UITNODIGING Delfien Verhelst

Promotoren
Curriculum Vitae
Prof. Dr. Eric Cox
Delfien Verhelst werd geboren op 12
maart 1981 in Gent.
Vakgroep Virologie, Parasitologie en
Immunologie
Faculteit Diergeneeskunde, Ugent
Prof. Dr. Pierre Dorny
Vakgroep Virologie, Parasitologie en
Immunologie
Faculteit Diergeneeskunde, Ugent
Leden van de examencommissie
Prof. Dr. Piet Deprez
Voorzitter van de examencommissie
Afgevaardigde decaan
Prof. Dr. Edwin Claerebout
Vakgroep Virologie, Parasitologie en
Immunologie
Faculteit Diergeneeskunde, Ugent
Dr. Stéphane De Craeye
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid,
Brussel
Prof. Dr. Lieven De Zutter
Vakgroep Veterinaire Volksgezondheid en
voedselveiligheid
Faculteit Diergeneeskunde, UGent
Zij behaalde haar diploma secundair
onderwijs aan Humaniora Nieuwen Bosch en
startte hierna de studies Diergeneeskunde
aan de universiteit Gent. In 2007 behaalde ze
het diploma dierenarts met onderscheiding.
Geboeid door het wetenschappelijk
onderzoek, startte zij na haar studie in 2007
een onderzoek voor de federale overheid bij
de vakgroep Immunologie aan de Faculteit
Diergeneeskunde van de Universiteit Gent.
Waarna ze aansluitend een doctoraatsonderzoek, gefinancierd door het IWT,
startte. Tevens behaalde zij recent het
getuigschrift van de Doctoral School of Life
Sciences and Medicine van de Universiteit
Gent.
Delfien is auteur of medeauteur van
meerder wetenschappelijke publicaties in
nationale en internationale tijdschriften. Zij
nam de voorbije jaren actief deel aan
meerdere nationale en internationale
congressen.
UITNODIGING
Openbare verdediging van het doctoraal
proefschrift
Delfien Verhelst
13 oktober 2014
Dr. Erik Jongert
GlaxoSmithKline biologicals, Rixensart
Dr. Jozef Laureyns
Vakgroep Verloskunde, Voortplanting en
bedrijfsdiergeneeskunde
Faculteit Diergeneeskunde, UGent
Prof. Dr. Louis Maes
Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en
Hygiëne,
Universiteit Antwerpen
Vakgroep Virologie, Parasitologie en
Immunologie
Faculteit Diergeneeskunde, Ugent
U wordt vriendelijk uitgenodigd voor de
openbare verdediging van het doctoraal
proefschrift van
Delfien Verhelst
Titel van het proefschrift:
Seroprevalence of
Toxoplasma gondii and immune
responses in Belgian sheep
De verdediging zal plaatsvinden op
maandag 13 oktober 2014 om 17.00 uur
in het Auditorium A van de
Faculteit Diergeneeskunde
Universiteit Gent
Salisburylaan 133, Merelbeke
Na de verdediging volgt een receptie
waarop u vriendelijk wordt uitgenodigd
Indien u de receptie zult bijwonen, gelieve
dit telefonisch (0472/74.78.60) of per mail
([email protected])
te melden vóór 7 oktober 2014
Samenvatting van het proefschrift
In het eerste deel van de thesis worden
de parasiet, zijn levenscyclus en infecties bij
schapen uitvoerig belicht. Volgens de
Scientific Opinion of the Panel on Biological
Hazards heeft toxoplasmosis de hoogste
humane incidentie van de parasitaire
zoönosen. Risicoanalyses, uitgevoerd door
hetzelfde panel, beklemtonen daarenboven
het gebrek aan kwantitatieve data op
Belgisch niveau. Bovendien is er, tot op
heden, zeer weinig gekend over de
immuniteit in het schaap tijdens een T. gondii
infectie. De belangrijkste doelstellingen,
geformuleerd in het tweede deel van de
thesis, zijn dan ook het nagaan van de
prevalentie bij schapen en het verwerven van
inzicht in de acute fase van de infectie bij
schapen.
Deel 3 bestaat uit 3 experimentele
studies. In de eerste studie werd een zeer
hoge T. gondii-seroprevalentie bij Belgische
schapen waargenomen, gemiddeld 87,4% is
seropositief. Dit is te wijten aan hoge
prevalenties in Oost-Vlaanderen (96,6 %),
West-Vlaanderen (96,8 %), Limburg (97,3%)
en
Vlaams
Brabant
(97,8%).
De
seroprevalenties in Antwerpen (65,2 %) en
de Waalse regio liggen significant lager
(68,6%). Deze waarden tonen aan dat het
eten van onvoldoende doorbakken Belgisch
schapenvlees een hoog potentieel risico
vormt op infectie met T. gondii.
Om meer inzicht te krijgen in de
parasiet - gastheer interactie, werd in een
volgende studie de acute fase van de infectie
bestudeerd. Hierbij werden - de eerste 3
weken
na
infectie
de
serum
antistoffenrespons, alsook de hoeveelheid
parasitair DNA en de parasiet-geïnduceerde
interferon-γ en interleukine-12 responsen in
het intestinaal weefsel en de drainerende
lymfeknopen onderzocht. Reeds de eerste
dagen na infectie dringen tachyzoïeten,
vooral craniaal, de dunne darmmucosa
binnen. Dit gaat gepaard met een interferon-γ
en IL-12 respons die het meest uitgesproken
is in de mesenteriale lymfeknopen. Veertien
dagen na infectie is er een sterke afname tot
zelfs afwezigheid van IFN-γ en IL-12 in de
Peyerse
Platen,
de
perifere
bloed
mononucleaire cellen en de popliteus
lymfeknoop. Deze daling gaat gepaard met de
opkomst
van
parasiet-specifiek
IgG.
Gelijktijdig wordt T. gondii DNA uit de meeste
mucosale en systemische weefsels geïsoleerd.
Echter, één week later is er geen parasitair
DNA meer detecteerbaar in de onderzochte
weefsels. Dit zou erop kunnen wijzen dat de
parasiet deze weefsels reeds verlaten had of
eruit verwijderd werd, onder invloed van de
opgebouwde immuunrespons.
De
derde
experimentele
studie
onderzocht de cytokine mRNA expressie
door bloed mononucleaire cellen, de
antistoffenrespons en de parasitaire load,
tijdens een subacute T. gondii infectie van
schapen en varkens. Beide species werden
met verschillende stammen geïnfecteerd.
Hoewel de parasitaire load in weefsels voor
beide species vergelijkbaar was, zagen we bij
schapen een antistoffenrespons tegen alle 5
geteste T. gondii antigenen, terwijl bij de
varkens
enkel
rGRA7-specifieke
antilichamen konden worden aangetoond.
Ook de cytokine respons leek meer
uitgesproken bij schapen dan bij varkens.
De
resultaten
suggeren
dat
rGRA7-specifieke serumantilichamen bij
levende schapen en varkens en bio-assay en
qPCR op hartspierweefsel van geslachte
dieren de beste testen zijn om besmetting
met T. gondii te detecteren.