Kadernota 2014 - Gemeente Borger

gemeente Borger-Odoorn
Postbus 3
7875 ZG EXLOO
14-0591
www.borger-odoorn.nl
2
Inhoudsopgave
Onderdeel
Inleiding
Speerpunten gemeentelijk beleid 2014
Raadsbijeenkomst 30 mei 2014
Update meerjarenperspectief 2014 - 2017
Update meerjarenbegroting
Ontwikkeling Gemeentefonds
Systeem opstellen meerjarenbegroting
Consequenties meerjarenbegroting
Dekking verwachte tekorten o.g.v. het meerjarenperspectief
Stelpost incidenteel nieuw beleid
Bestedingsvoorstellen
Bezuinigingsopdracht 2014
Invulling jaarschijf 2014
Financiële uitgangspunten 2014
Bijlagen
1. Toelichting bezuinigingsopdracht 2014
2. Dynamische prioriteitenlijst DPL
3. Toelichting financiële uitgangspunten
4. Productie denktank bezuinigingen
Kadernota 2014
Pagina
3
4
4
6
6
6
7
7
8
9
9
10
10
11
13
14
16
17
22
3
INLEIDING
Het aanbieden van de kadernota 2014 betekent de start van het nieuwe jaar in de planningen controlcyclus. In de kadernota komen de speerpunten van beleid en de financiële
uitgangspunten voor de begroting van het volgende jaar (2014) en de meerjarenraming aan
bod. De kadernota geeft een actueel zicht op de financiële positie en het meerjarenperspectief
van de gemeente. De door de gemeenteraad vastgestelde kadernota vormt de basis voor het
samenstellen van de programmabegroting 2014.
Kadernota 2014
4
SPEERPUNTEN GEMEENTELIJK BELEID 2014
De speerpunten van het gemeentelijk beleid zijn in de vorige kadernota (2013) als volgt
weergegeven:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Verder vormgeven regiegemeente
Verbeteren dienstverlening
Verbeteren P&C cyclus
Vormgeving decentralisatie
Doorgaan met uitvoeren Vastgoed en Geld
Verder uitwerken clusteren van voorzieningen - uitvoeren Kern en Kader
Integrale aanpak openbare ruimten (onderhoudsniveaus)
Vormgeven bezuinigingsvoorstellen
Bij het maken van keuzes, zowel voor het gemeentelijk beleid als ook voor de invulling van de
bezuinigingsopdracht, komen meer en meer nieuwe kaders in beeld. Zonder deze verder van
een toelichting te voorzien kunnen worden genoemd:
1.
2.
3.
4.
5.
Stimuleren eigen kracht
Bevorderen duurzaamheid
Vormgeven regiegemeente
Ontwikkeling leefgebieden
Kwaliteit dienstverlening
Bij het hoofdstuk over de bezuinigingsopdracht 2014 is te zien dat de afzonderlijke voorstellen
zijn getoetst aan deze kaders.
Raadsbijeenkomst 30 mei 2013
De kadernota in het algemeen en de speerpunten van beleid in het bijzonder nodigen de
raadsfracties uit om de algemene beschouwingen te houden voor het nieuwe jaar. De wens is
uitgesproken om voorafgaand aan die algemene beschouwingen nader geïnformeerd te
worden over de aanstaande drie decentralisaties en het regeerakkoord, sociaalakkoord en
zorgakkoord.
Hiervoor is op 30 mei een bijeenkomst gepland. Uitleg zal worden gegeven over de nieuwe
participatiewet, de macro-ontwikkelingen Wwb, de Wmo/Awbz en de jeugdzorg. Inhoudelijk is
er veel te melden, maar veel is ook nog onduidelijk.
Op 19 oktober 2012 is de aftrap gegeven voor de aanpak van de drie decentralisaties in Boce
verband. De verdere implementatie vindt gezamenlijk en integraal plaats.
Ook zijn er nog veel onduidelijkheden over de financiën. Zo ligt er inmiddels een opdracht bij
het centraal planbureau CPB om een onderzoek te doen naar de betaalbaarheid: zijn de
gemeenten financieel wel in staat om deze taken uit te voeren.
Verder zijn er wel macro gegevens over de diverse (uitvoerings)budgetten, zie hierna, maar
over de invoeringsbudgetten is nog weinig bekend. Toch zijn we nu al druk bezig met - en zal
2014 in het teken staan van - de invoering van de drie decentralisaties per 1-1-2015. Veel
kosten zullen ook zijn gemoeid met bijvoorbeeld de Ict-ontwikkeling en -implementatie en de
juridische kant: inkoop en contracten.
Kadernota 2014
5
In de presentatie op 30 mei zal vooral aandacht zijn voor de integrale aanpak; samengevat in
onderstaand "regenboogmodel": maatwerk op het sociale domein.
Macro financiën
Uit een recent artikel van de Raad voor de financiële verhoudingen blijkt, dat met de drie
decentralisaties een bedrag is gemoeid van totaal € 15,6 miljard. Dit bedrag is gelijk aan de
huidige omvang van het Gemeentefonds. Het budget voor jeugdzorg bedraagt ca.
€ 3,0 miljard, voor de Awbz-zorg ca. € 9,4 miljard en voor het participatiebudget ca.
€ 3,2 miljard. Hierbij wordt opgemerkt, dat een overgrote deel van de gelden die onder de
participatiewet vallen nu ook al door gemeenten worden besteed.
Op de totale rijksmiddelen van € 15,6 miljard is door het Rijk een bezuiniging ingeboekt van
€ 6 miljard. Het bezuinigingsbedrag jeugdzorg is geraamd op € 450 miljoen. Voor de Awbzzorg € 2,1 miljard waar nog een bezuiniging van € 1,2 miljard bij komt voor de Wmo en een
bedrag van € 2,3 miljard voor de participatiewet door met name een korting op de sociale
werkvoorziening.
Financiën gemeente
Om een beeld te krijgen van de budgetten voor onze gemeente is uitgegaan van het aandeel
van Borger-Odoorn in de macrobudgetten SZW (uitkeringen Wwb, Ioaw, Ioaz, Bbz). Op basis
daarvan kan berekend worden dat het totale huidige budget voor de drie decentralisaties zo'n
€ 16.536.000 bedraagt, dat de door het Rijk ingeboekte korting daarop plm. € 6.360.000
groot is, zodat per saldo € 10.176.000 aan de gemeentebegroting zal worden toegevoegd.
Voor die gemeentebegroting zijn de algemene uitgangspunten, dat de diverse taken zullen
moeten worden uitgevoerd voor maximaal het budget dat ervoor beschikbaar komt. Wel is
een stelpost meegenomen van € 600.000 voor o.a. de maximaal nadelige invloed van de drie
decentralisaties samen. Verder zullen de gemeentelijke verordeningen (mede) de hoogte
bepalen van de uitgaven voor de diverse taakvelden en als laatste zullen wellicht keuzes
gemaakt moeten worden om óf budgetten voor andere taakvelden te korten óf te besluiten
tot extra bezuinigingen óf de lasten voor de burger te verhogen. Per jaar kan desgewenst
overwogen worden of er vanuit de stelpost voor incidenteel nieuw beleid een eenmalige
bijdrage moet en/of kan komen.
Kadernota 2014
6
UPDATE MEERJARENPERSPECTIEF 2014 - 2017
In de programmabegroting 2013 is het financieel perspectief van onze gemeente voor de
jaren 2013 t/m 2017 opgenomen. Op basis hiervan is het perspectief, dat tot en met 2016
nog sprake is van een verwacht voordelig saldo van de begroting. Hierbij is rekening
gehouden met de invulling van het restant van de taakstellende bezuiniging 2011-2015 van
€ 1 miljoen per jaar voor de jaren 2014 en 2015. Tevens is in dit perspectief rekening
gehouden met een korting op het Gemeentefonds van € 600.000 per jaar voor opvang van de
doorwerking van rijksbezuinigingen en nadelen als gevolg van de decentralisaties jeugdzorg,
Awbz en participatiebudget.
Het verwacht voordelig saldo in 2016 van € 200.000 zal in 2017 omslaan in een verwacht
nadelig saldo van € 450.000. Aanvullende (bezuinigings)maatregelen zullen nodig zijn om ook
ons meerjarenperspectief op termijn sluitend en dus financieel gezond te houden.
