Nieuwe Doelenstraat 15 1012 CP Amsterdam (020) 525 6347 [email protected] studentenraad.nl/fmg Decanaat Faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen Prof. dr. E.H.F. de Haan Vendelstraat 7 1012 XX Amsterdam Datum Contactpersoon Bijlage(n) Betreft 06-05-2014 Gaby Lunansky Ons kenmerk E-mail A2000-1 [email protected] 0 Advies honours- en excellentieonderwijs 2.0 Geachte decaan, beste Edward, Hierbij doet de Facultaire Studentenraad van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschapen (FSR FMG) u een advies toekomen betreffende het honours- en excellentieonderwijs op de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen (FMG). Het decanaat heeft de FSR FMG advies gevraagd over de ontwikkeling van excellentie- en honoursonderwijs met als doel de deelname aan excellentie- en honoursonderwijs te vergroten. Kader Honours- en Excellentieonderwijs 2.0 UvA-VU Allereerst wil de FSR graag aangeven dat hij nog enige opmerkingen heeft bij het vastgestelde Kader Honours-en Excellentieonderwijs 2.0 van de UvA en de VU. De FSR vindt het een goede ontwikkeling dat er aandacht wordt besteed aan het honours- en excellentieonderwijs, aangezien het erg belangrijk is dat excellerende studenten de ruimte krijgen zich op de universiteit verder te ontwikkelen. Daarnaast vindt de FSR het ook wenselijk dat er goed naar de inhoud van de honours vakken wordt gekeken, zodat deze altijd actueel zijn en er een goede kwaliteitszorg kan worden gegarandeerd. De FSR wil echter bij het kader opmerken dat hij het belangrijk vindt dat er nog ruimte is voor faculteiten en opleidingen om van het kader af te wijken. Onderwijs is maatwerk en dat geldt zeker bij honours-en excellentieonderwijs. Als er inhoudelijke redenen zijn om van het kader af te wijken moet daar de ruimte voor zijn. De FSR is daarom ook erg blij met het feit dat het om een niet-bindend kader gaat en de faculteiten daardoor ruimte krijgen om van het kader af te wijken. De FSR heeft een aantal punten waarbij hij liever niet ziet dat de voorstellen in het kader bij de FMG worden toegepast. Het eerste punt gaat om de in- en uitgangseisen voor een honoursprogramma. De FSR vindt het wenselijk dat de gemiddelde in-en uitgangseis op een zeven blijft staan. Het honoursprogramma gaat verder dan het halen van hoge cijfers. Het is een programma waarbij studenten zich kunnen verbreden, interesse en motivatie zijn daarvoor essentieel. Daarbij komt dat een student nominaal moet afstuderen en 30 extra punten moet hebben gehaald om een honours bachelor te kunnen behalen. De FSR vindt dat een student die onder andere geselecteerd is op zijn motivatie, dertig extra punten heeft gehaald, nominaal is afgestudeerd en een zeven gemiddeld staat in aanmerking moet komen voor een honoursbachelor. Het tweede punt in het kader waar de FSR een opmerking over wil maken gaat over het derde voorstel in het kader; de toelatingseisen. In dat voorstel staat dat een student ook op basis van zijn VWO cijfer of het behaalde cijfer op UvA matching toegelaten kan worden tot een honoursprogramma. De FSR zou de decaan willen oproepen dit beleid niet op de FMG in te voeren. Zoals hierboven beschreven hecht de FSR veel waarde aan een goede selectieprocedure, zodat een student van tevoren goed weet of hij deel wil nemen aan een honoursprogramma en zeker weet dat hij gemotiveerd is om een honoursprogramma te volgen. Met een cijfer op het VWO en UvA matching is weinig bekend over de interesse en motivatie van een student. Daarbij weten studenten van tevoren op het VWO nog niet dat hun cijfers bepalend kunnen zijn voor toelating van een honoursprogramma, waardoor de FSR het ook niet als een eerlijke variabele ziet. Na deze bespreking van het Kader Honours-en Excellentieonderwijs 2.0 wil de FSR graag nog een aantal aanbevelingen doen om de kwaliteit van het honours- en excellentieonderwijs op de FMG te verbeteren en de deelname te vergroten. De FSR wil van tevoren nog graag benadrukken dat hij zeer positief is over de honoursprogramma’s op de FMG, en blij is dat de kwaliteit van de programma’s al hoog ligt. Selectiemoment De eerste aanbeveling gaat over het moment van selectie voor een honoursprogramma. De FSR heeft geconstateerd dat er het selectiemoment nog verschilt per opleiding. De FSR ziet selectie aan het eind van het eerste semester van het eerste jaar, in januari, als het meest wenselijk. Hierdoor kan het honoursprogramma in het tweede semester van het eerste jaar starten. Dit heeft een aantal voordelen, namelijk dat studenten het gehele eerste semester hebben gehad om aan hun cijfergemiddelde te werken, waardoor het selecteren op cijfers betrouwbaarder wordt dan selectie na één of twee tentamens. Daarnaast hebben studenten na het eerste semester een realistisch beeld van