Collegebesluit kadernota 2015.

.....
^
gemeente Roermond
VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND
datum indiening:
afdeling:
Onderwerp:
15 mei 2014
datum/agendapunt B&Wvergadering: 200514/503
Financiën
Kademota 2015
Voorstel:
1. Instemmen met kadernota 2015 (in tweede termijn) en deze ter vaststelling door leiden naar de
gemeenteraad.
Behandeiing in:
raadscommissie:
gemeenteraad van:
overlegorgaan:
BM
3 juli 2014
op:
16 juni 2014
Beslissing B&W:
opmerkingen verwerken in overleg met portefeuillehouder, dan akkoord
advisering
onderwerp:
Kadernota 2015
pagina: 2
Bijlagen:
Bijlage 1 Raadsvoorstel kadernota 2015;
Bijlage 2 raadsbesluit kadernota 2015;
Bijlage 3 boekwerk kadernota 2015
Toeliciiting op voorstel:
In uw vergadering van 13 mei jongstleden heeft u de kadernota 2015 in eerste termijn behandeld. Naar
aanleiding van vragen en opmerkingen vanuit uw college en overleg tussen de portefeuillehouder Openbare
ruimte, de directeur Ruimte en de afdelingshoofden BOR en FIN, zijn een aantal aanpassingen in
vervangingsinvesteringen doorgevoerd. Toegevoegd aan de jaarschijf 2016 zijn de Achilleslaan en de KRWmaatregelen Beekstraat. Daarvoor in de plaats zijn andere infrastructurele werkzaamheden naar achteren
geschoven. In bijlage 2 van de kadernota zijn deze wijzigingen geel gearceerd. Deze wijzigingen hebben geen
consequenties voor het saldo van de kadernota.
In onderliggend voorstel wordt op een aantal onderdelen een nadere en meer gedetailleerde toelichting
gegeven op de gehanteerde uitgangspunten en veronderstellingen in de kadernota. Voor het overige wordt
verwezen naar het concept raadsvoorstel kadernota 2015.
Meerjarig begrotingssaldo
In februari van dit jaar is de raad een plan van aanpak voorgelegd waarlangs de meerjarenbegroting weer
structureel in evenwicht kan worden gebracht. Het financiële startpunt van deze kadernota is het
geactualiseerde meerjarenoverzicht uit voornoemd plan van aanpak.
Dit overzicht is aangevuld met:
• Effecten herverdeling gemeentefonds (indicatief)
•
Loonontwikkeling
• Prijsindex
•
Renteontwikkeling
• Autonome ontwikkelingen en vervangingsinvesteringen
• Herijking reserves
Na verwerking hiervan vertoond het meerjarige begrotingsverloop 2015-2018 het volgende beeld:
Bedragen x€ 1.000,-
2015
2016
2017
2018
-687
-192
-764
-1.252
-10
-46
227
247
58
-7
-92
Meerjarig begrotingssaldo na begrotingswijzigingen
-639
-245
-629
1.005
Herverdeling gemeentefonds (indicatief)
-400
-400
-400
-400
Loonontwikkeling 2015 - 2018
-338
-170
-242
-673
Begrotingssaldo cf raadsbesluit 2014/016
Gevolgen begrotingswijzigingen jan-mrt 2014
Kredietrapportage 2013 (raad juni)
Prijsindex 2015-2018
107
181
213
17
Renteontwikkeling
400
400
400
400
-455
-558
-402
-516
-56
-55
-55
-848
-1.115
- 2.232
Autonome ontwikkelingen
vervangingsinvesteringen (kapitaallasten)
Herijking reserves
Meerjarig begrotingsverloop 2015 - 2018
98
-1.227
onderwerp:
Kadernota 2015
pagina: 3
Op het moment van het afronden van deze Kadernota was de meicircuiaire gemeentefonds nog niet
beschiicbaar.
Uit bovenstaande tabel blijkt dat wij, zonder aanvullende maatregelen, de komende jaren een negatief
begrotingsresultaat kunnen verwachten. In het plan van aanpak voor herstel van het begrotingsevenwicht is
een handreiking geschetst, waarlangs begrotingsevenwicht kan worden bereikt. In aanloop naar de
begroting 2015 zullen door de organisatie bezuinigingsvoorstellen worden uitgewerkt gericht op het bereiken
van een structureel meerjarig begrotingsevenwicht.