Update meerjarenbegroting
De structurele mutaties zoals geraamd in Bestuursrapportage 2013-I bedragen € 87.216
voordelig. Op grond hiervan kunnen ook de saldi van het meerjarenperspectief zoals geraamd
in de programmabegroting 2013 met dit bedrag worden bijgesteld. De verwachte saldi voor
de jaren 2014 t/m 2017 zijn nu als volgt. In deze bedragen is de bezuinigingstaakstelling al
verwerkt.
tabel 1
Meerjarenperspectief
2014
2015
2016
2017
Stand programmabegroting 2013
Bestuursrapportage 2013-I
618.217
87.216
595.110
87.216
206.126
87.216
-453.313
87.216
Nieuwe stand
705.433
682.326
293.342
-366.097
- = nadelig
Uit deze update van de Meerjarenbegroting 2014-2017 blijkt, dat ondanks de positieve
bijstelling o.g.v. Bestuursrapportage 2013-I ons meerjarenperspectief op basis van de huidige
inzichten op termijn niet meer financieel sluitend is. Voor 2017 wordt een tekort verwacht van
€ 366.097.
Bij het opstellen van de begroting 2014 zal ook de jaarschijf 2018 worden toegevoegd.
Verwacht wordt dat het tekort in 2018 verder zal oplopen. Dit wordt grotendeels veroorzaakt
door het feit na 2015 geen sprake is van een taakstellende bezuiniging van € 1 miljoen per
jaar.
Ontwikkeling Gemeentefonds
In februari van dit jaar heeft het Rijk, bovenop de eerder afgesloten bezuinigingen o.g.v. het
regeerakkoord, een bezuinigingspakket aangekondigd van € 4,3 miljard voor het jaar 2014.
Door het nadien gesloten sociaal akkoord tussen rijk en sociale partners is de invulling van
het bezuinigingspakket van tafel gegaan. De opdracht van € 4,3 miljard is echter niet van
tafel gegaan omdat dit bedrag zeer waarschijnlijk nodig zal zijn om aan de 3% norm van het
begrotingstekort van het rijk te voldoen. In augustus van dit jaar gaat het rijk opnieuw
bekijken in hoeverre de opdracht van € 4,3 miljard nodig is om uit te voeren. Opgemerkt
wordt dat voor alle jaren van het meerjarenperspectief (2014-2017) een bedrag van
€ 600.000 is geraamd voor opvang van bezuinigingsmaatregelen van het Rijk en voor
mogelijke tekorten als gevolg van de decentralisaties jeugdzorg, Awbz en participatiebudget.
Kadernota 2014
7
Bij de bezuinigingsvoorstellen 2014 is de helft van het verwachte kortingsbedrag voor 2014
aangewend voor invulling zodat voor opvang van verwachte kortingen Gemeentefonds 2014
eveneens een bedrag resteert van € 300.000. Voor 2014 wordt op basis van huidige inzichten
verwacht dat dit voldoende is. Bij het opstellen van de begroting 2014 zal hierover meer
duidelijkheid zijn.
Systeem opstellen meerjarenbegroting
Borger-Odoorn (en de regio zuidoost-Drenthe) heeft te maken met een structureel hogere
werkloosheid dan landelijk. Dit betekent dat, gelet op de te verwachten landelijke
ontwikkelingen, de instroom in de komende periode hoger en de uitstroom lager verwacht
mag worden. Het budget waarmee de gemeenten de uitkeringen betalen, het inkomensdeel,
zal vermoedelijk naar beneden worden bijgesteld. Dit komt omdat er (landelijk) minder
uitkeringen zijn verstrekt dan geraamd en de raming (ook landelijk) lager uitvalt. Van de
totale lasten komt 10% voor rekening van de gemeente, voor het resterende tekort kan een
beroep gedaan worden op de Iau/Mau. Hiervoor gelden specifieke eisen.
In de huidige meerjarenbegrotingen wordt, voor wat betreft deze ontwikkelingen, uitgegaan
van de nullijn. Het meer realistisch begroten, ook in de meerjarenbegroting, is niet alleen
wenselijk maar ook nadrukkelijk een voorwaarde van het Rijk bij de aanvragen Iau/Mau. Dit
betekent dat de landelijke ontwikkeling van de macrobudgetten als basis moeten gaan dienen
voor de gemeentelijke (meerjaren)begroting.
Beide Wsw-bedrijven (Emco-groep en Wedeka bedrijven) geven aan grotere tekorten te
verwachten op de exploitatie. Deze verwachting is mede gebaseerd op het regeerakkoord en
de kabinetsplannen omtrent de Participatiewet. Grotere tekorten bij Wsw-bedrijven levert een
hogere gemeentelijke bijdrage vanuit onze gemeente op.
Evenals bij de budgetten voor de uitkeringen (zie hiervoor) is het gewenst om ook voor de
Wsw-bedrijven meer realistisch te begroten. Voor de Wsw betekent dit ook hier dat de tot nu
toe gevolgde nullijn wordt losgelaten en de meerjarenramingen van de schappen de basis
vormen voor de gemeentelijke (meerjaren)raming.
Consequenties meerjarenbegroting
Door de hiervoor beschreven ontwikkelingen en het daardoor gewijzigde systeem van
verwerken in de meerjarenbegroting, wijzigen de uitkomsten van de jaarschijven van tabel 1.
Het (landelijk) macrobudget voor de Buig (gebundelde uitkering: Wwb, Ioaw, Ioaz, Bbz)
bedraagt in 2013 € 4,9848 miljard. Hiervan ontvangen wij € 5.293.694 oftewel 0,106%. De
ontwikkeling van het macrobudget is (geïndexeerd) als volgt: 2013 = 100 / 2014 = 99,3 /
2015 = 94,4 / 2016 = 91,8 en 2017 = 90,7. Voor onze gemeente betekent dit dat er vanuit
moet worden gegaan, dat het budget in 2017 nog slechts € 4.801.380 bedraagt; een korting
van € 492.314.
Naast deze daling van de inkomsten zal sprake zijn van een stijging van de uitgaven, omdat
rekening gehouden moet worden met een stijging van de uitgaven I-deel. Landelijk is sprake
van een stijging van afgerond 7% per jaar; voor onze regio moet rekening worden gehouden
met een hoger percentage. Het aantal klanten bedraagt op dit moment zo’n 400. Uitgaande
van een bedrag van € 14.200 per uitkering bedraagt het benodigd budget € 5.680.000. Bij
een stijging van bijv. 10% per jaar is dit in 2017 gegroeid naar € 7.560.000.
In het ideale geval blijft 10% van het Rijksbudget (Buig) voor rekening van de gemeente. Bij
dalende macro-budgetten, daalt ook het 10% aandeel, vooropgesteld dat de gemeente
aanspraak houdt op de Iau/Mau. Uitdrukkelijke voorwaarde hierbij is, dat de
(meerjaren)begroting een realistisch beeld geeft.
Kadernota 2014
8
De meerjarenbegrotingen van de Wsw-bdrijven laten, voor wat betreft het aandeel van
Borger-Odoorn, het volgende beeld zien.
Jaar
Emco-groep
Wedeka
Totaal
2014
€ 108.000
€ 286.000
€ 394.000
2015
€ 150.000
€ 509.000
€ 659.000
2016
€ 184.000
€ 610.000
€ 794.000
2017
€ 215.000
€ 707.000
€ 922.000
In de gemeentelijke begroting bedraagt de raming in het nadelig saldo voor beide schappen,
na de bestuursrapportage 2013-I, € 92.768. Wedeka heeft in de afgelopen jaren een
weerstandsvermogen opgebouwd, zodat de nadelige saldi eerst vanuit het eigen vermogen
van Wedeka zelf worden afgedekt.
Voor 2014 betekent dit dat rekening moet worden gehouden met een extra last van
€ 108.000 - € 92.768 = € 15.232 inzake Emco-groep. Voor 2015 komt daarnaast het aandeel
in het tekort van Wedeka. Vooralsnog wordt (na inzet eigen vermogen Wedeka) rekening
gehouden met € 200.000 extra gemeentelijk aandeel. Vooralsnog alleen voor de jaarschijf
2015, omdat er nog veel onduidelijkheden zijn over de financiële consequenties van de
nieuwe participatiewet.
