20130523 Kadernota 2014 def

KADERNOTA 2014
Aan de leden van de gemeenteraad van Haaksbergen,
De Kadernota markeert de start van een nieuwe Planning- en Controlcyclus voor 2014 en de volgende
jaren. In de Kadernota leggen we onze beleidsvisie vast en schetsen we de belangrijkste
beleidsontwikkelingen. Daarmee is de Kadernota strategisch van karakter.
Uw raad geeft ons met de vaststelling van de Kadernota de uitgangspunten voor het opstellen van de
programmabegroting 2014 en het meerjarenperspectief 2015-2017. De volgende vragen zijn daarbij
relevant: zijn we het in grote lijnen eens over de uitgangspunten van beleid, maar ook over de
belangrijkste ontwikkelingen binnen de programma’s? Stellen wij daarbij de juiste prioriteiten?
We zijn er in geslaagd om u een structureel sluitend perspectief voor te leggen. Ook het totaalsaldo
van ons meerjarenperspectief is sluitend en loopt op van afgerond € 7.000 in 2014 tot iets meer dan
€ 1,1 mln. in 2017.
De belangrijkste uitdagingen voor de komende jaren
De komende jaren worden we voor grote uitdagingen geplaatst. De nadruk ligt de komende jaren
vooral op de drie grote transities, waarbij een omvangrijk takenpakket van het rijk naar gemeenten
wordt gedecentraliseerd. Het gaat om de Participatiewet, de overheveling van een deel van de taken
van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar de Wet Maatschappelijke Ondersteuning
(WMO) en de decentralisatie van taken op het terrein van de Jeugdzorg.
De overheveling van taken raakt onze burgers direct. Met een goede voorbereiding zorgen we ervoor
dat we onze burgers optimaal kunnen bedienen. Daarbij zoeken we vanuit onze visie op de wijze van
werken nadrukkelijk naar samenwerking met andere partijen.
Het college van burgemeester en wethouders
Kadernota 2014
2
INHOUDSOPGAVE
1.
Leeswijzer ..................................................................................................................... 4
2.
Aanbieding .................................................................................................................... 5
2.1.
Onze rol in de Haaksbergse samenleving: onze werkwijze ............................................ 5
2.2.
Wat willen we doen: de keuzes ................................................................................. 5
3.
Meerjarig Financieel Perspectief 2014-2017 ....................................................................... 7
4.
Verschillenanalyse bestaand Mjp 2014-2016 .................................................................... 10
5.
Beleidsontwikkelingen Deelprogramma’s ......................................................................... 12
6.
5.1
Programma Bereikbaarheid en Openbare Ruimte .......................................................... 13
5.2
Programma Bestuur en Dienstverlening ....................................................................... 17
5.3
Programma Cultuur en Ontspanning ............................................................................ 20
5.4
Programma Economische Ontwikkeling ........................................................................ 24
5.5
Programma Integrale Veiligheid .................................................................................. 26
5.6
Programma Maatschappelijke Ondersteuning ............................................................... 28
5.7
Programma Onderwijs en Jeugd ................................................................................. 33
5.8
Programma Ruimtelijke Ontwikkeling en Wonen ........................................................... 37
5.9
Programma Algemene Dekkingsmiddelen..................................................................... 43
Bijlage 1: Investeringskredieten 2014............................................................................. 48
Kadernota 2014
3
1. Leeswijzer
In de Aanbieding geven we onze visie op het beleid op de verschillende terreinen. We doen dit vanuit
twee hoofdlijnen: faciliteren en verbinden.
In het hoofdstuk Meerjarenperspectief 2014-2017 geven we u een beeld van alle structurele en
incidentele effecten. In het daarop volgende hoofdstuk Verschillenanalyse bestaand mjp 20142016 maken we de verschillen tussen het perspectief in deze Kadernota en het perspectief in de
programmabegroting 2013 inzichtelijk.
Vervolgens gaan we per deelprogramma in op de belangrijkste beleidsontwikkelingen en de daarmee
samenhangende financiële effecten. Hierbij leggen we nadrukkelijk de relatie met onze visie, die we in
het volgende hoofdstuk hebben verwerkt. Voor de transities gaan we nog specifiek in op de risico’s die
we lopen.
Kadernota 2014
4
2. Aanbieding
2.1.
Onze rol in de Haaksbergse samenleving: onze werkwijze
Onze werkwijze is gebaseerd op twee pijlers: faciliteren en verbinden.
Faciliteren
Wij gaan uit van de kracht van onze burgers, individueel of in georganiseerd verband. Wij maken
gebruik van voor de hand liggende verbindingen. Daarbij versterken we wat goed gaat en waarbij
vanuit eigen kracht zaken geregeld worden. Interventie passen we alleen toe indien nodig.
Verbinden
Daar waar we voor resultaten afhankelijk zijn van anderen is een samenwerkingsrelatie of
partnerschap noodzakelijk. We kiezen ervoor om te faciliteren en stimuleren en voeren dus niet meer
alle taken zelf uit. Voor de verschillende taken bepalen we welke werkwijze we kiezen. Maatwerk is
daarbij het uitgangspunt.
Deze pijlers zijn conform de beleidsuitgangspunten die het rijk voor de transities hanteert. We
hanteren deze uitgangspunten als basis bij het formuleren van nieuwe beleidsvoorstellen.
2.2.
Wat willen we doen: de keuzes
De geschetste ontwikkelingen en onze visie op onze rol in de samenleving hebben we vertaald in een
drietal inhoudelijke strategische doelstellingen, die voor ons leidend zijn geweest bij het opstellen van
deze kadernota.
Economische doelstellingen
We stimuleren de economische vitaliteit. Daarbij zorgen we voor het behoud van de levensvatbaarheid
van Haaksbergen en het verbreden en versterken van de economische dragers in de kernen en in het
landelijk gebied.
Sociaal maatschappelijke doelstellingen
We versterken de sociale vitaliteit door het vergroten van de zelfredzaamheid en participatie van
burgers, bedrijven en instellingen. Ook stimuleren en ondersteunen we de sociale samenhang waarbij
we aansluiten bij de beschikbare netwerken en organisaties.
Ruimtelijke doelstellingen
We sturen op een woningmarkt die een breed en voldoende gevarieerd assortiment woningen biedt,
vooral gericht op de doelgroep starters, gezinnen met kinderen en ouderen om de leefbaarheid van
Haaksbergen te behouden en te stimuleren. Voor de laatste groep creëren we levensloopbestendige
voorzieningen en we maken het mogelijk dat mensen langer thuis wonen, ook als zij zorg of diensten
nodig hebben. Woonservicezones spelen hierbij een verbindende rol.
Kadernota 2014
5
De concrete uitwerking van de strategische doelstellingen in activiteiten vindt u terug in de hierna
volgende onderwerpen.
Transities
-
Participatiewet
Met de komst van deze nieuwe wet voegt het rijk de Wet werk en bijstand (WWB), Wet sociale
werkvoorziening (Wsw) en Wet arbeidsparticipatie Jongeren (Wajong) samen.
Doel van de wet is om de instroom in de huidige regelingen fors te beperken. Uitgangspunt daarbij is
dat wie werken kan, ook aan het werk moet. Kortweg is het doel van de Participatiewet participatie
door middel van (betaald) werk.
-
AWBZ en WMO
Uitgangspunt bij de decentralisatie van taken in het sociale domein is “Eén gezin, één plan, één
regisseur”. Van onze kant betekent dit één budget en één verantwoordelijke. Met een gerichte aanpak
verwachten we dat dit op termijn leidt naar een ontschotting van beleid op het sociale domein, zowel
inhoudelijk als financieel.
-
Jeugdzorg
Er is een nadrukkelijke relatie tussen de decentralisatie van taken op het gebied van begeleiding, de
participatiewet, het Passend Onderwijs en de Jeugdzorg. Het uitgangspunt is ook hetzelfde: “Een
gezin, één plan, één regisseur”. Bij de voorbereiding op de invoering van de nieuwe wetgeving per 1
januari 2015 werken we nauw samen op zowel bovenlokaal als lokaal niveau. Bovendien hebben we
structurele ruimte gevonden om extra te investeren in het jeugdbeleid.
Strategische beleidsontwikkelingen
-
Verzelfstandiging de Wilder
In 2013 vindt een marktoriëntatie plaats met betrekking tot de herpositionering van zwembad De
Wilder, met als doel te komen tot overdracht aan een commerciële partij in 2014. In deze Kadernota
hebben we rekening gehouden met een incidentele verhoging van het onderhoudsbudget en een extra
subsidie van € 140.000 in 2014.
De consequenties van de marktoriëntatie nemen we mee in de kadernota voor 2015.
-
Ontwikkelingen op het gebied van werk en inkomen
De komende jaren moeten we door de aanhoudende crisis rekening houden met een stijging van het
aantal mensen dat een beroep doet op de bijstand. Met gericht beleid proberen we daarbij mensen zo
snel mogelijk weer te laten uitstromen naar regulier werk en zo de kosten te beperken.
Kadernota 2014
6
3. Meerjarig financieel perspectief 2014-2017
De basis voor de actualisatie van het meerjarenperspectief in deze Kadernota is het
meerjarenperspectief uit de begroting 2013.
In het nu voorliggende perspectief zien we de effecten van de crisis terugkomen door de gestegen
kosten voor bijstand en werkgelegenheidsprojecten. We investeren extra in het jeugdbeleid. Om een
realistisch meerjarenperspectief te presenteren hebben we structurele ruimte van € 200.000
gereserveerd voor niet-strategische ontwikkelingen en voorziene ontwikkelingen waarvan de financiële
effecten in de begroting 2014 tot uitdrukking komen.
Om onze reservepositie en het weerstandsvermogen verder te versterken stellen we voor om in 2016
en 2017 extra dotaties aan de algemene reserve te doen.
Het bijgestelde perspectief 2014-2017 ziet er als volgt uit:
Kadernota 2014
7
Hierna geven we een specificatie van incidentele en structurele effecten, zoals we die in bovenstaande
tabel hebben verwerkt.
Kadernota 2014
8
In het volgende hoofdstuk lichten we de afwijkingen ten opzichte van het meerjarenperspectief uit de
begroting 2013 toe.