Algemene kaders van de begroting
Loonontwikkeling
De huidige cao had een looptijd tot 31 december 2012. Het is de VNG en de vakbonden nog niet gelukt om
een nieuwe cao te sluiten. Vanwege de onzekerheid over de uitkomsten van de cao onderhandelingen wordt
voor de berekening van het loonkostenniveau uitgegaan van de indicatoren die het Rijk hanteert bij
loonontwikkeling van de algemene uitkering gemeentefonds. Deze indicatoren worden ontleent aan de
prognoses van het Centraal Planbureau (met name uit het Centraal Economisch Plan).
Op het moment van het afronden van deze Kadernota waren de uitkomsten van de meicirculaire
gemeentefonds nog niet bekend. De laatst bekende gegevens dateren van de meicirculaire 2013. Hierin
wordt rekening gehouden met een met een loonkostenstijging van 2%. In de begroting 2014 is rekening
gehouden met een meerjarige loonkostenontwikkeling van 1,5%. Het loonkostenniveau 2015 komt hiermee
per saldo 0,5% hoger uit. Voor de periode 2016 - 2018 wordt vooralsnog rekening gehouden met een
jaarlijkse stijging van de loonkosten met 1,5%.
Prijsindex
De prijsindex die wordt gehanteerd bij de algemene uitkering Gemeentefonds is gebaseerd op de index
materiële overheidsconsumptie (IMOC) uit de Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal
Planbureau (CPB). Deze prijsindex wordt normaliter ook in de budgetten verwerkt. Vanwege de noodzaak
om verder te bezuinigen is in de begroting 2013 en 2014 hiervan afgeweken en is een lagere
prijsaanpassing ingeboekt (maximaal 1%). De IMOC bedraagt 1,5% voor 2015. Gezien het huidige
begrotingsverloop wordt voorgesteld de lijn van de afgelopen jaar voort te zetten en in de begroting 2015 uit
te gaan van een prijsindex van 1 %. Het toepassen van een lagere prijsaanpassing betekent dat er opnieuw
een taakstelling op de budgetten komt te liggen.
Deze lagere indexering is voor 2015 (vooralsnog) niet doorberekend in de subsidiering van grote
instellingen. Deze hebben via het kerntakenboek al een taakstelling te verwerken. Verdere bezuinigingen
hierop zou een beleidskeuze zijn. Indexering voor grote gesubsidieerde instellingen is gebaseerd op de
IMOC (1,5%).
De loon- en prijscompensatie van de grote gesubsidieerde instellingen is een gewogen percentage van de
collectieve loonontwikkelingen (80%) en prijsontwikkelingen (20%) zoals hierboven vermeld. Op basis van
een loonontwikkeling van 2% en een prijsontwikkeling 1,5% komt de gewogen loon- en prijsontwikkeling
voor grote gesubsidieerde instellingen uit op 1,9% in 2015.
Autonome ontwikkelingen en vervangingsinvesteringen
Onderdeel van de kadernota vormt een inventarisatie van autonome ontwikkelingen en
vervangingsinvesteringen die nog niet op de investeringsplanning waren opgenomen. Het kan hierbij gaan
om ontwikkelingen die een wijziging inhouden op het bestaande beleid, of nieuwe ontwikkelingen die vanuit
wettelijke regelingen, voorschriften of door Rijks- en/of provinciaal beleid op de gemeente afkomen.
Areaaluitbreiding kan eveneens als een autonome ontwikkeling worden gezien.
onderwerp:
Kadernota 2015
pagina: 4
Gezien de onzel<ere financiëie vooruitzichten is door het managementteam een l<ritische afweging gemaakt
bij de beoordeling van de ingediende autonome ontwikkelingen. Onderkend wordt wel dat het risico bestaat
dat de budgetten onvoldoende toereikend zijn voor het uitvoeren van de onderliggende taken. Daar waar
zich knelpunten gaan voordoen zal dit via de gebruikelijke rapportagemomenten aan de orde komen.
