BOEKBESPREKING 353 Alexander F. de Savornin Lohman Jhr. mr. A.F. de Savornin Lohman is oud-advocaat en oprichter van the Center for Sustainable Justice te Utrecht. Een ontwikkelingsgerichte visie op het recht en de rechtspraktijk Menselijke kracht in het recht In het tweede deel van het boek, ‘MensIn een prettig uitnodigende stijl schreef en wereldbeeld’, plaatst Lancksweerdt de Vlaamse bestuursrechtwetenschap een holistisch mensbeeld naast het per en mediator Eric Lancksweerdt een mensbeeld (uit het verlichtingsdenken) boeiend handboek over manieren waarop de rechtspraak is gebaseerd. waarop de rechtspraktijk kan inspelen op Persoonlijke ontwikkeling, of ‘menselijke de menselijke behoefte zich te ontwikke zelfverwezenlijking’, de term die len. De rechtspleging loopt in deze tijd Lancksweerdt regelmatig gebruikt, aan tegen beperkingen van het systeem. vormt in het holistische wereldbeeld dat Er is behoefte aan een nieuwe visie. Dit hij beschrijft de zin van het menselijk betekent geenszins dat Lancksweerdt leven. Als mensen zich kunnen ontwikke vindt dat de rechtspraak op een verkeerd len, zullen zij geneigd zijn tot het goede. spoor geraakt is. Dankzij de traditionele Maar ieder mens heeft een schaduwkant rechtspraak zijn waarden als vrijheid en in zich. Als mensen zich niet kunnen gelijkheid in hoge mate gerealiseerd. De ontwikkelen, neigen zij tot het kwaad, nu bestaande rechtsbeschermings hun schaduwkant. Het is belangrijk dat mogelijkheden zijn onmisbaar. Toch E. Lancksweerdt mensen meester worden over hun scha loopt de rechtspraak tegen grenzen aan. Menselijke kracht in het recht duwkant, dat zij verbondenheid met Dit wijt Lancksweerdt aan de ontwikke Gent: Larcier 2014, ISBN 978 28 044 7024 1 andere mensen kunnen ervaren en dat zij lingen van deze tijd: mensen zijn leven vanuit universeel menselijke mondiger geworden. Zij willen hun lot in waarden, zoals eerbied, solidariteit, eigen hand houden. Rechters hebben dienstbaarheid, dankbaarheid en rechtvaardigheid. niet meer de vanzelfsprekende autoriteit die zij eeuwenlang Lancksweerdt beschrijft dit proces als het “overstijgen van het hadden. Niet iedereen kan zich nog vinden in de hiërarchische ego”. De rechtspraak kan bijdragen aan dit proces van mense structuur van de rechtspraak. lijke ontwikkeling en mensen aanmoedigen en uitnodigen om Naast de bestaande traditionele rechtspraak kunnen nieuwe vanuit hun positieve vermogens te handelen. vormen worden ontwikkeld die een appel doen op het In het derde deel van het boek werkt Lancksweerdt de ontwik vermogen van betrokkenen om betere, meer bewuste en kelingsgerichte visie voor de rechtspraktijk grondig uit. Hij waardevoller mensen te worden. Veel van deze nieuwe vormen houdt de lezer mogelijkheden voor. Nooit dringt hij zijn zijn er al. In het eerste deel van zijn boek gaat Lancksweerdt in mening op. Hij onderbouwt zijn ideeën met verwijzingen naar op de veranderingen en de uitdagingen waar de rechtspraak interessante bronnen, uit de humanistische psychologie, filo voor staat. Het juridische denken, zegt hij, is doorgeschoten in sofie, rechtsfilosofie en geesteswetenschappen. In Lancks materialisme, individualisme en rationaliteit. De rechtspraak is weerdts visie zou de rechtspraak een duale structuur kunnen onderdeel geworden van een gefragmenteerde samenleving. hebben. Symbolisch voorgesteld ziet hij de rechtspleging als Juridisering gaat ten koste van relaties, gevoelens, ethiek en een gebouw met twee verdiepingen. Op de begane grond verantwoordelijkheidszin. De juridische wereld is in crisis en wordt op traditionele wijze recht gesproken. Daar worden heeft behoefte aan een nieuw en inspirerend