De hierboven genoemde drie onderwerpen betekenen een aanpassing van de
meerjarenbegroting, waarbij er wel wordt uitgegaan van een neutraal verloop voor de
onderdelen macrobudgetten Buig en ontwikkeling klantenbestand. Anders gezegd: er is hoop
dat er voldoende waarborgen zijn voor het succesvol aan kunnen vragen van de Iau/Mau.
tabel 2
Meerjarenbegroting
2014
2015
2016
2017
Stand tabel 1
Ontw. macrobudgetten Buig
Ontw. gemeentelijk klantenbestand
Correctie naar 10% aandeel; Iua/Mau
Meerjarenramingen Wsw-bedrijven
705.433
-37.056
0
37.056
-15.232
682.326
-300.447
-568.000
868.447
-215.232
293.342
-434.083
-1.192.800
1.626.883
-215.232
-366.097
-492.314
-1.880.080
2.372.394
-215.232
Bijgesteld saldo MJB
-/- is nadeel
690.201
467.094
78.110
-581.329
Dekking verwachte tekorten o.g.v. het meerjarenperspectief
Zoals eerder aangegeven loopt de huidige bezuinigingsopdracht van totaal € 5 miljoen in
2015 af. Tot een vervolgopdracht is nog niet besloten. Of een vervolgopdracht van gelijke
strekking nodig is zal voor een groot deel afhangen van de ontwikkeling van de Rijksfinanciën,
van de Europese eisen zoals b.v. de 3% norm, van de effecten van de drie decentralisaties en
van het feit of en wanneer weer sprake zal zijn van een aantrekkende economie. Als de
Rijksfinanciën zich positief ontwikkelen zullen gemeenten meeprofiteren als gevolg van de
afspraken van het trap op systeem Gemeentefonds en als de Rijksfinanciën zich negatief
ontwikkelen zullen gemeenten mee moeten delen in de tekorten van het Rijk als gevolg van
het trap af systeem Gemeentefonds.
Op dit moment wordt er begrotingstechnisch van uitgegaan dat verwachte tekorten zullen
worden gedekt door aanvullende bezuinigingsmaatregelen tot minimaal het bedrag van het
verwacht tekort. Omdat in de exploitatie een (oplopend) bedrag wordt geraamd voor
incidenteel nieuw beleid blijft financiële ruimte aanwezig voor jaarlijkse bestedingsvoorstellen.
Kadernota 2014
9
Stelpost incidenteel nieuw beleid
Hiervoor is het saldo van de jaarschijven van de meerjarenbegroting weergegeven. In deze
saldi is een (oplopend) bedrag beschikbaar voor incidenteel nieuw beleid. In de
programmabegroting 2013 is berekend, dat het budget in 2017 het gewenst niveau van
€ 1.000.000 heeft bereikt.
Inmiddels zijn bestedingsvoorstellen gedaan ten laste van deze stelpost. Enerzijds betreft dat
de ontwikkelingen Borger-centrum. Anderzijds betreft dit de roekenproblematiek in Borger. In
onderstaande tabel is de nieuwe stand berekend. Hierbij zijn ook ramingen meegenomen voor
de al bekende verkiezingen.
tabel 3
Budget incidenteel nieuw beleid
Stand programmabegroting 2013
Mutaties begr.behandeling 2013
Mutaties bestuursrapp. 2013-I
Borger-centrum
Roeken
Verkiezingen GR, EP
Verkiezingen PS
Bijgesteld budget nieuw beleid
2013
2014
2015
2016
2017
334.222
-177.112
161.261
-150.000
-12.000
661.510
-137.112
-1.239
-500.000
777.810
-70.000
894.110
-70.000
1.010.410
-500.000
-500.000
-500.000
324.110
510.410
-40.000
-20.000
156.371
-16.841
187.810
Uit tabel 3 blijkt dat de stelpost voor nieuw beleid in 2014 € 16.841 negatief bedraagt. Het is
gewenst om als minimale hoogte van deze stelpost € 250.000 beschikbaar te hebben.
Voorgesteld wordt om voor de jaren 2014 en 2015 deze stelpost aan te vullen tot deze hoogte
vanuit het begrotingssaldo. In tabel 2 is te zien dat het saldo van de betreffende jaarschijf
deze (incidentele) toevoeging toestaat. Bijgewerkte stand:
tabel 4
Budget incidenteel nieuw beleid
2013
2014
2015
2016
2017
Zie tabel 3
Inc. aanvulling vanuit saldo begroting
156.371
-16.841
266.841
187.810
62.190
324.110
510.410
Bijgesteld budget nieuw beleid
-/- is nadeel
156.371
250.000
250.000
324.110
510.410
Bestedingsvoorstellen 2014
Als bijlage 4 is de dynamische prioriteitenlijst DPL opgenomen. Vanuit de stelpost voor
incidenteel nieuw beleid kunnen voorstellen worden gedaan ter honorering van onderwerpen
op de DPL.
Kadernota 2014
10
BEZUINIGINGSOPDRACHT 2014
Al vanaf het jaar 2011 wordt invulling gegeven aan de opdracht van de gemeenteraad om in
vijf jaarschijven voor in totaal € 5 miljoen aan structurele bezuinigingen te realiseren.
Afgesproken is dat 20% van de opdracht door de bedrijfsvoering moet worden opgebracht.
tabel 5
Bezuinigingsopdracht
Opdracht
2011
2012
2013
2014
2015
totaal
1.000.000
1.000.000
1.000.000
1.000.000
1.000.000
5.000.000
100.000
900.000
150.000
850.000
200.000
800.000
250.000
300.000
1.000.000
2.550.000
0
0
0
750.000
700.000
1.450.000
Bedrijfsvoering
Ingevuld
Nog invullen
De (deel)opdracht van € 1.000.000 voor de jaarschijf 2014 wordt voor € 250.000 ingevuld
door de bedrijfsvoering. De overige € 750.000 moet worden gerealiseerd door overige
structurele bezuinigingen.
Invulling jaarschijf 2014
Hieronder de specificatie van de onderwerpen voor de bezuinigingsopdracht 2014.
tabel 6
Omschrijving
Product, onderwerp
101
104
105
113
114
116
121
122
130
132
132
132
137
140
141
142
143
144
144
150
154
162
164
164
166
Minder bestuurskosten
Leges burgerlijke stand
Statistisch jaarboek
Uitvoeringskosten Woz
Onderhoud openbare verlichting
Gladheidsbestrijding
Sluiting scholen (al 2012)
Leerlingenvervoer (al 2012)
Sportvelden samen
Cultureel platform
Podiumplan
Try-out
Bijzondere bijstand, minimabeleid
Speeltuinenbeleid 6-4 (al 2012)
Normenkader peuterspeelzalen
Wmo
Ggd
Aanbesteden restfractie
Afvalstromen optimaliseren
Verkoop snippergroen
Korting gemeentefonds
Verlagen renteperc. (5% - 4,5%)
Korting Dvo Emmen
Inkoop (CBP terugverdienen)
Energie gem. gebouwen
Bedrijfsvoering
Telling
Bedrag
Jaarschijf
2014
5.000
3.000
6.500
25.000
18.000
25.000
50.000
40.000
25.000
1.815
4.000
10.000
20.000
20.000
10.000
2015
2016
2017
2018
5.000
3.000
6.500
25.000
18.000
50.000
50.000
40.000
100.000
1.815
4.000
10.000
50.000
20.000
60.000
30.000
23.000
35.000
160.000
15.000
300.000
25.000
50.000
110.000
20.000
550.000
23.000
35.000
80.000
15.000
300.000
25.000
12.500
10.000
10.000
250.000
12.500
25.000
10.000
300.000
12.500
25.000
12.500
25.000
25.000
1.761.315
1.023.815
612.500
62.500
37.500
25.000
25.000
50.000
25.000
30.000
50.000
30.000
80.000
In bijlage 1 zijn deze onderwerpen nader toegelicht. Daar is ook de score (mate waarin wordt
bijgedragen) van deze onderwerpen op de "nieuwe" kaders aangegeven.
Kadernota 2014
11
FINANCIELE UITGANGSPUNTEN 2014
Op basis van het geactualiseerde zicht op de financiële positie van de gemeente worden de
huidige financiële uitgangspunten tegen het licht gehouden en worden zo nodig
wijzigingsvoorstellen gedaan. De geactualiseerde uitgangspunten zijn dan de uitgangspunten
voor de voorbereiding van de begroting 2013 en meerjarenbegroting 2014 - 2017.
Wijzigingen 2014
1. Grondexploitatie
- rentebijschrijving exploitatieplannen: De rente wordt berekend over de boekwaarde minus
de eventueel opgebouwde voorziening. In de oude situatie werd de opgebouwde voorziening
hier niet in betrokken.
