De Brusselse metropool internationaal vergeleken Een Europese middenmoter onder demografische druk In de groep van Europese metropolen is de Brusselse metropool een middenmoter inzake economische dynamiek. De crisis deed het groeiritme terugzakken van 2,5% naar 1,3%, waarbij vooral de rand en inzonderheid Halle Vilvoorde werd getroffen. De grootste uitdaging blijft de demografische groei om te zetten in economische groei. De vzw Brussels Metropolitan gaf opdracht aan het Zwitserse onderzoeksbureau BAK Ba sel Economics om de economische ontwikke ling van de Brusselse metropool te analyseren en benchmarken met 13 andere Europese metropolen: Londen, Parijs, Wenen, Frankfurt, Stockholm, Dublin, Helsinki, Lyon, Randstad, Milaan, Berlijn, Madrid en Edingburgh. Brussels Metropolitan is het samenwer kingsverband vijf jaar geleden opgericht door de werkgeversorganisaties VOKA, BECI, UWE en VBO om gedurende tien jaar samen acties en projecten te ontwikkelen die de sociaaleconomische ontwikkeling van de Brusselse metropool bevorderen (zie kader). De nieuwe studie is een actualisatie van de studie van 2007. De cijfers voor de Brusselse metropool hebben betrekking op de zone van het Brussels Hoofdstedelijk Ge west samen met de arrondissementen Halle Vilvoorde en Nijvel. Crisis in de rand Ook de Brusselse metropool heeft te kam pen met de financieel-economische crisis van eind vorige decennium en het moeiza me economische herstel. In de tien jaar voor de crisis (1998-2008) haalde de metropool nog een jaarlijks groeirtime van gemid deld 2,5%. De tegenvallende groeicijfers, met belangrijke krimp in 2009, hebben dit gemiddeld groeiritme de voorbije tien jaar (2002-2012) doen halveren, tot nog 1,3%. Vergeleken met 14 Europese metropolen in de benchmarkingstudie zit de Brusselse metropool daarmee in de middengroep. Maar rekening houdend met de sterke be volkingsgroei in de Brusselse metropool viel de welvaarstgroei – het BBP per inwoner – nagenoeg terug op nul. En daarmee hangt de Brusselse metropool volledig aan de staart van het peloton. Growth of real GDP 1992-2002 and 2002-2012 Tot voor de crisis was het de rand – Hal le-Vilvoorde en Waals Brabant – die de meeste economische dynamiek kende. Met de crisis kreeg die ook rake klappen. Maar de rand kende ook wel een sneller herstel, al blijft dit broos. Ook inzake groei van de werkgelegenheid is de Brusselse metropool een middenmoter in het Europese peloton, met een gemiddelde werkgelegenheidsgroei van jaarlijks 0,8%. De laatste jaren viel de jobmotor nagenoeg stil. Dat is niet zo verwonderlijk uiteraard, gelet op de crisisomstandigheden, en al bij al hield de werkgelegenheid in de Brusselse metropool nog vrij goed stand. Dat heeft zeker deels te maken met het belang van publieke diensten in deze regio en ook de bescherming van werknemers tegen ontslag. De keerzijde daarvan is dat bij een aantrekkende interna tionale conjunctuur de Brusselse metropool minder kan mee surfen. Groei BBP (reëel) 8.0% 1992 - 2002 7.0% 2002 - 2012 6.0% 5.0% 4.0% 3.0% 2.0% 1.0% 0.0% -1.0% -2.0% 06 Note In % p.a. (GDP in US$ at constant prices and exchange rates, PPP corrected) Demografische druk Diensteneconomie De bevolking in de Brusselse metropool groeit relatief snel, een 1,2% per jaar de voor bije tien jaar. Dat vergroot de kloof tussen het inwonersaantal en het werkaanbod. BAK Basel stelt dit ook in andere Europese me tropolen vast. Het bureau ziet dit als een wat zelfvoedend proces: de bevolkingsgroei legt beslag op ruimte voor woningen waardoor bedrijven buiten de stad worden gejaagd. In alle metropolen wordt de economie gedomineerd door de stedelijke economie: financiële diensten, diensten aan onderne mingen, handel, horeca, vervoer en vast goed. Maar in Brussel wegen die met een aandeel van 60% na Londen en Parijs het zwaarst. De stedelijke sectoren zijn ook de voorbije jaren de belangrijkste motor van de groei in de Brusselse metropool geweest. De Brusselse metropool kent een relatief sterke financiële sector, met een aandeel van 12% in de economie. Enkel in Londen en Dublin is dit aandeel hoger. De financiële sector kende in de Brusselse metropool de jongste tien jaar een slechts matige groei en de jongste vijf jaar viel de groei van de financiële sector in de Brusselse metropool terug tot nul. Enkel in Dublin en Edingburgh deed de sector het slechter. Dit is in het bijzonder het geval voor het Brusselse gewest. Komt daar bij dat de bedrijven die verdrongen worden vaak eerder industriële activiteiten ontwikkelen, waar laag geschoolden aan de slag kunnen. Dit ver klaart mede de oplopende werkloosheid bij laaggeschoolden in de stad. Normaal wordt dit binnen een brede metropool opgevangen: enerzijds door verhuis van deze activiteiten naar de rand, en anderzijds door pendel van de stad naar jobs in de rand. Deze uitgaande pendel vanuit Brussel is weliswaar toegeno men de laatste jaren, maar kan zeker verder toenemen. Een andere uitdaging is dat met tertijd ook in de rand ruimte voor bedrijven onder druk komt, en dat is zeker zo in de Vlaamse rand rond Brussel. De Brusselse economie behoort tot de meest productieve van Europa. In de ben chmark moet het enkel Londen, Dublin en Parijs laten voorgaan. Maar de Brusselse metropool verliest hier terrein, met een groei van de productiviteit onder het gemiddelde van andere metropolen in Europa. BAK Basel Economics schrijft dit toe aan de sterkere groei van arbeidsintensieve (dus minder productieve) sectoren in de Brus selse metropool, zoals gezondheidszorgen, welzijn, en toerisme. Binnen de stedelijke economie is toerisme een sector waar de Brusselse metropool internati onaal vergeleken zwak staat, met een aandeel in de economie (toegevoegde waarde) van amper 3,4%. Daarmee zit de Brusselse me tropool in de staart van de benchmark-groep. In metropolen als Parijs, Londen, Berlijn, Wenen en Madrid weegt de toeristische sector vrijwel dubbel zo zwaar. Opmerkelijk is de bijzonder zwakke evolutie van de horeca, die sinds de crisis van 2008 een krimp kende. Maar daar staat tegenover dat de vrijetijdssec tor in diezelfde periode ene relatief sterke groei kende. Dit vergt een nadere analyse. De politieke sector is in de Brusselse metropool de tweede belangrijkste drijver voor groei, met een aandeel van 25% in de toegevoegde waarde en van 31% in de werkgelegenheid. En binnen die sector was vooral de overheidsadministratie de sterke groeier, met gemiddeld jaarlijks 5% over de jongste tien jaar. De politieke sector heeft in de Brusselse metropool internationaal vergeleken een zwaar gewicht, al zijn er metropolen waar dit zwaarder weegt (Rand stad, Edingburgh, Lyon en Berlijn). Ver achter de stedelijke economie en de politieke sector komt de traditionele sector: textiel, agrovoeding, uitgeverijen en drukke rijen, productie van hout en papier, plastic, metaalverwerking, olieproducten. Deze zijn goed voor 6% van de toegevoegde waarde, wat vrijwel een halvering is vergeleken met twintig jaar geleden. Daarmee wegen deze klassieke sectoren in de Brusselse metro pool minder dan in alle andere metropo len uit de benchmark, waar hun aandeel gemiddeld drie maal hoger ligt. Dit geeft aan dat de Brusselse economie bij uitstek een diensteneconomie is. Die evolutie van de Brusselse metropol naar een overwegend tertiaire economie wordt nog verder versterkt door de enorme krimp van de voertuigenindustrie (jaarlijks gemid deld 6,5% daling in toegevoegde waarde de vooorbije tien jaar. De chemische industrie is zowat de enige industriële sector die wel nog een sterke groei kende, gemiddeld 3,8% over de jongste tien jaar. Dat is vooral terug te brengen tot de performantie van de farmaceutische sector. Verder kreeg de nieuwe economie (ICT, elektronica, audio visuele apparatuur, postdiensten) klappen, inzonderheid de post, koerierdiensten en telecommunicatie. Meer info: www.brusselsmetropolitan.be Brussels Metropolitan – Symposium midterm – 10 februari 2015 Brussels Metropolitan lanceert zijn programma voor de komende jaren op een Symposium op 10 februari. Bedrijfsleiders gaan in debat gaan met de minister-presidenten van de drie gewesten. Aan deze midterm werd de voorbije maanden achter de schermen hard gewerkt in themagroepen met bedrijfsverantwoordelijken uit de Brusselse metropool. Een kort overzicht. De Business Route 2018 for Metropolitan Brussels – kortweg Brussels Metropolitan – werd in 2008 gelanceerd door de werk geversorganisaties VOKA, BECI, UWE en VBO. Het project voorzag ik een economische toekomstrategie en concrete acties voor de komende tien jaar. Daarbij werd Brussel bekeken samen met de economisch nauw verbonden zones in de arrondissementen Halle Vilvoorde en Nijvel. De initiatiefnemers richtten een vzw op voor de projectontwikkeling. Die kreeg de steun van de drie gewesten. De voorbije maanden werd in diverse werkgroepen met bedrijfsleiders gewerkt aan een midterm review en een programma voor de resterende jaren tot 2018. Concrete actievoorstellen zullen gepresenteerd worden op het Symposium. Volgende thema’s worden behandeld: • • • • • War for time (mobiliteit verbeteren) War for jobs (meer mensen aan de slag) War for Talent (internationale aantrekkingskracht verhogen) War for space (efficiënte ruimtelijke planning) Ontwikkeling specifieke niches: ICT-Media, Legal & European Affairs, Financiële diensten Meer info: www.brusselsmetropolitan.be 07
© Copyright 2024 ExpyDoc