Kadernota 2014
9
4. Verschillenanalyse bestaand mjp 2014-2016
Onderstaande tabel geeft inzicht in de verschillen tussen het meerjarenperspectief uit de
programmabegroting 2013 en deze Kadernota.
Een nadere toelichting op de effecten van de nieuwe ontwikkelingen (regels 2. en 4.) vindt u terug op
de pagina’s 8 tot en met 10.
Toelichting
Het verschil in het structurele effect van de autonome ontwikkelingen komt door twee ontwikkelingen:
die binnen de algemene uitkering en die binnen de kapitaallasten. In onderstaande tabel geven we
een specificatie van dit verschil, waarna een inhoudelijke toelichting volgt.
Kadernota 2014
10
Algemene uitkering
We hebben de algemene uitkering geactualiseerd aan de hand van de decembercirculaire 2012.
Bovendien hebben we vooruitlopend op de meicirculaire al rekening gehouden met de effecten van het
financieel akkoord tussen rijk en gemeenten, dat begin dit jaar gesloten is, maar waarvan de effecten
nog niet in een gemeentefondscirculaire zijn vertaald. Tot slot hebben we, net als overige autonome
ontwikkelingen nu ook de algemene uitkering voor alle jaren van het perspectief geraamd tegen
lopende prijzen, dat wil zeggen aangepast voor inflatie.
Kapitaallasten
Niet alleen hebben we de kapitaallasten geactualiseerd aan de hand van de restantkredietenlijst in de
rekening 2012, ook hebben we de effecten van de nieuwe afschrijvingstermijnen volgens de in
december 2012 vastgestelde financiële verordening in deze Kadernota verwerkt. Daarbij hebben we
ook al rekening gehouden met de taakstelling van structureel € 750.000 die we daarvoor hadden
opgenomen in de begroting 2013.
De structurele en incidentele effecten van de nieuwe ontwikkelingen ten opzichte van de begroting
2013 zijn in het vorige hoofdstuk al nader gespecificeerd en worden in Hoofdstuk 5 verder
beleidsinhoudelijk toegelicht.
Kadernota 2014
11
5. BELEIDSONTWIKKELINGEN DEELPROGRAMMA’S
Kadernota 2014
12
5.1 PROGRAMMA BEREIKBAARHEID EN OPENBARE RUIMTE
deelprogramma
Bereikbaarheid
Portefeuillehouder:
Drs. M.M.J. Diepenmaat
MRE
VISIE
Een optimale bereikbaarheid is van groot belang voor bedrijven en burgers.
De wijze waarop de wegen worden ingericht en beheerd draagt in grote mate bij aan de bruikbaarheid,
(sociale) veiligheid en aantrekkelijkheid. Schoon, heel en veilig is hierbij ons uitgangspunt.
Onze middelen zetten we toenemend in op plaatsen waar gebruik, kwaliteit en veiligheid van belang zijn
en doen een stapje terug waar die minder van belang zijn.
BELEIDSONTWIKKELINGEN VOOR 2014 EN VOLGENDE JAREN
Kolenbranderweg
De Kolenbranderweg wordt opgewaardeerd tot een volwaardige ontsluitingsweg en zal gelijktijdig met
de N18 worden opengesteld.
N18:
Onderdoorgang MBS
Het bestuur heeft ingezet op een verdiepte aanleg van de N18 in plaats van een hooggelegen N18 ter
plaatse van de Geukerdijk.
Voorbereidende werkzaamheden N18 in verband met:
•
aanpassing Kerkweg naar een erftoegangsweg i.v.m. afsluiten Groothuizenweg;
•
verleggen drukriolering t.g.v. de doorsnijding van de nieuwe N18;
•
in beeld brengen maatregelen m.b.t. het aanpassen van het onderliggend wegennet (OWN) en
overige infrastructuur dat niet door Rijkswaterstaat wordt uitgevoerd.
Voor de navolgende onderdelen zijn op dit moment nog geen engineeringskosten of
voorbereidingskosten beschikbaar gesteld:
Onderdoorgang MBS
De totale gemeentelijke bijdrage voor de ondertunneling wordt geraamd op € 1.800.000.
Kadernota 2014
13
Aanpassing Kerkweg
De voorbereidingskosten voor de aanpassing van de Kerkweg naar een erftoegangsweg, i.v.m.
afsluiten Groothuizenweg, zijn geraamd op € 21.000.
Verleggen drukriool
De voorbereidingskosten voor het verleggen van de drukriolering, t.g.v. de doorsnijding van de
nieuwe N18, zijn geraamd op € 75.000.
Aanpassingen onderliggend wegennetwerk
De kosten voor het voorbereiden/in beeld brengen van maatregelen m.b.t. het aanpassen van het
onderliggend wegennet (OWN) en overige infrastructuur, dat niet door Rijkswaterstaat wordt
uitgevoerd, zijn geraamd op € 26.250.
Wegen:
Volgens berekeningen vanuit het Wegen-beheerplan is er een “theoretisch berekende” achterstand die
naar onze inschatting over vijf jaar een extra onderhoudsinspanning vereist.
Onkruidbestrijding op verharding:
In 2012 heeft de overheid besloten dat het verbod op het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen wordt uitgesteld tot 2015. In de Kadernota van 2015 zal hieraan opnieuw aandacht worden
besteed wanneer hierover meer duidelijkheid is.
Kadernota 2014
14
PROGRAMMA BEREIKBAARHEID EN OPENBARE RUIMTE
Portefeuillehouder:
deelprogramma
Openbare ruimte
Drs. M.M.J. Diepenmaat
MRE
Drs. J.H. Scholten
VISIE
De openbare ruimte bestaat voor een groot deel uit elementen die door de gemeente worden ingericht en
beheerd. Goed beheer bepaalt in grote mate de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de gemeente.
Schoon, heel en veilig is hierbij ons uitgangspunt.
Goed beheer heeft een positieve uitwerking op het onderhoud door burgers op haar eigen terrein en de
leefbaarheid in haar omgeving. Wij streven naar het hanteren van verschillende onderhoudsniveaus,
waarbij bij de meer representatieve openbare ruimten (centrum) wordt uitgegaan van een hoger en
andere delen van een lager onderhoudsniveau. Hierbij is het van belang dat niet slechts vanuit de eigen,
technische, filosofie naar de openbare ruimte wordt gekeken maar ook wat de mening van de inwoners
hierover is.
BELEIDSONTWIKKELINGEN VOOR 2014 EN VOLGENDE JAREN
Toelichting overige ontwikkelingen
Plantsoenen:
In 2013 is in een aantal wijken (Buurse -St. Isidorushoeve en de Industriegebieden) gestart met het
werken op basis van, in het bestek vastgelegde, streefbeelden volgens de landelijke Kwaliteitscatalogus. In 2014 zal dit ook voor de overige wijken worden ingevoerd.
Bovendien zal, voor structureel lagere onderhoudskosten, de omzetting naar meer onderhoudsarm
groen verder gestalte moeten krijgen.
Door het wegvallen van het extra onderhoudsbudget (compensatie verbod chemische onkruidbestrijding) van de afgelopen jaren zijn onvoldoende middelen voorhanden. Een deel wordt opgelost
door inzet van uitkeringsgerechtigden. De omzetting van een gedeelte van de Openbare Ruimte naar
minder intensief onderhoud (dus goedkoper) door inboet en soort omvorming vergt meer tijd.
Kadernota 2014
15
Speelvoorzieningen:
Vanwege bezuinigingen op speelvoorzieningen kunnen niet alle speelterreinen gehandhaafd blijven.
Deels kunnen wij dit ondervangen door de levensduur van de huidige speelvoorzieningen te verlengen
door middel van extra onderhoud. De komende jaren moeten we investeren om het niveau van de
speelvoorzieningen acceptabel te houden. Financieel lossen wij dit op met het beschikbaar stellen van
een krediet waarvan de kapitaallast, vanaf 2015, zal worden betaald uit het beschikbare budget.
Voor het vervangen van speelvoorzieningen gaan wij een krediet beschikbaar stellen. Het onderhoudsbudget, inclusief de incidentele ophoging van het onderhoudsbudget ad. € 15.000, die
structureel in de begroting was opgenomen, kan hiermee in 2014 verminderen met € 21.500.
FINANCIEEL KADER
Deelprogramma:
Openbare ruimte
Structureel
Onderwerp
Inkomsten
Speelvoorzieningen
Totaal Openbare ruimte
Kadernota 2014
Saldo
Kadernota
Mutaties Kadernota 2014
Uitgaven
2014
Incidenteel
Inkomsten
Uitgaven
-21.500
0
-21.500
16
21.500
0
0
21.500
5.2 PROGRAMMA BESTUUR EN DIENSTVERLENING
deelprogramma
Bestuur
Portefeuillehouder:
Dr. J.C. Gerritsen
BELEIDSKADERS
Beleidsnota
Einddatum
Gemeenschappelijke regeling Regio Twente
-
Code voor goed openbaar bestuur (2009)
-
Visie op Bestuur en organisatie (2008)
-
Notitie Internationale Contacten
-
VISIE
Om zaken te veranderen, is een goede verstandhouding met burgers, ondernemers, omliggende
gemeenten en andere partners belangrijk. Wij willen in die verstandhouding meer en meer optreden als
regisseur, die ordent, faciliteert, reguleert en waar mogelijk ook stimuleert. Dit vraagt ander gedrag van
ons als gemeente, maar ook van onze partners en burgers. Wij willen zaken anders organiseren en samen
met andere partijen onze doelen bereiken.
Samenwerken met allerlei mogelijke partners kan er ook toe leiden dat we zaken nog efficiënter en
mogelijk goedkoper kunnen organiseren. Zo willen we, nog tijdens deze collegeperiode, intensiever
samenwerken met andere gemeenten. Daarbij passen begrippen als continuïteit en kwaliteit van
dienstverlening en een minder kwetsbare positie om taken naar behoren uit te voeren. Met beleidstaken
en ondersteunende diensten kan verschillend worden omgegaan. Dat we die samenwerking met de regio
zoeken om klantvriendelijker, effectiever en efficiënter te worden, staat buiten kijf. Op welke schaal en
met wie blijft maatwerk. Bij samenwerking streven we te allen tijde naar een win-win-situatie.
