiding
Op de steekkaart van de instellingen voor hoger onderwijs worden in een apart tabblad per campus
de adressen en contactgegevens van de diensten voor studieadvies of -begeleiding vermeld.
 Data infomomenten toevoegen aan je persoonlijke elektronische agenda
Een andere kleine maar handige aanpassing is de toevoeging van de kalenderfunctie aan de
infomomenten. Deze functie maakt het mogelijk om de activiteit automatisch te laten verschijnen in
je eigen elektronische agenda (Hotmailkalender, Googlekalender, Outlookkalender of ICalkalender).
Je kan een activiteit toevoegen aan je persoonlijke agenda door te klikken op het kalendericoontje.
Het lijkt ons nuttig om leerlingen te wijzen op deze mogelijkheid.
09-12-14
1
3. CVO Leuven-Landen en CVO De Nobel worden CVO VOLT
CVO Leuven-Landen en CVO De Nobel zijn sinds 1 september gefusioneerd. Ze maakten nu ook
hun nieuwe naam bekend: CVO VOLT.
VOLT staat voor Vorming en Opleiding in de regio Leuven-Landen-Tienen. Het CVO heeft een
uitgebreid aanbod van opleidingen binnen het secundair volwassenenonderwijs en biedt ook enkele
HBO-opleidingen aan. De website blijft (voorlopig?) www.cvoleuven.
4. KU Leuven gaat voor een strengere studievoortgangsbewaking
Als men heeft over kansen in het hoger onderwijs denkt men vaak enkel aan het leerkrediet. Naast
het leerkrediet hebben de instellingen echter nog andere en doorgaans strengere vormen van
studievoortgangsbewaking.
De academische raad van de KU Leuven besliste om vanaf volgend academiejaar de
studievoortgangsmaatregelen uit te breiden.
In het huidige systeem krijgt een student die in het eerste jaar minder dan 50% van de studiepunten
behaalt bindende voorwaarden opgelegd. Als hij in het 2de jaar nog geen cumulatieve studieefficiëntie (verhouding behaalde/opgenomen studiepunten) van 50% behaalt, krijgt hij een
inschrijfweigering voor het daaropvolgende academiejaar.
Vanaf volgend academiejaar worden de studievoortgangsmaatregelen uitgebreid.
Een eerste maatregel is bedoeld voor studenten die een cumulatieve studie-efficiëntie van minder
dan 30% behalen. Deze studenten worden geweigerd voor één academiejaar voor die opleiding. Ze
kunnen zich wel nog voor een andere bacheloropleiding inschrijven. De maatregel zal voor het eerst
van toepassing zijn op studenten die zich inschrijven voor een bacheloropleiding in 2015-2016. Voor
studenten die bijzondere individuele omstandigheden kunnen inroepen zoals een ongeval, ziekte of
overlijden in de familiale sfeer, is een uitzonderingsprocedure voorzien.
Een tweede uitbreiding is dat de bestaande en nieuwe studievoortgangsmaatregelen voor
bachelorstudenten ook van toepassing worden op studenten in schakelprogramma’s.
Bron: http://nieuws.kuleuven.be/node/14389
5. Studiedag voor studiekeuzebegeleiders U Antwerpen
De universiteit Antwerpen organiseert op dinsdag 5 mei (9.00-15.30 u) een studiedag voor
keuzebegeleiders. De plenaire sessies worden verzorgd door minister Crevits (een nieuwe Vlaamse
regering: de nieuwste ontwikkelingen in het onderwijslandschap van het secundair en hoger onderwijs) en Prof. P. Van
Petegem (Hink stap sprong. De overgang van secundair naar hoger onderwijs).
Daarnaast zijn er infosessies en workshops:
 Instroom en doorstroom: studierendement in het hoger onderwijs
 Een niet-bindende toelatingsproef in het hoger onderwijs en een verplichte, niet-bindende
toelatingsproef in het secundair onderwijs?
 Academisch Nederlands: sleutel tot een succesvolle start
 Het belang van wiskunde in het hoger onderwijs
 Faalangst
 Bijzondere faciliteiten: mogelijkheden en grenzen in het hoger onderwijs
 Studieloopbaan van jongeren in een snel diversifiërende samenleving
09-12-14
2
 ….
Je kan op www.uantwerpen.be/studiedag-studiekeuzebegeleiders je e-mailadres achterlaten en
wordt dan verwittigd als het gedetailleerde programma en de inschrijvingsmodule online staan.
6. Vacature - KU Leuven Salarisenquête 2014
 Situering
Het salaris dat verbonden is aan een job en het belang dat jongeren en volwassenen hieraan
hechten, kunnen erg verschillen. Spreken of schrijven over salaris(verschillen) is in Vlaanderen een
gevoelige materie. Ook keuzebegeleiders voelen zich wel eens onwennig of onwetend als leerlingen,
vaak met enige schroom, vragen over opleiding, beroep en salaris ter sprake brengen.
