Download - Financial Investigator

// WETENSCHAP EN PRAKTIJK
Exit met terugkeergarantie voor probleemlanden euro
Door Joost van Mierlo
'Een exit uit de eurozone is als een ziekenhuisbezoek. Het is nodig om beter te
worden. Maar na de operatie verlaat de patiënt het ziekenhuis en voert men de
euro weer in,' aldus Hans-Werner Sinn, directeur van het gerenommeerde Duitse
IFO-instituut.
Hans-Werner Sinn is in Londen om zijn nieuwste boek
‘The Euro Trap’ te presenteren. De omgeving is gepast.
Tussen de ijzeren harnassen van de Armourers’ Hall, het
traditionele gildehuis voor de harnasmakers, trekt Sinn
als een kruisvaarder ten strijde tegen de heilloze politiek van vooral de ECB. Met het klakkeloos opkopen van
allerlei rommelobligaties overtreedt deze haar mandaat
en voorkomt ze bovendien dat de problemen in de eurozone nu eens echt worden aangepakt.
De euro. Sinn laat een luide zucht horen. Ooit, in een
inmiddels zeer grijs verleden, was hij er enthousiast
over. Maar voortschrijdend inzicht heeft zijn werk
gedaan. ‘Met de kennis van nu had de euro er natuurlijk
nooit moeten komen, of in ieder geval niet met al die
Zuid-Europese landen erbij. Of met een veel strengere
controle op de uitgaven.’ Maar dat is praten achteraf en
dat is niet erg zinnig, denkt Sinn.
Het gaat om de huidige situatie. Wat kan er worden
gedaan? Het probleem is evident. De euro is een valkuil
waar landen als Griekenland, Portugal en Spanje in
terecht zijn gekomen. Toen de eenheidsmunt ontstond,
verdwenen als bij toverslag de renteverschillen tussen
de verschillende eurolanden. Het leek wel alsof Europa
een groot Duitsland was geworden, met het zorgvuldige
anti-inflatiebeleid dat dat land kenmerkt.
Dat was schijn. In werkelijkheid veranderde er niet veel
in de Zuid-Europese landen. Sinn: ‘Met de klakkeloze
kredietverlening in het eerste decennium na de invoering van de euro, veroorzaakt door een enorme kapitaalstroom van noord naar zuid, zijn de Zuid-Europese
landen in een neerwaartse spiraal terechtgekomen. De
lonen en de prijzen in deze landen staan intussen in
geen verhouding tot de productiviteit.’
10
FINANCIAL
INVESTIGATOR
NUMMER 7 / 2014
Dat is natuurlijk al jaren het geval. De pogingen die de
afgelopen jaren zijn gedaan om het tij te keren, zijn
gedoemd te mislukken. ‘In al deze landen zijn voorzichtige hervormingen doorgevoerd’, aldus Sinn. ‘Maar het
is slechts een fractie van wat nodig is. In Spanje zijn
de lonen met 6% gedaald. Wil het land competitief
worden binnen de eurozone, dan moet daar nog meer
dan 30% bij. Dat kan niet zonder dat dit tot enorme
sociale onrust leidt. De werkloosheid onder jongeren
is nu al meer dan 50%. Op deze weg doorgaan is vragen
om serieuze ongelukken.’
Voor Portugal en helemaal voor Griekenland zijn
vergelijkbare scenario’s te bedenken. Het noodzakelijke beleid, namelijk om door loonmatiging – feitelijk
met deflatoir beleid – een dergelijk resultaat te bereiken, is politiek onmogelijk. ‘Niet ieder land is in staat
om snel de broekriem aan te halen. Het kan wel, dat
hebben landen als Ierland en de Baltische republieken
laten zien. Maar die landen zitten sociaal gezien heel
anders in elkaar dan de Zuid-Europese landen. Het
vertrouwen in de overheid als regulerende partij is er
groter. Dat maakt een wereld van verschil.’