BELEIDSONTWIKKELINGEN VOOR 2014 EN VOLGENDE JAREN
Transities
Zie voor opmerkingen over samenwerking in het kader van de transities het programma
Maatschappelijke ontwikkeling.
Kadernota 2014
17
Strategische doelen
Intergemeentelijke samenwerking.
In het voorjaar van 2013 vindt een heroriëntatie op samenwerking plaats binnen de 14 gemeenten
van de Regio Twente. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen gevolgen hebben voor onderwerpen
van samenwerking in de gemeenschappelijke regeling Regio Twente. De ontwikkelingen daarin worden
gevolgd.
Per 1 januari 2014 wordt de Wgr+ afgeschaft wat tot gevolg heeft dat de Regio Twente de status van
plusregio verliest. Met name de gevolgen voor de mobiliteits- en openbaar vervoermiddelen kunnen
groot zijn. Nog niet duidelijk is het standpunt van de provincie ten aanzien van het strikt aanhouden
van de bevoegdheden op dit terrein bij de provincie of dat er nog ruimte bestaat voor de 14
gemeenten gezamenlijk.
Samenwerking ICT.
Met Hof van Twente en Hengelo vinden verkennende gesprekken plaats over samenwerking op het
gebied van ICT. Dit kan voor de komende jaren de nodige gevolgen met zich mee brengen. Het kan
gaan om samenwerking of zelfs outsourcing van ICT bij een andere gemeente. De financiële
consequenties van deze keuze zijn niet op voorhand te voorzien en zullen separaat in een
totaalvoorstel aan de raad worden voorgelegd.
Gemeenteraadsverkiezingen 19 maart 2014
De Tweede Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel het aantal gemeenteraadsleden terug te
brengen. In Haaksbergen zou de raad dan bestaan uit 17 leden (thans 19 leden). Het wetsvoorstel
moet nog worden goedgekeurd door de Eerste Kamer.
Kadernota 2014
18
PROGRAMMA BESTUUR EN DIENSTVERLENING
deelprogramma
Dienstverlening
Portefeuillehouder:
Dr. J.C. Gerritsen
BELEIDSKADERS
Beleidsnota
Einddatum
Collegeprogramma 2010-2014
VISIE
Wij willen onze dienstverlening klantgericht en efficiënt vormgeven. Dat is ons doel voor de komende
jaren. Wij streven ernaar om onze dienstverlening zoveel mogelijk onder te brengen in een nog te
ontwikkelen Klant Contact Center (KCC). In dit KCC zijn de beschikbare communicatiekanalen (telefoon,
internet, balie en post) gebundeld. Vragen worden eenduidig beantwoord ongeacht het kanaal dat de
burger kiest om de vraag te stellen. Daar waar mogelijk zullen we kansen om samen te werken met
andere gemeenten benutten.
BELEIDSONTWIKKELINGEN VOOR 2014 EN VOLGENDE JAREN
Toelichting overige ontwikkelingen
Basisregistratie personen (BRP)
In de komende jaren wordt het huidige GBA-stelsel vervangen door de nieuwe Basisregistratie
personen (BRP). Dit is een wettelijk verplicht in te voeren landelijke basisregistratie. Eén van de
belangrijkste onderdelen in het traject is het vervangen van onze huidige GBA applicatie. Dit zou in
samenwerking met de gemeente Hof van Twente opgepakt kunnen worden waarbij een objectieve
keuze gemaakt moet worden voor het best passende pakket wat betreft functionaliteit en
prijs/kwaliteitverhouding. Het nieuwe pakket maakt doorontwikkeling mogelijk van onze digitale
dienstverlening. Haaksbergen gaat in het laatste kwartaal 2015 aansluiten op de BRP.
Kadernota 2014
19
5.3 PROGRAMMA CULTUUR EN ONTSPANNING
deelprogramma
Cultuur
Portefeuillehouder:
Drs. J.H. Scholten
BELEIDSKADERS
VISIE
Actief en passief deelnemen aan kunst en cultuur is goed voor de ontwikkeling van talent, zelfvertrouwen,
reflectie en kritisch vermogen van de bewoners van Haaksbergen. De gemeente wil daarin een
verbindende, stimulerende en faciliterende rol spelen om zo de deelname aan kunst en cultuur, gericht op
doelgroepen te bevorderen. Kunst, cultuur en educatie is een breed terrein: van amateurkunst, materieel
en immaterieel erfgoed (volkscultuur), muziekonderwijs, theater en cultuureducatie.
Monumenten hebben een groot aandeel in de (toeristische) beleving van Haaksbergen en vertolken een
groot deel van haar geschiedenis.
BELEIDSONTWIKKELINGEN VOOR 2014 EN VOLGENDE JAREN
Cultuurarrangement 2013-2016
Om verenigingen op het gebied van amateurkunst, volkscultuur/cultureel erfgoed en museumexpositiebeleid hierin te ondersteunen nemen wij deel aan het programma “Cultuurarrangement”
2013-2016 van de provincie Overijssel. Het cultuurarrangement is een financiële ondersteuning van
de provincie Overijssel aan middelgrote en kleine gemeenten om de bewustwording van de lokale
identiteit en de betrokkenheid van burgers bij de gemeenschap te vergroten. In het arrangement
wordt een matching tot stand gebracht tussen de provincie Overijssel en de gemeente middels een
convenant d.d. 23 mei 2013.
Cultuureducatie 2013-2016
Een ander centraal thema voor de komende jaren is cultuureducatie. In overleg met de commissie
culturele vorming en het basisonderwijs is een activiteitenplan voor de komende vier jaar opgesteld.
Alle basisscholen ondersteunen dit plan zowel inhoudelijk alsook financieel. Ook de provincie en de
gemeente leveren hiervoor een financiële bijdrage. Daardoor wordt ook in de komende vier jaar op
structurele wijze aandacht gegeven aan cultuureducatie binnen het basisonderwijs.
Kadernota 2014
20
Strategische doelen
Kulturhus
De doorontwikkeling van het Kulturhus nieuwe stijl vormt een belangrijke bijdrage aan het behouden
en versterken van het cultureel, sociaal-maatschappelijke voorzieningenniveau van de gemeente
Haaksbergen. De kracht zit in de samenwerking tussen verschillende partijen op het sociaal, cultureel
en maatschappelijk vlak. Hier zijn synergievoordelen te behalen, zowel in de instandhouding en
versterking van het aanbod, als ook in financiële zin door gezamenlijke faciliteiten, minder m2
behoefte en in personele zin. Besluitvorming over het realiseren van het Kulturhus vindt in september
2013 plaats.
FINANCIEEL KADER (EFFECTEN SPEERPUNTEN EN ACTUALISATIE)
Deelprogramma:
Cultuur
Structureel
Onderwerp
Cultuurarrangement
Inkomsten
2014
Incidenteel
Uitgaven
Inkomsten
Uitgaven
30.000
Cultuureducatie
7.000
Totaal Cultuur
37.000
Kadernota 2014
Saldo
Kadernota
Mutaties Kadernota 2014
21
30.000
7.000
0
0
0
37.000
PROGRAMMA CULTUUR EN ONTSPANNING
deelprogramma
Portefeuillehouder:
Ontspanning
Drs. J.H. Scholten
VISIE
Recreatie, toerisme en sport vormen belangrijke pijlers voor ontspanning. De gemeente vervult een
verbindende, faciliterende en stimulerende rol bij het beleid op dit terrein. Het park Groot Scholtenhagen
is een concentratiegebied voor sport, recreatie en ontspanning voor inwoners van Haaksbergen en
daarbuiten. Sport is een belangrijk onderdeel van ontspanning en vervult een belangrijke sociale functie.
BELEIDSONTWIKKELINGEN VOOR 2014 EN VOLGENDE JAREN
Strategische doelen
Verzelfstandiging de Wilder
In 2013 vindt een marktoriëntatie plaats met betrekking tot de herpositionering van zwembad De
Wilder, met als doel te komen tot overdracht aan een commerciële partij in 2014. Het
onderhoudsbudget wordt in 2014 incidenteel verhoogd met € 269.000. Ook houden we rekening met
een extra subsidie in 2014 van € 140.000.
Indien uit de marktoriëntatie blijkt dat overname door een commerciële partij geen optie is, zal een
constructief ondernemingsplan voor de komende 10 jaar waren opgesteld met stichting De Wilder,
waarin exploitatie, onderhoud en investeringen zijn geregeld. De consequenties van deze optie zullen
in de kadernota voor 2015 nader worden geduid.
FINANCIEEL KADER (EFFECTEN SPEERPUNTEN EN ACTUALISATIE)
Deelprogramma:
Ontspanning
Structureel
Onderwerp
Saldo
Kadernota
Mutaties Kadernota 2014
Inkomsten
Incidenteel
Uitgaven
Inkomsten
2014
Uitgaven
Extra subsidie de Wilder
140.000
-140.000
De Wilder onderhoud
269.000
-269.000
409.000
-409.000
Totaal Ontspanning
Kadernota 2014
0
22
0
0
PROGRAMMA CULTUUR EN ONTSPANNING
deelprogramma
Portefeuillehouder:
Sport
Drs. J.H. Scholten
VISIE
Sport is niet alleen een doel op zich, maar kan een gerichte bijdrage leveren aan het realiseren van
maatschappelijke doeleinden op andere beleidsterreinen. Sport staat midden in de Haaksbergse
samenleving en sportorganisaties vervullen daarin een belangrijke sociale functie. Zij zijn een bindende
factor in onze samenleving. Sport is niet langer een autonome functie, maar werkt in toenemende mate
samen met andere sectoren zoals jeugdbeleid, volksgezondheidsbeleid, WMO.
De gemeente richt zich in haar sportbeleid primair op de breedtesport en vervult daarbij een bindende,
faciliterende en stimulerende rol.
BELEIDSONTWIKKELINGEN VOOR 2014 EN VOLGENDE JAREN
Breedtesportregeling provincie Overijssel
De provincie stelt aan iedere gemeente per inwoner € 1- beschikbaar voor breedtesportstimulering in
2013 en 2014. In totaal gaat het om een bedrag van € 48.838 voor de gemeente Haaksbergen.
Volgens het onderzoek Fit en Gezond in Overijssel sport in 2012 61% van de Overijsselse bevolking.