verhaal waarmee knopen doorgehakt, geschillen beslecht en sancties opgelegd. juridische professionals een bijdrage kunnen leveren aan het Op de begane grond wordt de bescherming van de rechtsorde menselijker maken van de samenleving. Lancksweerdt gewaarborgd. Daarnaast is er een eerste verdieping in het beschrijft de toenemende kritiek die er is op de cultuur van ‘gebouw’ van de rechtspraak. Op deze verdieping staat mense tegenstellingen van het rechtssysteem, vooral in de Engelsta lijke ontwikkeling centraal. De rechtspraak richt zich hier op lige rechtswereld. Leidende vraag in Lancksweerdts boek is de gedragsverandering, oplossing van onderliggende problema uitdaging voor het recht en de rechtspraktijk hoe zij tot huma tiek en duurzame verbetering van onderlinge relaties. Recht nisering van de samenleving zullen kunnen leiden. spraak op de eerste verdieping heeft een interdisciplinair December 2014 354 BOEKBESPREKING karakter en bestrijkt een veel breder terrein dan de traditionele rechtspraak op de begane grond. Lancksweerdt geeft karakterbeschrijvingen van de recht spraak op de beide verdiepingen. De traditionele rechtspraak typeert hij als rechtlijnig, mannelijk, instrumenteel, ordenend, koel, zakelijk en rechtvaardig. Deze rechtspraak is gericht op vastleggen, beperken, controleren, handhaven, gelijk of ongelijk krijgen en afdwingen. De nadruk ligt op uiterlijke zaken. Recht en ethiek staan los van elkaar. De rechtspraak is gebaseerd op macht en heeft de structuur van een driehoek: de rechter in de top en de strijdende partijen aan de basis. Het recht beschermt het menselijke ego en de grondslag van de rechtspraak is angst. De rechtspleging op de eerste verdieping typeert hij als vrouwelijk van karakter, verbindend, warm en menselijk. Zij heeft de structuur van een cirkel en is gebaseerd op vertrouwen, gelijkwaardigheid, samenwerking, integrale conflictoplossing, persoonlijke ontwikkeling, herstel van relaties en het in hun kracht brengen van de betrokken partijen. Verantwoordelijkheidszin, welzijn, de leerervaring en wederzijds begrip staan centraal. Verbinding tussen recht en ethiek is essentieel. De nadruk ligt op ontwikkeling van het innerlijk en het ‘overstijgen van het ego’. De grondslag is vertrouwen. In Lancksweerdts visie is er een open verbinding tussen de rechtspraak op de begane grond en die op de eerste verdie ping. Een goede regie moet ervoor zorgen dat zaken op de juiste ‘verdieping’ terechtkomen. Steeds als de rechtsorde dit verlangt, of als de partijen er langs ontwikkelingsgerichte weg niet uitkomen, zal op de begane grond via traditionele recht spraak moeten kunnen worden beslist. Als een ontwikkelings gerichte aanpak niet slaagt of stagneert, moet er snel en gemakkelijk op de traditionele rechtspraak kunnen worden teruggevallen. In het vierde deel van zijn boek werkt Lancksweerdt zijn ontwikkelingsgerichte visie nader uit voor de praktijk. Hij doet dit voor de rechtsgebieden strafrecht, familierecht en bestuurs recht. Hij bespreekt de Belgische hergo’s (herstelgericht groepsoverleg), een vorm van restorative justice (herstelrecht) die bij onze zuiderburen een formele plek kreeg in het straf recht. Hij wijst op de ontwikkelingsmogelijkheden die hergo’s bieden voor de daders, voor slachtoffers, voor het justitieappa raat en ook voor familieleden van de betrokkenen en andere belanghebbenden die in het herstelgerichte groepsoverleg worden betrokken. De Gentse drugsbehandelingskamer komt aan de orde. Dit is een strafkamer van de rechtbank in Gent, die is opgezet naar het voorbeeld van Amerikaanse drug courts. Verslaafde draaideurcriminelen doorlopen er onder supervisie van de rechter een