Uitnodiging - Universiteit Gent

Promotoren
Prof. Dr. H. Nauwynck
Faculteit Diergeneeskunde, UGent
Leden van de examencommissie
Prof. Dr. P. Deprez
Afgevaardigde decaan
Voorzitter van de examencommissie
Dr. B.J. Bosch
Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht
Prof. dr. T. Michiels
Faculteit Geneeskunde, UCL
Prof. Dr. X. Saelens
Faculteit Wetenschappen, UGent
Prof. Dr. H. Favoreel
Faculteit Diergeneeskunde, Ugent
Dr. H. Dewerchin
BioMaric N.V., Zwijnaarde
Dr. E. Van Hamme
VIB, Zwijnaarde
Dr. N. De Regge
Coda-Cerva, Ukkel
Curriculum Vitae
Annelike Dedeurwaerder werd geboren op
16 januari 1986 te Kortrijk.
Zij beëindigde haar secundaire studies in
2004 aan het Onze-Lieve-Vrouw-instituut van
Vlaanderen
te
Kortrijk
(richting
Wetenschappen-Wiskunde). Vervolgens startte
zij haar universitaire studies aan de Faculteit
Bio-ingenieurswetenschappen
van
de
Universiteit Gent waar zij in 2009 het diploma
behaalde
van
Master
in
de
Bioingenieurswetenschappen afstudeerrichting celen genbiotechnologie met onderscheiding.
Sinds augustus 2009 verricht zij onderzoek
aan de Vakgroep Virologie, Parasitologie en
Immunologie op de Faculteit Diergeneeskunde
van de Universiteit Gent. Vanaf januari 2010
beschikt zij over een vierjarig IWTdoctoraatsbursaal van het Vlaamse Agentschap
voor Innovatie door Wetenschap en Techniek.
Dit onderzoek handelt over het felien infectieuze
peritonitis virus en de rol van zijn accessoire
eiwitten in het bereiken van een hoge virulentie
door onder andere de evasie van de interferongemedieërde immuunrespons.
Annelike Dedeurwaerder is auteur of medeauteur
van
meerdere
wetenschappelijke
publicaties in internationale tijdschriften. Zij
nam actief deel aan meerdere nationale en
internationale congressen.
UITNODIGING
Openbare verdediging van het doctoraal
proefschrift
Annelike Dedeurwaerder
25 maart 2014
Vakgroep Virologie, Parasitologie en Immunologie
U wordt vriendelijk uitgenodigd voor de
openbare verdediging van het doctoraal
proefschrift van
Annelike DEDEURWAERDER
Titel van het proefschrift:
Feline infectious peritonitis virus accessory
proteins and type I interferon are fighting for
dominance
De verdediging zal plaatsvinden op
dinsdag 25 maart 2014 om 17.30 uur
in Auditorium hoogbouw van de
Faculteit Diergeneeskunde
Universiteit Gent
Salisburylaan 133, Merelbeke
Na de verdediging volgt een receptie waarop
u vriendelijk wordt uitgenodigd
Indien u de receptie zult bijwonen, gelieve dit
telefonisch (0485/95.31.69) of per mail
([email protected])
te melden vóór 20 maart 2014
Samenvatting van het proefschrift
Felien infectieuze peritonitis (FIP) is een
extreem dodelijke ziekte in de kattenpopulatie,
voor welke nog geen behandeling bestaat. De
ziekte wordt gekenmerkt door een replicatie van
het virus (FIPV) in monocyt/macrofagen, welke
systemisch gaan spreiden en een uitgebreide
ontstekingsreactie in verschillende weefsels
veroorzaken. Het wordt algemeen aangenomen
dat FIPV binnenin de kat ontstaat als mutant van
het laag virulent pathotype feliene enterisch
coronavirus, FECV. FIPV codeert voor
verschillende structurele, niet-structurele en
accessoire
eiwitten.