De provincie wil het percentage van de bevolking van Overijssel dat regelmatig aan sport en bewegen
doet verhogen naar 75% in 2016. De sportdeelname in Haaksbergen is volgens ditzelfde rapport
hoger dan het gemiddelde in Overijssel, namelijk 84% (Fit en Gezond in Overijssel 2012).
FINANCIEEL KADER
Deelprogramma:
Sport
Structureel
Onderwerp
Inkomsten
Breedtesportimpuls provincie
Totaal Sport
Kadernota 2014
Saldo
Kadernota
Mutaties Kadernota 2014
23
Uitgaven
Incidenteel
Inkomsten
2014
Uitgaven
24.000
24.000
0
24.000
24.000
0
5.4 PROGRAMMA ECONOMISCHE ONTWIKKELING
Economische
ontwikkeling
Portefeuillehouder:
J.M. van Rees
VISIE
Haaksbergen wil de bestaande bedrijven blijvend binden en nieuwe bedrijven de kans geven zich te
vestigen. Wij willen het bedrijfsleven ondersteunen en voorgenomen ontwikkelingen zo goed mogelijk
faciliteren. Daar waar mogelijk zullen we de continuïteit en groei van bedrijven faciliteren. De gemeente
wil hierin met ondernemers meedenken om hun wensen te realiseren en daarin een actieve houding
innemen. Dit geldt voor bedrijven in zowel het stedelijk als het landelijk gebied. De realisatie van een
nieuwe voorraad aan bedrijfskavels is opgepakt en moet voorzien in de meest actuele vraag aan
bedrijfskavels. Wij hebben de revitaliseringsopgave van de bestaande bedrijventerreinen grotendeels
afgerond en biedt goede kansen voor een duurzamer ruimtegebruik bij bedrijfsuitbreidingen en
verplaatsingen.
BELEIDSONTWIKKELINGEN VOOR 2014 EN VOLGENDE JAREN
-
Faciliteren bedrijfsleven
-
Economische visie
Faciliteren bedrijfsleven
De inzet is om de dienstverlening naar het bedrijfsleven te verbeteren door gebruik te maken van een
of meer accountmanagers. Een bedrijf heeft voortaan met één aanspreekpersoon te maken. Het
arbeidsmarktbeleid wordt hierin geïntegreerd, in samenhang met ruimtelijke vraagstukken en
vergunningverlening.
Economische Visie
In 2013 wordt een visie opgesteld. De verwachting is dat de daarin opgenomen maatregelen en advies
in 2014 en volgende jaren uitgevoerd zullen gaan worden in nauwe samenwerking met de bedrijven.
Kadernota 2014
24
PROGRAMMA ECONOMISCHE ONTWIKKELING
deelprogramma
Toerisme en
Recreatie
Portefeuillehouder:
Drs. M.M.J. Diepenmaat
MRE
VISIE
Voor Haaksbergen zijn recreatie en toerisme van groot economisch belang. De sector levert een
essentiële bijdrage aan de naamsbekendheid en de aantrekkelijkheid op het gebied van wonen, werken
en recreëren. Wij willen onze gemeente nog meer neerzetten als een plek waar het genieten van de
natuur, de rust en de ruimte hand in hand gaan met actieve recreatie, spanning en beleving van
cultuurhistorie. Wij willen gezinnen, jongeren en ouderen aan ons binden door in een breed recreatieftoeristisch aanbod te voorzien. De bijzondere aantrekkingskracht van de MBS en de gebiedsontwikkeling
rondom bieden volop kansen. Ook het organiseren van een grote verscheidenheid aan evenementen
speelt hierin een belangrijke rol. De voorzieningen die hiervoor gerealiseerd worden zorgen voor een
gunstig woonklimaat voor verschillende doelgroepen. De fraaie natuurgebieden en het gevarieerde
buitengebied van Haaksbergen zien wij als een belangrijk kapitaal van onze gemeente die volop kansen
biedt om het recreatief-toeristisch product te versterken. Het in stand houden van de bestaande
natuurgebieden en het eventueel versterken daarvan is daarom erg belangrijk.
BELEIDSONTWIKKELINGEN VOOR 2014 EN VOLGENDE JAREN
Toelichting overige ontwikkelingen
De economie is gediend met een sterke promotie van de recreatieve kwaliteiten en van de vele
evenementen die Haaksbergen rijk is. Promotie is daarom het speerpunt. We ondersteunen de VVV in
de promotie, het ontwikkelen van toeristische producten en het verbreden van het aanbod. Wij
versterken het toeristische imago van Haaksbergen via lokale en regionale kanalen. We faciliteren en
ondersteunen de bekendheid van het rijke aanbod van evenementen.
De provincie en Regio Twente veranderen de afspraken over het onderhoud van het
fietspadennetwerk. Wij zullen er voor pleiten dat de kwaliteit van het fietspadennetwerk op niveau
blijft en zelfs verbeterd wordt.
Kadernota 2014
25
5.5 PROGRAMMA INTEGRALE VEILIGHEID
deelprogramma
Handhaving
Portefeuillehouder:
Dr. J.C. Gerritsen
VISIE
De gemeente Haaksbergen wil zijn burgers en ondernemers een veilige omgeving bieden door haar
handhavingstaken op een structurele en integrale manier uit te voeren. Door daarbij handhaving
transparant en eenduidig te maken, worden de verschillende doelgroepen van de handhaving
gestimuleerd en geadviseerd de regels na te leven.
BELEIDSONTWIKKELINGEN VOOR 2014 EN VOLGENDE JAREN
Regionale Uitvoeringsdienst (RUD).
De RUD Twente en IJsselland is per 1 januari 2013 formeel van start gegaan. In de loop van 2013 zal
er inzicht verkregen moeten worden in het totaalpakket aan werkzaamheden van de RUD en de rol die
de gemeente Haaksbergen daarbij speelt. De vergunningverlening en handhaving van een groot
aantal ‘zwaardere’ bedrijven zullen onder de bovenlokale taken vallen.
Op basis van de kwaliteitscriteria (met name te noemen opleiding en vlieguren) moeten specialisten
deze taken uitvoeren. Die zijn op dit moment niet op alle onderdelen binnen de organisatie aanwezig.
In die gevallen zullen we beroep moeten doen op de RUD. De door de RUD uit te voeren taken voor
onze gemeente komen ten laste van onze gemeente. Door ook zelf taken voor de RUD te gaan leveren
kan dit ook inkomsten genereren. Doel is om op deze wijze tot een evenwicht te komen. Het is de
bedoeling dat de kwaliteitscriteria per 1 januari 2015 in werking treden. Dit betekent dat we ons in
2013 en 2014 moeten voorbereiden op het van kracht worden van de kwaliteitscriteria door het
bijscholen van eigen personeel. Daarnaast moeten we zoeken naar een evenwichtige verdeling van
werkzaamheden die we bij de RUD moeten onderbrengen en de werkzaamheden die we zelf kunnen
en mogen uitvoeren of waarbij we een rol spelen in de RUD.
De komende jaren zullen we net als andere gemeenten moeten investeren in opleiding/bijscholing,
oplossen van ICT-problemen en de inhuur van kennis en diensten uit de RUD. Daarnaast zal dit jaar
duidelijk worden welke invloed de deelname aan de RUD en daaraan verbonden verplichtingen voor de
inzet/capaciteit betekenen.
Kadernota 2014
26
PROGRAMMA INTEGRALE VEILIGHEID
deelprogramma
Veiligheid
Portefeuillehouder:
Dr. J.C. Gerritsen
BELEIDSONTWIKKELINGEN VOOR 2014 EN VOLGENDE JAREN
Transities
Integrale samenwerking intern en extern is nodig op het gebied van (jeugd)zorg. Er is een nauwe
relatie tussen de decentralisatie van de jeugdzorg en de thema’s “jeugdoverlast” en “alcohol- en
drugsgebruik” uit het integraal veiligheidsprogramma.
Strategische doelen
Samen met burgers en bedrijven zorgen wij voor een veilige gemeente op het gebied van wonen,
werken en recreëren. We willen dat inwoners zich over vier jaar in elk geval nog net zo veilig voelen in
Haaksbergen als nu het geval is. Hiervoor hebben wij voor de volgende prioriteiten doelstellingen met
streefwaarden vastgesteld in het integraal veiligheidsprogramma 2013 – 2016:
-
terugdringen inbraken
-
verminderen woonoverlast in buurt/wijk
-
aanpak alcohol- en drugsgebruik
-
terugdringen jeugdoverlast
-
verbeteren verkeersveiligheid
-
aanpak georganiseerde criminaliteit
Kadernota 2014
27
5.6 PROGRAMMA MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING
deelprogramma
Minima
Portefeuillehouder:
J.M. van Rees
VISIE
Wij willen onze uitvoering geleidelijk transformeren van een verzorgingsmodel naar een participatiemodel.
In Haaksbergen doet iedereen ertoe en wij willen dat iedereen meedoet! De eigen verantwoordelijkheid
van de burger staat daarbij voorop waarbij de gemeente een rol speelt in de ondersteuning van deze
eigen verantwoordelijkheid.
Nieuwe ontwikkelingen zijn de Wet werken naar vermogen, de decentralisatie van de AWBZ en de
decentralisatie van de Jeugdzorg. De gemeente wordt verantwoordelijk voor het totale pakket aan
ondersteuning op het terrein van maatschappelijke zorg en zekerheid aan onze burgers. Door deze
regeling in samenhang uit te voeren, willen wij bereiken dat onze burgers optimaal participeren en willen
wij de zelfredzaamheid van de burger bevorderen.
Economische ontwikkelingen zijn daarbij enorm belangrijk voor het welbevinden van de gemeenschap.
Juist daarom gaat de gemeente Haaksbergen op het economisch gebied maatregelen nemen. Maar dat
kunnen wij niet alleen. Dat doen we met elkaar. Zo werken we aan een intensievere samenwerking met
ondernemers en (koepel)organisaties.
