Uniek selectietraject bij vier bedrijfsonderdelen Woningstichting Den Helder gaat kiezen én delen Woningstichting Den Helder zit midden in een uniek selectie- en implementatietraject van niet minder dan vier primaire systemen. De corporatie heeft een aantal bv’s onder zich die voor een deel voor de commerciële markt werken. Ze wil deze bv’s nu op een grotere afstand plaatsen. Onderdeel daarvan is dat ze een eigen primair systeem krijgen. Omdat ook het moederbedrijf van primair systeem moet veranderen, lopen er vier selectietrajecten naast elkaar. De invoering van de nieuwe systemen wordt tevens gebruikt om de bedrijfsprocessen verder te verbeteren. Dit alles gebeurt onder het motto Kiezen en Delen: de bv’s en corporatie gaan wel apart, maar de systemen moeten op onderdelen op elkaar aansluiten en de organisatie als geheel moet beter gaan samenwerken. V.l.n.r.: Ida Nap, Irma Noordeloos, Willem Hartmann en Peter Kramer Woningstichting Den Helder is in de corporatiewereld een beetje een vreemde eend in de bijt. Van de omzet wordt 40% gerealiseerd door dochterbedrijven, waar meer dan de helft van de medewerkers werkzaam is. De grootste zelfstandige bv’s zijn het schildersbedrijf, waar 75 schilders werken, het onderhoudsbedrijf en het aanneembedrijf. Zij werken alledrie deels voor de toegelaten instelling en deels voor de markt. Om strategische redenen heeft de Woningstichting besloten de bv’s op een grotere afstand te plaatsen. Financieel directeur Peter Kramer legt uit: “Dat heeft deels te maken met de regelgeving vanuit Den Haag en Brussel, maar deels ook om de bv’s nog meer de markt op te duwen. Op dit moment werken het schildersbedrijf 6 HC&H Magazine en het onderhoudsbedrijf met hetzelfde primaire systeem als de corporatie. Alleen het aanneembedrijf heeft al een eigen systeem. Nu we de bv’s meer op afstand plaatsen, vinden we het logisch als ze volgens een eigen systeem gaan werken. Hun bedrijfsprocessen zijn zo anders dat er nauwelijks overlap is met het primaire systeem van de corporatie.” Ter illustratie vertelt Ida Nap, projectleider namens Schilderwerken bv, dat het nu niet mogelijk is om vanuit het primaire systeem van de corporatie facturen uit te sturen voor uitgevoerde schilderwerken. “De gegevens die daarvoor nodig zijn, krijg je niet op een goede manier in het systeem. Daar gebruiken we dan allerlei creatieve oplossingen voor. In de praktijk zijn we soms een half uur bezig om in een apart bestand een factuur te schrijven. Met een eigen systeem kan dat straks met één druk op de knop.” Eenvoudiger en lastiger Naast het schildersbedrijf krijgt straks ook het onderhoudsbedrijf een eigen systeem. Het aanneembedrijf grijpt dit aan om ook van systeem te veranderen en de corporatie zelf moet wisselen omdat het huidige pakket WOCAS/X in 2014 uit de markt gaat. Irma Noordeloos, procescontroller bij Woningstichting Den Helder en namens de toegelaten instelling projectleider in het selectietraject, vertelt dat de overstap naar een ander systeem gevolgen heeft voor nagenoeg de hele organisatie. “Op zich hoeven we alleen voor de verhuur en woningtoewijzing een nieuw pakket te hebben. Maar daar zijn nu een heleboel andere pakketten aan gekoppeld. Eerst moesten we dus bepalen wat we daarvan willen vervangen, niet omdat het moet maar omdat het met een ander pakket beter werkt of beter aansluit op een nieuw primair systeem. Daarmee hebben we al in een vroeg stadium de richting en scope van het traject bepaald. Het komt er op neer dat vrijwel alle pakketten van de corporatie straks worden veranderd.” In het voortraject viel ook het besluit om bij drie bv’s een nieuw systeem in te voeren. “Dat maakte het voor een deel eenvoudiger omdat elk onderdeel nu een eigen traject kan volgen”, aldus Peter. “Maar het maakt het ook lastiger omdat de bedrijfsprocessen daardoor veranderen. Daarom zijn we naast het automatiseringstraject ook bezig met het opnieuw beschrijven van alle processen. Dat gebeurt naast elkaar, omdat de bedrijfsprocessen gevolgen hebben voor de nieuwe systemen die straks worden geselecteerd.” Vanwege de complexiteit van het traject riep de Woningstichting de hulp in van Willem Hartmann, algemeen Directeur van HC&H, om het hele traject te begeleiden. Willem legt uit waarom hiervoor het motto Kiezen en Delen werd gekozen. “De bedrijfsonderdelen kiezen zelf hun eigen systeem, maar ze zullen ook veel met elkaar moeten gaan delen. Een voorbeeld: een reparatieverzoek van een huurder komt binnen bij de corporatie, die vervolgens een opdracht geeft aan het onderhoudsbedrijf. Dat bedrijf zal in sommige gevallen het schildersbedrijf als onderaannemer inschakelen. De huurder belt