Faculteit der Geneeskunde Regels en richtlijnen van de examencommissie van de opleiding Master on Vitality and Ageing geldig vanaf 01-09-2014 1 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid Deze regels zijn van toepassing op de tentamens en examens van de opleiding(en) Master on Vitality and Ageing van de Universiteit Leiden, hierna te noemen de opleiding. Artikel 1.2 Begripsbepaling examinandus: degene die zich onderwerpt aan een tentamen of examen; examinator: degene die door of namens de examencommissie de feitelijke supervisie of orde gedurende een examen is toevertrouwd. fraude: het handelen of nalaten van een examinandus dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent diens kennis, inzicht en vaardigheden te belemmeren. Daartoe wordt onder meer gerekend: - het gebruik van niet-toegelaten bronnen tijdens het afleggen van het tentamen - plagiaat, het gebruik van bronnen of delen daarvan zonder vermelding van de herkomst; - passiviteit tijdens het uitvoeren van groepsopdrachten of praktische oefeningen; - het vervalsen van uitkomsten van experimenten; OER: de door het faculteitsbestuur examenregeling van de opleiding; vastgestelde Onderwijs- en Voor het overige hebben de begrippen de betekenis die de wet of de OER daaraan verbindt. Hoofdstuk 2 commissie Samenstelling, taken en werkwijze van de Artikel 2.1 Benoeming van voorzitter en secretaris 2.1.1 De examencommissie heeft een voorzitter en een vice-voorzitter. 2.1.2 De examencommissie heeft ook een officiële secretaris. Artikel 2.2 Taken en bevoegdheden van de commissie 2.2.1 De commissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad. 2 2.2.2 Onverminderd de wet en de daarop gebaseerde regelgeving heeft de commissie voorts in ieder geval tot taak: a. het borgen van de kwaliteit van de tentamens en examens onverminderd artikel 7.12c van de wet, b. het vaststellen van richtlijnen en aanwijzingen binnen het kader van de onderwijsen examenregeling om de uitslag van tentamens en examens te beoordelen en vast te stellen, c. indien de commissie daarvoor het meest in aanmerking komt, het verlenen van toestemming aan een student om een door die student samengesteld programma als bedoeld in artikel 7.3d van de wet te volgen, waarvan het examen leidt tot het verkrijgen van een graad, waarbij de commissie tevens aangeeft tot welke opleiding van de instelling dat programma wordt geacht te behoren voor de toepassing van de wet, d. het verlenen van vrijstelling voor het afleggen van een of meer tentamens dan wel het deelnemen aan een of meer praktische oefeningen zoals beschreven in de onderwijs- en examenregeling, e. Indien het geval voordoet, het bepalen van de duur van de validiteit van succesvol behaalde examens zoals gespecificeerd in de onderwijs- en examenregeling, f. In bijzondere gevallen, het bepalen of een examen mondeling, schriftelijk of in een andere vorm zal plaatsvinden in afwijking van de onderwijs- en examenreglementen, g. In bijzondere gevallen, beslissen of een examen publiekelijk plaatsvindt, in afwijking van de condities in de onderwijs- en examenreglementen, h. Het verlenen van een vrijstelling voor het verplicht participeren in praktische examens die benodigd zijn voor de toelating tot een relevant examen, mogelijk onder de conditie van extra eisen. i. In individuele gevallen het accorderen van keuze van vakken die onderdeel vormen van het programma, j. Op verzoek van de student, en met in achtneming van de specificaties van het onderwijs- en examenreglement toegang te verlengen aan een of meerdere componenten van een examen voordat de student in kwestie het eerste jaar van het relevante programma succesvol heeft afgerond, k. Het bepalen, voor zover het Faculteitsbestuur dit geformuleerd heeft als voorwaarde voor het volbrengen van de examens of examen componenten, dat er een voldoende beheersing is van de Nederlandse taal voor de succesvolle deelname aan de vakken door een student die een vrijstelling heeft gekregen voor het preliminaire programma zoals gerefereerd in Artikel 7.24 van de Wet op basis van een diploma die buiten Nederland is verkregen, of in gevallen waarin de student vrijstelling heeft ontvangen van de toegangseisen voor de eerste fase van het programma, l. Het uitgeven van een (bindend) studieadvies zoals genoemd in Artikel 7.8b namens het Faculteitsbestuur, m. Het uitgeven van een certificaat en een supplement zoals genoemd in Artikel 7.11 van de Wet als bewijs dat een examen succesvol afgerond is, 3 n. Het uitgeven van een verklaring welke de examens specificeert die succesvol afgerond zijn in het geval dat de student meer dan een examen succesvol afgerond heeft, maar het niet mogelijk is deze uit te geven zoals gerefereerd in m, o. Maatregelen nemen en sancties opleggen als een student of externe kandidaat fraude heeft gepleegd. Artikel 2.3 Procedure 2.3.1 De commissie beslist bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staking der stemmen geeft het oordeel van de voorzitter de doorslag. 2.3.2 Leden kunnen benoemd worden voor bepaalde taken. Dit wordt bepaald door de examencommissie. 2.3.3 Benoemde leden nemen hun beslissingen op basis van het Onderwijs- en examenreglement en eerder geformuleerd beleid, en zijn verantwoordelijk voor hun acties. De vorm die deze verantwoordelijkheid aanneemt is vooraf bepaald. In geval van afwijking van eerder geformuleerd beleid beslist de gehele examencommissie. 