Geachte decaan, beste Edward, Middels deze brief

Nieuwe Doelenstraat 15
1012 CP Amsterdam
(020) 525 6347
[email protected]
studentenraad.nl/fmg
Decaan
Prof. dr. E.H.F. de Haan
Vendelstraat 7
1012 XX Amsterdam
Datum
Contactpersoon
Bijlage(n)
Betreft
29 april 2014
Dewi van der Geugten
E-mail
[email protected]
0
Instemmingbesluit Onderwijsinstituut Psychologie
Geachte decaan, beste Edward,
Middels deze brief doet de Facultaire Studentenraad der Maatschappij- en
Gedragswetenschappen (FSR) u een reactie toekomen op de Onderwijs-en Examenregeling
(OER) van het onderwijsinstituut Psychologie, zoals ontvangen door de FSR op 31 maart 2014.
Artikel A.3.8.1 Inzagerecht & Nabespreking
Bachelor & Master;
“Indien een tentamen schriftelijk is afgenomen, verleent de examinator tot 30 dagen nadat de
uitslag is meegedeeld op verzoek aan de geëxamineerde inzage in en nabespreking van het
beoordeelde werk. De geëxamineerde kan kopieën laten maken van het beoordeelde werk van de
student, eventuele open vragen en de bij de beoordeling gehanteerde normen. Voor meerkeuze
vragen is alleen inzage mogelijk.”
Research Master;
“In the case of a written interim examination, the examiner will, on request, grant the student who
took the examination the right to inspect and discuss the assessed work up to 30 days after the
announcement of the result. The student may have copies made of the student’s assessed work,
essay questions and the standards used in the assessment. Multiple choice questions may only be
inspected.”
De FSR stemt niet in met de wijziging die heeft plaatsgevonden in dit artikel. De FSR
onderschrijft het streven naar onderwijskwaliteit en ziet het hebben van kwalitatief goede
tentamenvragen als een belangrijk onderdeel hiervan.
Recentelijk kwam vanuit de afdeling Psychologie het verzoek om het kopiëren van de
multiple choice vragen af te schaffen. De hoofdzakelijke argumentatie voor dit besluit luidde dat
hierdoor de vraagkwaliteit niet lager wordt omdat docenten de multipe choice vragen kunnen
hergebruiken. Aanvullend, als docenten de vragen niet kunnen hergebruiken, lukt het ze
eenvoudigweg niet om kwalitatief goede nieuwe tentamenvragen te blijven ontwikkelen en zal
de vraagkwaliteit achteruit gaan.
De FSR begrijpt dat het lastig is voor docenten om jaarlijks nieuwe tentamenvragen te
bedenken, zonder dat de kwaliteit van het tentamen achteruit gaat. De FSR denkt echter dat het
frequenter in gebruik nemen van open vragen bij tentamenmomenten kan bijdragen aan de
oplossing voor de terugnemende kwaliteit van de tentamens. De FSR begrijpt dat het nakijken
van essay vragen meer tijd vraagt van docenten dan dat multiple choice vragen doen. De FSR
vindt echter dat studenten en hun onderwijsrechten niet de dupe mogen worden van interne
capaciteitsproblemen: studenten moeten te allen tijde de mogelijkheden behouden om te leren
van hun fouten en volgens de FSR wordt door de wijzigingen zoals gegeven hiervoor een
drempel opgeworpen. Daarbij vindt de FSR dat het op de voorwaarden van de docent gestoelde
inzagerecht op geen enkele manier de leermogelijkheden vervangt die wel aangegrepen kunnen
worden bij het kopiëren en meenemen door de student.
Op basis hiervan stelt de FSR de volgende wijziging in het artikel voor:
Bachelor & Master;
“1. Indien een tentamen schriftelijk is afgenomen, verleent de examinator tot 30 dagen nadat de
uitslag is meegedeeld op verzoek aan de geëxamineerde inzage in en nabespreking van het
beoordeelde werk. De geëxamineerde kan kopieën laten maken van het beoordeelde werk van de
student, de opgaven en de bij de beoordeling gehanteerde normen. “
Research Master;
“1. In the case of a written interim examination, the examiner will, on request, grant the student
who took the examination the right to inspect and discuss the assessed work up to 30 days after
the announcement of the result. The student may have copies made of the student’s assessed work,
examination questions and the standards used in the assessment.”
Pagina 2 ~ 6
Facultaire Studentenraad
studentenraad.nl/fmg ~ [email protected]
Artikel A.3.3.1 Toetsmomenten
Bachelor & Master;
“Voor elk onderwijsonderdeel geldt dat in de periode van 12 maanden, gerekend vanaf
de aanvang van het onderwijs dat voorbereidt op een bepaald tentamen, de student één
herkansingsmogelijkheid heeft. De eerste tentamenkans is binnen de onderwijsperiode
waarin het onderdeel is aangeboden; de eerste herkansingsmogelijkheid wordt
aangeboden voor het begin van het volgende studiejaar.”
