Gez o n d h ei d Een examen afleggen, een toets, een spreekbeurt geven, voorlezen of antwoorden op de vraag van de leraar. Ieder kind ervaart wel eens stress. De meeste kinderen kunnen daar goed mee omgaan. Maar sommigen zijn zo bang voor een slechte prestatie dat het hen totaal niet lukt. Ongeveer één op de tien kinderen krijgt op school te maken met faalangst. Tekening: Berber Pietersen 4 Johan Van Acker Ik kan het niet, ik kan het wel ltekst: Brigitte Stevens beeldkeuze: Luc Loosveldl “Op zich is angst niet negatief”, zegt Johan Van Acker, directeur Vrij CLB Waas en Dender, “angst is een reactie die ons voorbereidt op gevaar. Het maakt ons alert voor een moeilijke opdracht. Daardoor komt energie naar boven die nodig is om een taak te volbrengen. Het wordt problematisch als angst te sterk toeneemt en het handelen gaat beperken, wanneer die angst leidt tot vermijdingsgedrag, tot mindere schoolresultaten ... De ontwikkeling van het kind komt in gevaar, emotioneel, sociaal, maar ook lichamelijk. Het is dan hoogtijd om in te grijpen.” Totale blokkage Faalangst herken je aan heel wat signalen zoals zweethanden, hoofdpijn, buikpijn, versnelde hartslag, slaapproblemen. De angst dat het niet gaat lukken, blokkeert het hele lichaam. De leerling of student bevindt zich ook altijd in een situatie waarin hij beoordeeld wordt, zoals een examen, toets of spreekbeurt. Waar de kans groot is dat er mislukkingen gaan optreden. Leerlingen met faalangst denken minder grondig na over de op te lossen toetsen omdat ze vooral denken aan de Kinderen hebben vaak een programma dat van maandag tot maandag overvol zit. Ze kunnen niet meer tot rust komen. verwachte mislukking en de gevolgen ervan. Ze denken vaak negatief over zichzelf (ik kan dat niet, ik ben de domste van de klas) of zijn perfectionist (ik mag geen fouten maken). Ze wijten mislukkingen aan zichzelf en gaan die vaak opblazen. Succes wijten ze aan externe factoren (ik had geluk, het was gemakkelijk). Cirkel doorbreken Johan: “Als een leerling een opdracht moet uitvoeren, gaat hij zichzelf beoordelen: ga ik dit kunnen of niet? Als hij aanvoelt dat hij het niet kan, dan komt de angst en gaat hij voor zichzelf een hoge of lage doelstelling bepalen. De ene wil dan in veel gevallen uitermate zijn best doen. We spreken dan van actieve faalangst. Die leerling gaat uren en uren studeren en neemt weinig ontspanning. Bovendien steekt hij dan zoveel tijd in details, dat hij de hoofdzaken uit het oog verliest en faalt. Daarnaast is er de passieve faalangstige. Deze zal zijn doelstelling net heel laag zetten, weinig inspanningen leveren en zijn taak ontlopen. Hij probeert mislukkingen te voorkomen door af te haken en faalt dus ook.” Nadien zoekt de actieve of passieve faalangstige leerling een verklaring voor zijn falen (ik kan dat niet, ik ben een dommerik). Als dit een paar keer gebeurt, gaat hij steeds slechter denken over zichzelf. Daardoor presteert hij nog Meer info: • Vrij CLB Waas en Dender, Ankerstraat 63, Sint-Niklaas, tel. 03 776 34 51, [email protected], www.vclbwaasendender.be • www.klasse.be minder. Hij komt in een vicieuze cirkel terecht. De kunst is om die cirkel te doorbreken. “De kern van faalangst is het zelfbeeld. De manier waarop de leerling over zichzelf denkt, zal zeer sterk bepalen hoe hij met faalangst zal omgaan”, verduidelijkt Johan. Geen tijd om te vervelen Bekijk ook zeker het aanbod cursussen en workshops voor kinderen van CM Waas en Dender. Zo is er een reeks ‘mindfulness voor kinderen’ waar kinderen van 6 tot 10 jaar hun hoofd vol piekergedachten leren tot rust brengen. Of leer je kind de ‘durver in zichzelf ontdekken’, een training gericht op kids tussen 10 en 12 jaar die het moeilijk vinden om voor zichzelf op te komen. Beide cursussen starten op 28 september. Schrijf dus snel in. Voor meer info en online inschrijven, surf