- treffen van een voorziening m.b.t. plannen in voorbereiding: Jaarlijks moet van elk plan in
voorbereiding de marktwaarde worden berekend. Als de marktwaarde lager is dan de
boekwaarde dient voor het verschil een voorziening te worden getroffen. In de oude situatie
was hiervoor de bufferreserve beschikbaar.
- plannen bestemmen als overige gronden: Als niet binnen afzienbare tijd (10 jaar) wordt
gestart met de bouw, dienen plannen te worden bestempeld als overige gronden. Voor alle
geactiveerde kosten dient een voorziening te worden getroffen.
2. Rente
Het percentage voor investeringen en voor het financieringstekort (groter dan € 5 miljoen) is
verlaagd van 5% naar 4,5%. Het voordeel van deze maatregel is betrokken bij de
bezuinigingsvoorstellen 2014.
3. Reserves
Voorziening afvalstoffenheffing: De opgebouwde voorziening afvalstoffen zal in drie jaar tijd
(2014 t/m 2016) volledig worden afgebouwd. Het aan de burger terug te geven bedrag zal in
drie gelijke termijnen van € 90.911 ten gunste worden gebracht van het vaste tarief.
4. Lonen, budget bedrijfsvoering
Het uitgangspunt is tekstueel aangepast op basis van de Notitie bedrijfsvoering zoals die vorig
jaar (kadernota 2013) is vastgesteld.
Hieronder een totaaloverzicht van de gehanteerde financiële uitgangspunten.
tabel 7
Nr
Omschrijving
Uitgangspunt
1
2
Begroting
Beleid
3
Onvoorzien
4
Gemeentefonds
5
Financiering
6
Rente
Een (structureel) sluitende begroting.
Begroting o.b.v. bestaand vastgesteld
beleid.
Beschikbaar voor incidenteel onvoorzien
o.b.v. € 2,50 per inwoner.
Begroting o.b.v. laatste circulaire; nieuwe
ontwikkelingen worden toegelicht.
In de MJB per jaar € 600.000 opnemen als
verwacht nadeel (incl. decentralisaties).
Met kort geld i.v.m. kostenbeheersing;
risico's voortdurend monitoren.
Investeringen
Reserves
Financieringstekort tot € 5 miljoen
Financieringstekort vanaf € 5 miljoen
Uitzetting
Kadernota 2014
Calamiteiten
Percentage
Cijfer
€ 65.900
4,5%
2,5%
3,5%
4,5%
2,0%
12
Nr
Omschrijving
7
Prijsstijging
8
Bedrijfsvoering
Index
Stelpost
Index
9
Grondexploitatie
Winstneming
Reserve
10
Reserves
Nog uit te voeren
werken
Kern & kader
Begrotingssaldo
11
Afschrijving
Beleid
12
Projecten
Kern & kader
Vastgoed & geld
13
Belastingen
Ozb
Rioolheffing
Afvalstoffenheffing
Toeristenbelasting
Forensenbelasting
14
Belastingdruk
Totaal Ozb,
rioolheffing,
afvalstoffenheffing
15
Leges
Index
Kadernota 2014
Uitgangspunt
Cijfer
Aanpassing van budgetten.
0,0%
€0
3,0%
Voor loonontwikkeling, Ict/Imop, tractie en
loonkostenontwikkeling voor het
gemeentefonds.
Van een in exploitatiegenomen
bestemmingsplan wordt (tussentijds) winst
genomen indien boekwaarde groter dan
€ 50.000 (winstneming = boekwaarde -/totaal nog te maken kosten excl. rente).
Norm: 50% van de boekwaarde van de
meest risicovolle plannen. Netto
rentevoordeel van het grondbedrijf t.g.v.
de winstreserve grondbedrijf.
Reserve wordt geautoriseerd door de
gemeenteraad bij vaststelling van de
jaarstukken. Rente t.g.v. exploitatie.
Voeding: exploitatievoordelen en
boekwinsten verkoop accommodaties.
Aanwending: boekverliezen afstoten
accommodaties.
Voorwaarde: Jaarlijks te onttrekken bedrag
minimaal 10 jaren lang toevoegen aan
exploitatie. In financieel goede jaren kan
worden besloten de onttrekking stop te
zetten. In tijden van financiële nood kan
worden besloten tot (tijdelijk) andere
richtlijnen.
Structurele dekking investeringslast in
1e jaar volledig in de begroting. In de
jaarrekening 1e afschrijvingsdeel
verantwoord in jaar gereedkomen.
Te realiseren besparingen worden
gereserveerd voor kwaliteitsverbetering
van de overige gemeentelijke
voorzieningen.
Doel om uiterlijk 2018 de
onderhoudsbudgetten kwalitatief op orde
te hebben staat onder druk. Door
bezuinigingsmaatregelen is dit verschoven
naar uiterlijk 2023.
Ozb-verhoging niet hoger dan door het Rijk
vastgestelde macronorm (2013=3,0%).
Kostendekkend
Kostendekkend
Continuering jaarlijkse verhoging van
€ 0,05 voorlopig voor vijf jaren (2014 t/m
2018). 2013 = € 1,00
Procentuele verhoging gekoppeld aan de
toeristenbelasting.
Naast reguliere stijging Ozb ook
aanpassing o.b.v. totale belastingdruk,
inflatie, macronorm, krimp.
De denkrichting m.b.t. de belastingdruk
wordt verder uitgewerkt i.v.m. te
verwachten forse aanbestedingsvoordelen
afval op middellange termijn.
Procentuele verhoging gekoppeld aan de
verhoging Ozb.
2023
2,75%
100%
100%
€ 0,05
13
Nr
Omschrijving
Uitgangspunt
16
Kapitaallasten
Vrijval
17
Nieuw beleid
Taakstelling
Strategisch bezit
Alle vrijvallende kapitaallasten komen
t.g.v. de exploitatie, met uitzondering van
de vrijvallende kapitaallasten
dienstverleningsovereenkomst Boce en
tractie.
Lasten als gevolg van niet gerealiseerde
taakstellingen komen ten laste van de
stelpost voor incidenteel nieuw beleid.
(Rente)lasten van strategisch bezit komen
ten lasten van de stelpost voor incidenteel
nieuw beleid.
In bijlage 3 zijn de afzonderlijke onderwerpen toegelicht; nieuwe teksten in cursief.
Kadernota 2014
Cijfer
14
Bijlage 1 TOELICHTING BEZUINIGINGSOPDRACHT 2014
Hieronder een korte toelichting op de onderwerpen.
101 Minder bestuurskosten
De nieuwjaarsreceptie zou soberder kunnen (inwoners/personeel).
104 Leges burgerlijke stand
De opbrengst leges burgerlijke stand kan structureel worden verhoogd.
105 Statistisch jaarboek
Stoppen met uitgeven van statistisch jaarboek. Wel zelf ken- en stuurgetallen verder
ontwikkelen.
113 Uitvoeringskosten Woz
De verwachting is dat op kosten derden bespaard kan worden.
114 Onderhoud openbare verlichting
In de regio vindt er een nieuwe aanbesteding plaats op het onderhoud van de openbare
verlichting.
116 Gladheidsbestrijding
Andere strooimethodieken en het verder strekken van de strooiroutes reduceert hoeveelheid
zout en inzet.
121 Sluiting scholen (al 2012)
Budget onderwijshuisvesting al eerder gekort i.v.m. sluiting scholen. Meer sluitingen zijn
aanstaande.
122 Leerlingenvervoer (al 2012)
Opheffen van scholen; ouders/scholen organiseren zelf; openbaar vervoer /
doelgroepenvervoer anders; meer sluitingen scholen.
130 Sportvelden samen
Kern & kader IV (sport) behandelt momenteel de buitensport. Concentratie van
sportcomplexen (leefgebieden) ligt voor de hand.
132 Cultureel platform
Cultureel platform stopt er mee.
132 Podiumplan
Gewerkt wordt aan een integraal plan kunst & cultuur. Besparing moet mogelijk zijn.
132 Try-out
Met Try-out zijn afspraken gemaakt over het stoppen van de subsidie.
137 Bijzondere bijstand, minimabeleid
Borger-Odoorn heeft een Plus-pakket voor de collectieve ziektekostenverzekering. Dit kan
niveau lager (rest provincie is al lager).
140 Speeltuinenbeleid 6→4 (al 2012)
Speeltuinen is geen kerntaak. Alleen nog speellocaties in de vier hoofdkernen.
141 Normenkader peuterspeelzalen
Er ligt conceptvoorstel aanpassing normenkader. Verder zou huisvesting bij onderwijs
ondergebracht kunnen worden.