Het
is
algemeen
aangenomen dat de accessoire eiwitten (3a, 3b,
3c, 7a en 7b) belangrijk zijn voor virus-gastheer
interacties, onder andere omdat de accessoire
openleesraam (OLR) deletiemutanten van FIPV
(FIPV-Δ3, FIPV-Δ7 en FIPV-Δ3Δ7, resp.
gedeleteerd in OLR3abc, OLR7ab en beide)
geheel verzwakt zijn in vivo. Het onthullen van
hun exacte functies vormt de centrale
doelstelling van deze thesis, wat uiteindelijk
mogelijkheden zou kunnen bieden om deze
ziekte te behandelen of te voorkomen.
Een eerste deel van deze thesis bestond erin
te achterhalen wat het belang is van de
accessoire eiwitten voor de replicatie van FIPV
in de primaire doelwitcel, de monocyt.
Progressieve replicatie in deze immuuncellen
vormt één van de belangrijkste verschillen
tussen het laag virulente FECV en dodelijke
FIPV. We toonden aan dat, in tegenstelling tot
FIPV-wt, FIPV-Δ7 en FIPV-Δ3Δ7 hun
replicatie in de monocyten niet langer productief
konden onderhouden. FIPV-Δ3 kon dit wel,
maar zijn infectie was minder efficiënt dan die
van FIPV-wt. Algemeen kan er besloten worden
dat de accessoire eiwitten van FIPV bijdragen
tot de productieve replicatie in de in vivo
doelwitcel, de monocyt/macrofaag, met een
hoofdrol voor OLR7.
In het tweede deel werd verder ingegaan op
de mechanismen die de accessoire eiwitten
zouden kunnen gebruiken om een efficiënte
virus-gastheer interactie toe te laten. Aangezien
de aangeboren immuniteit, gekenmerkt door o.a.
een IFN antivirale respons, één van de
bepalende factoren is voor het ziekteverloop,
hebben we ons hierop verder geconcentreerd. Er
werd aangetoond dat FIPV infecties wel degelijk
IFN induceren, wat betekent dat het virus deze
IFN respons moet tegenwerken om replicatie toe
te laten. Eiwit 7a, gecodeerd door ORF7 van
FIPV,
bleek
dergelijke
antagonistische
eigenschappen te vertonen. Dit werd bewezen
door het feit dat FIPV-Δ7 gevoeliger was voor
IFN-α behandeling dan FIPV-wt en eiwit 7a,
maar niet eiwit 7b, de gevoeligheid van FIPVΔ7 kon opheffen. Desalniettemin toonden onze
resultaten ook aan dat een dichte samenwerking
tussen eiwit 7a en ORF3 nodig was om de
antivirale respons te ontwijken. Deze conclusie
kon gemaakt worden omdat, in aanwezigheid
van IFN-α , eiwit 7a niet langer de replicatie
efficiëntie van FIPV-Δ3Δ7 kon verhogen en
omdat alle drie FIPV-mutanten een gelijkaardig
negatief effect van IFN-α behandeling
ondervonden.
In het derde deel van de doctoraatsthesis
werd aangetoond dat eiwit 7a onder andere de
IFN respons tegenwerkt via de defosforylatie
van eIF2α, een activiteit die nodig zou zijn om
de eiwit translatie in geïnfecteerde cellen in
stand te houden. Wanneer het PP1c
bindingsmotief gedeleteerd werd in eiwit 7a,
kon het niet langer de eIF2α fosforylatie
tegengaan, wat aangeeft dat het fosfatase PP1
zou kunnen betrokken zijn in dit proces. Finaal
toonden deze experimenten ook een rol aan voor
OLR3 in deze pathway, maar het exacte
mechanisme kon hiervoor nog niet bestudeerd
worden. Algemeen kan besloten worden dat er
een belangrijke rol is weggelegd voor
verschillende van de accessoire eiwitten in de
evasie van de IFN respons.