Promotoren - Universiteit Gent

Promotoren
Prof. dr. M. Hesta
Faculteit Diergeneeskunde, UGent
Prof. Dr. ir. G.P.J. Janssens
Faculteit Diergeneeskunde, UGent
Leden van de examencommissie
Prof. Dr. F. Gasthuys
Voorzitter van de examencommissie
Prof. Dr. R. Ducatelle
Faculteit Diergeneeskunde, UGent
Prof. Dr. P. Deprez
Faculteit Diergeneeskunde, UGent
Prof. Dr. C. Argo
University of Liverpool
Prof. Dr. P. Harris
WALTHAM, Equine Studies Group
Prof. Dr. N. Kirschvink
Université de Namur
Prof. Dr. C. Delesalle
Faculteit Diergeneeskunde, UGent
Curriculum Vitae
Lien Bruynsteen werd geboren op 19
augustus 1983 te Torhout.
Na het behalen van het diploma hoger
secundair onderwijs aan het Sint-Jozefscollege
te Torhout in de richting wiskundewetenschappen, begon zij in 2001 aan de studie
Diergeneeskunde aan de Universiteit Gent. Zij
behaalde haar diploma van Dierenarts in 2007
met onderscheiding, optie Paard. Na een
tewerkstelling als leerkracht biologie en
zelfstandig dierenarts bij DAP De Geest Jan in
Watou startte ze in juli 2009 aan het
Laboratorium
Dierenvoeding,
Vakgroep
Voeding, Genetica en Ethologie. Eerst als
doctoraatsbursaal
met
een
facultaire
onderzoeksbeurs en van februari 2010 tot eind
december als Dehousse bursaal. In januari 2011
behaalde zij een IWT specialisatiebeurs.
Gedurende meer dan 5 jaar deed zij onderzoek
naar overgewicht en obesitas bij het paard, de
invloed van plaats van vetopslag in het
paardenlichaam en de invloed van vermageren
op verschillende metabole parameters bij het
paard. Daarnaast was zij promotor en
medepromotor
van
meerdere
hogeschoolstudenten
en
studenten
diergeneeskunde.
Gedurende
haar
doctoraatsopleiding hielp ze mee met het
praktisch werk bij verschillende collega’s en
verschillende diersoorten.
Lien Bruynsteen is auteur van
meerdere wetenschappelijke publicaties in
internationale tijdschriften. Tevens was zij
spreker op meerdere nationale en internationale
congressen.
UITNODIGING
Openbare verdediging van het doctoraal
proefschrift
Lien Bruynsteen
19 december 2014
Vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie
Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Gent
U wordt vriendelijk uitgenodigd voor de
openbare verdediging van het doctoraal
proefschrift van
Lien BRUYNSTEEN
Titel van het proefschrift:
Aspects of obesity and energy
restriction in equines
De verdediging zal plaatsvinden op
vrijdag 19 december 2014 om 13.30 uur
in het Auditorium Hoogbouw van de
Faculteit Diergeneeskunde
Universiteit Gent
Salisburylaan 133, Merelbeke
Na de verdediging volgt een receptie in het
museum Morfologie waarop u vriendelijk
wordt uitgenodigd
Indien u de receptie wenst bij te wonen, gelieve te
bevestigen per e-mail ([email protected])
voor 9 december 2014.
Samenvatting van het proefschrift
Overgewicht en obesitas zijn een steeds
groter wordend probleem in de huidige
paardenhouderij, niet in het minst bij de
gezelschapspaarden/pony’s en paarden gebruikt
voor recreatieve doeleinden.
In Hoofdstuk 1 wordt een algemeen
overzicht gegeven van wat obesitas precies is, en
hoe we de voedingstoestand, de vetverdeling en
de lichaamssamenstelling bij paardachtigen
kunnen beoordelen. Verder worden verschillende
redenen aangehaald waarom overgewicht en
obesitas een toenemend probleem zijn. Tevens
wordt een overzicht van de samenstelling van
vetweefsel en de negatieve effecten van
overgewicht en obesitas bij zowel de mens als
paardachtigen behandeld. Er wordt afgesloten
met de belangrijkste vermageringsstrategieën bij
paardachtigen zoals deze beschreven zijn in de
literatuur.
Het eerste doel van deze thesis was
nagaan wat de negatieve effecten waren van
overgewicht en obesitas bij paardachtigen, met
specifieke aandacht voor het belang van de
verschillende vetdepots in het paardenlichaam.
Waar bij de mens vooral het intra-abdominaal
vetdepot verantwoordelijk is voor de negatieve
effecten geassocieerd met obesitas, werd dit bij
het paard grotendeels toegewezen aan het
vetdepot ter hoogte van de nek. Om verschillen in
genexpressie van cytokines in vetdepots verspreid
over het gehele paardenlichaam te kunnen
bestuderen werden in Hoofdstuk 3 uit een set
beschikbare referentiegenen de meest stabiele
referentiegenen gekozen. HPRT1, RPL32 en
GAPDH werden aangewend voor de normalisatie
van de resultaten uit Hoofdstuk 4 waar werd
nagegaan of er regionale verschillen waren in
genexpressie van ontstekingsgerelateerde genen
tussen vetweefsel afkomstig van de nekregio,
subcutaan vet en abdominaal vet. Net zoals bij de
mens en andere diersoorten waren er duidelijke
regionale verschillen in genexpressie. Een hoger
pro-inflammatoir
profiel
van
vetweefsel
afkomstig uit nekregio kon in deze studie niet
volledig bevestigd worden. Regionale verschillen
in vetcelgrootte en aantal antigeen presenterende
cellen werden wel aangetoond.
Het tweede doel van deze thesis was
nagaan welk effect energiebeperking had op de
verschillende vetdepots, en of er verschillen
waren
tussen
matige
en
strengere
energiebeperking (Hoofdstuk 5). Strengere
energiebeperking ging gepaard met een
procentueel groter gewichtsverlies, grotere
afname van buik- en borstomtrek, evenals een
trend voor een grotere afname van de subcutane
vetdikte ter hoogte van de staart. Ook de daling in
lichaamsconditiescore was hoger in de strenger
energiebeperkte groep. Een verdubbeling in
energiebeperking ging echter niet gepaard met
een evenredige reductie in alle voorgenoemde
parameters.
Ook werd er in deze studie nagegaan
wat het effect was van snelheid van vermageren
op metabole parameters (Hoofdstuk 6). Uit de
resultaten concludeerden we dat vermageren en
snelheid van vermageren een invloed hadden op
anti- en pro-oxidatieve parameters tijdens het
verloop van het vermageringsproces, maar niet
resulteerden in gedaalde gehaltes op het einde
van de vermageringsperiode.
De onderzoeken uitgevoerd in deze
thesis maken duidelijk dat er ook bij
paardachtigen met een normale tot obese
lichaamsconditie regionale verschillen zijn in
inflammatoir profiel, vetcelgrootte en aantal
antigeenpresenterende
cellen
tussen
de
verschillende
vetdepots.
Snelheid
van
vermageren heeft invloed op bepaalde
morfometrische en oxidatieve stress gerelateerde
parameters, maar langere termijn studies waarbij
paarden opgevolgd worden tot op ideaal gewicht
zijn essentieel om een nog betere kennis te
verschaffen in verband met de invloed van
gewichtsverlies op voorgenoemde parameters.