Kadernota 2014
15
142 Wmo
Uit de jaarrekening 2012 blijkt een structureel voordeel, o.a. als gevolg van gewijzigde Btwvoorschriften.
143 Ggd
Het meerjarenbeleidsplan van GGD laat een verlaging zien van de gemeentelijke bijdrage als
gevolg van integrale JGZ.
144 Aanbesteden restfractie
Komt nieuwe aanbesteding. Minder kosten is lager tarief. Rioolheffing hierdoor sneller
kostendekkend.
144 Afvalstromen optimaliseren
De aanbesteding van een 3 wekelijkse inzameling levert een besparing op t.o.v. de 2
wekelijkse. Rioolheffing eerder kostendekkend.
150 Verkoop snippergroen
Afstoten of verhuren van zgn. overhoekjes openbaar groen structureel ramen.
154 Korting gemeentefonds
I.v.m. decentralisaties wordt rekening gehouden met een nadeel van € 600.000. Dit kan
gedeeltelijk teruggedraaid worden.
162 Verlagen renteperc. (5% → 4,5%)
Voor aantrekken van lang geld wordt gerekend met 5% rente. Verlaging met 1/2 procentpunt
levert € 25.000 op.
164 Korting Dvo Emmen
Kortingsbedrag à 5% kan worden ingeboekt. Ook Emmen bezuinigt op eigen bedrijfsvoering.
164 Inkoop (CBP terugverdienen)
In de begroting de terugverdienmogelijkheid van de kosten CBP jaarlijks zichtbaar maken.
166 Energie gem. gebouwen
De energienota van gebouwen kan verder naar beneden gebracht worden door efficiënter om
te gaan met energie.
Bedrijfsvoering
Afspraak met de raad over aandeel bedrijfsvoering (20%) staat vast.
Als bijlage 4 is de complete productie van de denktank bezuinigingen opgenomen.
Kadernota 2014
16
Bijlage 2 DYNAMISCHE PRIORITEITENLIJST
In onderstaand overzicht is de DPL (Dynamische prioriteitenlijst) aangevuld met onderwerpen
die in de pijplijn zitten c.q. waar mogelijk in de komende jaren budget voor nodig is. Bij de
bestuursrapportage 2013-I is deze lijst geactualiseerd.
product, omschrijving
104
105
109
109
114
114
115
115
115
125
126
127
129
130
132
133
134
136
136
138
138
138
138
142
147
147
147
147
150
150
150
150
150
151
168
Modernisering GBA
Structureel budget Cittaslow
Kern & Kader, opdrogen reserve
Vastgoed, budget gebouwen
2/3 weg Noord boeren Nieuw-Buinen
Vastgoed, budget wegen
Maatregelen N34 Klijndijk
Steunpunt provincie N34 Borger
Uitvoeringsbudget GVVP
Schoolmaatschappelijk werk
Onderwijs, 5 jaarlijkse afrekening
Combicoaches
Sportnota, aanpassing binnensport
Sportnota, privatisering buitensport
Cultuurbeleid
Vastgoed, budget groen
Begraafplaatsen 2e fase
Decentralisatie Wsw
Meerjarenbegrotingen Wsw
Achter de voordeur
Decentralisatie Jeugdzorg
Digitaal Jongerenplatform
Nieuwe Drank- en Horecawet
Decentralisatie Awbz
Vm. sportterrein Nieuw-Buinen
Buitenruimte Fabrieksstraat Exloo
Ontwikkelingen Borger west
Geopark de Hondsrug
Grondbedrijf, opdrogen winst
Grondbedrijf, boek-/marktwaarde
Grondbedrijf, rente verliesplannen
Grondbedrijf, herstructurering
Ondernemerplan Nieuw-Buinen
Herstructurering Nieuw-Buinen
Organisatieontwikkeling, hal gemeentehuis
Telling
Kadernota 2014
2013
I
S
I
S
I
S
I
I
I
S
I
S
S
S
S
S
I
I
S
S
I
I
I
I
I
I
I
I
S
S
S
I
I
I
I
2014
2015
2016
2017
pm
pm
pm
pm
pm
pm
pm
pm
pm
24.333
24.333
24.333
pm
67.000
pm
48.000
pm
pm
pm
pm
pm
120.000
pm
pm
22.000
22.000
94.333
46.333
pm
10.000
pm
pm
pm
pm
pm
66.500
pm
80.000
pm
10.000
pm
100.000
pm
pm
pm
pm
10.000
pm
pm
pm
pm
341.500
pm
pm
22.000
pm
pm
pm
pm
pm
pm
75.000
pm
300.000
75.000
618.333
0
17
Bijlage 3 TOELICHTNG FINANCIËLE UITGANGSPUNTEN
Uitgangspunt 1 Structureel sluitende begroting / sluitende meerjarenbegroting
De raad dient jaarlijks een financieel sluitende begroting voor het eerstvolgend dienstjaar te
worden voorgelegd. Als dit niet mogelijk is dient een structureel sluitende meerjarenbegroting
te worden opgesteld conform de goedkeuringseisen van de provincie.
Uitgangspunt 2 Bestaand Beleid
De ramingen in de begroting worden opgesteld conform bestaand beleid. Dat wil zeggen dat
besluiten tot en met de laatst vastgestelde (tussen) rapportage in de begroting moeten zijn
opgenomen.
Uitgangspunt 3 Bedrag incidenteel onvoorzien (exploitatie)
Voor incidenteel onvoorzien (calamiteiten) wordt jaarlijks in de exploitatie een bedrag
geraamd van € 65.900 gebaseerd op een bedrag van € 2,50 per inwoner. Bedrag wordt
ingezet voor calamiteiten en bij een negatieve stand van het budget voor incidenteel nieuw
beleid.
Uitgangspunt 4 Gemeentefonds
In de begroting en meerjarenbegroting wordt de uitkering Gemeentefonds geraamd op basis
van de meest recente circulaire. Als na de cijfermatige afsluiting een nieuwe circulaire is
ontvangen dienen de afwijkingen indien mogelijk nog te worden toegelicht bij de
aanbiedingsbrief bij de begroting en anders in de eerstvolgende bestuursrapportage. Als de
uitkering Gemeentefonds wordt verhoogd met een bedrag voor uitvoering van nieuwe taken
wordt in het eerste jaar hetzelfde bedrag gereserveerd voor uitvoering van de taak. De
accressen Gemeentefonds worden voor het begrotingsjaar geraamd conform de laatste
circulaire. Als de accressen in de meerjarenbegroting afwijken van de circulaire zal de
afwijking toegelicht moeten worden.
In meerjarenbegroting wordt jaarlijks een bedrag van € 600.000 geraamd voor eventuele
accreskortingen Gemeentefonds en eventuele nadelen a.g.v. de 3 decentralisaties
(participatiewet, Awbz en jeugdzorg). Cumulatief betekent dit € 2,4 miljoen in vier jaar.
Uitgangspunt 5 Financiering
Onze activa (investeringen) worden gefinancierd uit het totaal van onze vaste geldleningen en
reserves. Als sprake is van een financieringstekort moet geld worden geleend. Dit kan zijn
voor de korte termijn (1 jaar of korter) of voor de lange termijn (langer dan een jaar).
Uitgangspunt is dat het financieringstekort zoveel mogelijk met kort geld wordt gefinancierd
omdat de rentekosten bij deze wijze van financiering gemiddeld lager uitvallen.
Uitgangspunt 6 Rentepercentages
Voor de berekening van investeringslasten zal conform het nieuw uitgangspunt vanaf 2014
rekening worden gehouden met een rentepercentage van 4,5% (was 5%) gebaseerd op een
verwacht gemiddeld rentepercentage voor een vaste geldlening. Over de reserves wordt vanaf
het begrotingsjaar 2011 een rentepercentage van 2,5% gehanteerd. Voor het
financieringstekort wordt vanaf 2014 voor de eerste € 5 miljoen. een rentepercentage
berekend van 4,5% (was 5%) en voor het meerdere van 3,5%. Voor het uitzetten van geld
bij een financieringsoverschot wordt 2% berekend.
Uitgangspunt 7 Nullijn / indexering
Voor prijsgevoelige ramingen wordt de nullijn gehanteerd. Noodzakelijke verhogingen moeten
in eerste instantie worden opgevangen binnen het budget (door bijvoorbeeld
efficiencymaatregelen).
Uitgangspunt 7 Stelpost prijsstijging
De stelpost prijsstijging is in 2009 vervallen en bedraagt dus € 0.