2.3.4 De examencommissie beslist in elk geval over het volgende: a) De samenstelling van de examencommissie; b) De taken, autoriteit en verantwoordelijkheden van de voorzitter, vice-voorzitter, leden en officiële secretaris; c) De taken die toegewezen zijn aan de verschillende leden, inclusief de manier waarop zij verantwoordelijk zijn voor hun beslissingen; d) De frequentie van bijeenkomsten, de openbaarheid en vertrouwelijkheid van de bijeenkomsten; e) De manier van rapporteren en archivering van bijeenkomsten en beslissingen; f) De interne procedure ten aanzien van a. De benoeming van de examinatoren; b. Waarborgen van de kwaliteit van de examens; c. Verzoeken tot vrijstelling; d. Fraude; g) De registratie van de handtekeningen van leden. Hoofdstuk 3 Aanwijzing examinatoren 3.1.1 Voor de aanvang van elk studiejaar en verder zo vaak als dat noodzakelijk is wijst de commissie voor het afnemen van het tentamen verbonden aan elk van de onderwijseenheden van de opleiding en het vaststellen van de uitslag examinatoren aan. 3.1.2 Een examinator moet in bezit van competenties gerelateerd aan het studieveld en gerelateerd aan de setting van examens in overeenstemming met Artikel 4.2 3.1.3 De commissie kan meer dan een examinator aanwijzen. 3.1.4 De commissie kan externe examinatoren aanwijzen. De commissie verzekerd zich dat deze examinatoren de specifieke eisen vervullen. Externe examinatoren ontvangen een brief van aanwijzing van de examencommissie welke specificeert dat zij aangewezen zijn als externe examinator en voor welk examen. 4 3.1.5 De commissie maakt de aangewezen examinatoren bekend aan de betrokken studenten en stafleden. 3.1.6 De commissie kan de aanwijzing om gewichtige redenen op ieder moment ongedaan maken. 3.1.7 De examinatoren verstrekken de commissie de gevraagde inlichtingen. Hoofdstuk 4 Tentamens Artikel 4.1 Vorm van de tentamens 4.1.1 De vorm van de tentamens is vastgelegd in het Onderwijs- en examenreglement. In bijzondere gevallen mag de commissie, in overleg met de examinator, beslissen dat het tentamen in een andere vorm mag worden aangeboden dan gespecificeerd. De examinator moet namens de examencommissie alle relevante partijen informeren over de manier waarop het tentamen aangeboden zal worden ten minste 25 werkdagen voorafgaand aan het tentamen. 4.1.2 De examinator kan op gemotiveerd verzoek van de examinandus toestaan dat een tentamen op andere wijze wordt afgelegd dan in de OER is vastgelegd. De examencommissie beslist in overleg met de examinator, en binnen tien werkdagen na ontvangst van het verzoek resp. het bezwaar. Artikel 4.2 Aard en vorm van de tentamens 4.2.1 Elk tentamen omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. 4.2.2 De vragen en opgaven van een tentamen zijn duidelijk en ondubbelzinnig, en bevatten voldoende aanwijzingen voor de vereiste detaillering van de antwoorden. 4.2.3 Het tentamen is geschikt en dient uitsluitend om te onderzoeken of de student de kwaliteiten heeft verworven die tevoren als doel van de betrokken onderwijseenheid zijn vastgesteld in het Onderwijs- en examenreglement. 4.2.4 Het tentamen is zo specifiek dat alleen studenten die voldoende beheersing hebben over de stof in staat zijn de vragen en opgaven correct te beantwoorden. Het tentamen is overeenstemmend met het niveau van het onderdeel. 4.2.5 De vragen en opgaven van het tentamen zijn zo evenwichtig mogelijk gespreid over de examenstof. 4.2.6 De vragen en opgaven van het tentamen hebben uitsluitend betrekking op de tevoren bekend gemaakte examenstof, waarvan de aard en omvang voor de aanvang van het onderwijs dat op het tentamen voorbereidt in hoofdzaak bekend worden gemaakt. Studenten worden duidelijk vooraf geïnformeerd hoe en wat getest zal worden. 4.2.7 De duur van elk tentamen is zodanig dat de examinandus redelijkerwijs voldoende tijd heeft om de vragen te beantwoorden en/of de opgaven te maken. 4.2.8 De beoordeling van geschreven tentamens zal plaatsvinden aan de hand van 5 normen die vooraf in schrift zijn gespecificeerd. 4.2.9 De procedure gerelateerd aan de kwaliteitsborging van de tentamens is vastgesteld door de examencommissie. 4.2.10 De examencommissie beoordeelt de validiteit, betrouwbaarheid en haalbaarheid van de tentamens op incidentele basis. Het resultaat hiervan wordt dan besproken met de relevante examinator of examinatoren. 4.2.11 De examencommissie kan verzoeken om een onderzoek naar de validiteit, betrouwbaarheid en haalbaarheid van tentamens als de evaluaties of resultaten redenen geven om dit te doen. 4.2.12 In de vaststelling zoals gerefereerd in 4.2.10 examencommissie verzoeken om assistentie van experts. en 4.2.11, kan de Artikel 4.3 Toelating tot tentamens 4.3.1 De examinator moet vaststellen of aan de condities van toelating tot het tentamen als gespecificeerd in het Onderwijs- en examenreglement of welke voortkomen uit de Wet of een Universitair reglement zijn voldaan. 4.3.2 Een verzoek zoals gespecificeerd in het Onderwijs- en examenreglement 4.2.2 en 4.2.3 wordt alleen behandeld indien het vergezeld gaat van een studieplan waaruit blijkt welke tentamens de student voornemens is af te leggen en aan welke voor de opleiding relevante extracurriculaire activiteiten en door het College van Bestuur erkende nevenactiviteiten hij voornemens is deel te nemen. 4.3.3 De opleidingsafdeling past bepaalde condities voor toegang tot hertentamens. Deze kunnen gevonden worden op de website en e-prospectus. 4.3.4 NVT 4.3.5 De opleidingsafdeling past verdere eisen toe met betrekking tot voorkennis die noodzakelijk is voor het deelnemen aan bepaalde onderdelen, tentamens of praktijkoefeningen. Deze zijn een relevante Bachelor diploma om te participeren in alle componenten. Eindopdrachten vereist de deelname aan (n.b. niet de succesvolle afronding) van het trimester waarop deze opdracht betrekking heeft. Artikel 4.4 Data van de tentamens 4.4.1 Voor zover die niet in de OER zijn vastgelegd, worden de data waarop tentamens schriftelijk worden afgenomen uiterlijk een maand voor de aanvang van het studiejaar door de commissie vastgesteld en bekendgemaakt. 