Frankrijk en Italië zijn in de ogen van Sinn randgevallen.
Op basis van cijfermateriaal dat door Goldman Sachs is
verzameld zullen ze respectievelijk 20% (Frankrijk) en
10% (Italië) moeten inleveren om weer concurrerend
te worden. Sinn: ‘Om Italië als voorbeeld te nemen.
Dat betekent dat gedurende tien jaar lang de inflatie
1% lager moet zijn dan die in, laten we zeggen, Duitsland. Dat is pijnlijk en lastig, maar niet onmogelijk.’
In feite zijn er, naast rigoureuze loonmatiging, nog
drie oplossingen, aldus Sinn. Er kan zoiets gebeuren als
wat West-Duitsland met Oost-Duitsland heeft gedaan,
‘Je zou kunnen zeggen dat er geen
echt Europees probleem is met
schuld. Als je alle landen van
de eurozone samenvoegt
is de overheidsschuld draagbaar.’
in de vorm van een zogenoemde transferunie. Het geld
van het rijke Noorden kan worden gebruikt om de
problemen in het arme Zuiden op te lossen. ‘Je zou
kunnen zeggen dat er geen echt Europees probleem is
met schuld. Als je alle landen van de eurozone samenvoegt is de overheidsschuld draagbaar.’
Maar het is een onzalig idee, denkt Sinn, al is het maar
omdat het onacceptabel is in de ogen van de belastingbetalers in landen als Duitsland en Nederland. Het kan
ook alleen maar werken als er een echte politieke unie
ontstaat in Europa, iets wat toekomstmuziek is.
Foto's: Archief IFO-instituut
Sinn: ‘Waar we voor op moeten passen is dat de ECB
niet via een omweg deze rol gaat vervullen. Het begint
er verdacht veel op te lijken met het opkopen van de
schuld van Zuid-Europese landen. Het is niet alleen
onjuist, omdat op deze manier de problemen worden
afgewenteld op andere belastingbetalers, het is ook de
vraag of het mandaat van de ECB niet wordt opgerekt.
ECB-president Draghi kan wel zeggen dat hij alles zal
doen om de euro te redden, maar of hij ook mag doen
wat hij nu doet is helemaal niet zeker.’
Een derde alternatief is dat de overschotlanden, zoals
Duitsland en Nederland, voor een sterk inflatoir beleid
zouden kiezen. Sinn’s eigen Duitsland zou wat hem
betreft meer kunnen doen om de consumptie in eigen
land aan te jagen. Dit inflatoire beleid druist echter, zo
weet Sinn als geen ander, in tegen de landsaard van de
Duitsers. ‘De hyperinflatie in de jaren twintig van de
vorige eeuw lijkt lang geleden, maar het trauma is nog
altijd niet verwerkt. De vrees voor een vergelijkbaar
scenario is nog altijd levensgroot.’
En dan is er nog een vierde alternatief. Een tijdelijke
exit uit de eurozone. Het is de enige enigszins acceptabele keuze die er is, zo zegt Sinn stellig. ‘Let wel’, zegt
Sinn, ‘er is geen goede oplossing. Alles heeft nadelen,
maar met een tijdelijke exit, en de devaluatie van de
munt die daarmee gepaard gaat, kan een politieke
crisis, wellicht zelfs uitmondend in een burgeroorlog
in diverse landen, worden voorkomen.’
Nee, zo’n exit kan niet worden afgedwongen, denkt
Sinn. ‘Het moet de keuze van het land zelf zijn. Mocht
het daarvoor kiezen dan moet het bij voorkeur een snel
proces zijn, met allerlei manieren om kapitaalexport
te voorkomen. Het is zaak om de exit goed voor te
bereiden, bij voorkeur in het geheim. Daarna moet de
beslissing in een weekeinde worden genomen, met
allerlei beperkingen op het gebied van kapitaalexport.