Als we het thema hier bespreken, is het niet om het belang het financiële aspect bij loopbaankeuzes
te beklemtonen. We vinden wel dat jongeren recht hebben op objectieve en genuanceerde
informatie over dit thema. De tweejaarlijkse Salarisenquête van Vacature & KU Leuven bevat
interessante informatie over het salaris van de Belgen en de factoren die het salaris mee bepalen.
In deze tekst hebben we de belangrijkste resultaten van de Salarisenquête 2014 samengevat. We
vermelden in deze nieuwsbrief enkele krachtlijnen.
 Gemiddelde (start)lonen
Het gemiddelde brutosalaris bedraagt 3.261€ en het gemiddelde nettosalaris bedraagt 2.068€. Het
gaat om voltijds equivalente maandlonen. De lonen van deeltijds werkenden werden omgerekend
naar voltijdse lonen. Tien procent van de respondenten verdient minder dan 1.900€ bruto per maand
of 1.430€ netto. Anderzijds heeft tien procent van de respondenten een salaris van meer dan 5.000€
bruto of 2.900 € netto.
Het gemiddelde bruto startloon bedraagt 2.088€. Voor een ongehuwde Vlaamse bediende komt dit
overeen met 1.465€ netto.
 Diplomaniveau
Eén van de duidelijke conclusies uit het rapport is dat “studeren loont”. De groep zonder diploma of
enkel een getuigschrift basisonderwijs wordt als referentie genomen. Wie een diploma secundair
onderwijs heeft, verdient gemiddeld 13% meer dan de referentiegroep. Voor de professionele
bachelors (+26%), Masters van de hogeschool (+38%) en Masters van de universiteit (+48%) zijn
de verschillen nog groter.
 Opleiding
Naast het diplomaniveau beïnvloedt ook de gevolgde opleiding mee het salaris. De studie bevat een
lijst met de gemiddelde startlonen van een aantal opleidingen hoger onderwijs.
De hoogste gemiddelde startlonen zijn voor de afgestudeerden van Geneeskunde/Tandheelkunde,
Farmaceutische wetenschappen, Burgerlijk ingenieur(-architect), Informatica en Bio-ingenieur.
De hoogstgeplaatste masters aan de hogeschool zijn Industrieel ingenieur, Vertaler/tolk/journalistiek
en Bestuurskunde/Handelswetenschappen/Handelsingenieur. De Industrieel ingenieurs plaatsen
zich zelfs in de top 8.
Binnen de professionele bachelors hebben de opleidingen “Industriële wetenschappen” en
Bouwkunde/Hout de hoogste startlonen. Zij hebben een hoger startloon dan verschillende
masteropleidingen.
De laagste startlonen zijn voor de Masters in de kunsten, Toerisme en recreatie en de opleidingen
(Binnenhuis)architectuur.
De gemiddelde startlonen van de vijf best betaalde opleidingen (2.979€) liggen bijna 1.097€ of 58%
hoger dan de startlonen van de vijf laagst geplaatste opleidingen (1.882€).
 Functieniveau
Ook het functieniveau bepaalt mee het loon van een werknemer. Uitvoerend personeel verdient
3,6% meer dan administratief ondersteunend personeel en voor een professionele medewerker
bedraagt het verschil 12,9%. Het middenkader (22,3%) en vooral het hoger management (45,5%)
kunnen rekenen op een beduidend hoger loon.
 Tewerkstellingssector
De Chemie en farmaceutische industrie is met ruime voorsprong de best betalende sector en wordt
op enige afstand gevolg door de Bank- en verzekeringssector. De minst betalende sectoren zijn
09-12-14
3
Toerisme, sport en recreatie en de Klein- en groothandel. Het verschil tussen de best en minst
betalende sector bedraagt bijna 31%.
 Loon- en jobtevredenheid
In de enquête werd ook gevraagd om de tevredenheid met het loon en de job te beoordelen op een
tienpuntenschaal. De gemiddelde loontevredenheid (5,95) ligt lager dan de gemiddelde
jobtevredenheid (6,66).
De loontevredenheid hangt samen met het loon. De groep met de 10% laagste lonen heeft een
gemiddelde score van 4,5 voor loontevredenheid tegenover 6,9 voor de groep met de 10% hoogste
lonen.
Het verband tussen loon en jobtevredenheid is minder sterk. De groep met de 10% laagste lonen
heeft een gemiddelde score van 6,1 voor jobtevredenheid tegenover 6,8 voor de groep met de 10%
hoogste lonen.
09-12-14
4