4.4.2 Van de vastgestelde data zoals genoemd in 4.4.1 kan slechts worden afgeweken in geval van overmacht of na verkregen instemming van de opleidingscommissie en als de belangen van de studenten redelijkerwijs niet in gedrang komen. 4.4.3 De data voor mondelinge tentamens worden vastgesteld door de examinator, indien enigszins mogelijk in goed overleg met de examinandus 4.4.4 De provisies van 4.4.3 gelden ook zover mogelijk voor alle tentamens die een andere vorm dan schriftelijk of mondeling hebben. 6 Artikel 4.5 Aanmelding voor en terugtrekking van tentamens 4.5.1 Een tentamen kan alleen worden afgelegd of het resultaat daarvan beoordeeld worden dan nadat de student zich voor deelneming heeft aangemeld op een wijze die is vastgesteld en bekendgemaakt door de commissie. 4.5.2 In bijzondere gevallen kan de commissie toestaan dat wordt afgeweken van wat op grond van 4.5.1 is bepaald aangaande de uiterste datum en de wijze van aanmelding. 4.5.3 Gedurende de periode waarin aanmelding voor een tentamen mogelijk is, is terugtrekking op dezelfde wijze toegestaan. 4.5.4 Alleen in geval van persoonlijke omstandigheden, ter beoordeling door de commissie, is terugtrekking mogelijk tussen het moment van verstrijken van de aanmeldingstermijn en het begin van het tentamen. 4.5.5 Als een examinandus die zich heeft aangemeld en zich niet heeft teruggetrokken het tentamen niettemin niet aflegt, dan wordt het tentamen geacht te zijn afgelegd en beoordeeld met het cijfer 1, tenzij er sprake was van overmacht. Artikel 4.6 Het afnemen van de tentamens 4.6.1 De betrokken examinator of examinatoren dragen er zo nodig zorg voor dat ten behoeve van de schriftelijke tentaminering zo nodig surveillanten worden aangewezen die erop toezien dat het tentamen in goede orde verloopt. 4.6.2 De examinandus dient zich op verzoek van of vanwege de examinator deugdelijk te legitimeren. 4.6.3 Examinandi worden tot uiterlijk 30 minuten na de vastgestelde aanvangstijd toegelaten tot de ruimte waarin het tentamen schriftelijk wordt afgenomen. De examinandus mag de ruimte waarin het tentamen wordt afgenomen niet verlaten tot één uur voor de vastgestelde eindtijd van het tentamen. 4.6.4 Communicatieapparatuur, waaronder mobiele telefoons, dient gedurende het afnemen van het tentamen te zijn uitgeschakeld. Andere elektronische apparatuur mag niet worden gebruikt dan met toestemming van de examinator. 4.6.5 De examinandus is verplicht de aanwijzingen van de commissie dan wel de examinator die voor de aanvang van het tentamen zijn gepubliceerd, alsmede aanwijzingen die tijdens en onmiddellijk na afloop van het tentamen worden gegeven, op te volgen. 4.6.6 Indien de examinandus een of meer aanwijzingen als bedoeld in lid 4.6.2 en 4.6.5 niet opvolgt, dan kan hij door de examinator worden uitgesloten van de verdere deelname aan het desbetreffende tentamen. De uitsluiting heeft tot gevolg dat het resultaat van het tentamen beoordeeld wordt als 1 (uit 10). Voordat de examinator een besluit tot uitsluiting neemt, stelt deze de examinandus in de gelegenheid te worden gehoord. 4.6.7 De examinator stelt de commissie onverwijld schriftelijk in kennis van een maatregel genomen op grond van het bepaalde in lid 4.7.8. Artikel 4.7 Orde gedurende een praktijkoefening 4.7.1 De examinator van een praktijkoefening zorgt ervoor dat, indien noodzakelijk, 7 assistenten benoemd worden voor de praktische experimenten en zorg dragen dat het tentamen ordelijk verloopt. 4.7.2 De student moet een valide (studenten) identificatiebewijs produceren als dit verzorg wordt door of namens de examencommissie. 4.7.3 De student moet de instructies van een examinator van een praktische oefening opvolgen, zowel voorafgaand als gedurende het practicum. 4.7.4 Een student die niet voldoet aan de regels zoals beschreven in Artikelen 4.7.2 en 4.7.3 kan uitgesloten worden door de examencommissie van verdere deelname aan de relevante praktijkoefening. De consequentie van een dergelijke uitsluiting is dat het resultaat van de praktijkoefening beoordeeld zal worden als 1 (uit 10). Voordat de examinator een besluit tot uitsluiting neemt, stelt deze de examinandus in de gelegenheid te worden gehoord. Artikel 4.8 Mondelinge tentamens 4.8.1 Mondelinge tentamens worden gewoonlijk gehoord door 1 examinator. Op verzoek van de student kan een mondeling tentamen gehoord worden door twee of meer examinatoren. 4.8.2 De examencommissie kan besluiten dat een bepaald mondeling tentamen door meer dan een student tegelijkertijd wordt afgenomen als de studenten hier mee instemmen. 4.8.3 Het tentamen is openbaar, tenzij de examinator anders beslist indien de examinandus daartegen gemotiveerd bezwaar maakt. Artikel 4.9 Beoordeling van de eindopdrachten De eindopdracht wordt altijd beoordeeld door twee examinatoren, welke overeen moeten stemmen over het cijfer. Als de examinatoren niet tot overeenstemming komen, zal de examencommissie een derde examinator aanwijzen. De derde examinator maakt de uiteindelijke beslissing. Artikel 4.10 Geldigheidsduur van tentamens 4.10.1 De geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde tentamens die in de OER is vastgelegd wordt op verzoek van de examinandus door de commissie, gehoord de betrokken examinator, met één jaar verlengd indien de leerdoelen van de onderwijseenheid niet ingrijpend zijn veranderd. Artikel 4.11 Inzage en bespreking 4.11.1 Gedurende de in de OER genoemde termijn kan kennis worden genomen van de vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. De vragen en opgaven kunnen éénmaal op een door de commissie aan te wijzen locatie gedurende worden ingezien. Op geen enkele wijze mogen kopieën van de vragen en opgaven worden gemaakt. 