behandelings- en trainingstra ject, dat erop is gericht hen weer in de samenleving te doen terugkeren als wetsgetrouw en maatschappelijk geïntegreerd burger. Dit systeem brengt voor alle betrokkenen – ook voor de rechter – uitdagende mogelijkheden mee om zich te ontwikkelen. Ook ontwikkelingsgerichte taakstraffen en thera peutische voorwaarden bij schorsing van voorlopige hechte nis en voorwaardelijke invrijheidstelling horen op de eerste verdieping thuis. Lancksweerdt attendeert op de mogelijk December 2014 heden om tijdens de detentietijd te werken aan ontwikkeling van gedetineerden (detentietijd als kans tot inkeer en ommekeer). In het strafrecht ontstaan steeds meer consensu ele elementen, zoals overleg met daders en slachtoffers over het opleggen van bepaalde voorwaarden of maatregelen. Dit vraagt andere benaderingen die zowel voor de verdachte als voor justitieambtenaren persoonlijke ontwikkeling bewerk stelligen. Lancksweerdt brengt de waarde daarvan over het voetlicht en stelt dat straf, als die alleen intentionele leedtoe voeging inhoudt, iets destructiefs heeft. Met straffen kan ook een ontwikkelingsgericht doel worden beoogd, zodat daders en slachtoffers er beter uit tevoorschijn komen. Excuses en vergeving komen ook aan de orde. Vergeving, zegt hij, kan een ‘bijproduct’ zijn. Het is niet goed om vergeving te forceren, maar juridische professionals kunnen wel zorgen voor omstan digheden waarbinnen betrokkenen tot vergeving kunnen komen als zij daaraan toe zijn. Het familierecht zit vol ontwikkelingsmogelijkheden. Schei dende partners moeten leren omgaan met soms heftige emoties, zodat zij ondanks de breuk in de relatie, toch in staat zijn om tot fatsoenlijke regelingen te komen “die het leven van de ander en van de kinderen niet hypothekeren”. Rechtspleging kan de partijen stimuleren of/of-denken te overstijgen, zodat zij in staat raken via win-winoplossingen nieuwe inhoud te geven aan hun relatie, bijvoorbeeld ten aanzien van omgangs regelingen en boedelverdeling. Dit kan hen helpen bij de opbouw van een nieuw leven na de scheiding. Lancksweerdt noemt ook het ‘Cochemer model’, een model voor een echt scheidingsprocedure die het belang van de kinderen centraal stelt, ontwikkeld door de rechtbank van het Duitse stadje Cochem. “In dit model, waarin onder regie van de rechter wordt gewerkt vanuit een synergie van uiteenlopende beroepsbeoefenaars, staan de responsabilisering en de medewerking van de ouders voorop. Er kan evenwel gemakkelijk geswitcht worden tussen het volgen van de interdisciplinaire aanpak en de gerechtelijke procedure, en omgekeerd. Om escalatie te vermijden geldt een aantal specifieke regels, bijvoorbeeld dat de ingediende verzoekschriften zich beperken tot het strikt noodzakelijke en geen melding maken van een conflictueus verleden tussen de betrokkenen noch van kwesties die de spanning alleen maar kunnen opdrijven. De aanpak leidt tot opmerkelijk gunstige resultaten.” De rechtbanken van Luik en van Dinant hebben elemen ten van het Cochemer model geadopteerd. Daarnaast wijst Lancksweerdt op ontwikkelingsmogelijkheden die naast de rechtspraak besloten liggen in transformatieve mediation, collaborative law, familieberaad en de Nederlandse ‘Eigen Kracht’-conferenties. In het bestuursrecht liggen belangrijke ontwikkelingsmoge lijkheden besloten in de veranderende verhoudingen tussen overheid en burger. Burgers zijn kritischer, mondiger en veelei sender geworden. Ze willen menswaardig worden bejegend en spreken overheden gemakkelijker aan op fouten. Naast de traditioneel hiërarchische top-downverhouding is er steeds meer plaats voor een participerende en onderhandelende overheid. Lancksweerdt