Regels en Richtlijnen Tentamens

Regels en Richtlijnen
voor de
gang van zaken bij
Tentamens
Examencommissie
Radboud Docenten Academie
Vastgesteld: 23 mei 2014
Ingangsdatum: 1 september 2014
Regels en richtlijnen Examencommissie:
Gang van zaken bij tentamens
Vastgesteld door de Examencommissie, 23 mei 2014
Van toepassing op tentamens vanaf curriculum 2014-2015
Betrokkenen
 Bij elk tentamen zijn een examinator en een aantal beoordelaars betrokken.
 De examinator wijst beoordelaars aan, informeert deze waar nodig met betrekking tot
(uitleg van de) beoordelingscriteria, bemiddelt bij twijfel of ontbreken van consensus,
stelt de uitslag van het tentamen vast en fungeert als contactpersoon voor de
examencommissie.
 De beoordelaar beoordeelt het werk van aangewezen studenten, documenteert de
beoordeling aan de hand van een beoordelingsformulier, overlegt zo nodig met de
examinator en collega-beoordelaars.
 Hieronder worden deze taken nader beschreven.
Tentamenplanning
 Conform de OER wordt voor elk tentamen tweemaal per jaar gelegenheid gegeven
om het tentamen af te leggen.
 De data van de tentamengelegenheden worden jaarlijks door het
opleidingsmanagement vastgesteld en bekendgemaakt. Het opleidingsmanagement
stuurt vooraf de conceptdata naar de examencommissie voor advies.
 Voor deeltijdstudenten wordt een separate tentamenplanning gemaakt.
 Conform de OER wijst de examencommissie voor elk tentamen een examinator aan.
Vorm van de tentamens
 Het instituut kent drie tentamenvormen: beoordeling van een product, beoordeling
van het handelen in de praktijk, beoordeling via een gesprek.
 De tentamenvorm wordt tijdig aan studenten bekend gemaakt. In het geval van een
productbeoordeling wordt de aard van de in te dienen producten gespecificeerd.
 De examencommissie bepaalt welke tentamens en/of producten beschouwd worden
als eindwerkstuk van de opleiding.
Indienen van tentamenstukken
 Het opleidingsmanagement zorgt ervoor dat de studenten alle tentamenstukken via
Blackboard kunnen inleveren, en dat de beoordelaars, examinatoren en de
examencommissie inzage in alle stukken hebben;
 De examinator kan in individuele gevallen, als daar een gegronde reden voor is,
uiterlijk vijf werkdagen uitstel verlenen op de datum van een tentamengelegenheid;
 De examinator kan in individuele gevallen uitstel verlenen voor tentamens als gevolg
van een verlengde stage of een herkansing van de stage.
 De opleidingscoördinator kan in overleg met de examencommissie, als daar een
gegronde reden voor is, voor grotere groepen studenten (zoals OTS, EDK) uitstel
verlenen op de datum van een tentamengelegenheid.
 De examinator is verantwoordelijk voor een goede communicatie met de
administratie over alle tentamens waarvoor op bovenstaande wijze uitstel is verleend.
Beoordeling van product-tentamens
 Het opleidingsmanagement stelt jaarlijks voor elk tentamen vast of het werk van een
student door één of door twee personen wordt beoordeeld, na advies van de
examencommissie te hebben ingewonnen. In het geval van een eindwerkstuk zijn er
altijd twee beoordelaars.
 De examencommissie kan aanvullende voorwaarden stellen aan de expertise van de
beoordelaars.
 Wordt een product door één beoordelaar gezien, dan vormt deze een oordeel aan de
hand van de beoordelingscriteria van het betreffende tentamen. De beoordelaar
2


documenteert dit oordeel via het beoordelingsformulier. Indien de beoordeling
onvoldoende is of als de beoordelaar twijfelt, dan wordt het werk samen met het
beoordelingsformulier voorgelegd aan een tweede beoordelaar, aangewezen door de
examinator. Deze beoordelaar beperkt zich tot het nalopen van de beoordeling van
de eerste beoordelaar.