4.11.2 Indien tien of meer examinandi tegelijkertijd schriftelijk zijn getentamineerd, dan houdt de examinator een collectieve nabespreking op een door hem vast te stellen plaats en tijdstip. 8 Artikel 4.12 Vrijstelling van tentamens en praktische oefeningen 4.12.1 Een verzoek om vrijstelling van het afleggen van een of meer tentamens dan wel van de verplichting tot deelneming aan een of meer praktische oefeningen als bedoeld in de OER wordt door de examinandus schriftelijk en met valide redenen omkleed ingediend bij de commissie. 4.12.2 De commissie beslist gemotiveerd binnen twintig werkdagen na de indiening van het verzoek. Indien de commissie overweegt het verzoek niet in te willigen wordt de examinandus in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Indien de commissie niet heeft beslist binnen de genoemde termijn dan wordt het verzoek geacht te zijn ingewilligd. Artikel 4.13 Bewaartermijnen 4.13.1 In het kader van een tentamen gemaakt werk wordt gedurende een termijn van ten minste twee jaar bewaard. 4.13.2 De eindopdracht van een student, inclusief het evaluatie formulier, wordt bewaard voor tenminste twee jaar. 4.13.3 De besluiten van de commissie alsmede de uitslagen van afgelegde tentamens en examen worden deugdelijk geregistreerd. Tot de geregistreerde gegevens hebben uitsluitend diegenen toegang die daartoe door de commissie zijn gemachtigd. Hoofdstuk 5 Examens en getuigschriften Artikel 5.1 Het afleggen van het examen 5.1.1 In afwijking van 4.10.1 van het Onderwijs- en examenreglement kan de examencommissie bepalen dat het examen tevens omvat een door haar zelf te verrichten onderzoek als bedoeld in Artikel 4.2.1. Artikel 5.2 Compensatie In afwijking van de OER, behoeft niet ieder tentamen van het examen met goed gevolg te zijn afgelegd, onder voorwaarde dat maximaal twee onderwijseenheden onvoldoende zijn en dat zij gecompenseerd worden door behaalde resultaten in andere onderwijseenheden. Artikel 5.3 Goedkeuring keuzeonderdelen van examenprogramma’s en Een verzoek tot goedkeuring van een examenprogramma als bedoeld in artikel 7.3d van de Wet dient schriftelijk en gemotiveerd bij de commissie te worden ingediend. De commissie beslist binnen dertig werkdagen na ontvangst van het verzoek. Bij het uitblijven van een besluit binnen deze termijn wordt de commissie geacht de gevraagde toestemming te hebben verleend. Artikel 5.4 Getuigschrift en diplomasupplement 5.4.1 Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de 9 commissie, nadat het College van Bestuur heeft verklaard dat aan de procedurele eisen voor de afgifte is voldaan, een getuigschrift uitgereikt. Op dit getuigschrift worden de gegevens vermeld als omschreven in artikel 7.11, tweede lid, van de Wet. 5.4.2 Het getuigschrift wordt opgesteld in het Nederlands en/of het Engels. Het getuigschrift wordt namens de commissie ondertekend door de voorzitter. Bij ontstentenis of afwezigheid van de voorzitter ondertekent de vice-voorzitter het getuigschrift. 5.4.3 Degene die meer dan een tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een door de commissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd. Artikel 5.5 Examenjudicium 5.5.1 De commissie verbindt aan de uitslag van het examen een eindoordeel over de verrichtingen van de geëxamineerde. Dit oordeel is gebaseerd op het gemiddelde van de cijfers die zijn behaald voor de tot het examen behorende onderwijseenheden gewogen naar studielast. 5.5.2 Indien de uitkomst 8.0 of hoger is, dan verleent de commissie het predicaat „cum laude”. In zeer uitzonderlijke gevallen kan het predicaat „summa cum laude” worden toegekend als het gewogen resultaat hoger is dan 9.0. Zie voor exacte voorwaarden appendix I en de Artikelen 4.12.4, 4.12.5 en 4.12.6 van de OER. 5.5.3 In bijzondere gevallen kan de commissie geëxamineerde afwijken van het bepaalde in 5.6.1. in het voordeel van de Artikel 5.6 Bewaartermijnen De uitslagen van examens zijn openbaar. De examenregisters waarin de uitslagen van de examens zijn vermeld worden voor altijd bewaard. Artikel 5.7 Uitsluiting van de opleiding of bepaalde onderdelen daarvan 5.7.1 Als een student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem gevolgde opleiding hem opleidt, dan wel voor de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening, dan brengt de examencommissie desgevraagd advies uit aan het College van Bestuur omtrent het weigeren dan wel beëindigen van de inschrijving van de betrokken student voor de opleiding. 5.7.2 Indien de student, bedoeld in 5.7.1 is ingeschreven voor een andere opleiding en daarbinnen het onderwijs volgt van een afstudeerrichting die overeenkomt met of gelet op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening verwant is aan de opleiding waarvoor de inschrijving met toepassing van artikel 7.42a, eerste lid, van de wet is beëindigd, dan brengt de examencommissie desgevraagd advies uit aan het College van Bestuur of het de student kan worden toegestaan die afstudeerrichting of 10 andere onderdelen van die opleiding te volgen. 5.7.3 De commissie brengt een advies als bedoeld in 5.3.2 of werkdagen nadat daarom is verzocht. Hoofdstuk 6 uit binnen tien Fraude, onregelmatigheden en plagiaat Artikel 6.1 Toegestane teksten, wetteksten 6.1.1 Als in de loop van een tentamen een student toegestaan is een tekst te gebruiken dan mag deze tekst geen notities bevatten. 