Kadernota 2014
18
Uitgangspunt 8 Loonkostenvolume/budget bedrijfsvoering
De ontwikkeling van het personeelsbudget is gebaseerd op een volumeafspraak in 2006
tussen raad en college. Vertrekpunt hiervoor is geweest de totale loonsom in de begroting
2007. Dit budget wordt jaarlijks aangepast met een (vaste) index voor de CAO
ontwikkelingen, sociale lasten, periodieke verhogingen, organisatieontwikkeling en mutaties in
het takenpakket. In de voorjaarsnota van 2009 is in het kader van de
heroverwegingsvoorstellen besloten voor totaal € 640.000 te bezuinigen op de
volumeafspraak en het percentage voor de loonkostenontwikkeling te bepalen op 3%.
Aanvullend is bij de bezuinigingstaakstelling 2011 t/m 2015 van € 5 miljoen besloten hiervan
€ 1 miljoen over dezelfde periode ten laste te brengen van de volumeafspraak.
In de Kadernota 2013 en de afzonderlijke notitie bedrijfsvoering is verwoord, dat het
loonkostenvolume is verbreed tot het bedrijfsvoeringvolume. Dit houdt in, dat de onderdelen
Ict, imop en tractie nu ook in dit (verbrede) volume zijn betrokken.
Uitgangspunt 9 Grondexploitatie / rentevoordeel / rentebijschrijving
In de begroting wordt tot dusverre de grondexploitatie niet geraamd omdat enerzijds wordt
uitgegaan van een budgettair neutraal verloop tussen gemeente en grondbedrijf en anderzijds
omdat het voorzichtigheidsprincipe wordt gehanteerd (geen raming vooraf van
winstafdrachten). De rente die het grondbedrijf afdraagt aan de gemeente wordt door het
grondbedrijf zelf bijgeschreven op de boekwaarden van de verschillende
bestemmingsplannen. Omdat de gemeente zo veel mogelijk leent tegen (goedkoop) kort geld
is sprake van een rente voordeel. Door afnemende grondverkopen en oplopende
rentebijschrijvingen loopt de solvabiliteit van het grondbedrijf terug. Dit effect kan voor een
belangrijk deel worden gecompenseerd door de winstreserve ook te voeden met het netto
rentevoordeel van het grondbedrijf. Voordeel hiervan is dat hierdoor meer financiële armslag
aanwezig om verliezen en/of te hoog oplopende boekwaarden van plannen af te boeken.
Vanaf het jaar 2012 wordt het netto rentevoordeel van het grondbedrijf ten gunste gebracht
van de winstreserve grondbedrijf
Rentebijschrijving exploitatieplannen: De rentebijschrijving op de plannen werd tot 2012
berekend over de boekwaarde. In overleg met de accountant is besloten vanaf 2012 de rente
te berekenen over de boekwaarde minus de eventueel opgebouwde voorziening. In de oude
situatie werd de opgebouwde voorziening hier niet in betrokken. Voordeel hiervan is dat
minder rente op de plannen behoeft te worden bijgeschreven.
Uitgangspunt 9 Grondexploitatie / tijdstip en hoogte winstnemingen / treffen voorziening
Van een in exploitatie genomen bestemmingsplan wordt (tussentijds) winstgenomen als het
plan een positieve boekwaarde heeft van minimaal € 50.000. De hoogte van de winstneming
is dan gelijk aan de boekwaarde minus het totaal van de nog te maken kosten exclusief de
rentecomponent.
Grondexploitatie /treffen van een voorziening m.b.t. plannen in voorbereiding:
Op grond van nieuwe en strengere BBV-eisen moet jaarlijks vanaf 2012 van elk plan in
voorbereiding de marktwaarde worden berekend. De marktwaarde moet jaarlijks worden
onderbouwd en geactualiseerd. Als minimale marktwaarde wordt de landbouwwaarde
gehanteerd. De marktwaarde kan ook hoger zijn zoals bijv. de aankoopwaarde of de huidige
boekwaarde.
Als de jaarlijks geactualiseerde en onderbouwde marktwaarde lager is dan de boekwaarde
dient voor het verschil een voorziening te worden getroffen. In de oude situatie en nieuwe
situatie is en blijft hiervoor de bufferreserve beschikbaar.
Uitgangspunt 9 Grondexploitatie / hoogte bufferreserve
Door nieuwe en strengere Bbv-voorschriften vanaf 2012 worden gemeenten gedwongen
eerder een voorziening te treffen. Dit doet zich voor als een boekwaarde hoger zijn dan de
marktwaarde. De marktwaarde kan verschillend zijn afhankelijk van o.a. de toekomstige
bestemming van de gronden (bijv. woningbouw of bedrijventerreinen), ligging van het plan
evenals de looptijd van het plan.
Van de nog niet in exploitatie genomen gronden kunnen 5 plannen worden benoemd als een
risicoplan omdat de marktwaarde hoger is dan de landbouwwaarde. Financieel uitgangspunt is
dat gestreefd wordt de hoogte van de bufferreserve te bepalen op ca. 50% van het risico dat
wordt gelopen.
Kadernota 2014
19
Als het risico is dat de huidige marktwaarde wordt afgewaardeerd tot de landbouwwaarde
dient de bufferreserve Grondexploitatie een hoogte te hebben van € 2.150.000 (is 50% van
€ 4,3 miljoen). De hoogte van de bufferreserve bedraagt nu € 1.642.000 (o.b.v. rekening
2012 inclusief de toevoeging van een deel rekeningsaldo 2012).
Door toevoeging van netto rentevoordelen van het Grondbedrijf (zie hiervoor) en/of
winstafdrachten wordt het verschil verkleind.
Uitgangspunt 10 Reserve nog uit te voeren werken
Jaarlijks wordt in de jaarrekening een opsomming gegeven van alle mutaties van de reserve
nog uit te voeren werken zonder dat deze mutaties eerst als een afzonderlijk raadsbesluit aan
de raad behoeven te worden voorgelegd.
Jaarlijks wordt een bedrag via de reserve nog uit te voeren werken overgeheveld voor
besteding in het volgend dienstjaar. De laatste jaren schommelt dit bedrag tussen de
€ 4 miljoen en € 6 miljoen. De rente van deze reserve werd tot dusverre toegevoegd aan de
vrije reserve.
Vanaf 2012 wordt de rente hiervan ten gunste gebracht van de exploitatie en toegevoegd aan
het budget voor incidenteel nieuw beleid. Het gaat hierbij om € 100.000 (2,5% van
€ 4 miljoen).
Uitgangspunt 10 Reserve Kern en kader
Voor het onderdeel Kern & kader is een reserve Kern & Kader ingesteld. Voeding van de
reserve vindt plaats door het storten in de reserve van exploitatievoordelen en boekwinsten
als gevolg van afstoting of verkoop van de voorzieningen. De reserve wordt aangewend als
sprake is van boekverliezen.
Uitgangspunt 10 Reserve begrotingssaldo
De reserve is ingesteld om met incidentele meevallers structurele begrotingsruimte te
scheppen. Voorwaarde is, dat het jaarlijks te ontrekken bedrag minimaal 10 jaar lang aan de
exploitatie kan worden toegevoegd. In financieel goede jaren kan worden besloten de
onttrekking stop te zetten en in tijden van financiële nood kan worden besloten om (tijdelijk)
andere richtlijnen aan deze reserve toe te kennen.
Uitgangspunt 11 Afschrijvingsbeleid
De structurele dekking van een investeringslast moet in het eerste jaar volledig in de
begroting worden geraamd om aan te tonen dat de begroting de last kan dragen.
In de jaarrekening wordt het eerste afschrijvingsdeel verantwoord in het jaar van
gereedkomen. De hierdoor verwachte incidentele voordelen worden in tussenrapportages als
incidentele meevallers geraamd.
Uitgangspunt 12 Project Kern & kader (besparingen exploitatie)
In de voorjaarsnota 2006 is het uitgangspunt als volgt omschreven. Het huidig
onderhoudsbudget voor al onze voorzieningen (ca. 100) is structureel te laag. De te realiseren
besparingen uit Kern & kader (bijvoorbeeld door afstoting of verkoop) zullen worden
gereserveerd voor kwaliteitsverbetering van de overige gemeentelijke voorzieningen.