ziet dat de fixatie op materiële belangen steeds meer wordt overstegen. Hij stelt Nederland in BOEKBESPREKING 355 Foto: Sime s.r.l./Hollandse Hoogte positieve zin ten voorbeeld in verband met de minder formele aanpak van conflicten tussen burger en overheid, de inzet van mediationvaardigheden daarbij en het project ‘Prettig contact met de overheid’. Hij onderschrijft Brenninkmeijers visie (NTvB 2010, p. 12-17) dat het aanbieden van oprechte excuses door de overheid een vorm van behoorlijk bestuurlijk handelen kan zijn. Jammer is het dat hij de Nieuwe Zaaksbehandeling onbe sproken laat. Deze aanpak lijkt aan zijn aandacht te zijn ontsnapt. Impliciet blijkt het belang dat Lancksweerdt aan ontwikke lingsgerichtheid toekent uit zijn stelling dat de kwaliteit van een openbaar bestuur voor een groot deel afhangt van de mate waarin bestuurders kwaliteiten op het menselijke vlak hebben ontwikkeld. Ook van burgers mag worden verlangd dat zij zich behoorlijk gedragen. Burgers moeten een minimum aan zorgvuldigheid in acht nemen en mogen problemen niet moeilijker maken dan ze zijn. De Belgische Raad van State ontwikkelde jurispru dentie over ‘beginselen van behoorlijk burgerschap’. Het terugtreden van de overheid wat haar verzorgende functie betreft, leidt eveneens tot ontwikkelingsmogelijkheden. Burgers moeten zelfstandiger worden en eigen netwerken opbouwen waarop zij kunnen terugvallen. Ook in dit verband wijst Lancksweerdt op de betekenis van de Nederlandse ‘Eigen Kracht’-conferenties. In burgerparticipatie, het onderwerp waarop Lancksweerdt promoveerde, liggen veel ontwikke lingsmogelijkheden besloten doordat deelnemers aan partici patieprocessen verder moeten kunnen kijken dan hun persoonlijke belangen en overheden op andere wijze invulling moeten geven aan hun leiderschap. Een interessante paragraaf wijdt Lancksweerdt aan overheid en spiritualiteit. Volgens Lancksweerdt is de secularisatie door geslagen en hebben nieuwe dogma’s, zoals materialisme, consumentisme, zakelijkheid, productiviteit, effectiviteit en efficiëntie de plaats ingenomen van de traditionele geloofs dogma’s. In onze samenleving is alles wat naar zingeving zweemde weggezuiverd. Spiritualiteit gaat volgens Lancksweerdt over zoeken naar zingeving en universele waarden, eerbied, solidariteit, dienstbaarheid, dankbaarheid en rechtvaardigheid. Lancksweerdt stelt dat spiritualiteit in deze zin een plek behoort te krijgen in de publieke en publiek rechtelijke sfeer. Overheden kunnen actief inspelen op de behoefte van mensen aan zingeving. Lancksweerdt maakt duidelijk dat de juridische context bij uitstek geschikt is voor op gedragsverandering en menselijke ontwikkeling gerichte benaderingen. Juridische professionals staan in direct contact met de belanghebbenden. Daardoor beschikken zij over een sleutelpositie in de ontwikkelingsge richte rechtspraktijk. Deze vraagt wel een bredere taakopvat ting van de juridische professional. Van advocaten, notarissen, rechters en magistraten wordt gevraagd dat zij zich in mensen inleven en dat zij adequaat weten in te spelen op emotionele en sociale aspecten. De manier waarop zij zich opstellen, is cruciaal voor de mogelijkheid van rechtzoekenden om zich via de concrete situatie te kunnen ontwikkelen. Ontwikkelings gericht werken vraagt om een constructieve basishouding van December 2014 356 BOEKBESPREKING de juridische professional. Hij moet vertrouwen, acceptatie, openheid en dienstbaarheid weten uit te stralen. Respectvol communiceren, actief luisteren, geweldloze communicatie en het accepteren van anderen zoals deze zijn op een bepaald moment, zijn daarbij belangrijke sleutels. Ontwikkeling kan niet