Research Master;
“For every component of the study programme, the student has one opportunity to resit a specific
interim examination during the academic year in which the teaching that prepares the student for
that examination has commenced. The student has the opportunity to resit, even if the prior
examination had been passed. In that event the most recent mark is the final mark, and the new
examination is considered a resit, making it impossible for the student to obtain an academic
distinction.”
De FSR FMG stemt niet in met de bovengenoemde artikelen. De FSR FMG begrijpt dat het
praktisch is geweest voor de opleiding(en) om in verband met het strakke studieschema, dat
gepaard gaat met het 8-8-4 systeem, herkansingen buiten onderwijstijd doch vóór aanvang van
het volgende studiejaar te laten plaats vinden.
Dit artikel biedt echter weinig zekerheid aan studenten. Studenten hebben nu geen
duidelijkheid met betrekking tot hun zomerreces tot na de bekendmaking van het cijfer van hun
laatste toets van het huidige studiejaar. De FSR FMG is van mening dat, ondanks het volle
studiejaar, studenten én docenten recht hebben op minstens één studie- en werkvrije maand
per jaar.
In de praktijk zijn opleidingen bezig alle herkansingen in juli plaats te laten vinden. Hier
zitten meerdere voordelen aan vast. Studenten én docenten weten ongeacht hoe het studiejaar
verloopt dat zij de maand augustus geen studie- of werkverplichtingen hebben. Daarnaast kan
de opleiding door alle herkansingen in juli te laten plaats vinden, zich eerder voorbereiden op
de doorstroom omdat hier in een vroeger stadium meer duidelijkheid over is. De FSR FMG is
van mening dat dit een positieve ontwikkeling is en adviseert daarom de deadline 31 juli van
het huidige studiejaar voor herkansingen als facultair beleid op te nemen.
De FSR FMG adviseert het volgende op te nemen in het artikel:
Bachelor & Master;
“… De eerste herkansingsmogelijkheid wordt uiterlijk voor 1 augustus van het huidige studiejaar
aangeboden.”
Research Master;
“… during the academic year, though before the 1st of august, in which the teaching that prepares
the student fort hat examination has commenced.”
Pagina 3 ~ 6
Artikel A.3.7.1 Geldigheidsduur tentamens
Bachelor;
“De geldigheidsduur van afgeronde onderdelen bedraagt 2 jaar voor onderdelen in de
propedeutische fase en 3 jaar voor onderdelen in de post-propedeutische fase.”
De FSR FMG is van mening dat de geldigheidsduur voor de post-propedeutische fase te
kort is. In vergelijking met de andere opleidingen binnen de FMG kent de bachelor opleiding
Psychologie een kortere geldigheidsduur en een weinig flexibel programma, met alleen in het
tweede jaar 12 EC keuzeruimte en geen ruimte voor een minor of stage. Studenten die hier wel
gebruik van maken hebben een grote kans studievertraging op te lopen.
De FSR is van mening dat een universiteit ontplooiing van studenten door middel van
extracurriculaire activiteiten dient te stimuleren. De druk die ontstaat door de eenjarige speling
van de post-propedeutische fase belemmert studenten hierin. Andere opleidingen
onderscheiden dit door wel extra flexibiliteit te bieden.
Een beperkte geldigheidsduur van een tentamen zou, volgens de FSR, alleen mogen
bestaan om de kwaliteit van de stof te waarborgen en te voorkomen dat studenten met
verouderde kennis een opleiding afronden, en niet ten behoeve van studierendement. Op dit
moment ziet de FSR niet dat van verouderde kennis bij studenten het geval is.
De FSR FMG is ervan op de hoogte dat studenten die om verlenging vragen deze ook
toegezegd krijgen, maar ziet dit graag ook terug in de OERen. Concluderend, de FSR FMG stemt
niet in met artikel 3.7 lid 1, en stelt voor het artikel als volgt te wijzigen:
Bachelor;
“De geldigheidsduur van afgeronde onderdelen bedraagt 2 jaar voor onderdelen in de
propedeutische fase en 4 jaar voor onderdelen in de post-propedeutische fas.”
Artikel B.3.2 Volgorde en Ingangseisen
Bachelor;
“Derde jaar bachelorfase: ‘Verplichtte cursussen per specialisatie: Na behalen van de propedeuse
psychologie en de verplichte vakken van het tweede studiejaar.”
De FSR FMG is van mening dat de argumenten voor het verplicht stellen van de
tweedejaarsvakken ongegrond zijn. De opgedane kennis van de tweedejaars vakken die
verplicht zijn voor toelating tot het derde jaar is niet noodzakelijk voor het kunnen begrijpen en
behalen van de derde jaars vakken. Daarom is het onnodig om de tweedejaars vakken als extra
eis op te stellen voor het derde jaar.
Daarnaast legt deze wijziging teveel nadruk op het behalen van de tweedejaars vakken wat
negatieve gevolgen kan hebben voor de extracurriculaire ontplooiing van studenten.
Om bovengenoemde redenen stemt de FSR FMG niet in met deze wijziging.
