Studiefiche Vanaf academiejaar 2014-2015 Grondige studie: EU mededingingsrecht (B001406) Cursusomvang (nominale waarden; effectieve waarden kunnen verschillen per opleiding) Studiepunten 6.0 Studietijd 180.0 u Contacturen 45.0 u Aanbodsessies in academiejaar 2014-2015 A (semester 2) Lesgevers in academiejaar 2014-2015 Bourgeois, Jacques Adam, Stanislas RE22 RE22 Aangeboden in onderstaande opleidingen in 2014-2015 Master of Laws in de rechten Verantwoordelijk lesgever Medelesgever stptn 6 aanbodsessie A Onderwijstalen Engels Trefwoorden EU mededingingsrecht, kartelrecht, misbruik van machtspositie, relevante markt, begrip "onderneming", intra- en extraterritoriale werking, groepsvrijstellingen, intellectuele eigendomsrechten, concentratiecontrole, staatsteun, decentralisatie Situering Er wordt beoogd de studenten een grondige kennis van het juridisch kader, de dynamische aard en draagwijdte van het Europees mededingingsrecht en beleid te laten verwerven op een interactieve wijze. Speciale aandacht gaat hierbij uit naar het bespreken van recente arresten en bijzondere ontwikkelingen in de actualiteit. Er wordt dieper ingegaan op een dossierstudie inzake het spanningsveld met intellectuele eigendomsrechten en het streven naar een “innovation oriented competition policy”. Inhoud In een eerste deel wordt het juridisch kader van het eigenlijke Europees mededingingsrecht (art. 101-106 VWEU, met focus op art. 101-102 VWEU) geanalyseerd alsook de basisbegrippen, beleidsopties en dynamiek toegelicht aan de hand van de beschikkingspraktijk van de Europese Commissie en de rechtspraak van het Hof van Justitie en het Gerecht. De ruimere mededingingsbepalende context wordt eveneens belicht (interne markt, staatssteun, concentraties). Speciale aandacht wordt op interactieve wijze en eventueel via occasionele gastcolleges (vb. Europese Commissie, Belgische Mededingingsautoriteit) besteed aan recente ontwikkelingen en de modernisering en decentralisatie van het Europees mededingingsrecht, alsook de daaruit volgende procedurele aspecten en samenwerkingsverbanden (ECN). In de dossierstudie wordt dieper ingegaan op een bijzonder toepassingsgeval, met name de (moeizame) relatie tussen art. 101-106 VWEU enerzijds en de bescherming van intellectuele eigendomsrechten anderzijds. Centraal daarbij staat de vraag naar het bestaan van obstakels voor het formuleren en concreet toepassen van een ‘innovation oriented competition policy’ en de huidige aanpak in de beschikkingspraktijk en de rechtspraak. De aanpak is interactief. Van studenten wordt verwacht dat zij lessen en leesfiches voorbereiden en actief deelnemen aan discussies. Begincompetenties De studenten worden geacht vertrouwd te zijn met juridische analyse en terminologie in het algemeen. Ze moeten ook over een basiskennis Europees recht beschikken. (Goedgekeurd) 1 Specifieke voorkennis inzake mededingingsregels is niet vereist. Eindcompetenties • Een grondige kennis hebben van de basisbegrippen en inzicht hebben in de • dynamische aard en draagwijdte van het Europees mededingingsrecht, alsook het • Europees mededingingsbeleid. • Problemen binnen het domein duiden en oplossen en dossiers op een juridisch • onderbouwde manier behandelen. • Gefundeerd in discussie treden met collega's uit andere kennisdomeinen of uit • andere rechtsculturen. • Zelfstandige lectuur ter voorbereiding van groepsdiscussies. • Zelfstandig bronnen vinden, inschatten en onderzoeken. • Arresten kritisch analyseren, toelichten en becommentariëren. • Getuigen van een kritische houding t.a.v. concepten en vraagstukken binnen het • kennisdomein. • Open staan voor gastcolleges en/of extra-curriculaire activiteiten • Implicaties van nieuwe maatschappelijke en technologische evoluties voor de • ontwikkeling van de rechtspraktijk duiden. • Het belang voor de EU van het in standhouden van culturele diversiteit en diverse • waarden eigen aan de Lidstaten inschatten. Creditcontractvoorwaarde De toegang tot dit opleidingsonderdeel via creditcontract is open: de student houdt zelf rekening met voorkennis uitgedrukt in begincompetenties Examencontractvoorwaarde Dit opleidingsonderdeel kan niet via examencontract gevolgd worden Didactische werkvormen Begeleide zelfstudie, hoorcollege, microteaching, werkcollege Toelichtingen bij de didactische werkvormen Er wordt een "case-based" en "research-based" methodologie gehanteerd. Een actieve deelname en discussie van de studenten ogv voorafgaande lectuur van basisarresten en documenten (te vinden in de syllabus) wordt verwacht, teneinde de nodige competenties te verwerven om naderhand nieuwe ontwikkelingen in het Europees mededingingsrecht te kunnen begrijpen. Master of Laws in de Rechten studenten dienen 2 lectuurfiches (max. 3p) van actuele/kernarresten op te stellen alsook in staat zijn deze mondeling in groepsdiscussies toe te lichten. Masters of Laws in Advanced Studies in European Law verrichten onderzoek naar hangende zaken, stellen hierover een onderzoeksfiche op (max. 5 p) en kunnen hun resultaten mondeling toelichten. Leermateriaal Documentatiemap met doctrine en primaire bronnen: secundaire wetgeving, soft law en rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie en Gerecht. Prijs leermateriaal kan variëren van jaar tot jaar Referenties Doctrine opgenomen in syllabus. Vakinhoudelijke studiebegeleiding Individuele afspraken en spreekuren professor. Contacten met assistenten mogelijk. Evaluatiemomenten periodegebonden en niet-periodegebonden evaluatie Evaluatievormen bij periodegebonden evaluatie in de eerste examenperiode Schriftelijk examen met open vragen, mondeling examen Evaluatievormen bij periodegebonden evaluatie in de tweede examenperiode Schriftelijk examen met open vragen, mondeling examen Evaluatievormen bij niet-periodegebonden evaluatie Participatie, werkstuk Tweede examenkans in geval van niet-periodegebonden evaluatie Examen in de tweede examenperiode is mogelijk (Goedgekeurd) 2 Toelichtingen bij de evaluatievormen Schriftelijk examen met korte kennisvragen gevolgd door een verplicht mondeling examen met kennis en inzichtsvragen. Er wordt gepeild of de studenten een degelijke kennis van het Europees mededingingsrecht hebben verworven en in staat zijn om probleemgevallen op een juridisch onderbouwde manier te behandelen. Eindscoreberekening • 50% niet-periodegebonden evaluatie • 50% periodegebonden evaluatie, waarvan: werkstuk 60% / participatie 40 % Studenten die niet aan alle evaluaties deelnemen zullen als ‘niet geslaagd’ worden verklaard voor dit opleidingsonderdeel. (Goedgekeurd) 3
© Copyright 2024 ExpyDoc