naar www.cm.be en klik bovenaan door naar ‘agenda’. Meerdere factoren spelen een rol bij faalangst. Sommige kinderen hebben meer aanleg om faalangst te ontwikkelen. “Erfelijkheid is een belangrijke speler. Het ene kind is van nature angstiger dan het andere”, gaat Johan verder, “ten opzichte van vroeger is er ook meer druk vanuit de maatschappij. Onze samenleving legt veel meer nadruk op schoolprestaties. Daarnaast zijn er zoveel activiteiten die leuk zijn. Kinderen hebben vaak een programma dat van maandag tot maandag overvol zit. Ze kunnen niet meer tot rust komen. Ze hebben geen tijd meer om zich te vervelen. De druk neemt steeds toe. Terwijl hun geest het nodig heeft om af en toe tot rust te komen.” Ouders kunnen ook een rol spelen bij het ontstaan van faalangst. Soms liggen hun verwachtingen te hoog. Ook de thuissituatie is belangrijk. Kinderen willen hun ouders niet met extra problemen opzadelen als er thuis nog andere problemen zijn. Blijf er niet mee zitten Het is essentieel dat faalangst wordt aangepakt. Hieronder lees je enkele tips voor ouders om ermee om te gaan. • Als ouder speel je een belangrijke rol in de opbouw van het om dingen te vermijden of uit te stellen. Door toe te geven, ontneem je je kind de kans om te leren omgaan met stress en mislukking. • Leer je kind dat het mag mislukken. Dat is geen ramp. Niemand is perfect. Iedereen heeft wel eens een toets, spreekbeurt of examen dat wat minder is. • Leg niet de nadruk op het resultaat. Maar sta stil bij de inspanningen en vorderingen van je kind. Aanvaarden 5 “Soms is het belangrijk om hulp te zoeken. Ouders kunnen hiervoor terecht bij de school. Deze kennen je kind goed. Eventueel kan er een gesprek plaatsvinden tussen leerling, ouders, school en het CLB om samen uit te zoeken wat er kan ondernomen worden. Indien ouders het wensen, kunnen ze ook rechtstreeks naar het CLB stappen”, zegt Johan. “Het is belangrijk dat een persoon met faalangst weet hoe hij ermee moet omgaan. Dat hij zichzelf aanvaardt, dat hij weet dat fouten maken mag. De fouten moeten gezien worden als opportuniteit, als een kans om het in de toekomst anders aan te pakken. Anders nadenken over de manier waarop je in het leven staat. Dit moet resulteren in een beter zelfbeeld, in iemand die aanvaardt dat hij niet perfect is.” zelfbeeld van je kind. Zorg voor een evenwicht tussen het positieve en negatieve. Bekrachtig het positieve, maar stel tegelijk ook grenzen. • Leg de lat niet te hoog voor je kind. Vaak willen kinderen hun ouders niet teleurstellen en krijgen ze daardoor faalangst. • Geef je kind structuur. Help om samen een planning op te stellen, een goede studiemethode te zoeken. • Zorg voor evenwicht tussen ontspanning en inspanning. Laat je kind een hobby uitoefenen waarbij hij zich goed voelt. • Erken de angst van je kind. riefje b k e i Sp Wuif de faalangst niet weg. n . rd. indere gelee orden k s • Geef niet toe aan de paniek e r l o ntwo g o n j a i v r m e t e ti heb of woede van je kind. Een dach n ik b • Ik t n, ka l aan . e e e e b m h g i e t n faalangstig kind wordt boos gav rus denke ngst* ls ik of op ag en ord te omdat het de spanning zeer • A de vraag o a r faala w v t n e a k t j i k s l er nadrukkelijk voelt en ontlaadt ogelij rste, moei en. lees e een m ee • Ik n oss e l a d p a j o i dan meestal tegen de ouders, an k onder hangen b t nken z o l nade el v iet r w broers of zussen. Het komt er n e t k f e i j b i t bl ar wa al, kan ik • Ik op aan zeer kalm te blijven. ug na ha l s v m e a e kan g p ad e Ga niet in op het gedrag i d eren. g ik d k j . n i i n n r i s e k r l t e , •A rh aak t fou n. e mee maak een fout m e verbetere en m Iedereen t k e i i • om d • Als *uit Klasse De manier waarop de leerling over zichzelf denkt, zal zeer sterk bepalen hoe hij met faalangst zal omgaan.
© Copyright 2024 ExpyDoc