6.1.2 - In 6.1.1, de term ‘notities’ omvat niet het volgende: Onderstrepen, schaduwen fluorescerende marker; of het markeren van de tekst met een Referenties aan artikelen van een wet; - Referenties aan jurisprudentie en andere literatuur, onder voorwaarde dat deze expliciet toegestaan zijn in het relevante tentamen - Marginale aantekeningen welke toegevoegd zijn door de editor van een volume of wetgeving. Artikel 6.2 Disciplinaire maatregelen genomen door de examinator 6.2.1 In geval van fraude tijdens het afleggen van een tentamen sluit de commissie de examinandus uit van verdere deelname aan het betrokken tentamen. De examinator kan elk object welke de student in bezit heeft en welke belang kan hebben voor het vaststellen van een onregelmatigheid of fraude in beslag nemen. 6.2.2 Een student is verplicht op verzoek van de examinator elk object welke de student in bezit heeft en welke belang kan hebben voor het vaststellen van een onregelmatigheid of fraude te overhandigen. De in bezit genomen objecten zullen binnen een redelijke termijn worden teruggegeven aan de student. 6.2.3 Als de examinator, onder voorbehoud de specificaties in artikel 1 van deze paragraaf, van mening is dat op basis van de vastgestelde onregelmatigheid of fraude een disciplinaire actie genomen moet worden tegen de student anders dan de onmiddellijke uitsluiting van verdere deelname aan het tentamen, dan zal de examinator contact opnemen met de examencommissie. Artikel 6.3 Disciplinaire examencommissie maatregelen genomen door de 6.3.1 In geval van een onregelmatigheid of fraude gedurende een tentamen, kan de examencommissie ervoor kiezen de examinator, de student, de examinatoren en andere partijen te horen. 6.3.2 De disciplinaire acties die genomen kunnen worden door de examencommissie zijn: 11 a. Ongeldig verklaren van de resultaten van het tentamen; b. Uitsluiting van deelname aan het tentamen voor welke de onregelmatigheid of fraude is vastgesteld voor de maximale duur van 1 jaar en/of uitsluiting van deelname aan een of meerdere tentamens voor de duur van maximaal 1 jaar en/of uitsluiting van deelname aan vakken, tentamens of eindopdrachten van een of meerdere opleidingen aangeboden door de Faculteit voor de duur van maximaal 1 jaar. Vakken welke succesvol afgerond zijn aan een andere faculteit of een andere hoger onderwijsinstellingen gedurende de uitsluitingsperiode (inclusief essays, schriftelijk werk en scripties welke succesvol zijn afgerond) kunnen op geen enkele wijze toegevoegd worden aan het curriculum. c. In het geval van serieuze fraude kan het opleidingsbestuur, op voorstel van de examencommissie, er voor kiezen de registratie van de student voor de opleiding te beëindigen. Artikel 6.4 Verdere bepalingen ten aanzien van de maatregelen genomen door de examinator en examencommissie in geval van onregelmatigheid of fraude 6.4.1 Als een onregelmatigheid of fraude bestaat uit het primair verstoren van de redelijke orde van de procedure gedurende een tentamen, is het over het algemeen voldoende voor de examinator om de student van het tentamen te verwijderen en de student uit te sluiten van verdere deelname aan het tentamen. De examinator haalt het tentamen papier van de student niet op, zodat niet geclaimd kan worden dat de student deelgenomen heeft aan het tentamen. De examinator geeft de student geen cijfer. 6.4.2 Als de onregelmatigheid of fraude niet primair bestaat uit een verstoring van een de redelijke orde van de procedure gedurende een tentamen, kan de examinator kiezen uit twee opties: a. De examinator kan zelf de fraude of onregelmatigheid afhandelen en geeft de student een cijfer 1 (uit tien); b. De examinator kan de examencommissie vragen disciplinaire actie te nemen. Mocht de examinator deze optie kiezen, dan kan hij nog steeds de student een cijfer 1 (uit 10) geven: de disciplinaire acties genomen door de examencommissie zullen dan supplementair zijn. 6.4.3 Als, als gevolg van een onregelmatigheid of fraude, de examinator de examencommissie verzoekt om disciplinaire actie te ondernemen, zal de examinator de objecten welke hij heeft ingenomen zoals onder Artikel 6.3 beschikbaar stellen aan de examencommissie. Als de onregelmatigheid of fraude op welke basis de examinator de examencommissie verzoekt disciplinaire actie te nemen bestaat uit notities in een wettekst of andere tekstvolume, het gebruikmaken van middelen welke niet toegestaan waren door de examinator (bijvoorbeeld een boek), etc. zal de examinator kopieën van de ingenomen objecten beschikbaar stellen aan de examencommissie in plaats van de objecten zelf. De examinator mag er voor kiezen, in plaats van de ingenomen objecten of kopieën, een getuigenis van de vastgestelde 12 onregelmatigheid of fraude te overhandigen getekend door twee examinatoren. 6.4.4 Als de examinator kiest om te handelen naar aanleiding van een onregelmatigheid of fraude zoals beschreven in paragraaf 1 of 2 onder (a), zal hij of zij de voorzitter van de examencommissie zo snel mogelijk informeren over dit feit. 6.4.5 De examinandus wordt schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte gesteld van een uitsluiting. 6.4.6 De examinandus kan bij de commissie een met redenen omkleed verzoek indienen om de uitsluiting ongedaan te maken. Voordat de commissie een beslissing neemt op een dergelijk verzoek stelt zij de examinandus in de gelegenheid te worden gehoord. De examinandus kan zich bij die gelegenheid laten bijstaan door een adviseur. Artikel 6.5 Disciplinaire maatregelen in het geval van plagiaat 6.5.1 De examinator mag een essay, schriftelijk werk of onderzoeksopdracht ongeldig verklaren in welke duidelijk plagiaat is aangetoond. Als de examinator ervoor kiest zelf met het plagiaat om te gaan zal hij onmiddellijk de voorzitter van de examencommissie informeren. 