Bijlage 5 ECT in beeld Het Referentiekader Passend onderwijs geeft aan dat er een multidisciplinaire structuur aanwezig moet zijn in het SWV (of de regio) die het proces van toekenning van extra ondersteuning (en extra middelen) ondersteunt. Hierbij gaan we uit van de professionaliteit van de docent, team en de school. Het is niet de bedoeling om een tussenlaag te creëren: het hart van de ondersteuning klopt in de school. In SWV Groningen Ommelanden kan dit gerealiseerd worden in de vorm van Regionale Expertise en Consultatieteams1 (later vermeld als E.C.T.) die de scholen en schoolbesturen adviseren en ondersteunen bij het aanvragen, opstellen van het OPP en uitvoeren van extra ondersteuning om het perspectief van een leerling te realiseren. De focus ligt hierbij op het Doorgaande ondersteuningsstructuur • • • Overgang PO-VO Overgang VO-MBO Overgang VO- arbeidsmarkt Om de verschillende taken uit te kunnen voeren, bestaat het E.C.T. minimaal uit: begeleiders met uitstekende coachings- en begeleidingsvaardigheden en specifieke expertise op het gebied van dyslexie, dyscalculie, klassenmanagement, hoogbegaafdheid, gedragsproblemen, syndroom van Down, video interactiebegeleiding, enz. een orthopedagoog/ GZ psycholoog en een gedragsdeskundige; in het OOGO met de gemeenten is vastgelegd dat er een beroep kan worden gedaan op deskundigheid van het CJG (MEE, Bureau Jeugdzorg, GGD) We maken onderscheid tussen het ondersteunen/beoordelen van de extra ondersteuning (Consultatie- en Expertiseteam ingesteld door SWV) en de aanvraag/uitvoering van deze ondersteuning (ondersteuningsteam van de school). De ambitie is dat de ingezette expertise en ondersteuning vanuit het ECT steeds verder in de school en tussenvoorziening daalt waarbij het beroep op de ondersteuning en advisering vanuit het ECT zal afnemen. Om deze ambitie te halen zal in de volgende fase worden uitgewerkt wat de actiepunten van het ECT, de ondersteuningsteams en de school zijn en hoe deze ambitie gezamenlijk wordt gerealiseerd. Voor een goede uitvoering van taken is het belangrijk dat de leden van het E.C.T. zicht hebben op de mogelijkheden voor extra ondersteuning op de scholen voor regulier onderwijs 1 De consultatie- en expertiseteams worden ingesteld door de besturen van de samenwerkingsverbanden en overige partners in de onderwijsketen en leggen jaarlijks verantwoording af aan de besturen. In het overleg met de gemeenten wordt oprichting en verslag zorgvuldig afgestemd. Ondersteuningsplan SWV 20.02 1 Groningen Ommelanden in de regio zoals die in de ondersteuningsprofielen zijn beschrijven. De expertiseteams in de verschillende regio’s kunnen gebruik maken van elkaars expertise. Als uitwerking van het tripartiete akkoord kan worden onderzocht of werknemers vanuit cluster 3 en 4 hiervoor kunnen worden ingezet. Werking van het Regionaal Expertise en Consultatieteam2 a. Adviseren en arrangeren op maat bij de TWA (toewijzing van arrangementen) In het ondersteuningsteam van de school is vastgesteld dat er extra ondersteuning noodzakelijk is en hoe die ingevuld moet worden binnen de school. - Het E.C. T. ondersteunt de aanvraag van het ondersteuningsteam; Gezamenlijk stelt men een arrangement vast voor een bepaalde leerling, in de betreffende school, voor een bepaalde tijd: een arrangement op maat. Gezamenlijk met school en ouders wordt het OPP (ontwikkelingsperspectief) opgesteld. Wanneer er specifieke deskundigheid of een nauwere samenwerking met ketenpartners nodig is waarin de basisondersteuning niet voorziet, kan de specifieke expertise van de medewerkers