Uitgangspunt 12 Project Vastgoed en geld
Voor het vastgoed was het uitgangspunt benoemd uiterlijk in 2018 de onderhoudsbudgetten
kwalitatief op orde te hebben. Dit betrof in eerste instantie de onderdelen wegen, riolering,
groen en onderhoud gebouwen. Nadien is het onderdeel begraafplaatsen toegevoegd aan het
vastgoed. Door de economische neergang in 2009 en de hierdoor ontstane tekorten in onze
begroting als gevolg van rijksbezuinigingen is het oorspronkelijk uitgedacht traject voor
ophoging van de budgetten verstoord en lopen wij nu achter op de oorspronkelijke planning.
In de programmabegroting 2012 (paragraaf kapitaalgoederen) is een nieuw schema
vastgesteld voor het herstellen van de kortingen op het vastgoed. Hersteld wordt tot een
totaal van € 650.000 in plaats van € 750.000 omdat de korting voor de onderwijshuisvesting
niet meer behoefd te worden hersteld.
Bij de behandeling van de programmabegroting 2013 is als gevolg van de
bezuinigingsmaatregel vastgoed voor 2013 besloten uiterlijk 2023 de onderhoudsbudgetten
op orde te hebben.
Kadernota 2014
20
Uitgangspunt 13 Belastingen Ozb
Uitgangspunt voor een verhoging van de onroerende zaakbelastingen is niet uit te komen
boven de jaarlijks door het Rijk vastgestelde macronorm. De procentuele verhoging voor het
begrotingsjaar wordt ook geraamd voor de jaarschijven van de meerjarenbegroting. De door
het Rijk vastgestelde macronorm bedraagt 3% voor het jaar 2013. De macronorm wordt
jaarlijks geëvalueerd. Dat houdt in, dat het Rijk jaarlijks bekijkt of de gemiddelde verhoging
van alle gemeenten samen binnen de norm blijft. Een individuele gemeente kan en mag
afwijken van de norm. Als de gemiddelde landelijke verhoging hoger uitkomt dan de norm,
kan als sanctiemaatregel door het rijk een korting op de uitkering Gemeentefonds worden
opgelegd. Door de overschrijding van de macronorm 2012 met € 7,7 mln. is dit bedrag
procentueel in mindering gebracht op de macronorm 2013.
De macronorm voor het jaar 2014 is nog niet bekend.
Voor de begroting en meerjarenbegroting wordt door onze gemeente rekening gehouden met
een trendmatige verhoging van de Ozb met 2,75%.
Uitgangspunt 13 Belastingen Rioolheffing
De rioolheffing wordt stapsgewijs verhoogd met € 100.000 tot het moment dat 100%
kostendekking is bereikt. Door invoering van de verbrede rioolheffing heeft de gemeente ook
een zorgplicht gekregen voor de afvoer van grond- en hemelwater. De hieraan gerelateerde
kosten van totaal € 150.000 zijn in 3 stappen van € 50.000 (2010, 2011 en 2012)
toegerekend aan de rioolheffing.
Bij de bezuinigingsvoorstellen 2014 is het voorstel gedaan om de rioolheffing versneld op
100% kostendekkendheid te brengen als gevolg van de verwachte voordelen op de
afvalstoffen voor het jaar 2014.
Uitgangspunt 13 Belastingen Afvalstoffen
Voor de afvalstoffen wordt uitgegaan van 100% kostendekkendheid. Alle afvalstoffen
gerelateerde uitgaven worden op dit onderdeel tot uitdrukking gebracht. Afwijkingen van de
100% kostendekkendheid werden t/m 2012 in de jaarrekening ten gunste of ten laste
gebracht van de egalisatievoorziening afvalstoffen.
Op uitdrukkelijk advies van de accountant is dit uitgangspunt als volgt aangepast:
De opgebouwde voorziening afvalstoffen zal in 3 jaar tijd (2014 t/m 2016) volledig worden
afgebouwd. Het aan de burger terug te geven bedrag zal in 3 gelijke termijnen van € 90.911
ten gunste worden gebracht van het vaste tarief. Afwijkingen van de 100%
kostendekkendheid in de jaarrekening komen vanaf 2013 ten gunste of ten laste van de
algemene middelen. Dit laatste om te voorkomen dat de voorziening weer wordt gevoed.
Uitgangspunt 13 Belastingen Toeristenbelasting
Onze gemeente heeft zich samen met acht andere Drentse gemeenten geconformeerd aan
het uitgangspunt van Recreatieschap Drenthe van een jaarlijkse stijging van € 0,05 per
overnachting. Door de jaarlijkse verhoging met € 0,05 bedraagt het tarief in 2013 € 1,00 per
overnachting.
Bij de kadernota 2013 is besloten om de jaarlijkse verhoging van € 0,05 per overnachting
voort te zetten en dit bedrag toe te voegen aan het structureel budget voor incidenteel nieuw
beleid.
Uitgangspunt 13 Belasting Forensenbelasting
Het tarief voor de Forensenbelasting is gerelateerd aan de procentuele verhoging van de
toeristenbelasting.
Bij de programmabegroting 2013 is besloten de jaarlijkse verhoging toe te voegen aan het
structureel budget voor incidenteel nieuw beleid.
Uitgangspunt 14 Belastingdruk Totaal (conform kadernota 2013)
Naast de reguliere Ozb stijging kan jaarlijks worden besloten de Ozb in een begrotingsjaar of
jaarschijven van de meerjarenbegroting meer of minder te verhogen.
Bij deze overweging kunnen de volgende zaken worden betrokken:
- De totale belastingdruk. Dit is de som van het totaal van de Ozb, reinigingsheffing en
rioolheffing;
- Het inflatiepercentage (bijv. van het jaar t (raming) of t-1 (definitief);
- De economische groei (groei BBP);
Kadernota 2014
21
-
-
De (landelijke) macronorm: Deze norm is voor 2013 vastgesteld op 3,0%. Dit
percentage is de som van het inflatiepercentage van 1,75% en de economische groei
(BBP) van 1,25%;
Een krimp percentage als gevolg van daling aantal inwoners. Het inwoneraantal is gedaald
van 25.941 per 1-1-2011 naar 25.854 per 1-1-2012. Dit is – 87 (= 0,3%). Per 1-1-2013
was het inwoneraantal 25.659. Dit is een daling van 195 (= 0,8%).
De discussie over de belastingdruk is nog niet afgerond. Er is sprake van een denkrichting, die
intern wordt uitgewerkt. De verkenningen hierover blijven actueel door enerzijds verwachte
forse besparingen op de middellange termijn m.b.t. de afvalstoffen en anderzijds als
mogelijkheid om de bezuinigingstaakstelling hiermee voor een deel in te vullen.
Uitgangspunt 15 Leges
Een verhoging van de legestarieven is gekoppeld aan de verhoging Ozb. De jaarlijkse
verhoging bedraagt 2,75%. De bouwleges worden afzonderlijk beoordeeld in verband met de
directe relatie met de ontwikkeling van de bouwkosten. Een onderzoek naar de
kostendekkendheid van leges is inmiddels ambtelijk afgerond. Afgesproken is dat de
uitkomsten worden geëvalueerd en eventueel herzien als de effecten hierop van de nieuwe
kostenverdeelmethode bekend zijn. Verwacht wordt dat dit bij de begroting 2014 het geval
zal zijn.
Uitgangspunt 16 Vrijvallende en te reserveren kapitaallasten
Alle vrijvallende kapitaallasten komen in principe ten gunste van de exploitatie met
uitzondering van de vrijvallende kapitaallasten inzake de dienstverleningsovereenkomst
(Boce-afspraak automatisering met Emmen).
In 2013 is besloten om ook voor tractie de vrijvallende kapitaallasten (weer) hiervoor te
reserveren.
Uitgangspunt 17 (Rente)last strategisch bezit
De (rente)lasten van het strategisch bezit werden in voorgaande jaren gedekt uit de vrije
reserve. De reserve raakt uitgeput, zodat dit niet meer mogelijk is. Vanaf 2012 komen deze
lasten ten laste van het budget incidenteel nieuw beleid.
Kadernota 2014
22
Bijlage 4 PRODUCTIE DENKTANK BEZUINIGINGEN
Hieronder volgen vier tabellen met voorstellen van de denktank bezuinigingen. Dit betreft
achtereenvolgens voorstellen:
- ter invulling van de taakstelling 2014;
- die niet zijn verwerkt voor de taakstelling 2014 maar wel zijn ingebracht en besproken;
- die uitnodigen tot het voeren van een discussie over wens en noodzaak;
- die als technische noodgreep zijn aan te duiden.