6.5.2 Als de examinator van mening is dat, naast het ongeldig verklaren van het werk, een verdere disciplinaire maatregel moet genomen worden tegen de student zal hij de examencommissie contacteren. 6.5.3 Als de examinator de examencommissie verzoekt disciplinaire maatregelen te nemen als gevolg van plagiaat, zal de examinator bij de examencommissie het relevante essay, schriftelijke werk of onderzoeksopdracht indienen. 6.5.4 In geval van verdenking van plagiaat, kan de examencommissie ervoor kiezen de examinator, de student en andere partijen te horen. 6.5.5 De disciplinaire maatregelen welke de examencommissie kan nemen zijn: a. Het ongeldig verklaren van een essay, schriftelijk werk, scriptie of onderzoeksopdracht; b. Uitsluiten van de student van deelname aan het schrijven van een essay, schriftelijk werk, scriptie of onderzoeksopdracht voor welke plagiaat is vastgesteld voor de duur van maximaal een jaar; in welk geval, binnen de periode van uitsluiting, als een essay, schriftelijk werk, scriptie of onderzoeksopdracht van dezelfde aard als voor welke plagiaat is aangetoond succesvol volbracht wordt aan een andere faculteit of instelling van hoger onderwijs, kan deze op geen enkele wijze toegevoegd worden aan het curriculum van de student; c. En/of uitsluiting van deelname aan een of meerdere tentamens gedurende de periode van maximaal een jaar, en/of uitsluiting van deelname aan vakken, tentamens en eindopdrachten van een of meerdere opleidingen aangeboden door de Faculteit voor de duur van maximaal een jaar. Vakken. Vakken welke succesvol afgerond zijn aan een andere faculteit of een andere hoger onderwijsinstellingen gedurende de uitsluitingsperiode (inclusief essays, schriftelijk werk en scripties 13 welke succesvol zijn afgerond) kunnen op geen enkele wijze toegevoegd worden aan het curriculum. d. In het geval van serieuze fraude kan het opleidingsbestuur, op voorstel van de examencommissie, er voor kiezen de registratie van de student voor de opleiding te beëindigen. Hoofdstuk 7 Klachten, bezwaren en beroepen Artikel 7.1 Indiening 7.1.1 Een student, kan een klacht en een beroep of bezwaar als bedoeld in artikel 7.61, eerste lid, van de Wet vanwege een genomen beslissing van de commissie of door een of meerdere examinatoren aangewezen door de commissie. 7.1.2 De termijn voor het schriftelijk indienen van een beroep of bezwaar als bedoeld in 7.1.1 bedraagt zes weken. Artikel 7.2 Behandeling van klachten en bezwaren Klachten en bezwaren zullen behandeld worden volgens de bestaande procedures als vastgelegd in de reglementen van de Ombudsman, de Reglementen voor andere klachten, de Reglementen van de procedure van College van Beroep voor Examens en de Algemene administratieve Wet. Artikel 7.3 Behandeling van beroepen Adminsitratieve klachten zullen behandeld worden volgens de bestaande procedures. Deze zijn opgenomen in de Reglementen van Procedure van de College van Beroep voor Examens en de Studenten Charter. Hoofdstuk 8 Jaarlijkse verslaggeving Artikel 8.1 Verslaggeving 8.1.1 De examencommissie stelt jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden. De examencommissie verstrekt het verslag aan het faculteitsbestuur. 8.1.2 Het verslag voldoet aan het door het College van Bestuur vastgestelde standaardformat, en omvat in elk geval de voornaamste besluiten van de commissie alsmede een beschrijving van de wijze waarop de commissie haar taak ten aanzien van de kwaliteitsborging van tentamens als bedoeld in artikel 4.2 heeft vervuld. Hoofdstuk 9 Slotbepalingen Artikel 9.1 Bijzondere omstandigheden 9.1.1 In gevallen waarin deze regels en richtlijnen niet voorzien beslist de commissie. 14 9.1.2 Indien in bijzondere gevallen onverkorte toepassing van hetgeen in deze regels en richtlijnen is bepaald tot evidente onbillijkheid leidt, is de commissie bevoegd anders te besluiten. Artikel 9.2 Wijzigingen 9.2.1 Bij wijzigingen in deze regels en richtlijnen die betrekking hebben op het lopende studiejaar, dan wel gewichtige gevolgen hebben voor degenen die daarvoor al voor de opleiding waren ingeschreven, wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de belangen van de betrokken studenten worden geschaad. Artikel 9.3 Inwerkingtreding Deze regels en richtlijnen treden in werking op 01-09-2010 15 Bijlagen Bijlage I: Cijfers, lof en aanwezigheid Bijlage II: misdragingen, geschillen en beroep Bijlage III: Modelverslag 16 Bijlage I: cijfers, lof en aanwezigheid Cijfers a. Onderdelen worden becijferd volgens het algemene cijfer schema zoals deze gebruikt wordt door de Universiteit Leiden beschikbaar bij het OIC “Onderwijs Informatie Centrum”. Op een schaal van 1 tot en met 10, de formele omschrijving van de cijfers zijn als volgt: 10 Uitmuntend 9 Uitstekend 8 Erg goed 7 Goed 6 Voldoende 5 of minder Onvoldoende b. Cijfers zullen bekend worden gemaakt maximaal 15 werkdagen na de datum van het tentamen of de datum van indiening van een geschreven opdracht, tenzij de student een ander schriftelijk bericht krijgt van de Leyden Academy. c. Actieve participatie tijdens de les kan, onder de bevoegdheid van de docent van het desbetreffende onderdeel, de student kwalificeren voor een hoger cijfer. De maximale stijging van een cijfer voor lesparticipatie is 0.5. d. Het gemiddelde cijfer van een student voor de opleiding wordt bepaald door het gewogen gemiddelde van de behaalde cijfers voor elk onderdeel, op basis van het aantal ECTS credits per onderdeel. e. Nadat een docent van een onderdeel (examinator) het cijfer heeft ingediend bij het studiesecretariaat/directie secretaresse, mag de docent dit cijfer alleen nog veranderen als deze onjuist was als het gevolg van een rekenkundige, administratieve, of een