Meertalig opvoeden De motieven van ouders om hun kinderen tweetalig op te voeden verschillen: - Taal draagt bij tot behoud van de eigen cultuur. Het is fijn om ongedwongen met je kind in je eigen taal te praten. Kinderen kunnen met familie (in het moederland) praten. Ouders vinden het belangrijk dat hun kind zich in beide talen goed kan uiten. De overgang naar de basisschool gaat beter. Het aantal kinderen dat met meer dan één taal opgroeit neemt sterk toe. Het meest voorkomend is de situatie waarin een kind tweetalig opgroeit: beide ouders spreken dezelfde taal, of een van hen spreekt Nederlands. Er zijn echter ook gezinnen waar beide ouders verschillende talen spreken. Meertaligheid is een rijk bezit Meertaligheid is een rijk bezit dat ouders een kind kunnen meegeven. Taal is een vorm van affectie; het is belangrijk om je gevoelens te uiten en gehoord te worden. Het is belangrijk dat de ouders die talen vloeiend spreken, want kinderen leren de structuuropbouw van taal door de taal die ze horen. Wanneer kinderen een taalstructuur in één taal geleerd hebben, kunnen ze een tweede taal zonder veel problemen leren. De taalontwikkeling van een tweetalig kind loopt grotendeels gelijk aan die van een eentalig kind. Belangrijk blijft de stimulatie van het spreken in de eerste (thuis)taal. De basis in deze eerste taal moet goed zijn. Om succesvol tweetalig te worden, is het noodzakelijk dat er voldoende taalaanbod is in beide talen. Dat betekent dat er veel met kinderen gepraat en gelezen moet worden. Vanaf het begin met twee talen opgroeien: Het kind leert de talen dan tegelijk. Het moet dan leren de talen te scheiden: - de één-persoon-één-taal strategie: Het leren scheiden van talen kan onder meer door het gebruik van talen te koppelen aan vaste personen. Elke ouder spreekt haar of zijn eigen taal tegen de kinderen. Zo leert het kind twee talen en weet het precies tegen wie het welke taal moet spreken om begrepen te worden. Bij de één-persoon-één-taal strategie is het belangrijk dat ouders zich consequent opstellen, dus dat ze altijd dezelfde taal met een kind spreken en dat ze zich niet laten verleiden tot het praten in een andere taal, wanneer het kind hen daarin aanspreekt. Elke ouder zou in een bepaalde situatie consequent in één bepaalde taal met het kind moeten spreken. Bijvoorbeeld: vader spreekt altijd Fries of Turks tegen het kind, terwijl tussen de moeder en het kind Nederlands de voertaal is. Telefoonlijn JGZ: 088-355 6850 www.vggm.nl/consultatiebureau Versie: jan 2015 - de één-situatie-één-taal strategie. Bijvoorbeeld het voorlezen gebeurt in het Frans, de rest in het Nederlands. Vanaf het begin met 1 moedertaal opgroeien, en daarna pas een tweede taal leren: het kind leert de talen dan na elkaar. Wanneer echter de kennis van begrippen in de eerste taal onvoldoende is, verloopt de overdracht van de eerste naar de tweede taal veel minder gemakkelijk. En verder: - Maak gebruik van een peuterspeelzaal: hier wordt gelet op een goed (Nederlandstalig) taalaanbod. - www.tweetaligopgroeien.com Hulp zoeken - Wanneer het kind de taal die thuis gesproken wordt niet goed beheerst (ten opzichte van leeftijdsgenootjes) is er reden tot zorg en is verwijzing nodig. - Vanaf de leeftijd van drie jaar moet het kind de beide talen niet meer door elkaar gebruiken. Telefoonlijn JGZ: 088-355 6850 www.vggm.nl/consultatiebureau Versie: jan 2015
© Copyright 2024 ExpyDoc