info... - ProBruxsel

6. Afschaffing van de taalgemeenschappen
Het Brussels Gewest moet aan heel wat problemen het hoofd bieden maar het meest
dringend is het onderwijs en het klaarstomen van de jongeren voor de arbeidsmarkt.
Het Gewest mist echter de noodzakelijke hefbomen om zichzelf goed te besturen : er
ontbreken belangrijke bevoegdheden : die voor onderwijs, cultuur, sport, jeugd, de opvang
van nieuwe inwijkelingen, zorgverlening, …… dit zijn allemaal exclusieve bevoegdheden van
de Frans- en Nederlandstalige Gemeenschappen (of hun Brusselse afdelingen, de
Commission communautaire française Cocof, de Commission communautaire commune
Cocom en de Vlaamse Gemeenschapscommissie VGC), terwijl de Brusselse bevolking echt
niet alleen bestaat uit Vlamingen en Walen, verre van dat. Exclusief wil zeggen dat het
wettelijk verboden is dat de gewestelijke regering en parlement zich ermee bezig houden.
Onder deze omstandigheden is het voor de regering en parlement van het Gewest
onmogelijk een samenhangend en ambitieus bestuur voor te stellen. Zo is het voor de
regering bijvoorbeeld verboden om het onderwijs in Brussel financieel te ondersteunen, om
scholen te financieren, een netwerk van tweetalige scholen op te richten,
kinderdagverblijven te openen of te ondersteunen ……
Bovendien wordt er, net door die Gemeenschappen, een fictieve verdeling tussen Frans- en
Nederlandstaligen in stand gehouden, waardoor de Brusselaars verplicht zijn te opteren voor
één van de twee Gemeenschappen (zoals uit de taal van hun identiteitskaart blijkt en zoals
de vertegenwoordiging van de Brusselaars in het regionale parlement laat zien, dat is
namelijk volledig gescheiden in twee taalgroepen).
Deze simpele regel is zelfs van
toepassing op diegenen die noch de Nederlandse, noch de Franse taal als moedertaal
hebben, of voor hen die dagelijks net zo goed de ene als de andere taal gebruiken.
Daar komt nog bij dat deze communautaire verdeling leidt tot verschillende normen,
afhangend van de taalgroep, met name voor de kinderdagverblijven en rusthuizen. Zelfs
subsidies voor bijvoorbeeld bibliotheken of sportclubs kunnen verschillen omdat ze of Fransof Nederlandstalig zijn.
Een ander voorbeeld van het nefaste gevolg van de gemeenschappelijke instellingen : in
Brussel verdeelt de TV ! Er is TV Brussel, gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschap, dat
een Vlaamse kijk op de Brusselse actualiteit geeft en er is Télé Bruxelles, met natuurlijk een
Franstalige kijk op het nieuws. En waarom simpelweg geen Brusselse kijk ? Hoe kun je nou
een “samenleven” in Brussel ondersteunen als je zelfs voor het regionale nieuws eerst een
taalgroep moet kiezen ! Het is natuurlijk de logica zelve de middelen van TV Brussel en Télé
Bruxelles samen te voegen en er één groot regionaal project van te maken, veeltalig,
ondertiteld (1), waar bijvoorbeeld Arte perfect in slaagt. Dat is wat Pro Bruxsel voorstelt :
één Brusselse radio en TV; twee- of drietalig, onder de controle van het Gewest, en op voet
van gelijkheid met de uitzendingen van de Frans- en Nederlandstalige publieke omroepen.
Maar kijk : dat is vandaag dus verboden want het betreft hier een Communautaire
bevoegdheid.