andere ‘mechanische’ fout. Een cijfer mag niet worden veranderd als gevolg van her-evaluatie van het werk van een student, tenzij door examencommissie. f. Het is studenten niet toegestaan contact per email of op een andere manier met de examinatoren te zoeken in betrekking tot het cijfer voor een tentamen, tenzij de opleidingscoördinator de studenten heeft geïnformeerd dat een bepaalde examinator bereid is om vragen te beantwoorden van individuele studenten anders dan onder voorwaarden zoals vastgelegd in de OER. g. Bij een herkansing van een geschreven opdracht, zoals genoemd in Artikel 4.1.1. van de OER, zal een aftrek van 1 punt op het eindcijfer (op een schaal van 1-10) plaatsvinden. De opdracht wordt op reguliere wijze nagekeken, en daarna wordt een punt afgetrokken van het eindcijfer. h. In geval van het overschrijden van een deadline voor een geschreven opdracht, zal een aftrek van 1 punt op het eindcijfer (op een schaal van 1-10) plaatsvinden. De 17 opdracht wordt op reguliere wijze nagekeken, en daarna wordt een punt afgetrokken van het eindcijfer. Lof a. Het diploma kan gewaadeerd worden met lof ‘Cum Laude’ of ‘Summa Cum Laude’. b. Voor Cum Laude: c. Alle vakken moeten succesvol afgerond zijn met ten minste 7.0. Een student moet een gewogen gemiddelde van 8.0 of hoger hebben. Voor de eindopdrachten zijn de resultaten ten minste 8.0. Het volledige curriculum van de opleiding is volbracht binnen 2 jaar. Voor Summa Cum Laude: - Alle vakken moeten succesvol afgerond zijn met ten minste 8.0. Een student moet een gewogen gemiddelde van 8.0 of hoger hebben. Voor de eindopdrachten zijn de resultaten ten minste 9.0. Het volledige curriculum van de opleiding is volbracht binnen 1 jaar. d. Voor het bepalen van het judicium kunnen andere overwegingen een rol spelen. Daarbij valt te denken aan aspecten zoals de ontwikkeling die de student tijdens de opleiding heeft doorgemaakt, bepaalde uitzonderlijke prestaties die hij/zij heeft geleverd heeft in het eindwerkstuk of scriptie of andere relevante bijzondere omstandigheden. Aanwezigheid a. Aanwezigheid bij alle colleges is verplicht. Als de student meer dan twintig procent van de lesmomenten per onderdeel afwezig is, dan kan de student de toegang tot het tentamen worden geweigerd, inclusief de herkansing, voor het onderdeel. In dat geval zal een student op de hoogte worden gesteld door de Leyden Academy dat de persoon in kwestie is gezakt voor het onderdeel en het betreffende onderdeel in zijn geheel dient over te doen in het daaropvolgende academische jaar. b. Ten aanzien van bovenstaande eis, uitzonderlijk als het aantal colleges gelijk of minder is dan vier, dan mag de student niet meer dan één keer afwezig zijn. c. In speciale omstandigheden, kan de examencommissie besluiten, in gevallen van absentie, Artikel 4.6.17 dat de betrokken student wel aan het examen mag deelnemen. 18 Bijlage II Misdragingen, Geschillen en Beroep Misdragingen a. Misdragingen door een student kunnen resulteren voor de student in een onvoldoende voor een bepaald onderdeel of een uitsluiting van de student van de opleiding, vgl. Artikel 5.7. Misdragingen omvat, inter alia: Het kopiëren, fotograferen, of manueel kopiëren van enig tentamenvraag en/of antwoord. Bedrog en collusie. Plagiaat i.e., het reproduceren en het inleveren van werk van een ander persoon voor een opdracht, ongeacht in zijn geheel of gedeeltelijk of zonder medeweten van de andere persoon, zonder daarbij de geachte attributie aan die andere persoon. Het indienen van enig werk dat al eerder is ingeleverd als onderdeel van een ander onderdeel binnen de opleiding of op enige andere universiteit, college of school. Handelen, of assisteren van een ander persoon, om iets onrechtmatigs te doen in verband met enige vorm van opdrachten of tentamens. Wanorde veroorzaken, al dan niet onder invloed van alcohol en/of verslavende middelen, in of rondom de Leyden Academy. Intimideren of bedreigen, in enige vorm, medestudenten, administratieve of academische personeel. b. Geschillen - Enig geschil over de opdrachten voor het onderdeel dienen te worden behandeld door de examencommissie die voor de betreffende opleiding handelt. - Als een geschil niet kan worden opgelost, kan de student een klacht indienen bij het College van Beroep voor Examens, wiens beslissing definitief is. c. Beroep Studenten kunnen beroep tegen beslissingen van de examencommissie aantekenen bij het College van Beroep voor Examens van de Universiteit Leiden (Centrale Examencommissie van het College van Beroep voor Examens van de Universiteit). d. Procedure van Beroep - Een student mag een klacht indienen bij het College van Beroep voor Examens vanaf het begin van zijn/haar registratie als een student tot en met twee maanden na de beëindiging van de registratie als zijnde student. 19 - Onder de bevoegdheid van het College van Beroep voor Examens, mag persoonlijk of schriftelijk beroep worden ingediend. - Het College van Beroep voor Examens, voorafgaand aan en tijdens het uitvoeren van een beroep, mag de zaak onder beroep uitzoeken op een wijze die het College wettelijk en eerlijk acht. - Tijdens een beroepsverhoor mag een student: persoonlijk komen, met of zonder de assistentie van een ander persoon; of vertegenwoordigd worden, al dan niet in het bijzijn van de student, of een ander persoon; mag presenteren, of er wordt gepresenteerd namens de student, als bewijs of ter ondersteuning van haar/zijn zaak als een student niet komt opdagen, ofwel in persoon of door een vertegenwoordiger, bij een beroepsverhoor op de overeengekomen dag, het overeengekomen tijdstip en de overeengekomen plaats, kan het College van Beroep voor Examens haar bevoegdheden