Iedereen doet mee in Haaksbergen en iedereen draagt zijn steentje bij. Dat verwachten wij ook van
uitkeringsgerechtigden, óók als zij zorg nodig hebben. Daarbij kijken we niet naar de beperking van onze
inwoners, maar juist naar wat ze wél kunnen. Het mes snijdt daarbij aan twee kanten en heeft dus
voordelen voor de mensen zelf en voor de rest van de samenleving. De gemeente gaat daarvoor
ondernemers faciliteren. Dat doen wij o.a. door een optimaal ondernemersklimaat te creëren met een
goede bereikbaarheid, moderne bedrijventerreinen en soepele regelgeving.
Kansrijke sectoren zijn de zorg, recreatie en toerisme en de agrarische sector.
Wij vormen een vangnet voor de mensen die het zelf en met anderen niet kunnen oplossen. Dit
uitgangspunt passen wij toe in de veranderingen van de grote transities die op ons af komen.
Kadernota 2014
28
BELEIDSONTWIKKELINGEN VOOR 2014 EN VOLGENDE JAREN
Transities
Participatiewet (decentralisatie taken op gebied van arbeidsmarktbeleid)
Per 1 januari 2015 treedt de participatiewet in werking. De participatiewet voegt de huidige WWB,
Wsw en Wajong samen tot één regeling. Bekend is dat de cliënten in de huidige, bestaande regelingen
hun rechten en plichten behouden. Voor de Wsw en de Wajong wordt getracht de instroom aanzienlijk
te beperken, waardoor diegene die niet instromen in deze regeling automatisch instromen in de
participatiewet.
De participatiewet gaat uit van, zoals de naam al zegt, participatie door middel van (betaald) werk. Bij
gelijkblijvende tred zal het huidige aantal cliënten met een bijstandsuitkering (31/12/2012: 240) in
2017 opgelopen zijn tot 360. Daarnaast wordt in de nieuwe participatiewet door strenger keuren aan
de poort door het UWV op Wsw en Wajong een extra instroom van 15 cliënten per jaar verwacht.
Het Rijk wil een forse bezuiniging doorvoeren in de participatiewet. Zoals wij het nu kunnen voorzien
resulteert de bezuiniging op termijn in een aanpassing van het budget van Wsw, voormalige WWB
(w-deel in dit geval) en de nieuwe Wajong, voor Haaksbergen in ruim € 1 mln. De bezuiniging komt
door een aanpassing op de subsidie op de Wsw: de subsidie wordt op termijn teruggebracht met
€ 500 p.SE van € 25.900 in 2013 naar € 22.700 in 2019.
Kijken we naar de cijfers voor 2014, dan komt het tekort op het onderdeel inkomen naar verwachting
uit op € 382.000. Dit is opgebouwd uit een voordeel op het I-deel (rijksbijdrage) van € 41.000 en op
de bijstand een nadeel van € 348.000. Daarnaast is er een meevaller op de re-integratie van
€ 15.000.
In het sociaal akkoord is afgesproken dat de huidige SW-bedrijven worden omgebouwd tot
werkbedrijven. Daarvan moeten er 35 komen in ons land. Hameland heeft de afgelopen jaren al een
transitie ondergaan naar een arbeidsontwikkelbedrijf, gericht op het inzetten van mensen in een zo
regulier mogelijke arbeidsomgeving. Desondanks is de verwachting dat de transitie die het Rijk en de
werkgevers in het sociaal akkoord hebben voorzien, forse (financiële) consequenties zal hebben voor
gemeenten.
Tot slot wordt op de Wsw in 2014 een min geschreven. Er was aan Hameland een bijdrage geraamd
van € 179.200 terwijl volgens de laatste opgave Hameland naar verwachting € 232.000 benodigd is
als aanvullende bijdrage op het tekort 2014.
Risico’s
Participatiewet
De invoering van de participatiewet is uitgesteld tot 1 januari 2015. Omdat over de wet inhoudelijk
nog weinig bekend is, zijn ook de (financiële) consequenties maar beperkt bekend. Dit brengt daarom
ook de nodige (financiële) onzekerheden met zich mee.
Kadernota 2014
29
FINANCIEEL KADER
Deelprogramma:
Minima
Structureel
Onderwerp
Inkomsten
Wsw
Werkgelegenheidsprojecten
-52.125
Kadernota 2014
2014
Incidenteel
Inkomsten
Uitgaven
-52.800
-52.125
0
-15.000
15.000
348.000
-348.000
40.976
Bijstand
Totaal Minima
Uitgaven
52.800
idem
Bijstand
Saldo
Kadernota
Mutaties Kadernota 2014
-11.149
30
40.976
333.675
0
0
-344.824
PROGRAMMA MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING
deelprogramma
Portefeuillehouder:
WMO
Drs. J.H. Scholten
VISIE
Het huidige voorzieningenniveau is de afgelopen decennia met veel zorg opgebouwd. De gemeente heeft
hierin een steeds belangrijkere rol gekregen. Ook als er minder geld te besteden is, zal de gemeente deze
rol zodanig blijven invullen dat belangrijke sociale en maatschappelijke voorzieningen overeind blijven.
Het maatschappelijk middenveld wordt gevormd door organisaties in onze samenleving die verschillende
groepen, meningen en belangen vertegenwoordigen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan kerken,
ouderenbonden, milieubewegingen, sociale organisaties, productschappen, werkgeversverenigingen of
pressiegroepen. De verhouding tussen de verantwoordelijkheid van de gemeente en die van burgers en
maatschappelijk middenveld zal gaan veranderen. Die is in zekere zin al veranderd door de invoering van
de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) waarbij eigen verantwoordelijkheid voorop staat. Zo is
het van belang dat professionals in het maatschappelijk middenveld meer dan tot nu toe vrijwilligerswerk
ondersteunen, waarbij “noaberschap” een belangrijk aandachtsveld is. De rol van de gemeente is om dit
te ondersteunen en de faciliteren, waardoor de gewenste maatschappelijke effecten optreden en
gelijktijdig sprake is van kostenbesparing. De dienstverlening aan onze burgers blijft hoog in het vaandel
staan.
BELEIDSONTWIKKELINGEN VOOR 2014 EN VOLGENDE JAREN
Transities
In 2014 bereiden we ons verder voor op de decentralisatie van een deel van de taken van de AWBZ
per 1 januari 2015 en de maatwerkvoorziening voor huishoudelijke hulp. Dit doen we zowel in
regionaal verband als op bovenlokaal en lokaal niveau.
Huishoudelijke hulp (HH)
In het Regeerakkoord is opgenomen dat de aanspraken HH worden vervangen door een
maatwerkvoorziening voor degenen die HH echt nodig hebben en het niet uit eigen middelen kunnen
betalen. Het beroep op de bestaande HH in de Wmo wordt voor nieuwe cliënten in 2014
inkomensafhankelijk. Voor bestaande cliënten gaat de maatregel een jaar later in. Gemeenten
behouden uiteindelijk 25% van het budget voor een maatwerkvoorziening. Dit leidt ertoe dat in 2014
naar verwachting € 30.000 minder zal worden uitgegeven vanwege aflopende indiceringen die niet
opnieuw worden opgepakt.
Kadernota 2014
31
FINANCIEEL KADER
Deelprogramma:
Mutaties Kadernota 2014
Saldo
WMO
Kadernota
Structureel
Onderwerp
Inkomsten
Huishoudelijke Hulp
Totaal WMO
Kadernota 2014
Uitgaven
Incidenteel
Inkomsten
2014
Uitgaven
-30.000
0
32
-30.000
30.000
0
0
30.000
5.7 PROGRAMMA ONDERWIJS EN JEUGD
deelprogramma
Portefeuillehouder:
Jeugd
Drs. J.H. Scholten
VISIE
De Haaksbergse jongeren moeten zich optimaal kunnen ontplooien en in staat zijn om actief deel te
nemen aan de maatschappij.
De gemeenten worden naar verwachting per 1 januari 2015 verantwoordelijk voor alle vormen van
jeugdzorg die nu onder de verantwoordelijkheid van het rijk, de provincies, de AWBZ en
Zorgverzekeringswet vallen. Wij gaan de jeugdzorg anders organiseren (transformatie van de jeugdzorg)
omdat in het huidige stelsel een te groot beroep op de zwaardere en duurdere vormen van zorg wordt
gedaan. Wij zetten hierbij in op preventie (door middel van het geven opvoed- en opgroeiondersteuning)
en op vroegsignalering. Daarbij schakelen wij zoveel als mogelijk het eigen sociale netwerk van mensen
in. De professionele (gesubsidieerde) partners springen bij waar de expertise in het eigen netwerk
ontbreekt of bij het oplossen van zware problematiek.
Inwoners hebben een eigen verantwoordelijkheid voor het oplossen van overlast in de openbare ruimte.
Het jongerenwerk, de politie en/of de toezichthouders komen pas in tweede instantie in beeld. Het
jongerenwerk werkt volgens Welzijn Nieuwe Stijl in en vanuit één centraal jongerencentrum.
BELEIDSONTWIKKELINGEN VOOR 2014 EN VOLGENDE JAREN
Transities
Decentralisatie van taken op gebied van jeugdzorg
In 2014 bereiden we ons verder voor op de decentralisatie van de Jeugdzorg per 1 januari 2015. Dit
doen we zowel in regionaal verband als op bovenlokaal en lokaal niveau. Op lokaal niveau zullen we
daar nadrukkelijk onze huidige partners bij betrekken. Evenals de huidige jeugdzorgaanbieders die
immers een schat aan kennis hebben van de jeugdzorg en daardoor ook bij uitstek aan kunnen geven
waar efficiencywinst mogelijk is.
Samenhang decentralisaties
De decentralisatie Jeugdzorg heeft een nauwe relatie met de decentralisatie van de functie
begeleiding, de Participatiewet en het Passend Onderwijs. Deze ontwikkelingen hebben betrekking op
(deels) dezelfde groep (kwetsbare) mensen en krijgen de komende jaren hun beslag.
Wij zijn voornemens de decentralisaties in samenhang op te pakken onder het motto “één gezin, één
plan, één regisseur”. Dit leidt op termijn naar verwachting tot een nagenoeg volledige ontschotting
van het beleid op het sociale domein, zowel inhoudelijk als financieel. Hierbij bouwen we onder meer
Kadernota 2014
33
voort op de ‘Noaberpoort’ (het 1-loket) waar “Loes”, de informatie- en adviesfunctie van het Centrum
voor Jeugd en Gezin (CJG), deel van uitmaakt.