hoeveel tijd de studie vergt en hoeveel extra tijd zij daar in willen stoppen. Zij zullen dan ook een beter beeld hebben van de moeite die het hen zal kosten en in hoeverre zij zichzelf in staat achten het honoursprogramma te volgen. Ten slotte heeft starten in het tweede semester van het eerste jaar ook een praktisch voordeel: studenten hebben op dat moment nog vijf semesters voordat zij nominaal afstuderen. Dit betekent dat als studenten elk semester een zes punts-vak extra volgen, zij aan het einde van hun bachelor dertig extra punten hebben behaald. Selectieprocedure De tweede aanbeveling gaat over de selectieprocedure. De FSR FMG heeft al hierboven aangegeven dat hij het belangrijk vindt dat er ook op motivatie wordt geselecteerd. De FSR FMG zou hierbij graag de selectieprocedure van de opleiding psychologie als voorbeeld willen noemen. De FSR FMG is erg tevreden met de manier waarop de opleiding op een efficiënte doch uitgebreide wijze studenten voor het honoursprogramma selecteert. Na een aantal tentamens worden de beste 25% studenten van de opleiding (gebaseerd op de behaalde cijfers) Pagina 2 ~ 4 Facultaire Studentenraad studentenraad.nl/fmg ~ [email protected] [!!! DATUM HIER INVULLEN] ~ [!! ONDERWERP HIER INVULLEN] uitgenodigd voor een informatiemiddag over het honoursprogramma. Daar krijgen de studenten uitgebreide informatie over het programma en kunnen zij vragen stellen. Hier kan ook benadrukt worden dat studenten die op het moment niet aan de toelatingseisen voldoen, een kleinere kans hebben om toegelaten te worden maar dat altijd via de facultaire 'wild card’ kunnen proberen. Studenten kunnen dan een motivatiebrief opsturen en de ervaring leert dat de helft van de studenten na die informatiemiddag al beslist geen motivatiebrief op te sturen. Op basis van die motivatiebrief worden studenten uitgenodigd voor een gesprek. Twee honoursdocenten nemen de gesprekken af, waarbij studenten van tevoren een mondeling betoog moeten geven over een zelf gekozen onderwerp. Uiteindelijk worden er rond de 35 studenten geselecteerd voor het eerste jaar, verdeeld over twee klassen. Op deze manier worden studenten uitgebreid en op verschillende factoren geselecteerd, wat gedaan wordt door slechts twee docenten. Voor het toepassen van deze selectieprocedure is het een vereiste dat er bij elke opleiding minimaal één honourscoördinator werkzaam is. Deze docent moet voldoende tijd beschikbaar hebben om zorg te dragen voor de opbouw van het programma, de selectieprocedure en de inhoud van de disciplinaire honoursvakken. De FSR zou het ook zeer wenselijk achten wanneer deze honourscoördinatoren van de FMG onderling contact met elkaar zouden hebben, om zo de kwaliteit van alle honoursprogramma’s van de FMG samen te verbeteren. Groepsgevoel De derde aanbeveling gaat over het groepsgevoel binnen een honoursprogramma. De FSR acht het als zeer wenselijk wanneer er vanuit de opleiding al een groepsgevoel wordt geprobeerd te creëren bij de honours studenten. Dit kan door een gezamenlijk eerstejaars vak aan te bieden. Daarbij kan de inhoud van het vak ook bijdragen aan het ontstaan van een groepsgevoel, door gebruik te maken van veel discussies en presentaties, waarbij de groep samen over de stof praat en nadenkt. Vaste jaargroepen, peer tutoring, sociale activiteiten en ontmoetingsruimtes zorgen voor een hoger studiesucces en een lagere uitval1. De FSR ziet deze onderwijsvormen als passend bij het honoursprogramma. Het groepsgevoel dat hiermee wordt ontwikkeld zorgt er waarschijnlijk voor dat studenten het honoursprogramma als positiever zullen ervaren, wat hopelijk ten goede komt aan de beeldvorming van honoursprogramma’s bij anderen en toekomstige studenten. Communicatie De vierde en laatste aanbeveling gaat over manieren waarop het honoursprogramma onder de aandacht van studenten gebracht kan worden. De FSR ziet hiervoor een grote rol voor docenten, vooral bij het eerste introductiecollege van de studie moet hier ruimte voor gemaakt worden. De collegepraatjes zouden ook door enthousiaste ouderejaars honoursstudenten gegeven kunnen worden. Daarbij denkt de FSR dat UvA Matching een goede plek is om studenten te attenderen op en te enthousiasmeren voor het honoursprogramma. Ten slotte wil de FSR nogmaals benadrukken dat zij een informatiebijeenkomst over het honoursprogramma voor geselecteerde studenten voor alle opleidingen wil aanbevelen. 1 Rapport Studiesucces aan de Universiteit van Amsterdam, Universitaire Commissie Onderwijs, 2009 Pagina 3 ~ 4 Hopende u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben, teken ik namens de Studentenraad van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, Met vriendelijke groet, Tom Tawfik Voorzitter van de FSR FMG ’13-‘14 ~ Pagina 4 ~ 4
© Copyright 2024 ExpyDoc