worden afgedwongen. Het kan alleen worden gefaciliteerd in de context van een concrete situatie. Adequate scholing op menselijk vlak is een belangrijke taak voor juridische opleidingen. Er is behoefte aan een inleidende leergang in de rechtenstudie die studenten inzicht verschaft in ontwikkelingsgerichte vormen van rechtspraak, zoals proce durele rechtvaardigheid, herstelrecht, mediation, collaborative law en therapeutic jurisprudence en die hen bekendmaakt met belangwekkende ontwikkelingen op het gebied van ontwik kelingsgericht recht in andere landen. Studenten mogen in staat worden gesteld hun empathisch vermogen te ontwikke len en te leren werken vanuit menselijke waarden. Hun ogen mogen worden geopend voor het belang van niet-juridische aspecten van conflicten. Zij moeten daarmee kunnen omgaan en besef hebben van de verrijking die persoonlijke ontwikke ling voor de mens betekent. Ook het overlegmodel als aspect van de rechtsprekende functie mag centraler komen te staan in de juridische opleiding. In het algemeen: de opleiding mag juridische studenten aanzetten tot wijsheid. Menselijke kracht in het recht is een belangwekkend en inspire rend boek. Het verrijkt het juridisch gedachtegoed. Het zet, vanuit een modern spiritueel-holistische levensbeschouwing aan tot nadenken over de praktijk van de rechtspleging en de structuur ervan. Moderne spiritualiteit gaat over aangelegen heden als bewustzijnsontwikkeling, verantwoordelijkheidszin en zingeving. Ook in beschouwingen over mensbeelden en zingeving blijft Lancksweerdt wetenschapper. Hij onderbouwt zijn beweringen gedegen en brengt een rijk arsenaal aan achtergrondliteratuur in het gezichtsveld van de lezer. Hij doet December 2014 dit in een schrijfstijl die van het begin tot het eind leest als een roman. Steeds onderzoekt hij hoe in de context van de rechts pleging mensen kunnen worden aangesproken op hun vermogen om zich in positieve zin als mens te ontwikkelen. In zijn denken is menselijke zelfverwezenlijking, als aanvullend doel, inherent verbonden aan recht en rechtvaardigheid. De nadruk in het boek ligt op visieontwikkeling. Het vierde deel over de praktische toepassing van ontwikkelingsgericht recht is relatief bescheiden van omvang. Degenen die inzicht willen krijgen in ‘alles’ wat er op het gebied van ontwikkelingsgericht recht in de wereld te koop is, zijn aangewezen op het in Austra lië verschenen boek Non-adversarial justice van Michael King, Arie Freiberg, Becky Batagol en Ross Hyams, waarvan in augustus 2014 bij Federation Press in Sydney, een nieuwe herziene druk is verschenen. King c.s., verbonden aan de Monash University Law School, bieden een ongekend volledig overzicht van vrijwel alles wat er in de wereld is ontwikkeld aan op samenwerking en ontwikkeling gerichte rechtspraak. Zij hebben hun boek voorzien van een uitgebreid notenarsenaal met verwijzingen naar bronnen en vindplaatsen. Maar dit Australische boek mist de aangename verteltrant die Lancksweerdts boek zo aantrekkelijk maakt. Een aantal boeken waarnaar Lancksweerdt verwijst, heb ik op mijn eigen leeslijst gezet. Het zijn: T. Barton, Preventive law and problem solving. Lawyering for the future, S. Brooks & R. Madden, Relationship-centered lawyering. Social science theory for transforming legal pratice, J. Macfarlane, The new lawyer. How settlement is transforming the practice of law, M.A. Silver, The affective assistance of counsel. Practicing law as a healing profession en K. Wright, Lawyers as peacemakers. Practicing holistic, problemsolving law. Lancksweerdt heeft een website opgezet over ontwikkelings gericht recht: www.ontwikkelingsgerichtrecht.be.
© Copyright 2024 ExpyDoc