Wij gaan inzetten op preventie, algemene voorzieningen, eigen kracht, vroegsignalering en een
integrale aanpak om zo effectief en efficiënt mogelijk te werken.
Vanaf 2014 stelt het Rijk uitvoeringsbudget beschikbaar voor de AWBZ en de Jeugdzorg samen. Deze
middelen zetten wij in om ons verder voor te bereiden op de uitvoering van deze nieuwe taken vanaf
2015 (€ 29.000).
Toelichting overige ontwikkelingen
Contactmoment adolescenten
Gemeenten hebben in het kader van de jeugdgezondheidszorg een nieuwe wettelijke taak opgelegd
gekregen, namelijk het uitvoeren van een extra contactmoment voor adolescenten. De
jeugdgezondheidszorg van de GGD Twente heeft in overleg met de gemeenten een plan opgesteld
voor het realiseren van dit contactmoment op de scholen voor voortgezet onderwijs in de regio. In
2014 zal het contactmoment op alle scholen worden in- en uitgevoerd. Hiervoor wordt de
decentralisatie uitkering CJG ingezet ( € 22.000).
Begeleide omgangsregeling
Het project Begeleide Omgangsregeling Twente (BOR) van Humanitas maakt gebruik van opgeleide
vrijwilligers, die begeleid worden door een professioneel coördinator, en heeft als doel samen met
(gescheiden) ouders tot een zelfstandige omgangsregeling te komen. Op deze manier wordt gepoogd
te voorkomen dat gebruik moet worden gemaakt van de (dure) jeugdzorg. In 2014 wordt, bekostigd
uit het uitvoeringsbudget AWBZ en Jeugdzorg, een aantal trajecten BOR ingekocht. Hiervoor is
€ 11.000 benodigd.
Veiligheidshuis
De procesmanager van de Ketenunit Zorg en Veiligheid maakt in beperkte mate, maar structureel
gebruik van het Veiligheidshuis. Voor de gemeentelijke zorgstructuur is het Veiligheidshuis dé schakel
met de justitiële partners. Voor het in stand houden van deze voorziening is € 1.500 benodigd.
FINANCIEEL KADER
Deelprogramma:
Jeugd
Structureel
Onderwerp
Saldo
Kadernota
Mutaties Kadernota 2014
Inkomsten
Contactmoment adolescenten
Incidenteel
Uitgaven
22.000
Veiligheidshuis
Inkomsten
2014
Uitgaven
-22.000
1.500
-1.500
Uitvoeringskosten Jeugd en begeleiding
29.000
-29.000
Begeleide Omgangsregeling
11.000
-11.000
63.500
-63.500
Totaal Jeugd
Kadernota 2014
34
PROGRAMMA ONDERWIJS EN JEUGD
Deelprogramma
Onderwijs
Portefeuillehouder:
Drs. J.H. Scholten
VISIE
De gemeente en schoolbesturen dragen zorg voor kwalitatief goed onderwijs dat aansluit op de talenten
van het kind en waarbij het kind zo nodig extra ondersteuning ontvangt.
De gemeente streeft naar het in stand houden van scholen (zorgplicht) en draagt zorg voor veilige en
onderwijskundig functionele gebouwen. Hierbij wordt rekening gehouden met de wettelijke eisen. De
gemeente is wettelijk verplicht te zorgen voor voldoende huisvesting en voldoende huisvesting van
schoolgebouwen (voorwaardenscheppend), voor dat deel dat onder de verantwoordelijkheid van de
gemeente valt.
BELEIDSONTWIKKELINGEN VOOR 2014 EN VOLGENDE JAREN
Transities
Hoewel Passend Onderwijs niet als een transitie wordt aangemerkt, bestaat er een nadrukkelijk
verband met de decentralisatie van taken op het gebied van de jeugdzorg. Zoals bij het
deelprogramma Jeugd is aangegeven staan wij voor een samenhang tussen de zorg en begeleiding op
de scholen èn in de thuissituatie. Als college willen wij met de samenwerkingsverbanden primair en
voortgezet onderwijs komen tot een afstemming van onderwijs- en zorgbeleid in onze gemeente.
Wet Passend Onderwijs
Per 1 augustus 2014 treedt de Wet Passend Onderwijs in werking, als gevolg waarvan de scholen
verplicht zijn een passend plek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.
De directe (financiële) verantwoordelijkheid ten aanzien van het vormgeven van passend onderwijs
berust volledig bij de schoolbesturen en niet bij de gemeente. De gevolgen hiervan kunnen, zoals
hierboven beschreven, wel nadrukkelijk bij de gemeente worden neergelegd. Voor de taken rond de
onderwijshuisvesting en leerlingen zijn de gemeenten wettelijk verantwoordelijk.
Kadernota 2014
35
Strategische doelen
Investering in het kader van programma Onderwijshuisvesting 2014 en verdere jaren.
Voor 2014 zijn door de schoolbesturen aanvragen voor onderwijshuisvesting ingediend.
Alle aanvragen worden met de schoolbesturen besproken. We betrekken hierbij ook de resultaten van
het onderzoek naar de herschikking en herontwikkeling van de schoollocaties. De uiteindelijke
investering zal met ingang van 2015 worden geactiveerd.
Herschikken en herontwikkeling schoollocaties
Door verschillende demografische ontwikkelingen daalt het aantal leerlingen op veel basisscholen en is
er sprake van overcapaciteit van lesruimten. Samenwerking tussen gemeente en schoolbestuur is dus
van groot belang, waar in 2013 mee gestart is met als concreet resultaat een haalbaarheidsstudie
naar de mogelijk te herschikken schoollocaties. Naar aanleiding van deze haalbaarheidsstudie en de
daarop volgende overeenkomst waarin we keuzes vastleggen, willen we in 2014 starten met de
daadwerkelijke herontwikkeling van locaties.
Kadernota 2014
36
5.8 PROGRAMMA RUIMTELIJKE ONTWIKKELING EN WONEN
deelprogramma
Plattelandsontwikkeling
Portefeuillehouder:
Drs. M.M.J. Diepenmaat
MRE
VISIE
Wij willen graag sterke agrarische bedrijven houden die economisch en milieutechnisch volwaardig
kunnen meedraaien. De stoppende agrarische bedrijven willen wij volop kansen bieden om alternatieve
activiteiten te ontplooien: het bevorderen van nieuw ondernemerschap. Wij stellen daarbij de ideeën en
de wensen van de ondernemer centraal. Een ruim begrip van nieuwe economische functies voor het
landelijk gebied is nodig, maar mag niet concurrerend zijn met de bedrijvigheid die op het nieuw te
realiseren bedrijventerrein thuishoort. Ook aan de bestaande niet-agrarische bedrijven in het landelijk
gebied bieden wij de ruimte om zich verder te ontwikkelen. Dit alles is noodzakelijk om de vitaliteit van
het landelijk gebied in stand te houden. De transitie die in het landelijk gebied gaande is vraagt om
nieuwe economische functies. Het recreatief medegebruik van het landelijk gebied zien wij als een
belangrijke economische drager voor het buitengebied. Het is van belang dat de aantrekkelijkheid van het
landelijk gebied gewaarborgd blijft ondanks de schaalvergroting van agrarische bedrijven en het
verminderen van het aantal bedrijven.
BELEIDSONTWIKKELINGEN VOOR 2014 EN VOLGENDE JAREN
Strategische doelen
Visie landelijk gebied/plattelandsontwikkeling
Wij willen ons inzetten om in brede zin ruimte te geven aan alle mogelijke vormen van
economische ontwikkeling in het buitengebied. Het is belangrijk dat initiatieven die het buitengebied
economisch vitaal houden ontplooid worden. De transitie in het landelijk gebied biedt kansen. We
zetten in op actieve begeleiding en we denken actief mee en adviseren om te komen tot alternatieve
ontwikkelingen.
De invulling van ons beleid wordt ook vanaf 2014 voortgezet met een landschapsontwikkelingsplan
(LOP). Cultuurhistorische en landschapsprojecten, die zichzelf niet kunnen bedruipen, willen wij blijven
stimuleren en ondersteunen. De gemeente zal projecten vanuit de regierol begeleiden.
Gebiedsvisie Twentse Kracht: Groene Metropool Twente
Het Bestuurlijk Gebiedsoverleg Zuid-West Twente begonnen met de voorbereiding van een nieuw
programma voor de periode 2014-2020 en dit heeft geresulteerd in de gebiedsvisie Twentse Kracht:
Groene Metropool Twente.
De gebiedsvisie Twentse Kracht: Groene Metropool Twente is een visie over Twente, waarin stad en
platteland als eenheid worden beschouwd, waar Twente als één economie en als een sociale eenheid
wordt beschouwd.
Kadernota 2014
37
De versterking tussen stad en platteland is een succesfactor voor de “Economische Motor Twente”.
Twente onderscheidt zich als kennisregio in het groen. De grondgedachte van de gebiedsvisie sluit aan
bij de “Economische Motor Twente”. Vanuit dit gezichtspunt is direct een aantal concrete thema's te
noemen uit de gebiedsvisie Twentse Kracht: Groene Metropool Twente, die aansluiten bij de
Economische Motor Twente en die dus voor geheel Twente van groot belang zijn.
In de gebiedsvisie worden de volgende economische kansen vermeld:
1.
Toeristische ontwikkeling van Twente, in relatie met Duitsland
2.
De economische potentie van glasvezel in het landelijk gebied
3.
Wonen en werken in het landelijk gebied
4.
Biobased economie
Wij willen aansluiten op de gebiedsvisie Twentse Kracht: Groene Metropool Twente en uitvoering
geven aan het bijbehorende uitvoeringsprogramma 2014-2020. In de komende periode zullen wij
bepalen aan welke projecten of programmaonderdelen de gemeente Haaksbergen wil deelnemen. Om
mee te kunnen doen aan de uitvoering van de gebiedsvisie is er gemeentelijke cofinanciering
noodzakelijk.
