HS en F jeugd Training 19

Training 19,
Oefening 1 warming-Up (10 min)
a.
Warm lopen in een rondje met z’n allen, rek- en strek oefeningen knieën optillen, armen losmaken, licht
versnellen. Eventueel kun je nog een buk en grond aantikken doen met de kinderen.
b.
Een van de favorieten van de kinderen, tikspelletje met 1 of 2 tikkers, Annemaria koekoek of schipper mag
ik overvaren. Eigen invulling is natuurlijk ook prima!
OEFENING 2 “ Basis bewegingen” 10 min
In deze oefening is het de bedoeling om 2 belangrijke basis bewegingen (balbehandeling) te oefenen. Oefen
deze eerst stilstaand en als variatie kun je de oefening uitbreiden met lopen met de bal bijvoorbeeld.
1.
Overspelen, door de bal naar elkaar te pushen. Maak de afstand klein (ongeveer 2 -3 meter) en vraag
om het steeds sneller te doen! Dus, stoppen pushen, stoppen pushen. Idee is dat de kinderen elkaar
‘weten te vinden’ en vooral vlot de bal leren overspelen.
2.
“Indian Dribble”, beweeg de bal in een vloeiende beweging van rechts naar links, gebruik afwisselend
de voor- en backhand. Leg uit dat het eigenlijk een beetje ’dansen’ is, een actieve, lossen houding,
licht door je knieën is de beste houding om dit te doen.
3.
“van voor naar achteren”, deze oefening is voor kinderen lastiger dan de eerste, het doceren van de
snelheid van de bal is lastig. Idee is dat je de bal naar voren speelt (klein stukje, zachtjes) en dan met
de krul van de stick over de bal stil legt, dan de bal zachtjes weer terug speelt en met de forehand
stopt.
Oefening 3 Passeer oefeningen (10 minuten)
Inmiddels hebben de kinderen al een flinke sprong gemaakt met bal en stick en zijn er 3 oefeningen voor ze
hoe ze kunnen oefenen met passeren van een tegenstander. Haringtruc & trapje. Oefen dit eerst met een pion
een paar keer en ga dan zelf als trainer de verdediger spelen. Dit is een oefening die je voor moet doen en
vraag of iedereen het begrepen heeft.
1.




Haringtruc:
Je loopt recht op je tegenstander af;
De linkerhand boven aan je stick en je rechterhand ongeveer in het midden;
Je tikt de bal langs de rechterkant van je tegenstander en zelf ga je links langs je tegenstander;
En dan loop je gewoon verder. Let op dat de kinderen niet te hard de bal spelen!
2.



Trapje
Je loopt op de tegenstander af bal aan de stick
Met de bal aan de stick maak je eerst een beweging naar links en dan weer naar voren
Je maakt met de bal aan de stick een ‘trapje’ . Let op dat de kinderen ook ‘uitstappen’ en er echt om
heen lopen
Het is leuk om na de passeerbeweging een goaltje neer te zetten dat de kinderen nog kunnen scoren.
1
Oefening 4 één – tweetje en scoren op goal (10 minuten)
A. Maak twee rijtjes van spelertjes (tweetallen) en geef steeds een van de tweetallen een bal. Leg uit wat
de bedoeling is van een tweetje (samen scoren op goal door over te spelen). Als dit in het begin
moeizaam gaat zet dan een paar ‘hulppionnen’ neer zodat ze weten wanneer er over gespeeld moet
worden. Het hoeft niet snel, let op dat de kinderen elkaar ‘zien’ en ‘vinden’ .
Spelers
Goal / trainer
B.
Een variant kan zijn om een paar pionnen weg te halen en ‘ passen’ en ‘ lopen’ te doen. Dan staat bij
elke pion een speler en de speler bij het begin past de bal naar de eerste pion en loopt er achteraan.
Net zolang dat je met de laatste ‘pass’ vanaf de laatste ion mag scoren
Goal / trainer
Oefening 5 Eindpartij 10 - 15 minuten (met 2 goals!)
Maak in het speelveld 4 goaltjes van ongeveer een 1,5 meter breed. Er mag in beide goals gescoord worden.
Idee is dat kinderen zo breed leren spelen! Wees niet te streng met shoot maken, draaien of bolle kant. Dat is
in de beginfase nog niet het belangrijkste, let meer op stand van de handen en maken van schuifslag (niet
slaan!).
2