Een andere negatief gevolg : de communautaire structuren maken de Brusselse instellingen
onnodig ingewikkeld, vreselijk duur en weinig efficiënt. Niet minder dan 7 regeringen (!)
hebben hun zeg over Brussel : de Brusselse Gewestregering, de regering van de
Communauté française, de Vlaamse regering, de regering (“collège”) van het Cocof, de
regering (“collège”) van de Cocom, het college van de VGC en …… de federale regering ! Als
voorbeeld moet u het schema van wie wat doet op het gebied van gezondheidszorg en
zorgverlening eens bekijken :
Vanuit democratisch oogpunt is deze situatie natuurlijk absoluut niet gezond : het is voor de
Brusselse kiezer onmogelijk via zijn of haar stem de verantwoordelijken voor die
communautaire zaken te sanctioneren.
Zo kan men bijvoorbeeld geen enkele
verantwoordelijke voor de enorme tekortkomingen binnen het Brusselse onderwijs
sanctioneren. Het is namelijk zo dat de Frans- en Nederlandstalige Gemeenschappen en
hun respectieve regeringen, die verantwoordelijk zijn voor het onderwijs, elk door een
parlement gecontroleerd worden waarin de Brusselaars nauwelijks enig gewicht hebben.
Aan Franstalige kant hebben de Brusselaars in het parlement van de Communauté française
geen enkele rechtstreeks verkozene. De 19 Brusselse afgevaardigden die er zitting hebben
zijn “aangewezen” uit de Franstalige leden van het Brusselse parlement. Aangewezen door
wie ? Door de voorzitters van de partijen ? dus in Waver, Bastenaken, Charleroi of Namen ?
Die 19 “aangewezenen” komen bij de 75 regionale Waalse afgevaardigden. Aan Vlaamse
kant hebben de Brusselaars rechtstreeks verkozenen, maar wel maar 6, naast 119 Vlaamse
verkozenen :
Binnen de nieuwe (6e) staatshervorming is niets voorzien om deze afwijkingen te
corrigeren : de acht partijen die deze voorstellen hebben getekend (Ecolo, Groen !, PS, Sp.a,
cdH, CD&V, MR, Open-VLD) schijnen tevreden met de afwezigheid van een controle
mogelijkheid voor het Brussels Gewest voor haar onderwijs, haar culturele bevoegdheden,
haar jongeren- en sportbeleid en over talrijke andere gemeenschappelijke zaken; niets is
voorzien om het functioneren van de Brusselse instellingen eenvoudiger te maken ; niets is
voorzien om bijvoorbeeld een Brusselse TV, die de realiteit van alle Brusselaars, ongeacht
hun moedertaal, weerspiegelt op te richten.
Daarom wil Pro Bruxsel het Gewest de mogelijkheden voor haar eigen toekomst
geven en haar bevrijden van het hoederecht van de twee belangrijkste
Gemeenschappen van dit land : Brussels heeft veel te lang de kost moeten dragen
voor hun tegenstellingen.
Op ruimere schaal wil Pro Bruxsel een federale staat ontwikkelen die gebaseerd is op
regionale entiteiten die, voor een optimaal beheer, elk afzonderlijk op hun eigen
grondgebied kunnen beschikken over alle benodigde bevoegdheden ten behoeve van allen
die er wonen. In feite zou de afschaffing van de Gemeenschappen ons de mogelijkheid
geven het hele Belgische institutionele systeem eenvoudiger te maken. Het zou Wallonië en
Brussel hetzelfde goed geïntegreerde systeem van bestuur geven dat Vlaanderen zo
succesvol heeft gemaakt.
De Gemeenschappen afschaffen betekent niet dat men, op het gewestelijk grondgebied,
geen ondersteuning meer geeft aan de Nederlandse en Franse taal en cultuur. Maar het
houdt wel in dat die ondersteuning het behoud van de op taal gebaseerde federale
entiteiten, waar zulke verraderlijke gevolgen voor de Brusselaars uit voort vloeien, niet meer
rechtvaardigt.
De overdracht van de gemeenschappelijke bevoegdheden naar het Gewest wil trouwens ook
niet zeggen dat de garanties die aan de Nederlandstalige minderheid zijn gegeven
afgeschaft zullen worden.
Maar Pro Bruxsel wil de afschaffing van de Gemeenschappen vooral laten samengaan met
een forse ondersteuning van de twee- en meertaligheid.