Verslag Gendermiddag - NU! Medezeggenschap

FSR FNWI 2013-2014
Gendermiddag 02-05-2014
Donderdag 17 april werd door de Facultaire Studentenraad (FSR) een middag georganiseerd waarin de
positie van vrouwen die een carrière ambiëren in de wetenschap kritisch werd bekeken. Voornamelijk
masterstudenten, vrouwelijk en mannelijk, namen deze middag deel aan de discussie. De middag werd
geopend door de voorzitter van de FSR, Bianca de Pooter, die een kort overzicht gaf van het huidige aantal
vrouwen dat een PhD, UD, UHD of hoogleraar functie vervult binnen de FWNI. Waar in de PhD functies het
aantal vrouwen en mannen nog redelijk gelijk opgaat, namelijk een ratio van 40:60, is het percentage
mannen die de UD, UHD of hoogleraar functies vervullen een stuk groter. Nicole van Dam, hoogleraar in
ecogenomics, nam vervolgens het woord. Daaropvolgend vertelde Dr. Marijke Haverkorn over haar
ervaringen in de sterrenkunde. Na afloop was er nog ruimte voor stellingen en discussie.
In onderstaand verslag zal eerst kort een samenvatting gegeven worden van de presentaties van Prof.
Nicole van Dam en Dr. Marijke Haverkorn. Vervolgens wordt er een overzichtelijke samenvatting getoond
van de discussie en aan het eind van het verslag zijn concreet een aantal aanbevelingen opgesteld.
Presentatie Prof. Nicole van Dam
Van Dam opende de middag met vijf adviezen die haar hebben geholpen gedurende haar carrière. Het
eerste advies luidde ‘weet wat je wil’. Zodra je een doel hebt, zorg dat je je op dat pad gaat begeven.
‘Praat hier vervolgens over met je omgeving’. Zorg dat zij zich bewust zijn van de weg die je wil kiezen,
zodat zij jou daarin kunnen ondersteunen. Niet alleen je privé omgeving kan je helpen, ook je
stagebegeleiders of promotors kunnen nieuwe deuren voor jou openen. ‘Ben verder niet bang om te
kiezen voor onconventionele oplossingen’. Het is bijvoorbeeld niet altijd vanzelfsprekend dat de moeder
thuis is om voor de kinderen te zorgen. Ook vaders kunnen verlof opnemen van hun werk en deze taak
(deels) op zich nemen. Een vierde punt was ‘wees onbevreesd’. Wees niet te bang voor de mening van
anderen over jou. Tot slot nog de aanmoediging ‘maak je eigen keuzes’.
Na de presentatie is nog gesproken hoe promoveren goed te combineren is met een gezin. “Word je niet
minder snel aangenomen als je zwanger bent?” Nee, antwoordde Nicole van Dam hierop, ze heeft zelf
meegemaakt dat dit niet het geval is. Ook bestaat er het beeld dat je als moeder thuis moet zijn en bij je
kinderen moet zijn. Vrouwen die promoveren hebben minder tijd voor hun gezin en dit geeft hen het
beeld dat ze geen goede moeder zouden zijn. Dit hoeft echter helemaal niet waar te zijn en het zou meer
geaccepteerd moeten worden om als vrouw te werken terwijl je thuis kinderen hebt.
Presentatie dr. Marijke Haverkorn
Ook dr. Marijke Haverkorn gaf een positieve draai aan het verhaal door adviezen te geven voor een
succesvolle carrière in de wetenschap. Zij stelde dat vrouwen in de wetenschap in vergelijking met
mannen in de bèta/techniek sector in het algemeen:
-
Meer behoefte hebben aan mentoren
Facultaire Studentenraad FNWI 2013-2014
Heyendaalseweg 135, 6525 AJ NIJMEGEN
[email protected]
FSR FNWI 2013-2014
-
Minder zelfvertrouwen hebben
-
Meer weerstand ondervinden van de (Westerse) samenleving
Al deze punten kunnen aldus Haverkorn aangepakt worden en zouden leiden tot een toename van het
aantal vrouwen in wetenschappelijke functies. Zo kunnen masterstudenten zelf op zoek naar een mentor
door de stagebegeleider aan te spreken, je netwerk te gebruiken en bijvoorbeeld een promovendus eens
voor informeel advies te vragen. Verder is het goed om waarde te hechten aan het kundige oordeel van
mensen om je heen en stil te staan bij dingen die je goed gedaan hebt. Om het derde punt te veranderen
is er binnen de westerse samenleving, en in het bijzonder in Nederland, een switch nodig. Als
samenleving hechten wij in vergelijking met andere landen wereldwijd veel waarde aan de traditionele
samenleving.
Hierna wordt door de zaal opgemerkt dat doordat vrouwen minder zelfvertrouwen hebben, ze minder
snel vragen stellen en dat vrouwen minder snel over grenzen heen gaan dan mannen.
Discussie
Gedurende de discussie werden er zeven stellingen gepresenteerd en bediscussieerd.
1. Ik voel me niet aangetrokken tot de academische wereld vanwege de mannencultuur die hier
heerst.
De meeste aanwezigen waren het hier niet mee eens. In het bedrijfsleven is ook het merendeel
man, de academische wereld zelf is enger dan de mannencultuur.
2. Promoveren is niet goed te combineren met een gezin.
Het aantal eens en het aantal oneens gingen hier gelijk op. Aldus Marijke Haverkorn moet je je
niet meten met promovendi die 80 uur per week werken. Als je een gezin hebt kun je niet zoveel
tijd bezig zijn met je werk. Het is wel lastig om naar het buitenland te gaan als je een gezin hebt,
maar hier kun je samen beslissingen over nemen. Bovendien blijven steeds meer postdocs in
Nederland om relatieredenen. Daarnaast zijn er veel voorzieningen in de academische wereld om
een gezin te krijgen, zo kun je bijvoorbeeld parttime gaan werken. Later in de wetenschap, dus na
je promotie, krijg je meer verantwoordelijkheden dus zal het lastiger zijn om een gezin te starten.