vervolgens met de corporatie om te horen hoe het met zijn reparatieverzoek staat. Het is dus noodzakelijk dat de systemen van de bv’s en de corporatie op het punt van informatie-uitwisseling onderling goed gekoppeld zijn. Dat stelt hoge eisen aan de nieuwe systemen.” Draagvlak De corporatie en de bv’s zijn nu ongeveer halverwege het selectietraject. Er is inmiddels een short list van leveranciers die in demonstraties moeten bewijzen of ze de door de corporatie en bv’s aangedragen praktijkcases aankunnen. Bij de selectie is ongeveer een derde tot de helft van de medewerkers betrokken die uiteindelijk met de systemen moeten gaan werken. De corporatie leerde uit een eerder selectietraject, niet van WOCAS/X overigens, dat het creëren van draagvlak voor een nieuw systeem van groot belang is. “Daarom fungeren de bedrijfsleiders van de bv’s als opdrachtgever in de selectie”, vertelt Peter. “Zij zijn verantwoordelijk. Verder zijn er projectgroepen die bestaan uit key users. Zij brengen zelf de praktijkvoorbeelden in waarop de leveranciers zich tijdens de selectie moeten bewijzen. Vroeger bepaalde de groep Concernbeheer van de corpo- ratie feitelijk de systemen waarmee alle bedrijfsonderdelen werkten. Nu zijn ze daarin vrij. Ze kunnen een systeem kiezen dat toegesneden is op de eigen behoeftes, binnen door het moederbedrijf gestelde randvoorwaarden. Daarnaast heeft het management duidelijk gesteld dat dit project prioriteit heeft. De key users moeten daarvoor tijd vrijmaken en als dat betekent dat hun normale werk niet gedaan kan worden, wordt dat door vervangers gedaan.” De vrijheid blijkt het enthousiasme voor het ict-project bij de medewerkers te vergroten. Zeker bij het schildersbedrijf ging tijdens de eerste presentaties van leveranciers een wereld open, aldus Ida. “Mensen zagen opeens mogelijkheden die voorheen uitgesloten waren. Ze durven nu ook naar andere mogelijkheden te kijken en gaan op een andere manier over hun werk denken dan ze tot voor kort deden.” Het draagvlak en enthousiasme zijn nodig omdat na de zomer, als de selecties volgens plan zijn afgerond, nagenoeg iedereen van de corporatie en de bv’s met de nieuwe systemen te maken krijgt. “En niet alleen dat”, voegt Irma toe. “Door het opnieuw vormgeven van de bedrijfsprocessen moeten ze ook op een andere manier gaan werken. Dat vraagt veel van mensen. Vandaar dat we het implementatietraject straks in hapklare brokken gaan opdienen. Anders wordt het echt te veel.” “Het wordt inderdaad een uitdaging om dat tot een goed einde te brengen”, aldus Willem. “In feite praat je hier ook niet over een automatiseringstraject, maar over verandermanagement. Dat zoveel medewerkers zo vroeg al bij het traject betrokken zijn, is dan alleen maar gunstig. Hoe groter het enthousiasme nu, hoe groter het draagvlak, hoe groter de kans op een soepele implementatie straks.” Proeftuinen Een tweede les die de Woningstichting trok uit een eerder traject was dat ze alle afspraken met de leverancier goed gaat vastleggen in contracten. Zo wordt vóór de definitieve keuze ook een proeftuin ingericht, waarin de medewerkers zelf zes weken gaan werken met het systeem dat in beginsel als laatste overblijft. “Dan moet blijken of de beloftes van de leveranciers worden waargemaakt”, aldus Peter. “Daarnaast gaan we veel aandacht besteden aan trainingen. We hebben eigen opleiders en een eigen ict-opleidingslokaal. Eerst worden de key users getraind en daarna de rest van het bedrijf.” Ondanks dat het implementatietraject nu al wordt voorbereid, beseft iedereen dat de echte uitdaging dan pas gaat beginnen. Of, zoals Willem het uitdrukt: “Het is nu al leuk en moeilijk, maar straks wordt het nog leuker en moeilijker. De vooruitzichten zijn echter gunstig. Je ziet nu al dat de verschillende bedrijfsonderdelen beter met elkaar gaan samenwerken. Dat is al een belangrijke omslag. Je ziet ook dat nu bepaalde mensen komen bovendrijven waarvan je het niet had verwacht. Die krijgen ook een rol in het traject en straks waarschijnlijk ook in het beheer. Uiteindelijk ligt de basis toch in het kweken van enthousiasme bij de mensen, zodat zij welwillend staan tegenover de veranderingen en het leuk vinden om in het traject een uitdagende rol op zich te nemen.” Ook de Woningstichting zelf is optimistisch over het vervolg, blijkt uit de woorden van Irma: “Zo lang mensen er positief tegenover blijven staan en ook positief van bovenaf gestimuleerd worden, blijft het werken. Dan gaan mensen nadenken over hun werkzaamheden en leren dat je dingen ook anders kunt doen dan je het nu doet. We gooien onze processen op deze manier helemaal open.” HC&H Magazine
© Copyright 2024 ExpyDoc