van het E.C. T. worden ingezet. NB: Bij de uitvoering van arrangementen is clustering van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften mogelijk. b. Versterkt de expertise op het gebied van de basisondersteuning (uit de middelen van de individuele schoolbesturen) Wanneer het E.C. T. vaststelt dat de aanvraag voor extra ondersteuning niet gehonoreerd kan worden, omdat de onderwijsbehoeften van de leerling de basisondersteuning niet overstijgen, volgt een handelingsgericht advies aan het ondersteuningsteam van de school om de basisondersteuning te versterken. De expertise vanuit andere scholen, ketenpartners of het E.C.T kan hierbij betrokken worden. Deze ondersteuning wordt niet bekostigd uit de middelen van het SWV. c. Bepalen van toelaatbaarheid (Commissie van Advies) Het E.C.T. heeft directe en korte lijn met het CvA. Indien het OT in afstemming met het ECT heeft beoordeeld dat een TWA in het regulier onderwijs onvoldoende passend is voor de ondersteuningsbehoefte en zwaarte wordt een aanvraag voor de TLV gedaan. In de CvA Ondersteuningsplan SWV 20.02 2 Groningen Ommelanden vindt toetsing plaats voor de aanvraag van een TLV. Hierin is een orthopedagoog/ GZ psycholoog verbonden en een aantal (nader te bepalen) andere deskundigen. Overwogen kan worden om een orthopedagoog/ GZ psycholoog en een tweede deskundige, naar gelang de aard van de noodzakelijke extra ondersteuning toe te voegen aan de ECT en de TLV regionaal plaats te laten vinden. Overwogen kan worden om een professional uit het VSO toe te voegen aan de CvA die dan uit drie leden bestaat. In de afstemming m.b.t. de inrichting van een gezamenlijke CvA zal dit worden meegenomen en uitgewerkt in de werkgroep CvA waarin Groningen Stad en Ommelanden gezamenlijk zitting hebben. d. Bewaakt de doorgaande ondersteuningslijn bij de overgangen in de onderwijsketen Wanneer de overstap naar een ander schooltype in beeld komt wordt tijdig besproken welke type onderwijs en welke specifieke school geschikt is voor een leerling, gezien de noodzakelijke extra ondersteuning. Om een doorgaande lijn te realiseren in de begeleiding en ondersteuning van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en waarvoor een ontwikkelingsperspectief (OPP) is opgesteld, heeft iedere regio subteams: 2,5 tot 10 jaar 10- 14 jaar 14- 18 jaar 18-20 jaar3 Hierbij worden specifieke afspraken gemaakt om de spreiding van extra ondersteuning over de schoolbesturen mee te nemen en te bespreken voor aanmelding. Hierbij kan het ook gaan om grensverkeer tussen SWV-en. Regio-indeling Voorstel is om hierbij de indeling van de regionale subteams aan te laten sluiten bij de huidige regionale werkwijze. Komend jaar verwachten we meerdere wijzigingen die van invloed kunnen zijn op regio-indeling. De huidige regio- indeling is als volgt: 1. Westerkwartier/Noordenveld (Zuidhorn, Grootegast, Marum, Leek en Noordenveld) 2. Noord-West Groningen (De Marne, Winsum, Bedum en Eemsmond, Delfzijl, Appingedam en Loppersum) 3. Veendam e.o.(Veendam, Menterwolde, Pekela) 3 Deze subgroep zal in afstemming met MBO,gemeenten en zorgpartners toegevoegd kunnen worden. Ondersteuningsplan SWV 20.02 3 Groningen Ommelanden 4. Oost Groningen (Bellingwedde, Oldambt) 5. Stadskanaal e.o. (Stadskanaal) 6. Hoogezand-Sappemeer en Slochteren Onderzocht wordt of de regio's 3 tot en met 6 samengevoegd kunnen worden. In de tussenliggende periode zal er op afstemmingsniveau overleg plaats vinden. Ondersteuningsplan SWV 20.02 4 Groningen Ommelanden Ondersteuningsplan SWV 20.02 5 Groningen Ommelanden
© Copyright 2024 ExpyDoc