Als er twee beoordelaars voor een product zijn aangewezen en het betreft geen
eindwerkstuk, dan stelt de als eerste aangewezen beoordelaar een
beoordelingsvoorstel op door het beoordelingsformulier in te vullen. De tweede
beoordelaar loopt deze beoordeling na. Bij akkoordbevinding is het
beoordelingsvoorstel definitief geworden; als de tweede beoordelaar tot een ander
oordeel komt, overleggen de beoordelaars en proberen overeenstemming te
bereiken. Lukt dat niet, dan overleggen zij met de examinator. Die wijst zo nodig een
derde beoordelaar aan.
Bij een eindwerkstuk zijn twee beoordelaars aangewezen. Elk van hen vormt zich
zelfstandig een oordeel over het ingediende werk en legt dat voorlopige oordeel vast
op een beoordelingsformulier. Daarna stellen de beoordelaars in overleg een
definitieve beoordeling vast en documenteren die volgens een beoordelingsformulier.
Slagen de beoordelaars er niet in om consensus te bereiken, dan overleggen zij met
de examinator. Die wijst zo nodig een derde beoordelaar aan.
Beoordeling van praktijk-tentamens
 Bij praktijk-tentamens zijn twee beoordelaars betrokken.
 Na afloop van de gehele praktijkperiode vult de eerste beoordelaar het
beoordelingsformulier in
 De tweede beoordelaar loopt de beoordeling na en probeert met de eerste
beoordelaar tot een overeenstemming te komen. Eventueel overleggen zij met de
examinator,
 De examinator stelt de uiteindelijke beoordeling vast (eventueel na zelf nadere
informatie te hebben ingewonnen), en ziet toe op de administratieve afhandeling.
Beoordeling via een gesprek
 Bij de beoordeling via een gesprek zijn twee beoordelaars betrokken.
 Ten behoeve van transparantie van de beoordeling wordt een audio-opname van het
gesprek gemaakt. Deze opname wordt bewaard tot de examendatum van de student.
 Na afloop van het gesprek stellen de beoordelaars in onderling overleg de
beoordeling vast en documenteren deze via een gezamenlijk beoordelingsformulier.
Vaststelling van de uitslag
 De beoordelaars zorgen ervoor dat de beoordelingsformulieren aan de studenten
beschikbaar worden gesteld. In het geval van het eindwerkstuk betreft dit alleen het
definitieve formulier; de formulieren met het voorlopige oordeel worden gearchiveerd
voor eventueel later gebruik door de examencommissie.
 Als de beoordeling onvoldoende is op basis van de zogeheten knock-outcriteria wordt
op Blackboard een beoordelingsformulier geplaatst waarin alleen deze criteria zijn
aangegeven. Het is aan de begeleider (niet aan de beoordelaar of examinator) om
het product met de student samen verder te evalueren volgens de andere criteria,
 De examinator stelt de uitslag van het tentamen vast aan de hand van de opgestelde
beoordelingsformulieren.
 De examinator draagt zorg voor het indienen van de tentamenuitslagen bij de
studentenadministratie, die de uitslagen vermeldt in OSIRIS.
Fraude
 Als opleiders of beoordelaars een vermoeden van fraude hebben, melden zij dit
meteen aan de examinator van het betreffende tentamen;
 De examinator controleert de melding en geeft, als het vermoeden gegrond is, dit
door aan de examencommissie;
 De examencommissie beslist, na de student en eventuele anderen gehoord te
hebben, binnen 20 werkdagen over de gevolgen voor de student, die kunnen
3
variëren van het ongeldig verklaren van het tentamen tot het verwijderen van de
student van de opleiding.
Contact met examencommissie
 De examinator overlegt zo nodig met de examencommissie als zich bijzondere
situaties voordoen.
 Eventuele kwesties die de kwaliteit van de toetsing en de beoordeling aangaan,
worden door de examinator terstond aan de examencommissie doorgegeven. Zo
nodig maakt de commissie gebruik van de mogelijkheid om de examinatoren
aanwijzingen te geven voor de lopende tentamengelegenheid. In elk geval wordt de
informatie door de examencommissie gebruikt in de kwaliteitszorg rond toetsen en
beoordelen.
4