Pagina 4 ~ 6
Facultaire Studentenraad
studentenraad.nl/fmg ~ [email protected]
Artikel A.4.3 (Bindend) Studieadvies propedeuse
Bachelor;
“1. Zo spoedig mogelijk na afloop van de tentamens van de eerste 16 weken van het eerste
jaar van inschrijving ontvangt elke voltijdstudent een schriftelijk studieadvies over de
voortzetting van zijn opleiding.
2. De studenten die een negatief advies als bedoeld in lid 1 krijgen, worden uitgenodigd
voor een gesprek met als doel het bespreken van de studiemethoden, een heroverweging
van de studiekeuze, bespreken van mogelijke bijzondere persoonlijke omstandigheden
en een eventuele verwijzing.
3. Aan het einde van het academisch jaar, doorgaans rond half juli, doch uiterlijk op 31
augustus, ontvangt de student een tweede schriftelijk advies over de voortzetting van
zijn opleiding. Aan dit studieadvies wordt een afwijzing met een bindend karakter
verbonden, indien de student minder dan 48 ec (dat wil zeggen: 0-47 ec) aan onderdelen
van de propedeuse Psychologie heeft behaald.
4. Bij het vaststellen van het aantal behaalde studiepunten als bedoeld in lid 3 tellen de
studiepunten van verworven vrijstellingen niet mee.
5. Zo spoedig mogelijk na afloop van de herkansingstentamens in de zomer van het
eerste jaar van inschrijving, wordt aan de student indien het bepaalde in lid 3 van
toepassing is, schriftelijk medegedeeld dat de decaan voornemens is hem een negatief
bindend studieadvies te geven. Dit advies wordt ook al vooraangekondigd voor de
herkansingen.
6. In de in het vorige lid genoemde mededeling wordt de student er tevens op gewezen
dat hij in de gelegenheid wordt gesteld te worden gehoord door de examencommissie
en op welke wijze hij zich voor de hoorzitting kan aanmelden.
7. Zo spoedig mogelijk na afloop van de hoorzitting wordt, na advies van de examencommissie,
door de decaan bepaald aan welke studenten een negatief bindend
studieadvies zal worden gegeven.
8. Tegen een besluit inzake een negatief bindend studieadvies kan binnen zes weken na
de dag waarop het besluit is bekendgemaakt, beroep worden ingesteld bij het College
van Beroep voor de Examens van de Universiteit van Amsterdam.
9. Een negatief bindend studieadvies heeft tot gevolg dat de betrokken student
zich gedurende de daarop volgende drie studiejaren niet kan inschrijven voor de
bacheloropleiding Psychologie aan de UvA.”
Artikel 4.3.1 van de Bachelor stelt dat studenten zo spoedig mogelijk doch vóór 1 februari
een schriftelijk advies over hun studievoortzetting ontvangen.
De FSR FMG begrijpt dat uit praktische overwegingen deze uiterlijke deadline gehanteerd
wordt door de opleiding. Het is echter zeer onwenselijk voor eerstejaarsstudenten om uiterlijk
31 januari een negatief studieadvies te ontvangen. De student kan uitsluiting voor drie jaar van
de opleiding in sommige gevallen voorkomen door zich vóór 1 februari uit te schrijven. Het is
daarom van belang dat te allen tijden wordt voorkomen dat een student slechts één dag of
minder bedenktijd heeft over de voortzetting van zijn studie.
De FSR FMG adviseert om de student zo veel als mogelijk bedenktijd te geven over de
voortzetting van zijn studie na dit eerste schriftelijke advies en te allen tijde te voorkomen dat
Pagina 5 ~ 6
het schriftelijk advies de student vlak voor of na 1 februari toekomt. De FSR FMG adviseert
daarnaast om studenten die, bij het eerste schriftelijk advies aangaande het bindend
studieadvies, een negatief studieadvies ontvangen, te wijzen op het risico dat zij lopen om voor
drie jaar uitgesloten te worden van de opleiding. De FSR FMG adviseert ook om in het
schriftelijk advies aangaande het bindend studieadvies te allen tijde te benoemen dat de student
het recht heeft om gehoord te worden door of namens de decaan. De FSR FMG adviseert om in
het schriftelijk advies aangaande het bindend studieadvies te allen tijde te benoemen dat de
student het recht heeft om binnen zes weken na de dag waarop het besluit is bekendgemaakt
beroep in te stellen bij het college van beroep voor de examens van de instelling.
Tot Slot
De FSR zal om bovenstaande redenen op dit moment niet instemmen met de Bachelor
Psychologie, Master Psychologie, Master Gezondheidszorg Psychologie en de Research Master
Psychologie OERen zoals deze door ons is ontvangen. Na het doorvoeren van bovengenoemde
wijzigingen ontvangt de FSR graag de herschreven OERen opnieuw ter instemming.
In afwachting op uw antwoord verblijven wij,
Namens de Studentenraad van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen,
Met vriendelijke groet,
Tom Tawfik
Voorzitter FSR FMG 2013-2014
Pagina 6 ~ 6