uitoefenen in absentie van de student. - Na het beschouwen van het bewijs en de gepresenteerde vertegenwoordiging ingediend door of op verzoek van de student en de betrokken opleiding op het beroepsverhoor, moet het College van Beroep voor examens: de beslissing van de examencommissie bevestigen, veranderen of aan de kant zetten gedurende het verhoor; het advies bevestigen of aan de kant zetten dat de student gezakt is voor een onderdeel; een schriftelijke berisping aan de student bevestigen of aan de kant zetten; een bestaand bevel tot de schorsing of beëindiging van de inschrijving van een student bevestigen, veranderen of aan de kant zetten. - Het College van Beroep voor Examens zal schriftelijk meedelen aan de student welke beslissing er is genomen tijdens het verhoor om een beslissing, berisping of bevel te bevestigen, veranderen of aan de kant te zetten en zal ook, in deze kennisgeving, de redenen voor dit besluit toelichten. - De beslissing van het College van Beroep zal medegedeeld worden aan de student binnen één maand na de bijeenkomst van het College van Beroep. Een beslissing van het college van beroep is definitief. 20 Bijlage III Modelverslag Verslag van de examencommissie van opleiding(en) ... over het academisch jaar … Hoofdstuk 1 Inleiding Hoofdstuk 2 De commissie en de examinatoren de Samenstelling van de commissie Aangewezen examinatoren Hoofdstuk 3 Kwaliteitszorg Beoordeling en bewaking van de kwaliteit van de tentamens Maatregelen van de commissie ter verbetering van de kwaliteit Scholing van leden van de commissie en van examinatoren Hoofdstuk 4 De tentamens [facultatief] Verleende vrijstellingen van het afleggen van tentamens Verleende vrijstellingen van deelneming aan praktische oefeningen Opmerkingen t.a.v. de tentamens Hoofdstuk 5 De examens [facultatief] Examenjudicia, verleende predicaten Opmerkingen t.a.v. de examens Hoofdstuk 6 Kwantitatieve gegevens [facultatief] 21 JAARVERSLAG ACADEMISCH JAAR 20..-20.. van de EXAMENCOMMISSIE van de opleiding(en) ………………………. CROHO nummer(s) van de opleiding(en) die ressorteren onder de examencommissie Samenstelling examencommissie: Door de ex. cie. gekozen voorzitter Lid 1 Lid 2 Lid 3 Lid 4 Ambtelijk secretaris: Benoemingstermijn van de leden: Aantal vergaderingen examencommissie Subcommissies vallend onder de examencommissie … … … Onderwijs- en Examenregeling(en) van de opleiding(en) ‘Regels en richtlijnen’ van de examencommissie (ex artikel 7.12 WHW) Totaal aantal studenten: Aantal uitgereikte diploma’s: CROHO .. CROHO .. Aantal cum laudes: CROHO .. CROHO .. Procedure van aanwijzing van de examinatoren in de opleiding(en) Toetsbeleid van de opleiding is vastgesteld op: Kernelementen toetsbeleid: Toetsplan voor opleiding CROHO ……. is vastgesteld door Instituutsbestuur op: Kernelementen: Plagiaatpreventie door: Aantal gevallen geconstateerd plagiaat: Overzicht van genomen maatregelen: Andere fraude: aantal gevallen: Vormen: Overzicht van genomen maatregelen: Aantal klachten ingediend door studenten bij de examencommissie (ex art. 7.12 b lid 4 WHW) Aantal studenten aan wie toestemming verleend is om een door de student zelf samengesteld onderwijsprogramma te volgen: .. .. Artikel .. Faculteitsreglement .. .. .. .. .. .. Drie jaar. .. Wijze en frequentie van rapportage/verantwoording aan examencommissie Vastgesteld door RvB op .. juni 201. Vastgesteld op … Gepubliceerd in …. Zie Opleidingsjaarverslag 20..-.. .. .. … cum laudes (= ..%) … cum laudes (= ..%) .. .. . .. ………………….. .. .. ………………….. .. .. 22 Aantal studenten dat bij het College van Beroep voor de Examens een bezwaarschrift/beroepschrift heeft ingediend n.a.v. een klacht over een tentamen of examen Aantal studenten aan wie vrijstellingen verleend zijn .. voor het afleggen van één of meer tentamens Aantal studenten aan wie verlenging is verstrekt van de .. geldigheidsduur van een met goed gevolg afgelegde tentamen: Aantal studenten aan wie toestemming is verleend een .. tentamen af te leggen op andere wijze dan in de onderwijs- en examenregeling voorzien: Aantal studenten voor wie bepaald is dat een tentamen .. in de openbaarheid wordt afgenomen, in afwijking van het bepaalde in de onderwijs- en examenregeling: Aantal studenten aan wie vrijstelling is verleend van de .. verplichting tot deelnemen aan praktische oefeningen: Aantal studenten bij wie toegang is verleend tot .. onderdelen van het afsluitend examen voordat deze het propedeutisch examen met goed gevolg heeft afgelegd: Aantal studenten aan wie een verklaring is afgegeven .. met vermelding van aantal behaalde tentamens , studenten die het getuigschrift van het afsluitend examen niet behaald hebben: Aantal BSA negatieve adviezen, namens examencommissie uitgebracht: CROHO ……: … negatieve adviezen (= ..%) Terugblik op aandachtspunten van de Examencommissie uit het afgelopen academische jaar 20..-20... (Hoofdthema: zorg met betrekking tot de borging van de kwaliteit van examens en tentamens in de opleiding(en); vaststelling van richtlijnen en aanwijzingen (binnen het kader van de onderwijs- en examenregeling) m.b.t. beoordeling en vaststelling van uitslag van tentamens.) Terugblik: ….. Conclusies en actiepunten voor het huidige academische jaar 20..-20... (Wat de examencommissie in het huidige academische jaar gaat aanpakken, op welke punten er aanleiding is voor nader onderzoek en nader beleid, en welke onderwerpen aandacht op langere termijn vragen.) Conclusies en actiepunten: ……… Dit jaarverslag van de Examencommissie is: Geconcipieerd door: Besproken in de Examencommissie op: De ambtelijk secretaris van de examencommissie .. .. Vastgesteld door de Examencommissie op: 23 24
© Copyright 2024 ExpyDoc