Wel zien een aantal studenten op tegen de postdoc periode. Gezien er vaak voor een a twee jaar
een contract wordt gegeven, betekent dit veel migreren. Het kan lang duren voor je een stabiel
leven krijgt en hier zien studenten tegenop.
3. Ik wil de academische wereld niet in omdat ik graag parttime wil werken.
Hier waren veel mensen het mee eens. Je hebt wel ouderschapsverlof, dat kun je uitsmeren
zodat je parttime werkt. Dit is echter niet permanent. Je kunt ook ontslag nemen van 1 dag, als je
al een aanstelling hebt. Vier dagen per week werken is vaak geen probleem, minder wel, omdat
de roostermakers dan in de knoop komen met colleges plannen en dergelijken. De voorzitter van
de FSR, Bianca de Pooter, stelt voor om dit meer te promoten, het is niet duidelijk bij studenten
dat parttime werken in de academische wereld mogelijk is.
4. Ik vind mannen betere wetenschappers dan vrouwen.
Facultaire Studentenraad FNWI 2013-2014
Heyendaalseweg 135, 6525 AJ NIJMEGEN
[email protected]
FSR FNWI 2013-2014
De zaal is het hier grotendeels mee eens. Mannen hebben meer lef, dus lijken ze beter, maar
mannelijke studenten overschatten zichzelf vaak, dus het rendement van vrouwen is beter. In
cijfers zijn mannen vaak toch beter, maar dit is niet het enige belangrijke. Ook ambitie,
doorzettingsvermogen en dergelijken zijn erg belangrijk. Stan Gielen, de decaan van het FNWI,
zegt dat veel wetenschappers bij ons een hoog IQ maar een laag EQ hebben.
5. Promoveren is voor mij te specialistisch, ik wil liever werken aan interdisciplinaire onderwerpen.
Veel mensen zijn het hier mee eens, maar misschien is dit geen goede reden om niet te
promoveren. Nicole van Dam zegt dat tegenwoordig veel meer aandacht naar andere taken gaat
binnen je promotie, dus promoveren is nu minder specialistisch in de zin van alleen maar goed
onderzoek doen. Dit moet beter gecommuniceerd worden, veel studenten weten niet precies
genoeg wat promoveren inhoudt. In de masterfase is het hiervoor al te laat, in de bachelor fase
zijn studenten al bezig met wat ze later willen gaan doen. Dit zou bijvoorbeeld wel kunnen
worden aangestipt bij loopbaanbegeleiding in de bachelor.
Verder zijn een paar studenten van mening dat het wetenschappelijk onderzoek vaak ver van de
maatschappij staat.
6. Ik heb veel bevestiging van bovenaf nodig.
Hier zijn ongeveer evenveel mensen het eens als oneens. Dit moet niet nodig zijn, als je wacht op
bevestiging, kun je vaak lang wachten. Misschien is een beter mentortraject nodig en moet
stagebegeleiders bewust worden gemaakt dat bevestiging nodig is. Tijdens je studie krijg je wel
meer bevestiging dan in het bedrijfsleven of wetenschappelijk onderzoek in de vorm van cijfers.
7. Ik heb behoefte aan een vrouwennetwerk.
De meeste aanwezigen hebben hier geen behoefte aan, maar lijkt het wel handig. Bij een
vrouwennetwerk moet er wel aan worden gedacht dat je niet op deze manier juist weer een
scheiding maakt tussen mannen en vrouwen.
Adviezen
-
Geef heldere en duidelijke voorlichting aan studenten wat promoveren nu eigenlijk is en doe dit
al in de bachelor, zodat er gekozen kan worden voor een geschikte variant
(educatie/communicatie/management/onderzoek). Er wordt vaak aangenomen dat iedereen na
een WO bachelor/master weet wat onderzoek inhoudt, maar dit blijkt vaak een beeld te zijn dat
niet overeenkomt met de werkelijkheid.
-
Leg uit wat de mogelijkheden zijn na een promotietraject. Veel studenten zien op tegen de
postdoc periode. Laat zien dat een internationale postdoc inderdaad een pre is, maar dat
buitenland ervaring niet ver weg hoeft te zijn (Duitsland biedt bijvoorbeeld veel mogelijkheden!).
-
Beter kenbaar maken dat er ‘parttime’ mogelijkheden zijn en dat de universiteit bij uitstek een
omgeving is waar flexibel gewerkt kan worden.
-
Cultuurverschillen kenbaar maken, een onconventionele oplossing is mogelijk. Vooral in
Nederland wordt er nog vaak uit gegaan van de klassieke man-vrouw rolverdeling.
Facultaire Studentenraad FNWI 2013-2014
Heyendaalseweg 135, 6525 AJ NIJMEGEN
[email protected]
FSR FNWI 2013-2014
-
Promoveren is niet zo specialistisch als vaak wordt gedacht, steeds meer interdisciplinair
onderzoek en daarnaast ruimte voor ontwikkelen van bijvoorbeeld onderwijsvaardigheden.
-
Er moet mogelijkheid zijn tot een goed mentortraject, waar mannen net zo goed gebruik van
kunnen maken, maar waar vrouwen mogelijk meer behoefte aan hebben.
Facultaire Studentenraad FNWI 2013-2014
Heyendaalseweg 135, 6525 AJ NIJMEGEN
[email protected]