Kadernota 2014
38
PROGRAMMA RUIMTELIJKE ONTWIKKELING EN WONEN
deelprogramma
Ruimtelijke
ontwikkeling
Portefeuillehouder:
Drs. M.M.J. Diepenmaat
MRE
VISIE
Een aantrekkelijk centrum, een sterk buitengebied, een goed economisch klimaat en goede toeristische
voorzieningen maken de gemeente ook aantrekkelijk als woongemeente. De kwaliteit van de woningen en
woonomgeving zijn in sterke mate bepalend voor de leefbaarheid van de kernen. Een aantrekkelijke
inrichting van de openbare ruimte levert een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid. De gemeente
Haaksbergen zet zich samen met de partners in voor een aantrekkelijke woonomgeving en een
aantrekkelijk woningaanbod dat flexibel is en past bij de verschillende doelgroepen.
Vanwege de demografische en economische ontwikkelingen wordt vooral ingezet op aanpassing van de
bestaande voorraad en woonomgeving op inbreidingslocaties in plaats van grootschalige nieuwbouw op
uitbreidingslocaties. De gemeente zal hierbij een faciliterende rol vervullen. De randvoorwaarden worden
bepaald aan de hand een actueel beeld van de woningmarkt en de woonwensen.
De gemeente gaat meer faciliterend grondbeleid toepassen en sluit daarbij anterieure overeenkomsten af
met de marktpartij/particulier. De verbeterde mogelijkheden tot kostenverhaal op grond van de Wet
ruimtelijke ordening werken daarbij ondersteunend. Alleen in uitzonderingssituaties zal nog actief
grondbeleid gebruikt worden. Er worden marktconforme gronduitgifteprijzen gehanteerd.
BELEIDSONTWIKKELINGEN VOOR 2014 EN VOLGENDE JAREN
-
Gebiedsontwikkeling centrum
-
Ontwikkeling bedrijventerreinen/Wissinkbrink
-
Gemeentelijk vastgoedbeleid
Initiatieven van particulieren en marktpartijen.
Zowel grote als kleine initiatieven bieden wij zoveel mogelijk ruimte en medewerking. Voor initiatieven
van particulieren en marktpartijen stellen wij heldere ruimtelijke en financiële kaders, zodat deze
locaties voortvarend tot ontwikkeling kunnen komen. Het is aan particulieren en marktpartijen om met
initiatieven te komen. De gemeente zorgt voor de juiste randvoorwaarden Wij stimuleren optimale
samenwerking tussen verschillende partijen. Uiteraard houden wij bij deze ontwikkelingen continu de
woningbehoefte in Haaksbergen en de gemaakte prestatieafspraken met de provincie in de gaten.
Kadernota 2014
39
Gebiedsontwikkeling centrum
Op basis van het vastgestelde ruimtelijk kader “De Markt Centraal” hebben wij een selectieprocedure
doorlopen. Deze selectie had betrekking op de variant met supermarkt. Omdat geen van de
inschrijvingen voldeed aan de selectiecriteria hebben wij geen ontwikkelaar geselecteerd. Wij gaan
daarom verder met de ontwikkeling door de uitgeefbare gronden te verkopen als bouwkavels voor de
afronding van de markt.
De kosten voor de inmiddels al heringerichte openbare ruimte rondom de kerk aan het marktplein zijn
ten laste gebracht van de exploitatie van de gemeente. Het ligt in de lijn om ook de herinrichting van
de openbare ruimte van de markt en de direct aangrenzende gebieden aan de Molenstraat,
Marktsteeg en Hibbertstraat ten laste te brengen van de algemene middelen en op te nemen in de
begroting. De kosten voor de herinrichting zijn begroot op € 485.000 inclusief voorbereiding, toezicht
op de uitvoering en onvoorziene kosten (krediet).
Ontwikkeling Wissinkbrink
De ontwikkelingen op de Wissinkbrink kunnen pas concreet verder als de uitspraak van de Europese
Commissie en de rechter bekend is met betrekking tot staatssteun en ontbinding van de
overeenkomst met Rotij. Op basis van het huidige contract is het niet mogelijk delen eerder te
ontwikkelen. Wij zitten echter niet stil en bereiden al wel de strategie tot een ontwikkeling voor.
Vastgoedbeleid
Het gemeentelijke vastgoed dat we nodig hebben voor onze culturele en maatschappelijke instellingen
en voor onze eigen huisvesting, houden wij in bezit. Overige locaties en gebouwen die vrij vallen
geven we een andere invulling.
Kadernota 2014
40
PROGRAMMA RUIMTELIJKE ONTWIKKELING EN WONEN
deelprogramma
Wonen
Portefeuillehouder:
Drs. M.M.J. Diepenmaat
MRE
VISIE
Een aantrekkelijk centrum, een sterk buitengebied, een goed economisch klimaat en goede toeristische
voorzieningen maken de gemeente ook aantrekkelijk als woongemeente. De kwaliteit van de woningen en
woonomgeving zijn in sterke mate bepalend voor de leefbaarheid van de kernen. Een aantrekkelijke
inrichting van de openbare ruimte levert een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid. De gemeente
Haaksbergen zet zich samen met de partners in voor een aantrekkelijke woonomgeving en een
aantrekkelijk woningaanbod dat flexibel is en past bij de verschillende doelgroepen. De inzet van de
gemeente is om jongeren/starters aan zich te binden, maar ook voor ouderen is Haaksbergen met de
aanwezige voorzieningen een prima woongemeente. Verder vindt de gemeente het belangrijk dat mensen
gedurende lange tijd op een voor hen vertrouwde locatie kunnen wonen. Door realisering van
levensloopbestendige woningen en het creëren van woonservicezones wordt hieraan invulling gegeven.
Vanwege de demografische en economische ontwikkelingen zetten wij vooral in op aanpassing van de
bestaande voorraad en woonomgeving op inbreidingslocaties in plaats van op grootschalige nieuwbouw
op uitbreidingslocaties. Wij vervullen hierbij een faciliterende rol. De randvoorwaarden bepalen wij aan
een actueel beeld van de woningmarkt en de woonwensen.
herontwikkelingsplannen uit.
Het gemeentelijke vastgoed in Haaksbergen ondergaat de komende jaren flinke veranderingen. Het bezit
zal beperkt worden tot dat bezit dat echt nodig is voor ons sociaal en maatschappelijk beleid, danwel de
eigen bedrijfsvoering. Voor de vrijkomende locaties werken wij herontwikkelingsplannen uit.
Vanuit de rol als regisseur zullen wij het vergunningenproces blijven faciliteren ook met de komende
wijzigingen in regelgeving. Het verkrijgen van een vergunning moet voor bouwers, zeker gezien de
economische crisis, geen belemmering zijn. Door de wijziging van regelgeving zal ook de vraag naar
diensten wijzigen. We zullen de komende jaren dan ook vanuit de front- en backoffice blijven werken aan
een vorm van dienstverlening welke aansluit bij de behoefte.
Kadernota 2014
41
BELEIDSONTWIKKELINGEN VOOR 2014 EN VOLGENDE JAREN
Toelichting overige ontwikkelingen
Startersleningen
In 2013 zijn we opnieuw gestart met de starterslening. Hoewel we op dit moment nog niet kunnen
bezien in hoeverre de starterslening een impuls aan de Haaksbergse woningmarkt geeft, is het voor
de continuïteit belangrijk om de starterslening ook in 2014 te behouden. Het Rijk en de provincie
hebben geld beschikbaar gesteld voor de starterslening. De woningcorporatie Domijn beschikt over
een startersrenteregeling voor de woningen die zij voor de verkoop aanbieden. We verwachten dat
door deze stimuleringsmaatregelen de kansen voor jongeren op de woningmarkt nog meer worden
vergroot.
Wijzigingen Omgevingsrecht
Het omgevingsrecht is nu verspreid over meer dan 60 wetten, 100 amvb’s en honderden ministeriële
regelingen. Vele wetten, zoals de Wro, de Wabo en de Tracéwet, zullen worden vervangen door een
wet die de belangrijkste delen van het omgevingsrecht zowel procedureel als materieel omvat: de
Omgevingswet. Volgens de huidige planning wordt er dit jaar een wetsvoorstel voor de Omgevingswet
naar de Tweede Kamer gestuurd.
Met de Omgevingswet moeten de wettelijke kaders voor inwoners, ondernemers en overheden
inzichtelijker worden gemaakt. Bovendien moeten de ontwikkeling en het beheer van de leefomgeving
beter beheersbaar worden. Onderwerpen die in de nieuwe wet worden geregeld verdwijnen uit de
bestaande wetgeving. Daartoe worden (delen van) bestaande wetten ingetrokken. De nieuwe wet zal
daarmee een aanzienlijke inhoudelijke reductie van regels, wetten en regelingen op het terrein van de
fysieke leefomgeving betekenen.
We leggen de verantwoordelijkheid bij de (bouwende) initiatiefnemer neer. De rol als
vergunningverlenende gemeente zal hierdoor afnemen en overgaan in een steeds meer adviserende
en regisserende rol. Daarbij zal er steeds vaker sprake zijn van achteraf toetsen aan regelgeving.
Kadernota 2014
42
5.9 PROGRAMMA ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
deelprogramma
Algemene
dekking
Portefeuillehouder:
J.M. van Rees
BELEIDSKADERS
Beleidsnota
Einddatum
Visie op bestuur en organisatie (2008)
-
Nota risicomanagement en weerstandsvermogen (2012)
-
Treasurystatuut
-
VISIE
We streven naar een sluitende begroting en meerjarenperspectief. Hierbij richten we ons op versterking
van onze reservepositie en streven we naar beperking van de belastingdruk.
BELEIDSONTWIKKELINGEN VOOR 2014 EN VOLGENDE JAREN
Transities
De decentralisaties met betrekking tot werk, jeugd en zorg die per 1 januari 2015 doorgevoerd
worden leiden naar verwachting tot een toename van het Gemeentefonds van ruim € 16 miljard. Over
de transities heeft nog geen definitieve besluitvorming plaatsgevonden. De precieze gevolgen voor ons
financieel meerjarenperspectief verwachten we pas eind 2014 in beeld te hebben.
Strategische doelen
Organisatieontwikkeling/bedrijfsvoering
Per 1 november 2012 is de organisatiestructuur opnieuw gewijzigd. We kennen nu geen structuur met
clusters meer, maar met afdelingen. Eerste prioriteit is er voor te zorgen dat er rust in de organisatie
komt. Door alle wisselingen in het management is er onder het personeel behoorlijk wat onrust
ontstaan. De eerste stap om rust te brengen was de wijziging van de structuur. Volgende stap is dat
de afdelingshoofden voldoende worden gefaciliteerd om hun functie eenduidig in te vullen. Om die
reden blijft P&O vooralsnog bij de directeur.