In de tabellen is met een score aangegeven in hoeverre het onderwerp bijdraagt aan invulling
van de "nieuwe" kaders. Ook zijn de risico's (wet- en regelgeving, veiligheid, gezondheid en
milieu, financieel en economisch) met een kleur aangegeven.
De toelichting op de diverse onderwerpen van lijst 1 is al in bijlage 1 gegeven, die van de
lijsten 2, 3 en 4 volgt na de tabellen.
lijst 1 Voorstel voor 2014
Deze lijst betreft de keuze van het collegevoorstel voor invulling van de taakstellende
bezuiniging 2014.
Kadernota 2014
23
lijst 2 Overige onderwerpen
lijst 3 Discussie voeren
Kadernota 2014
24
lijst 4 Technisch noodgreep
Toelichtingen onderwerpen lijst 2, 3 en 4:
Lijst 2
106 Representatie
Een versobering op dit (intern) budget (€ 40.000) past als extern ook bezuinigd moet worden.
109 Saneren vastgoed
Het verder terugbrengen van het aantal gem. gebouwen geeft structureel lagere
onderhoudskosten (stelpost planmatig onderhoud).
109 Verhuur leegstaand vastgoed
Nadrukkelijker de optie van tijdelijke verhuur tegen de werkelijke kosten introduceren bij
leegstaande gemeentelijke gebouwen.
111 Taakstelling HVD
Regionalisering moet (op termijn) resulteren in lagere gemeentelijke bijdragen.
114 Bruggen
Onderhoud van bruggen verder terugbrengen. Betreft met name klein onderhoud zoals
schilderwerk en schoonspuiten.
114 Bermmaaisel composteren, verkoop
De verwachting is dat bermmaaisel een grondstof gaat worden i.p.v. een afvalstof.
114 Energie OV
Nieuwe armaturen met energiezuinige verlichting geeft een reductie van de energielasten.
115 Verkeersbordenarm
In zeer beperkte mate is het mogelijk om verkeersborden niet meer te vervangen.
115 Belijning wegen
De belijning van wegen op een aantal plaatsen terugbrengen. Dit zullen met name figuraties
zijn.
115 Vermarkten openbare ruimte
Openbare ruimte (niet zijnde snippergroen) overdragen aan derden die het beheer en
onderhoud gaan doen.
Kadernota 2014
25
115 Verkeerseducatie stoppen
Afspraken over verkeerseducatie zijn gemaakt binnen de regio. Gekoppeld aan provinciale
subsidies en afhankelijk van Rijksbeleid.
118 Participatie economisch beleidsplan
Voor de uitvoering van het beleidsplan EZ is elk jaar een budget beschikbaar. Gepresenteerd
is een korting van 5%.
123 Leerplicht
Stoppen met preventie-werkzaamheden.
126 Logopedie basisonderwijs
Anders organiseren taalscreening (taalachterstand; spraakgebrek) bijvoorbeeld onderbrengen
bij Icare (consultatiebureau).
129 Accommodatieverhuur (+5%)
Al besloten tot exploitatieverbetering sportaccommodaties voor jaren t/m 2015. Daarna
opnieuw verhogen.
132 Centrum schapenhouderij
Stoppen met subsidiëren/faciliteren beheer/schoonmaak Educatief/recreatief infocentrum
schapenhouderij.
132 Cultuurfonds
Jaarlijks is budget cultuurfonds van € 20.000 beschikbaar. Halveren levert € 10.000 op.
132 Schaapskooi/schaapskudde
Stoppen met subsidiëren/faciliteren van de stichting Schaapskudde.
133 Landschapsbeheer
Stichting Landschapsbeheer wordt (voor 50%, rest is provincie) gesubsidieerd voor beheer
van landschapselementen.
134 Lijkbezorgingsrechten
Betreft kostendekkendheid gebruiksrecht lijkbezorging. Een verhoging van bedrag per
begraving betekent meeropbrengst.
134 Begraafrechten
Aantal kostensoorten in rekening brengen bij de burger.
138 Diensten Andes vanuit steunstees
Medewerkers van Andes kunnen gedeeltelijk in de steunstees worden gehuisvest.
141 Harmonisatie Psz, Kov, Onderwijs
Landelijk zijn er ontwikkelingen om te komen tot integrale kindcentra (0-12 jr). Harmonisatie
moet leiden tot kostenreductie.
142 Cliëntenparticipatie
De werkzaamheden van de Wmo-raad, het Iszw en het gehandicaptenplatform kunnen
integreren.
145 Rioolgemalen
Energiegebruik van rioolgemalen reduceren.
147 Agenda veenkoloniën
Jaarlijks draagt de gemeente bij in de (vooral) huisvestingslasten van het
samenwerkingsverband. Samenwerking niet voortzetten.
Kadernota 2014
26
166 Aanbesteding energie
De aanbesteding van elektriciteit en gas voor de gemeentelijke gebouwen en overig vastgoed
vindt plaats in 2014.
166 Organisatie gebouwenonderhoud
Efficiënter omgaan met het werkelijk in rekening brengen van de verhuurde m2 en
bijbehorende energiekosten.
169 Diversen recreatie & toerisme
Voor de uitvoering van het beleidsplan R&T is elk jaar een budget beschikbaar. Diverse
promotiebudgetten samenvoegen.
Lijst 3
108 Minder stembureaus (4)
Aantal stembureaus terugbrengen (nu 23) bespaart kosten bemensing.
109 Vastgoed & geld op huidig niveau
Het ingezette beleid van het herstellen van de (gekorte) vastgoedbudgetten stoppen.
Budgetten op huidig niveau vaststellen.
128 Zwembad Nieuw-Buinen
Stoppen met de gemeentelijk exploitatie van het zwembad in Nieuw-Buinen. In Valthermond
heeft dorpsbedrijf overgenomen.
128 Zwembad Exloo
Zwembad De Leewal in Exloo heeft andere functie en doelgroep dan in Valthermond en
Nieuw-Buinen. Verkoop is optie.
131 Huisvesting bibliotheek
Met het bibliotheekbestuur zijn afspraken gemaakt (bibliotheekvisie) over de jaren tot 2016.
Daarna zou vervolgstap kunnen.
132 Subsidie CQ stoppen
Afspraken met bestuur CQ lopen tot 2016. Geen nieuw contract aangaan m.i.v. 2016.
133 Groenvoorziening
Voor 2013 is totaal € 300.000 bezuinigd op groenvoorziening. Discussie over eventuele
vervolgstappen moet gevoerd worden.
138 Efficiencykorting decentralisaties
Het Rijk hevelt taken - met een korting - over naar de gemeenten. Wij passen - ook - korting
toe bij wegzetten van die taken.
138 Maaltijdverzorging
Twee instanties (Tafeltje Dekje en De Hoven) ontvangen subsidie. Systeem kan ook anders
(Wmo).
140 Extra bezuinigen subsidies, alg.
Voor 2013 is tot een taakstelling van € 50.000 besloten. Hieraan zou vervolg gegeven kunnen
worden voor € 100.000.
144 Aanbesteding verwerking afval
Betreft verwerking in Wijster. Aanbesteding levert een aanzienlijk lager tarief per ton op dan
huidige. Relatie OZB, belastingdruk.
153 Toeristenbel. (extra € 0,05) St. BBO
Verhoging van de toeristenbelasting is gerechtvaardigd i.v.m. extra gemeentelijke inspanning
(stichting Bestemming).
Kadernota 2014
27
Hoger aandeel bedrijfsvoering
Op dit moment levert bedrijfsvoering 20% van de bezuinigingstaakstelling. Dit kan meer
worden.
Lijst 4
114 Activeren wegenonderhoud
T.b.v. een robuuste begroting zijn investeringen in de exploitatie opgenomen. Dit beleid
(geheel of gedeeltelijk) terugdraaien.
121 Activeren onderwijshuisvesting
T.b.v. een robuuste begroting zijn investeringen in de exploitatie opgenomen. Dit beleid
(geheel of gedeeltelijk) terugdraaien.
154 Korting gemeentefonds
I.v.m. decentralisaties wordt rekening gehouden met een nadeel van € 600.000. Dit kan
geheel of gedeeltelijk teruggedraaid worden.
157 Stelpost "Nieuw beleid" minder
Op dit moment wordt in de begroting een stelpost voor nieuw beleid opgebouwd. Dit geheel of
gedeeltelijk niet (meer) doen.
162 Afschrijvingstermijnen herzien
Een afschrijvingsvoordeel kan een logisch uitvloeisel van zijn van ons nog te evalueren
activabeleid.
Kadernota 2014