En natuurlijk is het dan nog pijnlijk. Het is een gecompliceerd proces, maar het grote voordeel dat ik zie is
dat een land, na de devaluatie en de tijdelijke invoering
van de eigen munt, weer concurrerend is. En het bete-
CV
Hans-Werner Sinn is hoogleraar Economie en Openbare Financiën aan
de Universiteit van München. Het meest bekend is hij als president van
het IFO-instituut, een invloedrijke denktank die de vinger aan de pols
van de Duitse economie houdt.
Volgens het weekblad Wirtschaftswoche is Sinn de meest vooraanstaande econoom van Duitsland. Hij is een veelgevraagd spreker en
heeft talloze boeken geschreven. Het meest recente is ‘The Euro Trap;
On Bursting Bubbles, Budgets and Beliefs’, verschenen bij Oxford
University Press.
NUMMER 7 / 2014
FINANCIAL
INVESTIGATOR
11
// WETENSCHAP EN PRAKTIJK
kent natuurlijk niet dat er geen hervormingen moeten
worden doorgevoerd.’
Die hervormingen blijven noodzakelijk in de ogen van
Sinn. De tijdelijke exit is in zijn ogen de enige manier
om dit soort hervormingen te bewerkstelligen. De
devaluatie creëert de politieke en maatschappelijke
ruimte die noodzakelijk is om verregaande hervormingen door te voeren. ‘Die ruimte is er niet zolang landen
als Griekenland en Spanje in de valkuil van de euro
gevangen zitten.’
De tijdelijke exit is een vondst, denkt Sinn. Hij ziet het als
een soort ziekenhuisbezoek. Het is onplezierig maar soms
noodzakelijk om de patiënt beter te maken. Maar als de
patiënt na verloop van tijd weer beter is, dan mag hij het
ziekenhuis uit. Of in het geval van de europroblematiek,
mogen de landen weer lid worden van de euroclub.
Hoe lang de periode van de tijdelijke exit gaat duren
is niet duidelijk. Voordat er weer sprake kan zijn van
herintreding moet er veel geregeld worden. ‘Het moet
mogelijk zijn dat landen juridisch gezien lid blijven van
de eurogroep en aan alle discussies deel blijven nemen
om na verloop van tijd weer aansluiting te zoeken.
Wanneer de zaken weer enigszins op orde zijn in het
land en een sociale catastrofe is voorkomen.’
‘De Unie en de euro
zijn de wapens die we
nodig hebben om vrede binnen
Europa te handhaven.
Daar geloof ik echt in.'
Want hoe kritisch Sinn ook is over de manier waarop de
crisis is veroorzaakt en hoe deze tot nu toe is aangepakt,
over de Europese Unie en de euro zelf blijft Sinn
enthousiast. Naast de economische en sociale unie,
moet er wat Sinn betreft ook een politieke unie komen.
Die politieke unie is in zekere zin een voorwaarde voor
een goed functioneren van de eurozone. Het moment
dat werd gekozen om de euro te introduceren, betekende dat het paard achter de kar gespannen werd. Dat
was verkeerd. Maar men kan van fouten leren. Men
moet volgens Sinn de kop niet in het zand steken door
hardnekkig vast te houden aan het onzalige idee dat de
euro op dit moment is.
12
FINANCIAL
INVESTIGATOR
NUMMER 7 / 2014
Sinn wijst op de wapenuitrustingen om hem heen in de
Armourers’ Hall. ‘De Unie en de euro zijn de wapens
die we nodig hebben om vrede binnen Europa te handhaven. Daar geloof ik echt in. Met een gezamenlijk
leger en met een volwaardig parlement. In zo’n
constellatie kan ook de euro een wezenlijke rol spelen.’ «
• Euro is valkuil voor probleemlanden
• Er bestaat geen pijnloze remedie voor
euro-problematiek
• ECB overschrijdt mandaat met opkopen
probleemschulden