De werkprocessen dienen gestandaardiseerd te worden, wat inhoudt dat de processen geoptimaliseerd
dienen te worden waarbij de efficiency toeneemt en tegelijkertijd het aantal fouten afneemt. Los van
het feit dat dit efficiencywinst tot gevolg heeft werkt dit ook kostenbesparend. Van de medewerkers
wordt verwacht dat zij in toenemende mate flexibel inzetbaar zijn en minder organisatieonderdeel
gebonden om dit doel in de praktijk te bereiken.
Kadernota 2014
43
Voor de brutolonen geldt een nullijn. Wel is voor de komende jaren voor elk jaar een verhoging van de
sociale lasten berekend van 2% per kalenderjaar. Dit is noodzakelijk omdat jaarlijks de sociale lasten
stijgen.
Het P&O-beleid wordt verder vorm gegeven waarbij de insteek is te zorgen voor een goed en stevig
fundament dat alle toekomstige ontwikkelingen aankan. Dus eerst terug naar de basis en dan weer
verder ontwikkelen.
Toelichting overige ontwikkelingen
Algemene uitkering
Over de gevolgen van het Regeerakkoord voor het gemeentefonds heeft het kabinet nog maar beperkt
overeenstemming bereikt met de gemeenten. Het Rijk is een Financieel Akkoord overeengekomen
waarin afspraken zijn gemaakt over het BTW-compensatiefonds (BCF), het schatkistbankieren en de
wet Houdbaarheid Overheids Financiën (wet HOF).
BTW-compensatiefonds
Het oorspronkelijke plan om het BCF af te schaffen is met het Financieel Akkoord van tafel. Om toch
de geplande bezuinigingen te kunnen realiseren is het Rijk met de gemeenten een generieke korting
op het gemeentefonds overeengekomen van € 174 mln. in 2014, oplopend tot structureel
€ 484 mln. vanaf 2015. Voor Haaksbergen betekent dit een lagere gemeentefondsuitkering van
€174.000 in 2014, en € 484.000 voor de jaren erna. De definitieve bedragen maakt het Rijk in de
meicirculaire bekend. We hebben in het meerjarig financieel perspectief al wel de effecten van het
Financieel akkoord rekening gehouden.
Leningen en beleggingen
Schatkistbankieren
Schatkistbankieren houdt in dat publieke instellingen verplicht al hun liquide middelen aanhouden bij
het ministerie van Financiën. Het uitzetten van gelden op bijvoorbeeld een spaarrekening van de
Rabobank is dus niet meer mogelijk.
Motivatie van het Rijk voor het verplichte schatkistbankieren is de optische verbetering van de EMUschuld van Nederland. Onderlinge schulden hoeven in die definitie voor de overheidsschuld niet te
worden meegeteld. Schulden van lagere overheden tellen nu wel mee in de staatsschuld, maar
tegoeden niet. Ook lopen lagere overheden geen risico met uitgezette gelden, zoals bijvoorbeeld wel
het geval was bij de Ice Save-affaire.
De effecten van het schatkistbankieren zijn voor de gemeente Haaksbergen minimaal. Dat komt
omdat we nauwelijks uitgezette gelden hebben, behalve uit hoofde van de publieke taak. Het gaat dan
bijvoorbeeld om leningen aan woningbouwvereniging en bibliotheek en dergelijke, maar deze leningen
blijven ook onder werking van de wet Hof mogelijk.
Kadernota 2014
44
Wet HOF
Het doel van de Wet HOF is om ervoor te zorgen dat Nederland voldoet aan de EMU-norm. Deze norm
bepaalt dat het maximaal tekort op de begroting van een land 3% bedraagt. Omdat ook tekorten van
gemeenten meetellen voor de EMU-norm heeft het Rijk aanvullende wetgeving gemaakt. Eenvoudig
gezegd komt deze regelgeving erop neer dat een gemeente net als het Rijk niet meer geld mag
uitgeven dan er binnenkomt. Het gaat daarbij om de daadwerkelijke geldstromen. Daarom heeft de
wet HOF vooral gevolgen voor investeringen. Een investering die in meerdere jaren wordt
afgeschreven (geactiveerd) telt onder de werking van de wet Hof als een uitgaaf voor het jaar waarin
deze investering wordt gedaan. De wet Hof legt nu de omvang van deze investeringen van alle
gemeenten samen aan banden. Dit betekent ook dat voor jaarlijkse vaste lasten zoals salarissen en
subsidies deze wet geen gevolgen heeft.
Met het kabinet is nu afgesproken, dat de tekortruimte voor het EMU-saldo van de mede-overheden in
2014 en 2015 0,5% van het nationale inkomen mag bedragen. In 2016 en 2017 is het de bedoeling
dat dit daalt naar 0,4 en 0,3 % en vervolgens naar 0,2% structureel. Eind 2015 zal worden bezien of
de daling mogelijk en verantwoord is. De verdeling over de verschillende mede overheden moet nog
worden afgesproken. In deze kabinetsperiode zal geen sanctie bij overschrijding worden toegepast.
Bij de huidige meerjarenbegroting blijven wij naar verwachting in 2014 en 2015 beneden de norm,
zodat er van deze afspraak voor die jaren geen beperking uitgaat. Op termijn zou dit wel kunnen gaan
spelen.
Voorziene ontwikkelingen
Om een realistisch meerjarenperspectief te presenteren hebben we structurele ruimte van € 200.000
gereserveerd voor niet-strategische ontwikkelingen en voorziene ontwikkelingen waarvan de financiële
effecten in de begroting 2014 tot uitdrukking komen.
Algemene baten en lasten
Taakstelling personeel en organisatie
In de Kadernota 2013 en de begroting 2013 hebben we ons geconformeerd aan een taakstellende
bezuiniging op personeel en organisatie, die oploopt van € 600.000 in 2013 tot € 900.000. Uit de
toelichting op de taakstelling in de Kadernota 2013 blijkt dat een deel van deze taakstelling gekoppeld
is aan extra geld voor organisatiekosten, die we voor nieuwe taken in het kader van de transities
ontvangen. De raad heeft bij de Kadernota 2013 besloten om daarvoor het uitgangspunt te hanteren
dat 15% van de gelden voor nieuwe taken voor organisatiekosten wordt gereserveerd. Nu de
transities uitgesteld zijn tot 1 januari 2015 zien we onvoldoende mogelijkheden om de taakstelling
voor 2014 tot een bedrag van € 400.000 te realiseren.
Kadernota 2014
45
FINANCIEEL KADER
Deelprogramma:
Algemene dekking
Structureel
Onderwerp
Inkomsten
Algemene baten en lasten: voorziene
ontwikkelingen
Uitstel taakstelling personeel en
organisatie
Totaal Algemene dekking
Kadernota 2014
Saldo
Kadernota
Mutaties Kadernota 2014
Uitgaven
Incidenteel
Inkomsten
200.000
200.000
46
2014
Uitgaven
-200.000
400.000
-400.000
400.000
-600.000
PROGRAMMA ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
deelprogramma
Portefeuillehouder:
Reserves
Drs. M.M.J. Diepenmaat
MRE
Beleidsnota
Einddatum
Nota reserves en voorzieningen (2012)
-
VISIE
Door onder andere de decentralisatie van taken van het rijk naar gemeenten op het gebied van werk,
zorg en jeugd nemen ook de risico’s toe. We willen daarom onze reservepositie, als belangrijk onderdeel
van ons weerstandsvermogen, verder versterken.
BELEIDSONTWIKKELINGEN VOOR 2014 EN VOLGENDE JAREN
De kosten voor het onderhoud van zwembad de Wilder dekken we door de daarvoor gevormde
reserve gebouwonderhoud aan te wenden. Voor de verdere toelichting op dit onderwerp verwijzen wij
u naar het programma Cultuur en Ontspanning.
FINANCIEEL KADER
Deelprogramma:
Reserves
Structureel
Onderwerp
Aanwending reserve
gebouwonderhoud
Totaal Reserves
Kadernota 2014
Saldo
Kadernota
Mutaties Kadernota 2014
Inkomsten
2014
Incidenteel
Uitgaven
Inkomsten
Uitgaven
269.000
0
0
47
269.000
269.000
0
269.000
6. Bijlage 1: investeringskredieten 2014
Uit deze Kadernota vloeien ook een aantal geplande investeringen voort, die we op grond van de
bepalingen in de in december 2012 vastgestelde financiële verordening moeten activeren
(afschrijven). In deze bijlage maken we u apart inzichtelijk welke kredieten als gevolg van
strategische ontwikkelingen uit deze Kadernota voortvloeien. Bij de begroting actualiseren we dit
overzicht, aangevuld met kredieten uit niet-strategische ontwikkelingen.
Over het beschikbaar stellen van kredieten heeft de raad bij de behandeling van de begroting 2013
een motie aangenomen. Strekking van deze motie is dat de raad slechts instemt met kredieten, als
daar een voldoende onderbouwing of toelichting onder ligt. In de geest van deze motie hebben we
daarom gemeend om de in deze Kadernota verwerkte investeringskredieten apart in een bijlage te
verwerken. Het gaat dan om investeringen die voortvloeien uit strategisch beleid. Voor kredieten die
uit de reguliere onderhoudsplannen voortvloeien is dekking beschikbaar via het beschikbare budget
voor voorziene ontwikkelingen.
We stellen voor om de volgende kredieten in de begroting 2014 te verwerken:
Programma
Omschrijving
Krediet
Afschrijving
Jaar
afronding
Bereikbaarheid en
Tunnel MBS
4.600.000
23.750
2017
Investeringen N18
122.250
5.000
2014
Gebiedsontwikkeling centrum
485.000
19.400
2015
openbare ruimte
Bereikbaarheid en
openbare ruimte
Ruimtelijke
ontwikkeling en
wonen
Speelvoorzieningen
Uitvoering meerjarenplan
94.000
20142016
Voor de verdere achtergrond en toelichting op de kredieten verwijzen we u naar de betreffende
programma’s.
Kadernota 2014
48