Door de organisatie zijn een aantal investeringen aangedragen met betrekking tot het wijkgericht onderhoud
(van o.a. groot onderhoud Maria Theresialaan - tweede gedeelte incl. Mathias Kroonenbroekstraat - ,
Spoorlaan Noord en zijstraten, Kastelenbuurt, reconstructie Singelring fase 3 en de Kapellerlaan), baggeren
van havens en waterpartijen en maatregelen kaderrichtlijn water. Deze investeringen zijn niet meegenomen
in de afweging van de kadernota 2015 maar worden betrokken bij het opstellen van de nieuwe
beheerplannen openbare ruimte voor de periode 2018 - 2028.
Er zijn tweetal autonome ontwikkelingen ingediend welke zijn aan te merken als prioriteiten. Dit betreft:
• Draagvlakmeting BIZ 2015 (voor een incidenteel bedrag van € 100.000,-)
• Proceskosten samenwerking Midden Limburg (voor een structureel bedrag van € 85.470,-)
Deze ontwikkelingen zijn niet verwerkt in de kadernota omdat daar nog bestuurlijke besluitvorming over moet
plaatsvinden. Mocht dit alsnog aan de orde komen dan moeten voornoemde prioriteiten worden
meegenomen in de afwegingen rondom de begroting 2015
Herijking reserves
Jaarlijks vindt een herijking plaats van de bestemmingreserves. De resultaten van deze herijking dienen als
basis voor het opstellen van de financiële kadernota en de begroting. In de herijking worden de reserves
getoetst op nut, noodzaak en toereikendheid. Claims die niet meer nodig zijn kunnen vrijvallen. Daarnaast
wordt getoetst op heroverweegbaarheid. Dit jaar is een vervolg gegeven aan hetgeen vorig jaar is
geïnventariseerd. De eerste toets van nut en noodzaak levert een vrijval op van ruim € 248.000.
Onderstaande tabel geeft een specificatie van de bedragen welke vrij kunnen vallen ten gunste van de
algemene reserve:
Omschrijving reserve
bedrag
30113 reserve CUP 2007-2010
29.250
30130 reserve coalitieakkoord 2010-2014
95.449
30131 reserve integrale veiligheid
11.109
30132 DU circulaires
30139 Meeneemregeling participatiebudget
30065 Groen voor Groen
Totaal vrijval
106.167
658
5.610
248.243
Heroverweegbaarheid
Vanuit de organisatie zijn de volgende reserveclaims als heroverweegbaar aangemerkt aangezien hier nog
geen verplichtingen en/of contracten voor zijn aangegaan:
Omschrijving reserve
Heroverweegbaar
bedrag
50284 vrij beschikbaar deel algemene reserve
168.674
50029 vrije ruimte hoogwater*
150.600
50032 inkomsten groenverkopen*
267.552
50318 dassenbeleidsplan*
50312 noordelijke vestingswerken*
79.100
8.000
onderwerp:
Kadernota 2015
50215 DU Stim lok klimaatinitiatieven*
50220 DU brede school sport en cultuur*
pagina: 5
80.494
149.389
50324 Reserve sociaal verbindend
3.275.000
50325 reserve economisch stimulerend
3.065.000
Totaal heroverweegbaar
7.243.809
In principe zouden deze claims heroverwogen kunnen worden. Deze claims zijn vergeleken met de claims
welke vorig jaar door het college reeds zijn heroverwogen bij het vormen van de reserves economisch
stimulerend en sociaal verbindend. De claims die geduid zijn met * zijn vorig jaar ondanks de mogelijkheid
tot heroverweging niet afgeraamd door het college. Dit zijn claims met een totaalbedrag van € 727.135,Voorgesteld wordt om deze niet opnieuw te heroverwegen.
De reserves sociaal verbindend en economisch stimulerend zijn voor de jaren 2015 en 2016 nog niet
vastgelegd in projecten en zijn in principe heroverweegbaar. Aangezien pas vanaf 19 december 2013
besluitvorming door de Raad heeft plaatsgevonden over de besteding van deze middelen is het denkbaar
dat hier nog nauwelijks verplichtingen en/of contracten liggen. Voorgesteld wordt in de kadernota om het vrij
beschikbare deel van de algemene reserve te handhaven in verband met mogelijke tegenvallers.
Voor het overige wordt verwezen naar het raadsvoorstel en de bijlagen.
Kerntakendiscussie:
N.v.t.