Burnout, nooit weer de oude

Burnout. Nooit weer de oude? Over aanhoudende cognitieve beperkingen
Arno van Dam is klinisch psycholoog en bij GGZ WNB werkzaam als behandelaar, manager en onderzoeker. Tevens is hij verbonden aan
onderzoeksinstituut Tranzo van de Universiteit van Tilburg.
Burn-out is een aanhoudende, negatieve werkgerelateerde gemoedstoestand die wordt gekenmerkt
door uitputting, een verminderde motivatie en een gevoel van verminderde effectiviteit. Deze
psychische aandoening ontwikkelt zich geleidelijk, maar kan door de betrokken persoon voor een
lange tijd onopgemerkt blijven. Deze gemoedstoestand vloeit voort uit een misfit tussen intenties
van de betreffende persoon en de realiteit van het werk. Vaak blijft burn-out voortbestaan door het
gebruik van inefficiënte copingstrategieën die met het syndroom samenhangen.
In de bovenstaande, gangbare beschrijving en karakterisering van burn-out is er slechts in beperkte
mate aandacht voor cognitieve problemen. Toch worden cognitieve problemen juist vaak wel door
burn-out patiënten gerapporteerd. Burn-out patiënten opperen juist vaak dat geheugen- en
concentratieproblemen leiden tot belemmeringen in het functioneren op het werk.
Vanaf 2005 zijn er meerdere studies gepubliceerd waarbij objectieve cognitieve prestaties bij burnout patiënten werden gemeten met neuropsychologische tests. Deze studies laten zien dat burn-out
patiënten slechter presteren op cognitieve taken dan gezonde proefpersonen. Burn-out patiënten
lijken vooral slechter te presteren op taken die een beroep doen op complexe, hogere cognitieve
processen, zoals het executief functioneren in plaats van de meer eenvoudige cognitieve processen.
Omdat de executieve functie essentieel is voor taken die planning, controle, evaluatie, aanpassing en
het oplossen van problemen vereisen, kunnen deze stoornissen leiden tot een algeheel verminderd
functioneren op het werk.
In het kader van zijn proefschrift ‘studies on cognitive performance in burnout’ heeft Arno van Dam
samen collega’s Ger Keijsers, Paul Eling en Eni Becker een serie onderzoeken gedaan naar de aard en
het beloop van cognitieve problemen bij burn-out.
Deze onderzoeken laten als eerste bij herhaling zien dat de cognitieve prestaties van burn-out
patiënten op aandachtstaken slechter zijn dan die van gezonde proefpersonen. Deze bevindingen
stemmen overeen met eerdere studies die aantoonden dat burn-out patiënten minder goed
presteren op complexe cognitieve taken. Als tweede biedt deze serie van studies enig inzicht in de
onderliggende mechanismen die een rol zouden kunnen spelen bij deze cognitieve beperkingen. We
onderzochten of (1) de beleving van vermoeidheid, (2) strategische aanpassing van taakuitvoering,
en (3) een afgenomen motivatie om zich in te spannen een rol speelden bij de verminderde
cognitieve prestaties van burn-out patiënten. Onze bevindingen lieten zien dat geen van deze
mechanismen een rol lijkt te spelen bij de cognitieve problemen van burn-out patiënten.
Bovendien tonen onze bevindingen aan dat ondanks dat de ernst van deze cognitieve beperkingen
duidelijk afneemt in de loop van de tijd, er na twee jaar toch nog steeds cognitieve beperkingen
kunnen zijn. Onderzoek naar het natuurlijke beloop van burn-out laat zien dat het herstel van burnout symptomen gering is als er geen specifieke behandeling wordt aangeboden. De burn-out
patiënten in het hier beschreven onderzoek werden behandeld met cognitieve gedragstherapie. Het
is vanwege het ongunstige natuurlijke beloop van burn-out, aannemelijk dat de verbetering van de
groep patiënten in het hier beschreven onderzoek samenhangt met de gevolgde therapie. De mate
van de verbeteringen was groot, het cognitieve functioneren was verbeterd en de burn-out
patiënten reageerden net als de gezonde proefpersonen op de motiverende interventies. De meeste
patiënten (85%) voldeden niet meer aan de diagnose burn-out of aan die van een andere psychische
stoornis. Ondanks deze verbeteringen ervoeren de voormalige burn-out patiënten nog steeds meer
uitputting, vermoeidheid, depressieve klachten en algemene psychopathologie dan de gezonde
proefpersonen. Ook in vergelijking met normgroepen hadden de voormalige bun-out patiënten nog
steeds veel klachten. Hetzelfde patroon zagen we met betrekking tot cognitief functioneren: Het
cognitieve functioneren verbeterde maar was nog steeds minder goed dan dat van de gezonde
proefpersonen. Onze resultaten tonen aan dat herstel van burn-out mogelijk is, maar dat er na twee
jaar nog steeds restsymptomen aanwezig kunnen zijn en dat voor een kleine minderheid, circa 15%,
van de burn-out patiënten de symptomen na 2 jaar nog steeds sterk aanwezig zijn.
Deze bevindingen hebben implicaties voor de praktijk. Bij re-integratie zal er zowel door de
werknemer als werkgever rekening gehouden moeten worden met deze mogelijke
restverschijnselen.
Literatuur:
Van Dam, A. (2013). Studies on cognitive performance in burnout. Doctoral dissertation. Nijmegen: Radboud
University Nijmegen.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Van Dam, A., Keijsers, G. P. J., Eling, P. A. T. M., & Becker, E. S. (2011). Dimensions in appraising fatigue in
relation to performance. Psychology, 2, 889-895.
Van Dam, A., Keijsers, G. P. J., Eling, P. A. T. M., & Becker, E. S. (2011). Testing whether reduced cognitive
performance in burnout can be reversed by a motivational intervention. Work & Stress, 25, 257-271.
Van Dam, A., Keijsers, G. P. J., Verbraak, M. J. P. M.., Eling, P. A. T. M., & Becker, E. S. (2012). Burnout
patients primed with success did not perform better on a cognitive task than burnout patients primed with
failure. Psychology, 3, 583-589.
Van Dam, A., Keijsers, G. P. J., Eling, P. A. T. M., & Becker, E. S. (2012). Impaired cognitive performance and
responsiveness to reward in burnout patients: Two years later. Work & Stress, 26, 333-346.
Van Dam, A., Eling, P. A. T. M., Keijsers, G. P. J., & Becker, E. S. (2013). Do Employees with Burnout Prefer
Low-Effort Performance Strategies? IIE Transactions on Occupational Ergonomics and Human Factors, 1, 190201.
Van Dam, A., Keijsers, G. P. J., Verbraak, M. J. P. M., Eling, P. A. T. M., & Becker, E. S. Level and appraisal of
fatigue are not specific in burnout. Clinical Psychology & Psychotherapy, accepted for publication.